1941
Schagen voor 130 jaar
Hoe kleedt de vrouw
zich thuis?
Stamppotwinter
De Trompeten
de tanden
Uit de Geschiedenis van ons Gewest
Tuinhqekje
VERZORGEN VAN
PLANTEN
Zaterdag 15 Februari 1941
Vierde blad
Onae foto toont
drie verschillende
kapsels, ieder van
hen is inderdaad
een kunststukje
en pleit voor de
bekwaamheid vaii
den vakman. Heit
bovenste kapsel is
de klassieke tooi,
piet zijn prachtige
,#lanqenlokken".
Het volgende
wordt niet geheel
ten onrechte
„schoolmelsjeskap
sel" genoemd;
jnaar toch niet be
paald door
schoolmeisjes ge
dragen. De onder
ste foto toont het
hoog-op gemaakte
haar met krans-
vormlg geschikte
lokken. Een glin
sterende diadeem
of glanzende spel
den geven leven
aan dit kapsel,
dat zich speciaal
leent om bij het
avondtoilet te wor
den gedragen.
Een probleem voor onze dames. Inderdaad.
Men wil er natuurlijk niet slordigmaar
toch gewoonuitzien, er moet in huis iets
huiselijks van ons uitstralen. Hoe dunkt U
deze oplossingEen japonnetje speciaal be
doeld gedragen er worden, wanneer we vi
site of gasten hebben Door het aardige
schortje en den breeden kraag, welke beide
uit dezelfde stof vervaardigd dienen te wor
den, krijgt men een alleraardigst effect
Men kah natuurlijk een „oud" japonnetje
op deze wijze weer „nieuw" maken!
IS SIGARENASCH SCHADELIJK VOOR
PLANTEN?
Vele mannen hebben de gewoonte om, als
zy geen asehbakje bij de hand hebben, de
asch van sigaar of sigaret op de aarde van
een plant te deponeeren.
Menigmaal ergert de huisvrouw zich hier
aan, niet alleen omdat het in strijd is met
haar gevoel voor orde en netheid, doch ook
omdat zij bang is. dat haar planten hier
door te zeer zullen lijden. Deze vrees is
evenwel ongegrond, aangezien de asch van
tabak voor een groot deel dezelfde stoffen
bevat als plantenmest, n.1. 39 kali 36
kalk en 10 zwavel en fosforzuur. Plan
ten gaan dus niet dood door sigarenasch,
alhoewel deze nu niet bepaald fraai op de
aarde staat. Aan te bevelen is dan ook om
te zorgen, dat rookers een voldoende aantal
aschbakjes vinden om asch. sigaren- en si-
garettenresten op te deponeeren. Indien
men planten teveel mest geeft, worden ze
overvoed en een teveel van asch is al even
verkeerd, omdat de lucht op den langen
duur niet genoeg tot de aarde kan toetre
den.
Geef aan Uw stamppot van
witte- of Savoyekool de noodi-
ge zorg!
DRIE MANIEREN OM DE
VOEDINGSWAARDE ERVAN
TE VERHOOGEN.
Martine Wittop Koning schrijft ons:
Meer dan ooit vormt dezen winter de
stamppot een gewaardeerd gerecht; immers,
afgezien van de smakelijkheid, brengt dit
eenpansgerecht ons ook het voordeel van
een zuinig brandstoffengebruik.
Maar óók meer dan ooit zullen we dezen
winter ons best doen om onzen stamppot
op te voeren tot een mate van voedzaam
heid, waaraan we vroeger ternauwernood
dachten. Het komt er n.1. op 't oogenblik
op aan, dat we andere vroeger voor ons
doodgwoöeï fbe*negsels ata vleesch en
worst vervangen door voedingsmiddelen, die
daarmee in waarde ongeveer gelijk staan en
die de kosten van den maaltijd niet te
veel verhoogen.
