De Meeuwen
Het
geheim
van de Kiezelsteentjes
Voor onze
vogelvrienden
ïle&U ionqen» en melljeA.!
Deze week zgn er heel wat minder inzen
dingen gekomen dan de vorige. Aan een
kant ben ik daar blij om, want ik kan maai
de helft behandelen. V/e spreken dus af,
dat jullie deze week uitsluitend de oplos
sing van het raadsel inzenden en geen
briefje. Volgende maal beantwoord ik de
briefjes dus, die er nu blijven liggen. Ik
zal eerst vertellen wie de gelukkig winnaar
van het boek geworden is. Hij heet:
DIEUWI SCHOUTEN,
Koningsweg 1, Breezand.
En nu de briefjes:
Annie Speets, Warmenhuizen, Ja An-
nie, ik ben het heus hartroerend met je
eens, dat we zo spoedig mogelijk mooi weer
moeten krijgen. Een lente, die net zo lang
zal zyn als deze barre ^vinter geweest is.
Laat ons het hopen.
Is je ziekte helemaal over? Ik geloof
het wel, want je hele brief is in een opge
wekte toon geschreven. Zo mag ik het zien!
Jan Mekken, Schagen. Jan, ik heb je
raadsel, dat je gestuurd hebt nagezien en
zooals je ziet... het staat in de krant. Het
was wel wat makkelijk, maar voor een
keertje mag er zo een wel eens doorlopen.
Hartelijk' bedankt voor het werk, dat je er
aan gehad hebt. En... ik houd me aanbe
volen!
Anneke Eerland, Alkmaar. Zo Anneke,
was Marijke Roep een vriendin van jou,
toen je nog in Schagen woonde? En wilde
je vlak voor haar staan in de kinderkrant.
Nu, ik zal direct zien of er een briefje van
haar bij is. Dan komt het er ondei. Speel
je leuk met Janny Nieuwhoff? Dat is ook
een Helders vluchtelingetje. Tot volgende
week Anneke!
Wim Mantel, Nieuwe Niedorp. Begint
zusje al zo aardig te lopen? Nu, dat is fijn
Wim. Wat zijn die zusjes dan aardig hè,
als ze beginnen te scharrelen in huis. Stapte
ze al met 8% maand? Dat is gauw. Dag
Wim.
Wim Boontjes, Stolpen. Zo Wim, zyn
jullie in Stolpen weer begonnen met voet
ballen? Ja, die tijd komt weer aan. Hou je
erg van die sport? Da zal wel, welke
jongen houdt er niet van! Ik vond dat je
briefje klein was van d week. Geen stof
genoeg...? Tot volgende week.
Grietje Maigret, Schagen. En kijk,
ook Grietje stuurt me, in afwijking met
andere keren, maar een klei», briefje. Ze
vertelt me, dat ze heel weinig tijd heeft, en
dat komt omdat ze aan een jurkje bezig
was en dat jurkje muest af. Is het klaar
gekomen en.is het aardig Dat schrijf je
me zeker volgende week wel, hè?
Beppie Kole, Anna Paulowna. Fijn
Beppie, dat je ziekte weer zo goed als over
is. Nu maar niet meer hoesten en je bent
kip-lekker. Zo, Trien Tijssen en Coba van
Ham ken je dus ook zo [.oed. Ja, dat zyn
ook trouwe vrienden van me. Die ontbre
ken niet dikwijls. Dag.
Tjeerd van der Woude, Wieringerwerf.
Hartelijk dank Tjeerd voor de raadsels. Ik
bewaar ze zuinig en kan ze wellicht wel eens
gebruiken. De verhalen van Bulletje en Bone-
staak ken ik. Ik heb ze ook jarenlang gelezen.
Aardig zijn ze.. Hou je veel van lezen,
Tjeerd
Ato Vader, Callantsoog. Ja Ato, die
taart zal zeker naar je zin geweest zijn,
denk ik. Wat zag hij er kostelijk uit, hè?
Ik had er zelf ook best trek in. Ben jij
enigst kind? Nu, ik weet precies wat dat
is Ato, want... dat ben ik zelf ook. En dat
is niet altijd even leuk, wat jij
Hilda Bestevaar, Schagen. Wat leuk,
die twee poesen bij jullie thuis, die Pim en
Pauw heeten. En kruipen die over je bed
heen? Ja, dat vinden ie fijn. Onze Djoek
doet dat ook graag. En dan zou hij het
liefst maar. helemaal onder de dekens wil
len, aan het voeteneind. Maar dat mag niet,
want het is ongezond, dieren in bed te
laten. En daarom moet Djoek, onze hond,
doorgaans naast het bed blijven staan.
