Rechtspraak Koppelbazensysteem Wieringermeer [op een afstand in de Donderdag 6 Februari 1941 Tweede blad Een wonderlijk vonnis en een onsportieve pleitbezorger 't Is al reeds geruimen tijd geleden, om Juist te zijn op 10 November 1940, dat in Schagen een voetbalwedstrijd gespeeld werd tusschen de eerste elftallen van Schagen en Oudesluis. Vanaf het eerste oogenblik was te zien, dat het den scheidsrechter, althans dien dag, gan het juiste inzicht in het correct leiden yan een wedstrijd mangelde en het duur de dan ook niet lang of het spel verruwde, aoodat de ware sportliefhebbers zich voort durend ergerden! Kort voor het einde werd eerst naar later bleek volkomen ten onrechte de speler Schoorl uit het veld gestuurd en di rect daarop kwam de climax van dit „sport festijn. De Schagen-speler Ypey kreeg een itrap tegen den enkel en viel, kreunend van de pijn, neer. Majoor Misbeek, toen nog brigadier, liet op de beschuldiging van meerdere toeschou wers dat Ypey met moedwil zou zijn ge schopt, den wedstrijd tijdelijk staken, ten einde de namen dier getuigen te nQteeren. Toen hij het spel weer wilde vrij geven, was de scheidsrechter, die zich zijn „macht" door dezen politie man tijdelijk ontnomen zag, verdwe nen en kon dus geen eindbeslissing worden bevochten. Wij willen ons geen partij stellen in dit betreurenswaardige conflict, tusschen twee clubs, die steeds op de meest orettige wijze tegen elkaar in het veld kwamen. Ook in ons verslag beperkten wij ons zui- yer tot het weergeven van het conflict zelf. Daarbij meenden wij echter aan deze ge beurtenis een ruime plaats te moeten af staan, omdat wij van oordeel zijn, dat der gelijke kwaadaardige gezwellen het best door scherp gestelde publicaties kunnen worden uitgesneden. Wij weten zeear goed, dat wij daarmede geen der beide clubs een genoegen doen. Im mers de rechtspraak in de voetbalwereld is een draak met vele koppen en 't komt meer dere malen voor dat de klap van het vonnis daar neerkomt, waar dit het allerminst wordt verwacht. Met deze overweging kunnen wij echter geen rekening houden en wij achten de ware sport het best gediend door onver bloemd de feiten te signaleeren, zooals wij die opmerken. Intusschen ging de „rechtspraak" van den N.V.B. beginnen. Voor de oningewijden, die hierbij denken aan een critisch en onpartijdig onderzoek door de tuchtrechtspraakcommissie, willen wij hier even het verloop schetsen van een dergelijke procedure. De protesten en gegevens komen bij de in Den Haag zetelende „rechters", die de zaak bestudeeren en dan aan z.g.n. districts enquête- of onderzoekingscommissies het getuigenverhoor opdragen. Uit d# rapporten van zulk een commissie putten dan de Haagsche „rechters" de ge gevens, waarop zij vonnis wijzen. Een von nis dat dikwijls sterk ingrijpt in het club leven en de finantiën van de betrokken yoetbalvereenigingen. Uit de kringen van de voetbalwereld is reeds herhaaldelijk gewezen op het onge- wenschte van zulk een gecentraliseerde rechtspraak. Tot dusver tevergeefs. Waar deze procedure in dit geval toe leidde, leert de volgende historie. Tegen zekeren Zaterdag op een bepaald uur werden de besturen der beide betrok ken vereenigingen voor de te Alkmaar ze telende enquêtecommissie, samengesteld uit det heeren Lutterot (voorzitter) en Snijders en Rigbers (leden), gedaagd, teneinde te worden gehoord over het door de Schager (vereeniging ingediende protest. De club van Oiidesluis