Valken! Victorie!
Tafel-Voetbal
BMte iong£n) en meUfei!
Deze week komt het tweede gedeelte van
de brieven aan de beurt. Dat betekent dat
jullie de volgende week weer allemaal mogen
schrijven. Ik denk dat ik er wel weer heel
wat zal krijgen. Nu, ik ben benieuwd. Ik
moet er nog eens op wijzen dat het 't beste
is dat jullie zorgen dat de briefjes Maan
dags of Dinsdags uiterijk in de bus van de
Schagèr Courant zyn. Dan ben je er in ieder
geval zeker van dat je voor de prijs in aan
merking komt. Het komt namelijk nog wel
eens voor dat ik pas Donderdags en soms
zelfs Vrijdags pas de brieven ontvang van
sommige vrienden. Daar denken we dus
aan! Ik zal nu meteen maar vertellen wie
het boek gewonnen heeft. Dat is:
TJEERD v. d. WOUDE,
Nieuwstraat 28, Wieringerwerf.
Tjeerd van der Woude, Wieringerwerf.
Jij had een best rapport Tjeerd. Zelfs een
9 voor aardrijkskunde. Nu, dat noem ik nog
eens een geweldig resullaat. Maar ik vond
aardrijkskunde zelf ook altijd een fijn vak.
Echt een vak om van te houden. Je kunt
er, in gedachten, heel de wereld bij rond
reizen.
Annie Schrijver, St. Maarten. Hebben
jullie ook Helderse vluchtelingen thuis,
Annie? Ik meen dat uit je brief te kunnen
opmaken. Wat hebben die mensen ver
schrikkelijk veel meegemaakt, .hè? En dat
alles tengevolge van die wrede oorlog. Laat
ons hopen dat die heel gauw voorbij is.
Annie de Jong, li ree zand. Ja, wat bofte
die Ger met z'n taart, hè? Ik zou ook wel
eens zo'n heerlijk ding thuisgestuurd willen
hebben, maar helaasdie kans heb ik
niet. Maar fijn is het als er een komt,
Wat jij!
Corrle Bakker, Julianadorp. - Ik vind
het fijn Corrie, dat ik-volgende week weer
een paar eierbonnen krijg. Want wij met
onze 2 bonnen in de week moeten, zoals je
begrijpt, heel zuinigjes aan doen. We hou
den ons dus aanbevolen. Dag!
Tini Koorn, Nieuwe Niedorp. Hartelijk
dank voor de tekening, Tini. Dat heb je
verbazend aardig gedaan. Ik houd me aan
bevolen voor een volgende maal als je weer
eens iets getekend hebt. Ik wist niet dat
jullie vegetarisch leefden. Tot volgende week.
Grietje Maigret, Schagen, Hoe gaat
het nu met de gekneusde enkel van opa,
Grietje? Ik hoop van goed. Doe die arme
opa m'n groeten maar eens en zeg hem,
dat ik hoop dat hij weer gauw op de been
is. Jammer dat je postpapier op is. Het
was juist van dat aardige. Krijg je nieuw...
Marietje Eriks, Sint Maartensvlotbrug.
Ja, touwtjespringen 'doen zij bij ons in Scha
gen ook Dat wil zeggen: de meisjes. De
jongens doen er niet aan, zoals je begrijpt.
Die hebben weer andere spelletjes. Was het
versje en het plaate in je poëziealbum naar
genoegen? Ik kreeg van de week weer een
paar albums. Ik raak op die manier aardig
door m'ri voorraad plaatjes en versjes heen.
Maar dat geeft niet.
Grietje Stapel, Sybekarspel. Ik heb ge
hoord van die ouderavond Grietje. Dat was
dus een fijn verzetje voor jullie. En heb je
zo lekker gesnoept? Nu, voor een keertje
mag dat ook wel eens. Wat jij!
Jan Mekken, Schagen. - Wel bedankt
Jan voor het kruiswoordraadsel, dat je in
stuurde. Daar heb je een boel werk aan
gehad, is het niet? Ik zal het even bewaren
en te zyner tijd opnemen. Dan zie je dus
je eigen raadsel in druk verschijnen. Dag
Jan.
Geerie Kuiper, Moerbeek. Jij bent a.s.
Zondag jarig Geerie. Nu, ik Wens je vast
hartelijk geluk met je 11e jaar. Dat wordt
al wat, zeg! Hoor ik volgende week wat je
gekregen hebt? Ik ben er benieuwd naar.
Was je boos op me dat je niet by de brief
jes stond Ik weet niet hoe dat mogelijk is.