Minke van der Bij, Edam. Kijk... daar
krijg ik van Minke weer eens een brief.
Een echt gezellige, dikke brief met een
hele massa nieuws er in bovendien. Harte
lijk dank, Minke. Van geheimzinnige boe
ken hield ik vroeger geweldig veel en...
eerlijk gezegd... nu nog. Nu, er zyn er een
hele massa, zodat je je hart nog kan op
halen.
Trien Tysen, Wieringerwerf. Fijn
Trien, ik houd je aan je woord, wat die
eierbonnen betreft. Ik kan ze goed, heel
goed zelfs, gebruiken. Bij voorbaat harte
lijk dank. Waarom je vorige maal niet by
de goede oplossingen gestaan hebt.Ik
weet het niet. Dammen kan ik natuurlijk
ook. Maar dikwijls'doe ik het niet hoor.
Beste vrienden en vriendinnen, de andere
helft van de stapel brierjes komt volgende
week aan de beurt. Dus, nog eens deze
week alleen hte raadsel inzenden
Tot wederschrijven!
Oplossing raadsel vorige week
1. Pepermunt of kruisemunt (de Munt In
Utrecht was ook niet fout hoor!)
2. Hand. (Een paar van mijn raadselschare
had: de mouw van je pyama).
3. De letter s.
4. Pypekop of spykerkop. (Kaaskop heb
ik natuurlijk niet goed gerekend, want dat
was niet erg vriendelyk geweest tegenover
de Alkmaarders onder jullie!)
5. Hals.
Goede oplossingen ontvangen van»
Gurie Z., Schagen; Grietje S., Sybekarspel;
Marietje H., WjeringerwaardDieuwi S.,
Breezand; Jacobus S., Breezand; Bert D., St.
Maartensbrug; Willy N„ Schagen; Annie K.,
Winkel; Marietje E„ St. Maartensvlotbrug;
Annie Gré K., KolhornLeo H. Wieringer-
waard; Martha H., Kolhorn; Jacob Bar-
singerhorn; Piet B., Schagen; Dieuwertje B.,
Winkel; Forra S., Anna Paulowna; P. .Ton-
nie S., Anna Paulowna; Piet v. H., Anna
Paulowna; Coba v. H., Anna Paulowna;
Maartje G., Anna Paulowna; Corrie G., Anna
Paulowna; Jan G., Wieringerwaard; Nelly L.,
Medemblik; Koosje B., Schagen; Trièn T*
Wieringerwerf; Pietertje K, Heerhugo-
waard; Grietje M., Schagen; Ato Vader,
Callantsoog.
Nieuw Raadsel
Verticaal.
1. Staan bloemen in.
2. Jongensnaam.
(Ingezonden door Jan Mekken, Schagen.)
Kijk eens naar die mooie meeuwen,
Hoe ze vliegen langs de gracht,
Hoe ze zwenken, zwaaien, stijgen,
Dan weer duiken onverwacht.
Let eens op die brede vleugels,
Ze zijn haast zo breed als jij bent lang,
Toch vinden ze jou heel reusachtig,
Want als je komt dan zijn ze bang!
Maar nu in 't hartje van de winter,
Is 't voor de meeuw een hele toer.
Om daaglijks aan de kost te komen,
Geef jij ze dus maar eens wat voer.
Strooi uit 't raam maar eens wat kruimels
Dan komt de hele meeuwenschaar.
Al kryschend op je af gevlogen,
Dat zit elkaar ook nog in 't haar.
Ze pikken, vangen wat ze kunnen,
En heeft er een een grote buit,
Dan vliegt de hele troep er achter,
Dat vechten ze wel uit.
Wanneer je in de koude da ;en
Iets van je boterham m:ssen kunt,
Dan hoop ik dat je de witte meeuwen
Ook een extra stukje gunt.
(Nw. Rott. C.)
Waarheid of
jager latijn
De slimheid van de vos is spreekwoorde
lijk, maar of het volgende échte vossen-
siimheid was of een jager-bedenkseJ, dat
weet ik niet. In ieder geval, zal ik maar
vertellen wat ik gehoord heb. Misschien is
het tóch een staaltje van vossen-sluwheid
of anderseen voorbeeld van jagerla-
tyn.'