Bij den kool-stamppot gaat dat heel ge
makkelijk; zelfs kunnen we op verschillen
de wijzen het ontbrekende eiwit er in aan
vullen.
Ten eerste te dit mogelijk door
een gedeelte van de hoeveelheid
aardappelen te vervangen door boo-
nen; witte boonen passen er het
best bij, maar ook bruine boonen la
ten zich heel goed gebruiken. We
koken de boonen, die een veel lan-
geren kooktijd vragen dan de kool
en de aardappelen, afzonderlijk gaar
of wat veel voordeeliger is in
brandstofverbruik we bestemmen
voor onzen stamppot een hoeveel
heid boonen, die we van een vörigen
maaltijd hebben overgehouden en
.die dus op hetzelfde vuur zijn gaar
geworden met de boonen van den
vorigen dag.
melk m
Aan één ding moeten we nu nog denken,
n.1. dat we voor dezen stamppot ook wat
melk gebruiken: daardoor komt het eiwit
uit de boonen veel beter tot zijn recht. Vóór
het dooreenstampen dus, gieten we wat
melk in de pan.
En dan nog iets, wat minder de voedings
waarde dan wel de smakelijkheid betreft:
we stampen de boonen niet meer fijn, maar
we roeren ze op 't laatst losjes door de
gestampte kool met aardappelen, zóó, dat
ze goed héél blijven; ze blijven, om warm
te worden, dan nog even in den stamppot
op 't vuur.
Een tweede middel om de eiwitwaarde te
verhoogen is tapteraelkpoeder. Voegen we
daarvan vóór het stampen per persoon A
ons (1 klein theekopje), mooi glad aange
mengd met wat water, bij de kokende aard
appelen en kool, dan stijgt de Voedingswaar
de van ons gerecht evenveel alsof we: er 1
ons vleesch in hadden meegekookt.
KAAS t
Het derde middel bestaat uit toevoeging
van A ons geraspte, kaas per persoon: ook
daardoor vervangen* we de waarde van 1
ons vleesch, Is hetbedoeling, dat de
kaassmaak niet a$ar voreri'komt, dan kie
zen we jonge kaas; verlangen we daaren
tegen juist naar iets. pittigs (wat juist bij
witekool uitstekend past!) dan valt onze
keus op belegen of zelfs op oude kaas.
Een algemeen recept voor den stamppot
laat ik hier volgen; het kan naar willekeur;
gebruikt worden voor al de bovengenoemde'
gevallen, met dien;verstande, dat voor den.
stamppot piet. boonen- de hoeveelheid aard
appelen van IV2 kfc. 'wordt verminderd, tot 1
kg. ,ij)AO
'ÏdÉdzamestampTöt va.v
WITTE- OF-SAVOYEKOOL f(d parsonénj r.
iA kg. aardappelen,. Ys. kg. (1A pond)
witte- of Savoyekool* .60- g. (3 afgestreken
eetlepels) boter of vet, 4 dl. (4 kleine thee
kopjes) melk, wat zout;
Ter verbetering van de voedingswaarde:
I. 200 g- (2 ons) witte, of bruine boonen, in
dit geval tot 1kg. verminderd:-/
II. 100 g. (1 ons of 2 kleine theekopjes)
taptemelkpoeder;
III.100 g. (1 ons) geraspte of gemalen kaas
Leg onder in de pan de schoongeboende
(niet geschilde), gewasschen, in parten ge-
Oné ktPd. o-eAAaal:
door
JAAP BERTELMANS.
In het Tiroolsche ligt een klein dorpje.