Aagje Borst, Schagen. Wat zul je ge
weldig geschrokken zijn Aagje, toen er bij
jullie brand in de schoorsteen ontstond. Maar
gelukkighet was spoedig geblust, lees
ik. Nu, wat was de oorzaak? Zat de schoor
steen vol met roet?
Klaas de Jong, Barslngerhorn. Wat
zeg je me nu Klaasvond je het raadsel
zo moeilik? Kom, kom, ik geef toe dat het
niet extra makkelijk was, maar de meesten
hebben er toch geen last mee gehad. En
danals je een moeilijk raadsel oplost,
dan is dat dubbel-leuk.
Annie Koomen, Winkel. Het wordt
weer de tijd van de jonge lammeren. Ik heb
er ook al gezien. Wat een aardige, leuke
beesten zijn dat toch. Echt van die diertjes
om te verwennen; En dat doe jij dan zeker
ook, niet? Zou je overgaan met Mei, Annie?
Ik heb zoo'n idee van wel. En jij
Maart je Geluk, Anna Paulowna. Nee,
in Schagen heeft het niet 't geheele week
einde geregend, twee weken geleden. Maar...
mooi was het toch ook niet. Helemaal geen
weer om buiten te gadn spelen. En dat was
voor.de jongens en meisjes heel jammer.
Hilda Bestevaer, Schagen. Dat is een
aardig idee Hilda, om je verjaardag nog
eens over te vieren. Ik denk dat ik dat ook
eens ga doen. Ik zal m'n vrouw vragen of
ze er accoord mee gaat. Wie weetDat
was een gezellig-lange brief Hilda. Jy hebt
nooit gebrek aan „stof" hè? Dag.
Rikus Hagenaar, Dirkshorn. Doet Piet
van Dijk, je vriend, voortaan ook mee,
Rikus? Of heeft hij er geen zin in? Dat
zou me verwonderen, want er zyn niet veel
jongens en meisjes die of niet meedoen of
niet alle briefjes lezen. En dat zijn er vele
honderden!' Ik zal op Piet letten.
Piet Sch roe vers, Schagen. Kyk eens
aandaar hebben we warempel Piet
Schroevers ook weer. Wat heb ik jou een
tijd gemist, Piet. Ga je nu weer regelmatig
mee doen? Was het een leuke dag, de ver
jaardag van je jongste broertje? Dat zal
wel!
Alie Witsmeer, Schagen. Ja, dat was
echt jammer Alie, dat de kinderoperette
niet door kon gaan. Maar tjaaaadaar
was niets aan te doen. Daar moeten we ons
bij neerleggen. Maaruitstel is geen af
stel, wat jij.
Ina en Netta van den Heuvel, Callants-
oog. Kijk hiereen tweeling. Ina en
Nettie van den Heuvel. Dat vind ik aar
dig. Even oudeven lief eneven
knap? Krijg ik volgende week een dikke
brief van jullie? Want. nu moeten jullie
natuurlijk ook samen tweemaal zo veel
schrijven als een ander. Dat hoort zo
Dag.
Kinderen Hoenson, Barsingerhorn.
Hier hebben we de Hoensonnetjes. Of ik
esperanto ken? Nee, wel een paar woorden,
maar dat is ook alles. Enniet veel
dus. Maar het is wel erg gemakkelijk als je
het kent. Je kunt je er in vréemde landen-
mee behelpen als je een esperantist tegen
komt.
Nel Baken. —.Ik begryp niet goed hoe
dat kan Nel, dat die brief, die je insloot,
niet in 'de krant beantwoord geworden is.
Ik kan het nu niet meer nazien, maar
ik zal zorgen dat het niet meer gebeurt
hoor. En wees er maar niet boos om, Dag
Nel!
Sietske Boomsma, Nieuwe Niedorp.
Was het een fyne dag Sietslce, de trouw
dag van je zuster? Lekker gesnoept en
niet naar school! Leuk, zo'n extra vrye dag!
Jongens en meisjes, ik ben door de brie
ven heen. Volgende week kunnen jullie dus
allemaal weer schryven. Dat zal weer een
berg worden
Oplossing raadsel vorige week
Leven,
Enkel.
Nelie.
Tante.
Emmer.
Het gevraagde woord is LENTE.
Goede oplossingen ontvangen vanx
Coba B., Petten; Nellie P., Kolhorn; A. N.
