HOlITt
't Is maar
een weet
Helden
Geen geld
Kook kool
met de waschl
en hoe het
te bewaren
IAN-OOM
der wetenschap
en toch
geen zorgen
Zaterdag 8 Februari 1941
Vierde blad
Het aambeeld, waarop niet ge
noeg geslagen kan worden: ge
bruik zacht, dus ontkalkt wa
ter!
Neen. wij krijgen de wasch niet meer zoo
gauw en niet meer zoo goed klaar als
;vroeger. We moeten op zoovéél dingen let
ten. zcepsparen. weinig brandstof gebruiken
en daarbij er nog voor zorgen, dat de stof
fen zoo weinig mogelijk te lijden hebben,
omdat wij er langer mee toe moeten.
Eén ding we schreven hierover al eer
der moet men nooit vergeten: het water
„zacht" maken, want de grootste vijand
van de zeep is het kalkduivcltje, dat zich
in „hard" water zoo heerlijk verschansen
kan. Dat kalkduivcltje eet minstens een
derde der waardevolle bestanddeelen uit
de zeep op. Met soda maken wij het water
zacht. Voor vele „beproefde" huismoeders
geen geheim! Maar we moeten zooveel
soda in het water doen. dat het precies goed
is, en daar zit juist de kneep.
De hieronder afgedrukte graden, van
hardheid houden het kalkgchalte van het
water in en wel berekend per 100 liter:
Zacht water (hardheid 8) 2 gram kris-
talsoda per liter.
Middelbaar water (hardheid 816) 3i
gram kristalsoda per liter.
Hard water (hardheid 162-4) 45 gram
kristalsoda per liter.
Zeer hard water (hardheid boven 24)
6 a 8 gram soda per liter.
Een emmer van 10 liter inhoud
gebruiken wij bet beste om ons tvaschmcng-
sel klaar te maken. Het ontkalkingsproces
duurt bij koud water ongeveer 24 uur, bij
zeer koud water zelfs 48 uur. Bij warm
water daarentegen (60 graden) slechts en
kele minuten.
Troostrijk voor onze portemennaie is het
te weten dat een dunne zeepoplossing beter
werkt dan een sterke. Men behoeft heusch
niet meer clan 2 gram zeepvlokken (die goed
vet zijn, dus ongeveer van 80 pet.) op 1 liter
water te gebruiken. Meer is volkomen nut
teloos! De wasch moet dus in zacht water
gewerkt, gewasschen, gekookt en gespoeld
worden.
Volgt, men bovenstaande goede raad op,
dan zal men sneller, goedkooper en heter
wassciien clan vroeger, pndanks de zeep-
scliaarschte!
op de
moderne manier
DE GOEDE BEREIDINGSWIJZE
KOMT TEGEMOET AAN VELE
BEZWAREN EN IS ECONOMISCH.
Ieder recht geaard Nederlander heeft zijn
hart verpand aan onze vermaarde boeren
kool. die ons vooral op koude winterdagen
het behagelijke gevoel vermag te geven, iets
„stevigs" in de maag te hebben.
Ook zuurkool, witte, roode en Savoye-
kool zijn in deze lage landen zeer popu
lair maar alias heeft een schaduw
zijde, zoo ook kool. Waarom, zullen som
migen zich afgevraagd hebben, waarom
moet iet& zóó kostelijks cn smakelijks bij
het 'koken zulk een onaangenamen geur
verspreiden?
Welnu, lezers, verwijt dit niel zoozeer de
kool, doch slechts de kookster! De sterke
geur ontstaat n.1. bij te lang koken, door
het vrij komen van zwavelverbindingen
En kool behoeft ook volstrekt niet „zwaar
op de maag" te liggen, wanneer ze op de
moderne manier wordt bereid. Bovendien
besparen we dan brandstof en winnen we
belangrijk aan voedingswaarde.
We zetten namelijk de goed fijngesneden
kool op met niet meer dan het samenhan
gende water (dit geldt voor de waterrijke
boerenkool: andere koolsoorten koken we
met een bodempje water) en koken ze in
een goedgesloten pand, eerst op een flink
vuur, niet langer dan een half uur. Daar
na mengen we er de boter of hel vet door.
Het „stoven" of „sudderen" laten we na,
daar dit totaal overbodig is, onnoodigc
brandstof kost en de voedingswaarde aan
merkelijk vermindert.
Een half pond van c1e óp deze wijze be-:
reide boerenkool bevat een even grootc hoe
veelheid eiwit als ruim een half ons rund-
vleesch en bovendien komt er een flinke
closis" kalk, ijzer en vitaminen in voor.