Het staat in geen enkele Baedeker en toch
is het een zeer gezocht kuur-oord. Want
het ligt in een dal en is omgeven door
hooge bergen en donkere, geurige dennen-
bossehen en het telt niet meer dan vier
honderd inwoners, die in vroolijke huisjes
rondom de kerk wonen. De tijd is in dit
dorpje' blijven stilstaan. Er is nog een
klepperman, die0! Over dien klepper
man zou ik een dik boek kunnen schrij
ven, die oude man met zijn grijze jas, zijn
oude muts, zijn lantaarntje en zijn trom
pet! Eigenlijk is het geen trompet, maar
een hoorn, die hij bij zich draagt en waar
op hij ééns elk uur heeft geblazen. Maar
nu is hij een oude man, die geen enkelen
tand meer in zijn mond heeft en bet bla
zen is hem onmogelijk geworden. Hii
blaast niet meer, met bevende stem zingt
hij nu de afgeloopen uren. De gasten mo
gen den oude graag, door liem wordt het
dal een ware idylle. Jammer' is bet' alleen,
dat de klepperman zijn liedje niet meer in
de maanlichte nachten op zijn trompet kan
ten gehore brengen. Eens heeft een van
de gasten hem gevraagd: „Hebt U veel op
Uw trompet geblazen, vroeger?"
„Of ik wat?"
„Of U vroeger dikwijls Uw trompet ge
bruikt hebt?"
„Dat zal waar zijn! Toen ik mijn tanden
nog had!"
„Dus als U tanden zoudt hebben, zoudt
U weer blazen?"
„Nou! En hoe!"
Daarmee was het, gesprek afgeloopen,
maar een uur later waren de gasten beslo
ten den klepperman een kunstgebit te ge
ven. Er werd een inzameling gehouden en
de klepperman werd naar den tandarts in
de stad gezonden. Een paar weken later
liep de oude klepperman trots door het dal.
Iedereen moest zijn tanden bewonderen. De
gasten en ook de dorpelingen wachtten met
spanning op het uur van acht. Dan zou de
trompet voor de eerste maal klinken! Éiyde-
lijk - was. het zoo laat. De klepperman zong
zijn liedje, maar géén trompet weerklonk.
„Misschien zal hij om negen uur blazen",
veronderstelde men. Maar om negen uur
zong hij weer zijn liedje en ook om tien
uur klonk er geen trompet. Den volgenden
dag werd hij van alle kanten met vragen
bestormd.
„Niet geblazen? Hoe zou dat kunnen,
zonder tanden?"
„Zonder tanden? En wij" hebben u toch
een gebit bezorgd?"
„Dat is waar", gaf de klepperman toe.
„Maar de tandarts heeft uitdrukkelijk ge
sneden aardappelen met een' bodempje ko
kend water en wat zout (niet veel!); Leg
daarop de fijngesnipperde of grofgeraspte,
kool, Iaat beide samen vlug aan de kook
komen en maak ze dan op een zacht vuur
gaar en tegelijk droog (ongeveer A uur).
Giet er de melk bij, breng die vlug aan de
kook en stamp de groente en de aardappe
len met het vet door elkaar.
Meng er voor I losjes de gare boonen door
Giet voor II het aangemengde melkpoeder
tegelijk met de melk iit- de pan.
Roer voor III de geraspte kaas door het
gerecht en laat ze even mee warm worden.
VRIJSTERSMARKT.
.VRIJAGE VOOR ANDERHALVE EEUW.
In een serie werkjes, dateerend uit de
jaren 18071812 en samen getiteld „Reis
door Holland", werd onze aandacht getrok
ken door een brief uit Alkmaar. Het bleek,
dat de schrijver zich niet slechts had be
perkt tot de plaats, welker naam hij in clen
aanhef had vermeld, doch allerlei steden
en dorpen had bezocht tusschcn Haarlem
en Den Helder. Hij vertelt over de oester
teelt in de putten van Petten, over de ge
bruiken bij begrafenissen in de stad en ten
plattelande, over het bakeren van kinderen,
kortom over alles wat hem belangwekkend
schijnt. Ook Schagen krijgt daarbij een
beurt. Wel is hetgeen de schijver verhaalt
„slechts" ongeveer 130 jaar, dus nog geen
anderhalve eeuw oud. het dunkt ons inte
ressant genoeg om hier weer te geven. Hoe
wel veel van datgene, wat indertijd was. is
overgebleven, is er toch veel veranderd en
het verhaal omtrent de vrijstermarkt is in
teressant genoeg om nog eens te worden
opgehaald.