Op een avond, zo vertelde mij een oude
jager, werd mijn aandacht getrokken door
een zich steeds heen en weer bewegende
schaduw. Het was een vos, die naar het
leek, op de muizenjacht was. TQen hij mij
echter ontdekte, ging hij niet, zoals men
zou denken, onmiddellijk op de vlucht
maar bleef heen en weer springen. Met
steeds grotere sprongen verwijderde hij
zich, om dan weer terug te keren. Tot op
een gegeven ogenblik de heele vos verdwe
nen was. Ik begreep er niets van, ik had
toch voortdurend op hem gelet! Maar
wat stond daar tussen de struiken? Een
wuivende, rode pluim. Loodrecht omhoog.
Dat was Reintje! Wat had hij gedaan? Al
springende een kuil gegraven, voldoende
diep om zich onzichtbaar te maken en de
wuivende staart, die had een bepaald 'loei,
zoals ik even later bemerkte. De rode
staart dan ging zachtjes heen en weer.
Daar kwam een haas aan. Nieuwsgierig
naderde hij 't vreemde geval. „Wat 't zou
kunnen zijn?" Dat dacht 't haasje, dat kon
je aan al zijn bewegingen zien. De staart-
bleef maar wuiven en van Reintje zag je
niets. Totde haas vlak bij hem was.
Toen stoof hij overeind. De haas ontdekte
't gevaar te laat en zou zeker gegrepen
zyn, als ik niet tussenbeide was gekomen,
zo besloot mijn zegsman.
Zou Reintje nu werkelijk zo slim zijn ge
weest om van zichzelf een soort val te ma
ken om een prooi te vangen ofhad de
oude jager misschien wat erg veel fantasie?
't Is waar, vossen zijn beroemd of beter,
berucht om hun slimheid, maar of ze tot
zulke krijgslisten in staat zijn, nu, ik kan
dat niet al te best geloven, ik geloof in dit
geval meer aan jagerlatijn. Maar jagerla
tijn is soms een leuk taaltje en daarom heb
ik dit geschiedenis je dan ook maar verteld.
door RIE HANSEN
Eéns," maar dat is al héél lang geleden,
was er een koning, die woonde in een
prachtig slot. Dat slot lag in een tuin en in
die tuin stonden bomen en bloemen, die
nooit verdorden en jaar in, jaar uit, zomer
en winter, altijd maar bloeiden en hun
blaadjes bleven altijd even fris en groen.
Die bloemen hadden kleuren, zoals jij en
ik nooit hebben gezien en ze hadden geu
ren, zoals jij en ik nooit zullen ruiken en
in de bomen zaten vogeltjes met veertjes,
haast even mooi als die bloemen en ze flo
ten wijsjesDaaraan kon je al dadelijk
horen dat 't tover-vogeltjes waren. En kun
je dat nu begrijpen? De koning aan wien
die prachtige tuin behoordedie was
daar heel niet blij mee. Ja, 't is ongelofe
lijk, maar de korting vond die altijd mooie
tuin vervelend. Zó vervelend, dat hij er
steeds boos en mopperend doorliep.
Om de koningstuin was een hoge muur
van heel fijn toverglas en zo kpn ieder die
er langs kwam altijd alles zien. Ook den
ontevreden koning!
Maar de mensen keken alleen naar de
bloemenden ontevreden koning....
daar keek iedereen overheen.
Wie kijkt er ook naar een boos gezicht,
als er vlakbij zoveel moois te zien is?
Nu moet ik er nog bijvertellen, dat als je
langs die muur liep en naar binnen keek t—
en 't was niet mogelijk er langs te gaan
zónder te kijken, daar zorgde de tóverglas-
muur wel voor dan moest je een liedje
zingen of je wilde of niet.
Dat liedje was zó:
Gluur, gluur, gluur
door de tovermuur,
Want de bloemen die je 'r ziet,
die verjagen elk verdriet.
Ik heb al gezegd, dat de mensen nooit
naar den koning keken en omdat 't niet al
leen een ontevreden koning was, maar ook
een vreselijk ijdele, die wilde, dat men naar
hém alleen'zou zien en in 't geheel niet
naar de bloemen, werd-ie bozer dan boos
als hij 't Tovermuurliedje hoorde. En eens
werd dat zó erg, dat hij van boosheid een
hele dag in 't slot liep te stampvoeten en
dat maakte zó'n lawaai, dat iedereen dacht,
dat er in de slot-tuin getimmerd werd.