Waar evenwel aanvulling van plant
aardig eiwit met dierlijk eiwit zeer
gunstig is, wordt kool éérst mei
recht tot een buitengewoon gezond'
geheel, wanneer we ze bereiden met
Wat mellc of melkpoeder erdoor,,
hetgeen de „smeuïgheid" en de fijne
smaak zeer ten goede komen.
Restjes van een koolstamppot kunnen wé
goed verwerken tot een voedzame soep, door
ze al roerende te vermengen met een bo
dempje water en daarna te verdunnen met
melk, of met half melk half water, tot de
gewenscljte soepdiktc: daarna voegen we
wat zout, geraspte kaas of een paar bouil
lonblokjes toe. en fijngehakte peterselie of
selderij.
Ook verdient hel aanbeveling eens een
proef le nemen met kool die in het ge
heel niel gekookt is! We koken dan aard
appelen in de schil met slechts een bo
dempje water in een goed-gcsloten pan,
eerst op een flink vuur tot hoi water kookt,
dan op een zacht vuur, niet langer dan een
half uur en voegen daarna zooveel melk
toe, tot de aardappelen half'onder staan. Na
het opkomen van de melk stampen we de
aardappelen fijn. voegen er boter of vet,
zout en nootmuskaat aan toe en roeren er
de fijngesneden rauwe groente door (vooral
zuurkool leent zich hiertoe uitstekend). We
laten dan alles goed heet worden en die
nen het gerecht op, dat een bijzonder hoo-
ge voedingswaarde hooft en zeer smakelijk
is. Door het niet slinken der groente be
spaart. men bovendien op warmte en tijd
Kook kool op de moderne manier dat
biedt U véle voordëelen!
MANYA BEUKMAN.
HOUT IN DEN LANDBOUW.
(Slot).
Veelal wordt het hout dat in Ne
derland in den landbouw en door
vele openbare diensten in de bui
tenlucht wordt gebruikt, blijkbaar
zoo goed als niet tegen bederf be
reid. Meestal denkt men, clat een
.-bestrijken met.,wat. teer. of garb.olir...
neum reeds afdoende is. In den
laaisten tijd ziet men ook oplossin
gen van verschillende metaalzouten
in water toepassen, doch stelt men
zich meestal tevreden met een be
strijken of indompelen van bet, hout.
Waar hout geschilderd moet wor
den. kan creosootolie moeilijk ge
bruikt worden en zijn zulke oplos
singen van metaalzouten wel aan
te bevelen, daar ze meestal zeer
giftig zijn voor de zwammen. Te
vens werkt de verflaag indit ge
val natuurlijk ook beschermend,
daar vocht dan niet in het hout
kan doordringen. Dat schilderen
kost echter vrij veel geld, daar de
verflaag toch om de 4 a 5 jaar
vernieuwd moet worden.
Voor ongeverfd hout in de buitenlucht
echter, en dit heeft een praktijk van 100
jaar bewezen, is er geen beter bereidings
middel dan creosootolie die er onder druk
wordt ingeperst, en zoo de doordrenking
goed heeft plaats gevonden, behoeft deze
maar eenmaal te gebeuren. Dr. v. Schrenk,
een bekend deskundige op het gebied der
houtbereiding in N.-Amerika, heeft het voor
eenigc jaren op de jaarlijksche vergadering
der American Wood Prcscrvers Association
zoo juist gezegd met de volgende wooden:
„Tn mijn vele jaren van ondervinding heb
ik nog nooit een stuk rottend hout gevon
den, dat met creosootolie was geïmpreg
neerd. De rotting, die men in gecreoseerd
bout constateert, beperkt zich altijd tot het
deel. waarin de olie niet goed was door
gedrongen." Het zou interessant zijn te
weten, hoeveel geld er in den landbouw
bespaard zou kunnen worden, indien men
er toe te brengen was zijn schuren, stallen,
varkenshokken, omhciningspalen, vonders,
enz. behoorlijk te laten impr'esneere.n. alvo
rens ze in gebruik te nemen.
Tn Denemarken. Engeland en Noord-Ame
rika. wordt voel gecreosoteerd hout in den
landbouw toegepast. Men ziet er stallen,
schuren en kippenhokken, waarvan, de
mooie donkerbruine kleur er dadelijk op
wijst, dat liet hout ervan met creosootolie
is bereid. Een verder voordcel van deze be
reiding is, zooals Deensche landbouwers
verzekerd, dat de ratten uit deze kippen
hokken en stallen wegblijven. Een enkele
maal treft men ook in Nederland toepas
singen van gorreosoteerd hout in den land
bouw aan. Tn de gemeente Tuil en 't Waal
(provincie Utrecht), staat een hooiberg,
waarvan de gecrcosoteerde horgroodon
reeds 35 jaren dienst hebben gedaan en die
er wel naar uitzien, dat ze nog menig jaar
tje mee kunnen.