Het dorp Schagen, zoo luidt dan het re
laas. trof bijzonder onze aandacht. Het is
vermaard door zijn paarden, runderen,
schapen, boter en vla3, welke daar, zelfs
wekelijks, ter markt wordt aangevoerd. In
vroegere tijden waren ook de messen en het
leer, aldaar bereid, in algemeene achting,
doch' dit alles is geheel vervallen.
Het marktveld behoeft voor geen
stedelijke pleinen van dezen aard te
zwichten. In het nabij gelegen ade-
lijke slot, uit de 14de eeuw met zijn
bolwerken en torens ofschoon in
groot verval vindt-men nog een
aantal oude wapentuigen en schil
derijen van Hollandsche graven én
gravinnen en een naar kolommen
onder een schoorsteen, die. volgens
het latijnsche vers van den beroem
den Barlaens. daar zouden ziin ge
plaatst door een der aloude edelen
uit de puinhoopen van Carthago.
DE VRIJSTERMARKT.
De overlevering wil ook, dat hier- vroeger
een vrijstermarkt zou hebben bestaan, waar
de jonge, lieve deerns'bij koop werdén ver
handeld. Hoewel zulk een eigenaardigheid
zeer wel te verklaren zou zijn uit oude
heidensche gebruiken, is mij echter bij on
derzoek gebleken, dat deze heele geschie
denis naar het rijk der fabelen moet worden
verwezen en louter en alleen een uitvloeisel
is van de gebruiken, die in geheel Noorcl-
HolLand aan de gewone' kcrmisSen ofjaar
markten zijn verbonden.
Immers bij zulk êen gelegenheid
zijn de jonge schoonen en ik
durf u te verzekeren, dat deze
landstreek in gelaatstrekken, ge
stalte. blozende kaken, smachtend
oog en kus-lokkende mond, voor
geen oord der gansche wereld be
hoeft onder te doen gewoon, zich
of) bepaalde wandelplaatsen tot de
feestviering gulhartig aan te bieden
zonder dat de eerbaarheid daarbij
meer dan gewoonlijk gevaar loopt.
Ook de boerenknapen, even netjes uitge
dost, zijn heel niet achterlijk zich daar te
laten vinden. De rol van minnaar is heel
gemakkelijk te spelen en degene,' die zich
een schoone heeft uitgekozen. is verplicht
deze rol tot het eind der kermis te blijven
spelen, wil hij niet in opspraak komen.
KOFFIE-OPHALEN
De heele manier van vrijen in deze oor
den is trouwens een zonderlinge. Hii. die in
kennis met een meisje wenscht te geraken,
gaat 's avonds naar haar huis en wel in het
bijzonder op Zondagavond. Zijn aankloppen
want de huizen op de dorpen zijn meestal
van zoogenaamde kloppers en niet van
schellen voorzien wordt door het meisje
beantwoord met de vraag wat men wil.
Zonder dat nog open wordt gedaan.
Een voorwendsel, hetzij om een pijp tabak
op te steken, eenig bericht omtrent een fa
milielid 1e geverf of wel de een of andere,
loftuiting over haar bekoorlijkheid, geeft 't
zegd, dat ik mijn nieuwe gebit 's avonds in
het water moest leggen."
't Heeft veel moeite gekost den klepper
man te overtuigen, hoe hij den raad van
den 'tandarts kon opvolgen en toch in de
maanlichte nachten zijn trompet kon laten
schallen. Maar toen hij het eindelijk be
greep, toen beleefden wij een volmaakte
idylle.