was ruim verte genwoordigd, doch als vertegenwoordiger van Schagen verscheen de jongeling A., ten einde in deze zaak voor zijn vereeniging te pleiten. Het bleek, dat. geen der toonaangevende bestuursleden van Schagen vrijwel allen middenstanders op Zaterdagmiddag ver zuimen konden en dat daarop de jeugdige 2e secretaris bad aangeboden zijn woordje te doen. Tijdens diens verhoor viel echter de en quêtecommissie van de eene verbazing in de andere. Allereerst verklaarde deze pleiter, blijk baar onder den indruk van het gewichtige oogenblik, dat hij het allerminst eens was iinet het protest van zijn eigen bestuur. Hij nam dus als het ware stelling tegen de mensclien, die hij verdedi gen moest. Verder ondervraagd, zeide hij, geen drank lucht bij den scheidsrechter te hebben waar genomen en insinueerde, dat, indien niet een Schagen-speler, maar een Oudeslnis-man zou zijn getrapt, de betrokken brigadier van de Rijksveldwacht zeker niet zou hebben in gegrepen. Bovendien viel hij, zonder dat deze aan wezig was, dus zich niet kon verweren, on zen verslaggever aan, die hij gebrek aan spelkennis verweet. Verwacht had mogen worden, dat de voorzitter dezen zonderlingen pleitbezorger de eenvoudige vraag had gesteld of hij het bestuur van zijn club van tevoren met zijn afwijkende meening in deze zaak had in keiTnis gesteld. Immers, hij was gestuurd om het Schager standpunt te verdedigen en fair play zou zijn geweest om dit jongmensch, dat tegen zijn medebestuursleden over zijn afwijkende meening niets had gezegd, er op attent te maken, dat hij als verdediger van zijn club belangen niet kon worden geaccepteerd, waarbij hem als voetballer er bovendien op zou kunnen zijn gewezen dat sportiviteit niet alleen op het voetbalveld, maar ook in het dagelijksch leven moet worden betracht. Door de eigenaardige functie van deze enquêtecommissies, die slechts te rapportee ren hebben, zonder zelf naar buiten van haar meening te mogen doen blijken, kon de voorzitter dezen weg niet inslaan en werd de jongeman na verhoor huiswaarts gezonden. Nu kwamen de „rechters op den langen afstand", de tuchtrechtspraakcommissie te Den Haag, in het vuur. Zij veroordeelden „Schagen" tot een beris ping, wegens lichtvaardig schrijven over drankmisbruik van den scheidsrechter; konden den speler Schoorl moeilijk iets doen, omdat de Oudesluizer, die hij ge trapt zou hebben, zelf sportief verklaarde, daar niets van gemerkt te hebben leve den objectieven scheidsrechter! en na men bovendien het recht onze redactie een brandbrief ie schrijven, waarin zij, enkel op vecrklaring van zulk een „sportman", de deskundigheid van onzen verslaggever wraakten. En nu de feiten! De scheidsrechter erkende vóór den wed strijd sterke drank te hebben gebruikt, het geen streng verboden is. De scheidsrechter leidde, misschien mede daardoor, erbarmelijk, hetgeen door tiental len toeschouwers kan worden bevestigd. Majoor Misbeek greep slechts in op ver zoek van minstens drie toeschouwers, die bereid waren onder eede te verklaren, dat Ypey met moedwil geschopt was. Majoor Misbeek, zelf een voetballiefheb ber, is ter wille van de sport en op verzoek van de betrokken clubs bereid gevonden het proces-verbaal in te trekken, mits de be trokken Oudesluis-speler schriftelijk zijn verontschuldigingen aanbood aan Ypey. Het geen is geschied. De voetbalrechters in Den Haag hebben aan de enquêtecommissie te Alkmaar zelfs niet opgedragen, een