EEN BEZWAAR!
Sommige kleine landgebruiken? voelen
het als een bezwaar, dat ze hun hout eerst
naar dn ereosoteerinrichting moeten sturen,
wat natuurlijk met kosten genaard gaat en
men vindt op zulke boerderijen wel een
primitieve inrichting, waarmede Ier ulaat.se
de omrasteringpalen bereid worden. liet ge
heel bestaat uit twee groote ijzeren vaten.
Onder liet eene is een stookinrichting aan
gebracht om de creosootolie tot 80 a 90 gr.
C. te kunnen verwarmen. Na de palen goed
gedroogd te hebben, worden ze ongeveer
oen uur in de boete olie gezet., gedurende
welken tijd de in het hout aanwezige lucht
er gedeeltelijk door de hitte uit wordt ge
dreven. Daarna wórden de palen onmiddel
lijk in het andere vat met koude olie ge
plaatst. waarin ze 2 h 3 uur moeten blijven
staan, zoodat de koude ólfc in het hout kan
dringen. Wil men ook het boveneinde dei-
palen met creosootolie doordrenken, dan
moet de' bewerking natuurlijk nog eens
worden herhaald,
Men zal natuurlijk met dit proces
niet zulke goede resultaten beko
men, als wanneer de 'palen in een
4 croosoteerfahriek in een bereidings-
kétej onder S h 10- afmosfeeren druk
bereid worden. Dit kómt natuur
lijk wel iets duurcter uit. doch op
d^ji langeij^djiur zal het yoordeeli-
g'or ziï?L'rdèze~meci4?c're Vosten tc
nemen. De bestaande creosotccr-
inrichtingen in ons land bieden den
land gebruiker alle gelegenheid zijn
hout op de beste manier voor een
duur van 25 tot 30 jaar en mis
schien nog langer bruikbaar te ma
ken, want hout waarvan het spint-
hout door en door rttet creosootolie
geïmpregneerd is, kan niet door
zwammen of insecten worden taaü*
getast.
De brochure waaraan wij het boven
staande ontleencn, wordt uitgegeven door
het Internationaal Instituut voor Houtcon-
servecring. Secretariaat Oranjcstraaa 9 te
Den Haag. De prijs hiervan is ons niet
bekend. Deze zeer lezenswaardige brochure
is bovendien nog met zeer,vele .fraaie foto's
geïllustreerd.
Op grond van het bovenstaande lijkt het
ons zeer belangrijk dat ieder grondgebrui
ker nagaat, of het creosotecren van het te
Tan-oom zit in zijn leuningstoel,
En hij bekijkt zijn levensdoel
Langs dagelijksche lijnen,
Hij is tevreden cn gezond,
En ziet al glunder in het rond,
Wanneer de zon gaat schijnen!
Zijn leven was zoo makk'lijk niet,
Veel zorg op allerlei gebied,
Zoo ging liet vele jaren,
Maar toch, li ij wist voor d'öuden dag
Wat. opgewekt beid en oen lach
Voldoende uit te sparen!
Zijn been-en zijn wat. stram en stijf.
Maar Jan-oom zegt, 't, heeft niets om 't lijf,
Is dat nu om te vitten?
'k Liep van mijn leven al genoeg,
En dat begon al 's morgens vroeg,
Ik wil nu wel eens zitten!
Want vroeger was hij steeds op pad
Er was geen tiid voor dit of dat,
Zelfs sport was overbodig.
En .Tan-oom ging ook nooit op reis,
Want de natuur was goed cn wijs
Hij had zoo weinig noodig!
Maar waar hij steeds aan heeft gedaan?
Geen arme liet hij vragend staan,
Elk kreeg van hem een partje.
En was hij soms wat schraal bij kas,
Als zijn bezit een kwartje was,
Dan deelde hij dat kwartje!'
En als men thans aan Jan-oom vraagt,
Waarom hij zelf nu nooit eens klaagt,
Maar altijd helpt in 't leven,
Waarom Tii.j steeds zijn gave geeft
Aan 'n ander, die het minder llecft,
Dan kijlct en wacht hij even.!....
Dan wijst hij stil naar een portret,
Op 't. kastje hij hét raam gezet,
En zegt: dat mag U weten!