Misschien, wordt er wel een tweede pa
leis gebouwd» zei men, en 's avonds, na hun
werk, gingen de mensen eens kijken wat
er aan de hand was.
Toen zagen ze, dat 't lawaai niet uit de
tuin kwam, maar uit 't slot.
Nu had de koning, in z'n boosheid, ver
geten de ramen te sluiten en daar zagen ze
opeens den stampvoetenden koning en toen
moesten ze lachen., lachen!
't Scheelde maar weinig of ze hadden de
toverglasmuur omver gelachen. En ze rie
pen ook erg oneerbiedige dingen. Maar dat
was de koning z'n eigen schuld, want voor
een stampvoetenden koning kun je toch
geen eerbied hebben!
Je begrijpt, dat de koning dit alles best
hoorde en plotseling stond-ie stil en stijf als
de pilaren van z'n paleis.
Net zolang als het lachen en roepen duur
de. v
Eenmaal uitgelachen, 'waren de mensen
toch wel nieuwsgierig.
Wat zou de koning nu doen?
Wat die deed?
't Hele paleis liet hij sluiten. En toen al
le ramen en alle deuren zorgvuldig gesp
ten waren, nep hij z'n dienstknechten en
aienstvrouwen bij zich en gebood: ..Straks,
als 't donker is en alle mensen in hun hui
zen zijn. dan moeten alle bloejnen van hun
stengels geslagen worden."
En de dienstknechten en de dier vrou
wen. die toch heel veeJ van de bioemen
hielden, ze móésten 't wel doen Want wie
niet wilde, zou door den koning-voorgoed
uit de tovertuin gejaagd worden en als je
eenmaal in een tovertuin hebt gewoond,
kun je nergens anders meer wennen, weet
je.
Daarom moesten ze den koning wel ge
hoorzamen, maar ze vonden 't zó erg, dat
ze om beurten stilletjes van hun werk lie
pen om in de tuin te gaan en daar zongen
ze zachtjes:
Als strakjes 't maantje daar boven zal staan
dan is 't met jullie al lang gedaan.
Toch deden jullie niemand ooit kwaad..
Hoe kan 't dan, dat 't zó slecht jullie gaat!
De bloemen verstonden 't en werden een
beetje bang.
Daarom vertelden ze 't de vogeltjes, je
weet wel, die vogeltjes met bonte veertjes
en samen spraken ze af, stil te wachten wat
er gebeuren zou en elkaar tot 't uiterste te
helpen. En om de bloemen wat gerust te
stellen floten ze allerlei troost-wijsjes.
Toen kwam de nacht in de koningstuin
waar de bloemen en vogeltjes angstig waak
ten en wachtten....
En toen't is zó gauw gegaanopeens
kwamen wel duizend dienstknechten en
dienst vrouwenen even laterston
den eralléén nog.... bloem-stengels.
Maar de grond was als een dik tapijt van
wonder-kleuren.
De vogeltjes.ze tjilpten zo triest.ze
hadden zo graag willen helpen en hadden
niets kunnen doen. Zachtjes gingen ze op
de lege bloemstengels zitten; dan waren
die stengels niet zo eenzaam en weer pro
beerden ze de bloemen te troosten, tot
eensklaps het allermooiste vogeltje „Pur-
perveertje". door de stilte riep: „Fiep-Fiep-
Filala!" En allen herhaalden: „Fiep-Fiep-
Filala!" ai zongen verder:
Purperveertje, voor één keertje
ga, ga, ga
naar Fiep-Fiep-Filala!
De bloemstengels en de arme bloemkelken
fluisterden vragend: „Fiep-Fiep-Filala"?
Maar de vogeltjes juichten alweer:
Purperveertje, ja, ja, ja,
ga vlug naar Fiep-Fiep-Filala!
En Purperveertjezong:
Luistert bloemen, luistert bloemen!
Ja, ja, ja, ik ga
naar Fiep-Fiep-Filala!