onderzoek naar het eigenlijke incident het schoppen van Ypey, waardoor deze een week buiten werk is geweest in te stellen, doch de taak der commissie beperkt tot het onderzoek naar de verwijdering van den Schagen-speler Schoorl en de klacht, dat de scheidsrechter drank zou hebben gebruikt. De almachtige scheidsrechter had in zijn rapport aan Den Haag niet gewaagd van Ypey's blessure, politie- ingrijpen etc. etc. en daardoor bleef dit gebeuren onder den dekmantel. Het is allerminst onze bedoeling de en quêtecommissie, die te Alkmaar het onder zoek leidde, te becritiseeren. Zij had uit den aard der zaak een beperkte opdracht, die zij, hoezeer haar ook het gedrag van den jongeling A moest bevreemden, ten uitvoer bracht. Ook willen wij de „hooge" heeren in Den Haag niet al te zwaar vallen. Zij zijn ten slotte dupe van deze beden kelijke soort van rechtspraak, waarbij von nis moet worden geveld zonder dat de rechters persoonlijke indrukken kunnen paren aan de getuigenverklaringen. Maar waar wij wel en met kracht tegen opkomen, is de blijkbaar zeer oppervlakki ge wijze, waarop in dit geval de rapporten van de enquêtecommissie zijn bestudeerd en de pedante wijze waarop daardoor èn over Majoor Misbeek èn over onzen verslaggever èn ten slotte ook over het Schagen bestuur, is geoordeeld, zonder dat zij zich in" feite hebben kunnen verweren. Ieder weldenkend mensch zou den verklaringen van den Jongen pleit bezorger van Schagen, gezien zijn houding jegens zijn eigen bestuur, alle waarde hebben ontzeg# en al vorens te oordeelen en veroordeelen eerst eens een nadetr onderzoek heb ben ingesteld. Bovendien zou van het bestuur van een lichaam als den Nederlandschen Voetbal bond mogen worden verwacht, dat het zich onthield van het uitspreken van een oor deel over een gebeurtenis, waarvan het vrij wel niets afweet. De N.V.B. maakt immers bezwaar tegen de wijze waarop van het betreurenswaardige incident verslag is gemaakt, zij noemt dit in het schrijven aan onze redactie „zooal niet volkomen waardeloos, dan toch zeker schromelijk overdreven." De betrokken speler Is nota bene een week buiten zijn functie geweest! Maar waaruit put het bestuur den moed om deze conclusie te trekken, daar door de enquêtecommissie naar het buiten gevecht stellen van Ypey geen onderzoek is ingesteld en Den Haag daarvan dus niet, of althans slechts zeer oppervlakkig op de hoogte kan zijn geweest? Wat de sportdeskundigheid van een ver slaggever te maken heeft met een soort vechtpartij als op 10 November werd gedemonstreerd, ontgaat ons ten eene male. Al weet men niets, maar dan ook niets van de regels van het voetbalspel af, dan nog is het zeer goed mogelijk een schoppartij en het politieingrijpcn juist weer te.geven. Het bestuur van den N.V.B. gooit hier dan ook twee verschillende dingen, nl. het voetbal spel zelf en de beschuldiging van moedwil lig raakschoppen door elkaar. Het laatste gaf ons aanleiding er eens flink overheen te strijken en daarvoor zou werkelijk geen kennis van de spelregels noodig zijn. Slechts als het bestuur van den N.V.B. bezwaar had tegen de spelwaardeering zelf bad het, en dan nog slechts na behoorlijk onderzoek, mogen schrijven, zooals het deed. Het hoor en wederhoor is nog altijd de basis van een goede rechtspraak'en als de N.V.B. de zoo noodige tucht wil handhaven, laat hij er dan voor zorgen, dat de recht spraak niet ontaardt in een oppervlakkig heid en daardoor een