(Nadruk verboden).
meisje tijd en gelegenheid haar welgevallen
te uiten, den jongen man toe te laten of te-
weigeren. In het laatste geval wordt het
aanzoek men noemt het „aanpraten"
zoo vaak herhaald en steeds meer iw
een amoureuze trant tot de preutsche
schoone zich laat verbidden of wel reken
schap geeft van haar weigering.
Bij toelating bekommert, de jongeman
zich niet in het minst om de aanwezigheid
van ouders of bloedverwanten: de gewoonte
is hier tot wet geworden. De jongen lieden
zonderen zich af of vereenigen zich met
andere minnende paren en brengen den
nacht vroPlijk door tot aan den aanbreken-
den morgenstond. Door den minnaar wordt
dan. zoo hii elders heeft vertoefd, het meis'je
thuis gebracht.
Nog zonderlinger echter is de manier van
vrijen, welke men „kweesten"noemt. Het
woord is afgeleid van het Latijnsche werk
woord aueri. auestnm en het gepft iets als
een „klacht-vrijage" te kennen. Het aan
praten geschiedt als naar gewoonte.
Indien echter de goede en vloeiende
woorden, beloften en aanbiedingen
van den jo;ngen man hem geen toe
lating vermogen te verschaffen, dan
waagt hij'het door een venster naar
binnen te klimmen en zich naar
het meisje, ofschoon reeds te bed
liggende te begeven.
Reeds hoor ik U schateren van het lachen
en uitvaren tegen de Hollandsche losbandig
heid. Doch ik moet U ook hier voorhouden:
'slands wijs, 'slands eer. De gewoonte zelf,
thans minder algemeen, drukte haar stem
pel op die gestrenge kuischheid, welke oud
tijds een karaktertrek bleek te zijn van de
Hollandsche natie en ze gold zoo algemeen,
dat ouders, die huwbare dochters hadden,
rronn bezwaar hadden om hier en daar een
glasruit, raam of venster open te houden,
ten einde het, kweesten ongehinderd zijn
gang te laten gaan.
Tot zoover de schrijver, die weliswaar
in ziin boek niet overal den indruk maakt
even betrouwbaar te zijn. maar die op zijn
reizen, ooeen en ooren toch goed de kost
heeft gegeven. Wat er van deze gebruiken
is' overgebleven, zullen velen onzer lezers
wellicht, uit eigen ondervinding zich weten
te herinneren.
FRUITSOORTEN EN FRUITBOOMEN IN
DEN KLEINERE TUIN.
Willen we in een kleinen tuin fruitsoorten en
fruitboom en planten, dan moeten we wel woekeren
met eiken vierkanten meter grond en zorgvuldig
de juiste soorten kiezen. Als regel kan men wel
zeggen, dat de langzaam groeiende soorten de
besté zijn.
Aardbeien, bessen en frambozen nemen betrek
kelijk weinig ruimte in. Vaak kunnen we aard
beien als randplanten gebruiken om de paden te
omzoomen. Verschillende aardbeisoorten zijn op
ongelijke tijden rijp, houdt men daar rekening mee.
dan kan men van deze geurige vruchten van het
laatst van Mei tot Augustus profiteeren. Op het
meest beschutte plekje, in de volle zon, plant u
de vroeg Duitsche Evern, een mooie, vaste aardbei,
die veel draagt. Even later komt dan Sieger en op
het laatst Jucunda. Er is ook nog een aardbeisoort,
dat'twee keer in een jaar vruchten draagt. Het is
de sf. Fiacre.
Als frambozensoorten kan men nemen de Super
latief 'Maar de Surprise de l'Automne brengt nog
volop in October vrucht. Deze wordt elk jaar tot
aan den grond afgesneden, want zij bloeit op het
eenjarige hout. De eerstgenoemde soort bloeit op
het tweejarige hout. Die snoeit men dus niet. Er
wordt iets weggesneden van de plaats, waar de
vruchten gezeten hebben.