't Klonk alles zó blij, alsof er niet juist
ernstige dingen gebeurd waren in de tover
tuin en de vogeltjes vergaten heelmaal dat
't nacht was. Ze tjilpten zó luid, dat de ko
ning er wakker van wérd en natuurlijk
weer bozer dan boos was. Maar ja, als je
m een tovertuin woont, kun je de vreemdste
dingen verwachten en dat moet je dan nog
heel gewoon vinden ook!
De koning,'bözer dam boos, zoals ik al
vertelde, wou zo haastig uit z'n bed komen,
dat hij zich in de dekens verwarde en toen
viel-ie weer achterover ^erug en gelijk in
slaap, wat een geluk was voor de vogeltjes!
's Morgens vroeg ging de koning naar z'n
tuin, vol boos plezier. N u waren de bloe
men weg, nu zouden de mensen wel naar
hem alleen móéten kijken.
Maar.... hij had niet gedacht aan Pur
perveertje en dat die een grote vriend was
van Fiep-Fiep-Filala, de machtigste tover-
vogel die er leeft en die altijd hejpt als er
lelijke dingen gebeuren. En als iemand je
kwaad doet en je bent altijd lief geweest
voor vogeltjes, dan is Purperveertje dade
lijk bij de hand om ook voor jou naar Fiep-
Fiep-Filala te vliegen, 't Hindert niets dat
Fiep-Fiep-Filala aan het andere einde van
de wereld woont, want hij heeft z'n vriend
je Purperveertje tot 't allervlugste vogel
tje gemaakt en daardoor kan Purperveer
tje in één enkel uurtje over de wereld vlie
gen en nóg vlugger terug!
Deze nacht was Purperveertje óók naar
Fiep-Fiep-Filala gegaan en natuurlijk had
die 't weer goed weten te maken voor de
arme bloemen. Maar de boze koning, d i e
heeft ondervonden, dat Fiep-Fiep-Filala
niet alleen van hélpen weet; hij weet óók
van straffen.
Hoor maar eens!
De koning dan was op weg naar z'n tuin.
Maar op de onderste tree van de slottrap
kon hij opeens niet verder van verbazing.
„Slaap ik nog"! Hij wreef z'n ogen eens
uitneen. hij was klaar wakker!
Maa....r, de paden waar gisteren niets
dan schelpen lagen, waren nu bedekt met
kiezelstenen in de wonderlijkste kleuren!
En toen hij langer keek, meende hij plot
seling bloemen te zien! Dat duurde maar
heel even, dadelijk zag hij, dat 't toch kie
zelstenen waren. Want Fiep-Fiep-Filala had
z'n werk goed gedaan en de afgeslagen
bloemkelken in échte kiezelsteentjes veran
derd; alleen hun kleuren hadden ze be
houden. Ze zouden nu nooit verstrapt kun
nen worden en niemand zóu er ooit bloe
men in zien. behalve de koning. Dat kwam
omdat hij de bloemen zo lelijkbehandeld
had.
Nu liggen er in bijna alle tuinen kiezel
steentjes. Ze komen allemaal uit de tover
tuin, maar omdat 't zolang geleden is dat
ze daar vandaan kwamen, zijn de kleuren
er afgesleten. Ze zijn nu grijs en wit van
ouderdom en alleen als je ze opraapt en
van dichtbij bekijkt, kun je aan de heel
fijne streepjes die er doorlopen nog zien,
dat 't ééns bloemen waren.
Fiep-Fiep-Filala weet wel wat hij doet!
Diezelfde nacht is óók 't gras op de wereld
gekomen, want Fiep-Fiep-Filala maakte al
de eenzame bloemstengels tot lichte gras
helmpjes en graspluimpjes. En tussen die
lichte halmpjes en pluimpjes toverde Fiep-
Fiep-Filala nieuwe bloemen. Ze leken op
de bonte vogelties, die nu weer blij en rus
tig in hun nestjes zaten. Eigenlijk was de
tuin nog mooier geworden. Alleen was 't
jammer, dat de Jjloemen die op vogeltjes
leken en inplaats van groene blaadjes, groe
ne veertjes hadden, niet langer dan drie
duizend jaar bloeien konden en dat is erg
kort voor een toverbloem. En daardoor
komt 't dan'ook. dat je n u nooit meer een
bloem ziet met veertjes inplaats van blaad
jes.
Tóen gebeurde 't, dat de koning z'n voet
op 't kiezelpad zetten.... daar begonnen
de kiezelsteentjes te bewegenals bloe
men in de windEn de koning viel en
z'n kroon viel óók en z'n koningsmantel
scheurde. En hij kon niet meer' overeind
komen, want niet één kiezel lag ook maar
een ogenblikje stil.