willekeur, die door de clubs misschien noodgedwongen wordt aan vaard, maar nooit kan leiden tot een goede stemming onder de vereenigingen. Wij vernemen juist hedenmorgen, dat het Schagen-bestuur besloten heeft tegen de veroordeeling tot een berisping in hooger beroep te gaan. Dit doet ons oprecht genoegen. Als men zich „verkocht en verraden" ge voelt, is het incasseeren van „slechts" een berisping een pil, die geen mensch slikt, die nog eenig gevoel van eigenwaarde heeft. Ingezonden DE SCHOOLTUINTJES IN DEZEN TIJD. Reeds vroeger mochten we door de gast vrijheid 'der Redactie, het genoegen sma ken, min of meer uitvoerig doel en wezen van de Schooltuintjes uiteen te zetten Hoe wel dit episteltje dus herhaling zou gelij ken. is dit eeenszins het geval! Immers, door de veranderde tijdsomstandigheden, door alle invloeden van binnen en van bui ten af. die tot allen en alles is doorgedron gen, is onze Schooltuintjes-beweging óók aan deze invloeden onderhevig geweest. Men herinnert zich waarschijnlijk nog wel, wat we in onze vroegere artikeltjes over het Schooltuinwerk schreven, en ook wat dit blad er toentertijd over schreef Zon der toen ook maar iets ie kort te doen aan de practische waarde, welke de School tuintjes als zoodanig op het kind zouden kunnen uitoefenen, stelden we toch. vooral persoonlijk, de paedagogische en ideeële belangen primair. Thans is dit alles geheel anders gewor den. Immers, de voedselvoorziening en alles wat daaraan vastzit, is van een dusdanig belang en raakt in zoo'n groote mate voor al de plattelandsbevolking, dat een veran derde zienswijze niet achterwege kon blij ven. De plattelander immers is in de eer ste plaats de direct belanghebbende bij het levensmiddelenvraagstuk voor zoover het betreft, de teelt van groenten, enz. enz. Duizenden menschen zullen er in den lan de zijn, die het komende jaar elk stukje grond trachten te benutten om voor zich en zijn gezin de noodzakelijkste groenten te verbouwen. En zeer terecht! Immers, bij de huidige omstandigheden waarin we verkeeren. kan nalatigheid op dit gebied, het. verwaarloozen of braak laten liggen van goede grond (ook al is dit nog zoo klein!) niet getolereerd worden. En is het eveneens dus een kwestie van zuiver gewin, wanneer een ieder z'n best doet uit den grond te halen, wat er uit te halen is. Vooral een intensieve bewerking, bemesting en bebouwing van den grond is van het grootste belang. Zooveel mogelijk groente, in de grootst mogelijke verschei denheid. rijk aan voeding en vitaminen, het combineeren en snel op elkaar laten volgen van verschillende gewassen, ziedaar, in de naaste toekomst voor eiken bezitter van een stukje tuingrond de vraag van den dag! Geen wonder dus. dat ook de School tuintjes het komend seizoen hieraan volko men bij worden aangepast. Ook voor de jeugd is het nu. juist nu, van een niet te onderschatten belnag. dat ze wordt bij gebracht hoe en op welke wijze men de meeste vruchten kan halen van een be paald stukje grond. En dat niet alleen. Ook daadwerkelijk kan de jeugd het hare er toe bijdragen de zoo hoog noodige voedselvoor ziening van den mensch te helpen bevorde ren. En dat is dan vooral de practische waarde welke de Schooltuintjes kunnen hebben. Zeker, ik gevoel zeer wel, dat er enkele sceptici zullen zijn. die ongeloovig met de schouders trekken en misschien nog wel ouders van kinderen die aan de School tuintjes meedoen, zullen meewarig glim lachen Maar