Mijn vader heb ik trouw geëerd,
Dat heb ik steeds van hèm geleerd,
Dat zal ik nooit-vergeten!!
Februari 1941. KROES.
(Nadruk verboden).
gebruiken'hout niet voordeeliger uit zal
komen. Ter nadere oriënteeri'ng der kosten
hebben wij ons gewend tot de Directie der
Maatschappij tot Houtbereiding togen be
derf. Gr. Wittcnburgerstr. 110, Amsterdam
om prijsopgave van het creosotecren bijv.
pe M3. hout. Er zijn ook andere creosoteer-
inrichtingen, echter niet in Noordholland.
Als vergelijkingstabel ontvingen wij een
staat van de prijzen in Mei 1939, omdat
die toen meer stabiel waren dan op hel
oogenblik.
Vergel ijkingsstaat
Hout Pr. p.levensduur Pr. p. Mei '39
M3 hout M3 hout
p. jaar onderli.
Onbereid 38 6 jr. 6.33 geen
M. carb. 45 '10 4.50
Gekyan. 48 12 4.00
Geer. 50 30 1.67
Deze prijzen gelden franco werk. Het cre-
osoteeren kwam toen dus op f 12 per 'M3.
hout. Het hout ging daardoor dan 24 jaar
langer mee.
Momenteel kost het creosotecren f 15 per
M3. hout. Hier staat dan tegenover dat ook
bij vernieuwen de houtprijzen aanmerkelijk
honger ziin.
Hoewel wij ons bewust zijn, dat de pach
ter-grondgebruiker tot het creosotecren min
der gemakkelijk .zal over kunnen gaan. zal
het bovenstaande voor de praktijk zeker
zijn nut hebben!
De Gehouwen Commissie Secretariaat
Rijksveeteeltconsulent Landbouwhuis
Alkmaar.
Eenigcn. tijd geleden werd de bekende
Amerikaausche röntgenoloog Professor
Coates naast zijn „röntgenkanonnen". dood
aangetroffen. De geleerde had blijkbaar
bij dappere proefnemingen np eigen li
chaam. die een nieuwe bestraling golden,
zijn leven op het altaar der wetenschap
geofferd.
De tragische dood van professor Coates
roept de herinnering wakker aan de helden
der wetenschap, die hun gezondheid en ook
hunl even, op het spel zetten om de weten
schap een stuk verder te brengen. Gelukkig
zijn de meeste dezer experimenten goed af-
geloonen, wat echter geen afbreuk doet
aan de bewondering voor den heldenmoed.
Daar is b.v. de roekelooze daad van den
grondlegger der moderne hygiëne, profes
sor Pottenkoser. Het viel in den tijd, dal
de bacteriologie haar eerste groote triom
fen vierde en de ziekteveroorzaker werd
ontdekt. Pottenkoser stond er merkwaar
digerwijze buiten. Hij verdedigde zijn mce-
ning. dat de oorzaak der besmetting in
miasmon cn plaatselijke bodemgesteldheid,
zoowel als in den stand van het grond
water gezocht moest worden, ook nog toen
men dc bacil reeds in de microscoop zag
en op een voedingsbodem kon kweeken.
Thans weten wij hot: Pottenkoser stond op
een verlóren post. Maar met'vaste over
tuiging bleef hij hij zijn meenings dat b.v.
cholerabacilïen de onschadelijkste dingen
van dc wereld zijn en de cholera in het
scheel niet overbrengen. Om het te be
wijzen slikte hiï bij een vergadering van
geleerden lot groote schrik van zijn colle
ga's een lepel vol cholerabacilïen in. Hoe
Pot leuk osei- na dit spel met den dood ge-
1 zorid bleef, is thans nog een raadsel.
Pottenkoser was op het oogenblik, dat
hii dc ..cholerabouillon" naar den mond
bracht, er van overtuigd, dat hem niets kon
gebeuren.; hij heeft dus subjectief niet veel
geriskeerd. Een beperking, die niet geldt
voor het experiment van den chirurg Kurt-
zahn. Iedere chirurg weet wat kanker is,
we!k ontzettend leed deze ziekte beteekent.
En hii weet ook, dat lrij een proef op dieren
kankergezwellen zich van liét eene individu
op het andere kunnen laten overplanten
cn hier kunnen verder woekeren. Een be
langrijke vraag, voor het probleem der
ni-.M-i'iischo kankeroverbrenging van mensch
op ménsch van heteekenis, bleef echter nog
open en ook de vraag of de menschclijke
kanker on andere personen overgeplant
kan worden.