Toen hebben de mensen den bozen, ijde-
len koning zóó uitgelachen, dat de tover
glasmuur er van'sprong en van dat ogen
blik af. is er overal gras en zijn er overal
kiezelsteentjes en kun je overal een stukje
van die oude tovertuin terugvinden.
De koning heeft ingezien, hoe verkeerd
hij gehandeld had en hij had zó'n spijt van
z'n daad. dat er twee tranen uit z'n ogen
rolden 'en dat is voor een koning erg veel
en net genoeg om Purperveertie te bewe
gen nóg eens naar Fiep-Fiep-Filala te 'vlie
gen, maar nu voor den koning. En als Pur
perveertje niet verteld had van die twee
koningstranen. nu. dan geloof ik. dat de
koning nu nóg niet overeind was. Want
Fiep-Fieo-Filala kan héél streng zijn!
't Is door Purperveertje's goede hartje,
dat de koning weer op kon staan en gaan
waar hij wilde. En 't is óók 't goede hartje
van Purperveertje geweest, dat den bozen
koning tot een goede maakte.
Purperveertje weet dat wel niet en hij
heeft dan ook nooit begrepen, waarom de
koning hem een van z'n kronen gaf om er
een nestje in te bouwen. En de mensen
hebben nooit gemerkt, dat 't om Purper
veertje was, dat ze nu altijd in de tover
tuin mochten komen en de koning er geen
nieuwe toverglasmuur om liet bouwen.
Wél hebben ze gemerkt, dat in een tover
tuin een boze koning een goede worden
kan.
Daardoor hoor je zelf? nu nog wel dit
liedje:
Eéns was er een oude tovertuin,
daar woonde een koning in.
Maar weet je wat zo jammer was?
Die was van kwade zin.
Maar de tovertuin die leerde h'm goed
hoe of een koning wezen moet.
Een stukje van die tovertuin
draagt ieder in z'n hart.
Dat kun je 't allerbeste zien
wanneer je vrolijk lacht.
Ja, een tovertuin die leert je goed
hoe of je altijd wezen moet!
Aantreden, jongens! Er moet wat gedaan
worden voor onze vogelvrienden. De grond
is hard bevroren, waar halen ze voedsel
vandaan?
Uit het huisje, dat jullie alleen of met
j]p van een oudere, voor hen gaat maken.
Hoe je dat doen moet, laat, ik hier volgen.
De vloer van 't huisje is een stevig plank
je van 35 x 25 cm. grootte. Kijk maar op
't plaatje bij afbeelding 2. „a" is het ge
deelte, waar later het eigenlijke huisje komt
te staan. Verder hebben wij twee plankjes
nodig in de vorm als aangegeven bij „b".
Eén ervan moet uitgesneden worden, want
't vogel-restaurant moet toch een ingang
hebben! Een poortje van 20 cm. hoogte is
ruim voldoende, 't Andere plankje van de
zelfde vorm moet je gebruiken voor de ach
terwand van 't huis. Nu moet je nog de zij
wanden „d" klaar maken en de twee dak
delen „c" en dan kun je alles in elkaar
spijkeren. Beter is 't alles in elkaar te
schroeven en liefst koperen spijkers of
schroefjes te gebruiken! En vooral zorgen,
dat er geen scherpe puhtjes uit 't hout ste
ken. De vogels mogen zich niet bezeren!
Nu moet het dak nog afgewerkt worden.
Dat doe je zo: Je neemt wat mooie gelijke
twijgen, en die bevestig je op de dakdelen,
net zoals dat op 't voorbeeld bij 3 gedaan is.
Twee lange twijgen (1 en 3) en daartussen
een korte (2). Als 't huis geheel afgebouwd
is. zet je het op een paal. En. als je 't erg
goed wilt doen, dan moet je er voor zorgen,
dat 't eetpaleisje gedraaid kan worden. Dit
met het oog op de-wind. Als we onze vogel
vrienden gaan verwennen, zullen we 't
maar ineens goed doen, wat jullie?
EEN FLINKE ETER!
Een kraai eet in één jaar.700.000 in
secten. Als je nu even uitrekent wat dat
per dag geeft, dan zul je 't met mij eens
zijn, dat een kraai hard werkt!