laten we ons niet vergissen, want de practijk heeft voor ons uitgewezen, dat de (oudere) schoolkinderen per M2. opper vlakte oneindig veel meer uit den grond weten te halen, dan 90 der oudere (le ken) bezitters van een stukje tuingrond. Het lijkt wat kras uitgedrukt en misschien heeft het voor Moeder de vrouw geen Re- wicht in de schaal gelegd en is het van te geringe beteekenis geweest, als haar kin deren slechts enkele keeren met boontjes, sla, andijvie, enz. enz. thuiskwamen. Meii bedenke dan echter wel, dat de beschikbare ruimte zóó minimaal was. dat grootere re sultaten niet verwacht mochten worden. Want. zooals reeds gezegd, wij hebben uit ervaring kunnen constateeren, dat uit een paar duizend M2. grond door de jeugd meer wordt gehaald', dan in de meeste ge vallen de ouderen doen. Maken wij ons dan ook aan overdrijving schuldig, wanneer we beweren, dat indien we de jeugd1 betrekken bij het Schooltuin- werk. wij, èn voor nu èn voor de toekomst krachtige helpers hebben gevonden in die zelfde jeugd om met succes het hoofd te kunnen bieden en het helpen bestrijden van een eventueele vóedselschaarschte? Neen!! Met deze vaste overtuiging gaan we dan ook het komend seizoen weer tegemoet en zijn bovendien van meening, dat toepassing van dit werk op meerdere plaatsen, allen en alles ten goede zal komen. BART HAAN. Bi] hteriend» grlap Met Mljnhardtjes steeds «roede ervarin*. Doos 30 en 50 ct. W1ERINGEN GEGUND. Het onderhoud gedurende dit jaar van den Afsluitdijk nabij Zurig, met bijbehoo- rend hoofd, aansluitende terreinen, havens en havendammen te Kornwerderzand, Bree- zand en Den Oever en van de aanwezige rijksgebouwen, met bijkomende werken, de kunstwerken in den Afsluitdijk te Den Oever en Kornwerderzand, het op den Af sluitdijk gelegen gedeelte van den rijksweg no. 9 is opgedragen aan den heer v. d. Vlies te Sliedrecht voor een bedrag van klein f 223000.—. WESTERLAND. IJSPRET. Dinsdagmiddag hadden wedstrijden plaats voor de leerlingen der o. 1. school alhier. De uitslag was als volgt: Jongens 6 en 7 jaar: 1. Dirk Kooij, 2. Cor- rie Steigstra. Meisjes 6 en 7 jaar: 1. Dieuwie Koorn, 2. Gerrie Geervliet, 3. Gerie Halfweeg, 4. Elsie Ottens. Jongens 8 en 9 jaar: 1. Jan Trompetter, 2. Henk CorneTïssen; 3. Maarten Kooij, 4. Simon ten Bokkel. 5. Jan Kraak. Meisjes 8 en 9 jaar: 1. Adrie Molenkamp, 2. Trijnie Dmis, 3. Zwaantje Veger. Jongens 10 en 11 j^ar: 1. Adrie Krijger; 2. Louw Wigbout, 3. Jitzie Veling. Meisjes 10 en 11 jaar: 1. Coba Steigstra; 2. Hendrien Schiphof; 3 .Annie Jongkind, 4. Annie Lof. Jongens 12 en 13 jaar: 1. Kees Jongkind, 2. Klaas Schiphof, 3. Ab. Bugel. Meisjes 12 en 13 jaar": 1. Annie Veerdig; 2. Sjaantje Reijnhout, 3. Gré ten Bokkel. De baan was door de IJsclub prachtig verzorgd en doordat het weer gunstig was is door jong en oud volop genoten. POLITIE. Gevonden: eenige gezangenboekjes en een rijwielplaatje. Inl. gem.-bode. NIEUWE N1EDORP BOUWPLANNEN. De heer K. Koopman, Terdiek. alhier heeft plannen in bewerking voor het bouwen van een woonhuis voor rekening van den heer F. Moeies, alhier. „In bepaalde gevallen onmisbaar" VER. TOT ONTW. VAN DEN LAND BOUW IN HOLLANDS NOORDER KWARTIER BRENGT EEN BEAR GUMENTEERD RAPPORT UIT. Door de Vereeniging tot Ontwik keling van den Landbonw in Hol lands Noorderkwartier werd een onderzoek ingesteld naar het kop pelbaassysteem, zooals dat in de Wieringermeer wordt toegepast. Met het oog op 't belang voor