Kurtzahn besloot tot een proef op zich
zelf. Juist was bij een patiënt oen kanker
gezwel operatief verwijderd. Nu ging de
chirurg zelf op de operatietafel liggen en
gaf zijn assistenten de opdracht, hem het
levenswarme kankergezwel volgens de rege
len der kunst in de boven dij te brengen!
Een heldhaftig experiment, waarbij het om
leven of dood ging. Het geluk was met den
dapperen onderzoeker. Het kankergezwel,
dat niet aan zijn lichaam gewend was. ver
schrompelde cn had geen kwade gevolgen.
Maar het had stellig anders kunnen uitko
men!
Dat men een buisje in de maag en- verder
in de twaalfvingerïge darm aanbrengt, is
niets buitengewoons. Maar met een huis in
het eigen hart te dringen en zichzelf met
de slang in het hart op het röntgen scherm
waar te nemen, daartoe was de móed noo
dig van den arts dr. Forszmann. Geen over
moed was voor hem aanleiding tot deze
stoute onderneming, maar het ontdekken
van een methode, die den mensch kon ont
rukken aan de toegrijpende armen van den
dood.
Het komt n.1. af en toe voor, dat zich in
het. hart een luchtblaas of andere hindernis
vormt, die liet kloppen van het hart belem-
Hoe zie ik er met weini.q kleed
geld eiu... weinig punten toch
keurig uit?
Dat kan! Men heeft toch waarlijk zooveel
niet noodig om dc dagelijksche kleeding eens
wat te variëeren! Een bloem, een doekje, een
modern garncerscltje, een ceintuur .mis
schien geven ons doodgewoon japonnetje di
rect een ander, soms verrassend aanzien.
Een nieuwe ceintuur kan men hèel gemak
kelijk zelf maken, wanneer men uit wat
goud- of zilverdraad een oude ceintuur van
stof omwoelt. Men heeft noodig 8 strengen of
snoeren van ongeveer 2^? meter lengte, en
legt die in twee bundeltjes, van ieder vier
stuks, volgens onze teekening neer. Dan ont
staan aan het eene einde twee figuren, wel
ke men als sluiting kan gebruiken, wanneer
men aan het andere einde twee knoopen
aannaait.
WARME OOREN NAAR DE
LAATSTE MODE!
Practisch entóch leuk.
De mode kan practisch zijn! Bij felle kou
zal een hoedje volgens onze teekening ge
maakt., wel bevallen. Het is voorzien van
een doek om de hals te bedekken...
Deze doek kan men drapee ren zoo men
wil, bijna steeds geeft het een aardig ef
fect en het is meteen een heerlijke oor-
warmer, waarbij men de 'leelijke „lapjes"
die de Hoeren der schepping dragen wel
kan missen. Natuurlijk moet er tusschen
hoed en doek eenigc harmonie in kleur be
staan, geen blauwe, hoed cn groene doek
bijvoorbeeld of omgekeerd. Men moet er
rekening mee houden, dat de kou ons ge
zicht meestal niet mooier op maakt.
Een' gestreepte doek doet het bijna altijd
goed!
mert en levensgevaar beteekent. Hoe kan
daar vlug hulp gebracht worden? Men zou
een slang in het hart kunnen brengen en
zoo het beletseh uit den weg ruimen. Zou
men dat kunnen? Men kan het, bewees dr.
Forszmann; hij maakte een ader aan zijn
bovenarm open-, schoof er een slang in,
steeds dieper, tot de slang in het hart moest,
zijn aangekomen. Dit vond plaats in een
operaticzaal. De dokter liep toen met de
slang in het hart! naar de enkele ver
diepingen hooger gelegen röntgenkamer,
waar hij zich. door een röntgenfoto ervan
ovorluigde, dat dc peilstifl inderdaad in
het hart stak. Eerst na het gelukte zelf-
experiment gin ginen over tot de practische
toepassing van deze methode bij zieken.
Een held der wetenschap was Mctschni-
koff. die de .bacil van een toen nog onbe
kende bloedziekte op zich liet 'Overbrengen
om de waarde van een nieuwe geneesme
thode op de proef tc stellen. Een held was
de Ween er Ullmann, die zich ter beschik
king stelde van Pasteur voor de -bestrijding,
van dc hondsdolheid. Maar nergens worden
de.vele doktoren genoemd, die .zich bij de
uitoefening van hun beroep de kiem des
doods op het lichaam haalden, die zich in
de barakken der besmettelijke ziekten bloot
stelden aan infectie, 'zonder wetenschappe
lijke eerzucht, alleen om te helpen. Hij is de
„onbekende soldaat: der geneeskunde"hij
is niet minder een held.