De lekkerste roode bes is zeker de roode geel
stee! met kleine tros. Fay's New Prolific is rood,
heeft een groote tros, terwijl de bes een uitstekende
smaak heeft. Wil men laat oogsten, dan is de
Hollandsche Dikkop geschikt. Bij de witte is de
witte geelsteel aan te raden.
In den kleinen tuin plant men geen hoog- of
halfstam appel en peer. Tegen de schuttingen lei-
boomen en in den tuin snoeren. Deze laatste plant
men op afstanden van 1.25 meter. Er kunnen in
een kleinen tuin op'die wijze verscheidene geplaatst
worden. De volgende soorten in snoervorm
geplant voldoen goed. Heel vroeg (eind Juli rijp)
is de Yellow Transparant. Even daarna rijpt
Mauks Godlin. Dit zijn de beste vroege appel-
snoeren. Middelvroeg zijn: Transparant de Croncels
en Lord Grosvemor. Voor laat neemt men Cox
Oranje Pippeling. Deze is tegen Kerstmis rijp.
De vroege peer is Precox de Ttevoux en Clops
Favorite. Middelvroeg Lousie Bonne d'Avcanches;
Iaat rijpend Emile d'Heyst. Als leiboom is Comtesse
de'Paris aan te bevelen. Wenscht men tegen een
muur op het zuiden een perzik, dan is van Rogge
de Mai in Juli te plukken: in September is de
dubbele Montagne rijp.
A. v. d. LIJN.
Bloemenvrienden beklagen zich veelal,
dat hun planten 's winters zoozeer vermin
deren, alhoewel zij er gedurende de zomer
maanden zoo frisch en gezond uitzagen.
Verschillende planten, die 's zomers buiten
staan en dan in het najaar in huis komen,
zijn aan geheel andere levensvoorwaarden
onderworpen. Buiten hebben zij volop
licht en lucht en 's zomers baden velen in
de zon; dit alles, waaruit zij nieuwe krach
ten putten, moeten zij in de veelal zóri-
looze wintermaanden, wanneer zij achter
het vensterglas staan, ontberen.
Noodig is dan .ook, dat men in kamers,
waar planten staan, regelmatig voor lucht-
verversching zorgt, want deze behoeven zij
evenzeer als menschen. De natuur heeft
den winter bestemd als rusttijd voor plan
ten en in dezen tijd moeten zij niet over
dadig gevoed worden door toediening van
kamermest. Heeft men planten op een
bepaalde plaats gezet, dan moet deze niet
telkenmale veranderd worden, aangezien
zij het lioht dan weer uit een andere rich
ting krijgen. De eischen, die planten stel
len is verschillend voor tropische, sub-tro
pische of in een gematigd klimaat groeien
de soorten.
Cactea en sommige soorten varens heb
ben een temperatuur noodig van 18—24
gr.; sub-tropische van 12—18 gr., en plan
ten, die aan een gematigd klimaat gewend
zijn, van 5—10 gr.
Bloeiende planten moeten in het licht
geplaatst worden in een koel vertrek. Cy
clamen, primula's en azalia's gedijen dan
het best.
Met vorst en kouden wind is het aan te
bevelen om tusschen de planten en het
venster karton of couranten ter bescher
ming aan te brengen.
Een groote fout, die bij het watergeven
gemaakt wordt is, dat men de bakjes, die
overigens practisch zijn om te gebruiken,
zóó vo) giet, dat er den geheelen dag wa
ter in blijft staan. Het „voetbad" doet de
wortel* op den duur rotten. Matig gieten
met water, dat kamertemperatuur heeft, is
aen te bevelen, terwijl men in het voor
jaar planten kan verpotten en tevens moet
beginnen met toedienen van kamermest,
volgen* de aanwijzingen, die bij de ver
schillende preparaten worden aangegeven.