de Wieringermeer meenen wij goed te doen dit te publiceeren. Het rap port, door den voorzitter, den heer P. Blaauboer en den secretaris den heer G. Nobel onderteekend, is aan de bevoegde autoriteiten kenbaar gemaakt en luidt als volgt: Uwe Commissie wil beginnen met te zeg gen dat het boerenbedrijf een eigenaardig bedrijf is. Vele bedrijfshandelingen moeten gebeuren op een tijd en op een wijze zoo als dat nu eenmaal wordt bepaald door het weer, zoodat de boer niet zelden moet zien te maken wat ervan te maken is. Hij kan zelden werken volgens een vast schema, al zit er dan ook wel eenige lijn in. Zoo wordt er voorjaars gezaaid en zomers ge oogst, maar of dit eenige weken eerder of later zal plaats vinden, is nooit vooruit te zeggen. Een gevolg hiervan is, dat de boer altijd waakzaam moet zijn en den tijd ter dege benutten als de mogelijkheid er is. Is het wonder dat er getracht wordt een systeem van werken op te bouwen, waar door het mogelijk wordt om in den kortst mogelijken tijd den grootst mogelijken arbeid te laten verrichten? Uwe Commissie is dan ook van meening, dat aan dit idee het ont staan van koppelarbeid ten grondslag ligt. Bedrijfstechnisch is het koppel systeem o.i. daarom ook juist, zoo lang koppelarbeid wordt verricht daar waar de aard van het werk en de bedrijfsinrichting zulks vraagt. Voor middelmatig groote en groo tere bedrijven, waarop arbeidsin tensieve gewassen, zooals vlas, bie- teh en aardappelen worden ver bouwd, zou het bezwaarlijk worden met deze culturen door te gaan, in dien koppelarbeid onmogelijk zou worden gemaakt. De verbouw van pootaardappelep b.v. maakt het noodzakelijk in. verband'met de voorschriften van de keuringsdienst, dat de aardappelen in enkele dagen gerooid kunnen worden. Wat de vlascultuur be treft, hiervoor is de koppelarbeid in vele jaren onmisbaar, niet alleen de pluktijd vraagt vlug afwerking, maar ook kan een perceel vlas soms nog gered worden, in dien tijdig over vele geoefende wieders kan worden beschikt. En hoe eenvoudig dit werk ook lijkt, ook hierbij spreekt oefening een woordje mee. Het is weer het eigenaardige van het boerenbedrijf, dat de boer vooraf nooit weet, of ^ïij veel of wei nig- wiedwerk zal krijgen, en ook niet of het wieden in een snel of langzaam tempo zal moeten of kunnen plaats vinden. Een niet-boer zal hierin moeilijk een inzicht krijgen. De boer leert dit niet uit de boe ken maar moet het aanvoelen. Het zijn juist de meest, intensieve cultures die het voortbestaan van de koppelarbeid nood zakelijk maken. Koppelbaas, ook leermeaster. Een goede koppelbaas treedt tevens op als leermeester voor hen die het werk nog moeten leeren, dat zijn veelal de jongeren. Wat. de positie van de koppelbaas ten opzichte van de arbeiders betreft, meent Uwe Commissie, dat deze in de Wieringer meer zoo is. dat hij de belooning ontvangt van den boer. voor wiens rekening hij het hem opgedragen werk uitvoert. Hij ont vangt een percentage van het loon dat de werknemers verdienen en voor vlastrekken een bedrag per H.A. Het is Uwe Commissie niet bekend, dat de koppelbazen in de Wieringer meer bovendien nog geld ontvan gen van de menschen die bij hem in de koppel werken. Ook 't houden van een of andere nering door den koppelbaas, zooals in het rapport wordt genoemd, is Uwe Commissie niet bekend. He< werk minder goed? Dat het werk verricht door een koppel minder goed zou zijn mag ten sterkste worden betwijfeld. De Commissie meent juist dat een ter zake kundige koppelbaas bijv. bij vlastrekken zijn loon daarom al leen al dubel waard is, omdat hij de trek kers erop zal wijzen, hoe het trekken wel en hoe het niet moet gebeuren. In geval het trekloon per 100 schranken wordt be paald. wat met het oog op repelen zeer verkieselijk is. is de aanwezigheid van een koppelbaas heelemaal onmisbaar. De schranken moeten voortdurend worden ge teld. wat de boer zelf bezwaarlijk kan doen. aangezien ook ander werk op andere plaatsen in zijn bedrijf door hem moet wor den gecontroleerd. Uit bovenstaande blijkt dan ook wel, dat de positie van een arbeidsbemiddelaar niet te vergelijken is met die van een koppel baas. De koppelbaas zoekt zelfstandig ook wel werkkrachten, doch veelal maakt hij tevens gebruik van de arbeidsbemiddeling. Koppelbaas kent het werk. Het groote verschil tusschen een officieele arbeidsbemiddelaar en een koppelbaas is dan ook dat een koppelbaas het werk kent en er bijna steeds bij is, terwijl de arbeids bemiddelaar meer ambtenaar is. Wat betreft de bezwaren genoemd in het rapport van het Centraal Secretariaat, meent de Commissie te moeten opmerken: a. Dat haar van een ontoelaatbare af hankelijkheid van de krooiarbeiders van den krooibaas geen voorbeelden bekend zijn b. Dat van een willekeurigheid en het verleenen van service geen sprake is, doch dat de service verleend wordt in onderling overleg, koppelbaas en boer. c. Dat van loondruk en vrouwen, en kin derarbeid met het koppelbazenstelsel in de Wieringermeer geen sprake kan zijn. d. Dat zooals reeds eerder in het rapport i& genoemd. Uwe Commissie van meening is. dat de kans om bepaalde wekzaamhe- den goed te leeren, juist grooter is onder leiding van een goeden koppelbaas. Wat het behouden van vakbekwaamheid betreft is dit. naar de meening van Uwe Commissie, niet te vergelijken met het verleeren van vakbekwaamheid, wat dan vooral tempo betreft, in verschillende tak ken van industrie. Een landarbeider, die zijn werk goed heeft geleerd, verleert dit niet meer. De conclusie. Resumeerende komt Uwe Commissie tot de volgende conclusie: le Op bedrijven van middelmatigen en grooteren omvang, waar als regel arbeids intensieve gewassen worden verbouwd, is het koppelbazensysteem onmisbaar. Het niet op tijd en niet in voldoende ma te kunnen beschikken over voor dat werk bekwame arbeidskrachten, zou wel eens tot gevolg kunnen hebben, dat een deel van deze cultures zou verdwijnen of in omvang afnemen, wat tot gevolg zou hebben, min der werkgelegenheid ook in den winter t.w. vlasbewerking. 2e. Het door middel van koppelarbeid ver richte werk zal onder bekwame leiding van een koppelbaas niet zelden superieur zijn aan dat van arbeiders welke zonder toezicht werken. 3e Het Instituut van Rijksarbeidsbemid deling wordt door de koppelbazen in V9el voorkomende gevallen gebruikt om werk krachten van elders te betrekken. 4e De voordeelen van het koppelbazen systeem zijn zoo groot, dat het ondanks misschien enkele fouten en juridische on juistheden, dient te blijven gehandhaafd. Eventueele juridische bezwaren dienen in dat geval te worden opgeheven door de arbeidsbemiddelingswet in dien zin te wij zigen. 5e De voedsel- en grondstoffen positie van ons land is thans zoodanig dat een proefne ming op dit punt voorloopig al» onverant woordelijk zou moeten worden beschouwd.

Kranten Regionaal Archief Alkmaar

Schager Courant | 1941 | | pagina 5