Breezand; Minke v. d. B., Edam; Rikus H.,
Dirkshorn; Rie G., Anna Paulowna; Janhie
en Annie B. Forra en Tonnie S., Anna
Paulowna; Henk en Lucas S., Wieringer-
waard; Annie K., Kolhorn; Beppie K„ Anna
Paulowna; Martha H., Kolhorn; Piet en
Coba v. H., Anna Paulowna; Wim B., Stol
pen; Gezina K., Winkel; Klaas de J., Bar
singerhorn; Coosje B., Bergen; Trijnie K.,
Wieringen; Piet S., Schagen; Jan G., Wie-
ringerwaard; Maartje G. Trien T., Wie-
ringermeer P.; Leo H., Wieringerwaard;
Jacob W. Barsingerhorn; Bep T., Wierin-
germeer P.; Grietje S., Sijbekarspel; Ina de
R., Kolhorn; Anneke E., Alkmaar; Gerie K.,
Moerbeek; Tjeerd V. d. W., Wieringerwerf;
Dieuwi en Jacoba S., Breezand; Pietertje
K., Heer Hugowaard; Koosje B., Schagen;
Gerie en Jan M., Schagen; Kinderen Hoen
son, Barsingerhorn; Hilda B., Schagen;
Piet B.Marijke R. Schagen; Ali W.,
Schagen; Trijntje K., Kolhorn; Gerrit B.,
Petten; Zusje en Lienke F., Kolhorn; Gerrie
v. 't O., Breezand; Corrie B., Julianadorp;
Ato V., Callantsoog.
Nieuw Raadsel
In elk der volgende zinnen is de naam
van een boom verborgen. Welke 5 namen
zyn het?
1. „Jan," zei Moeder, „als je graag een
nieuwe fiets wilt hebben, moet je er zelf
maar voor opsparen."
2. Mijn neef Piet is de negentiende jarig
geweest.
3. Hoe ik ook zocht, ik kon de oplossing
maar niet vinden.
4. Hector, onze hond, is al vijftien jaar;
het arme dier is bijna blind en hy kan.
niet goed meer lopen.
5. -Zware golven beukten de -dijk, die daar
voor gelukkig niet opzy ging.
door Tom Kadersma.
„Dat had ik nooit gedacht! Dat de Valken
ons zouden overrompelen!" riep de aan
voerder van de Haviken opgewonden uit.
„En jij Toon, jij was nog wel zo overtuigd,
dat jouw verkennerstocht ons de overwin
ning zou bezorgen, maar 't eind is: een ne
derlaag als nooit te voren. Wat heb je toch
Uitgevoerd, dat alles zo ongelukkig voor
'óns is verlopen?"
De aanvoerder van de Haviken was uit
gesproken en wachtte nu op hetgeen Toon
hem zou meedeelen. Toon haalde z'n schou
ders eens op. Hij had jammerlijk gefaald
en dat nog wel na al z'n verhalen over
sluiptochten, die altijd tot overwinningen
;3,
hadden'geleid. Behalve deze, keer dan! Ja,
Toon wist 't wel, de anderen hadden 't
hem eigenlijk niet toevertrouwd en ze had
den hem tot op 't laatste ogenblik nog al
lerlei raadgevingen, toegeroepen, maar hoe
meer raad ze hem hadden gegeven, hoe op
schepperiger hij had geantwoord en einde
lijk had hij ze allemaal afgebluft, zélfs
Bó(b, hun f^nvoer'derv~die anders heus niet
"gauw té overtui'gèn was. De Valken lagen
in 't berkenbos en de Haviken hadden een
plek in 't eikenbos gekozen en van daar
uit was Toon's tocht begonnen.
„Nu Toon, vertél 'ns op", kwam de stem
van aanvoerder Bob en Toon begon: „Ik
ben door 't kreupelhout gekropen en toen
heb ik me verdekt opgesteld tussen 't gras
en de varens. Die: staan daar zo hoog, dat
je er haast rechtop tussen kunt staan, maar
dat heb ik heus niét gedaan. Ik ben op
handen en voeten voorwaarts gekropen en
heb voorzichtig uitgekeken naar wachtpos
ten van de Valken. Maar niets daarvan.
Wel hoorde ik vage geluiden en daardoor
wist ik, dat de Valken'nog steeds in 't ber
kenbos waren. Ze namen niet eens de moei-
,te zich stil te houden en ik dacht: „Die
'suffers! Ze letten op niets en niemand". En
toen ben ik verder gegaan. Want ik dacht:
„Naar een spion kijken ze toch niet uit!"
Maar jawel! Toen ik de Valken op een
vijftien meter genaderd was en ik 't sein
voor een algemene overval wilde geven,
toen.... ik begrijp er niets van.... toen
bewoog 't gras opeens aan alle kanten en
ze hadden me te pakken voor ik 't wis. Ze
bonden m'n handen en voeten en zo sleep
ten ze me naar hun kamp." „En daarna gin
gen zij tot de aanval over", onderbrak
aanvoerder Bob 't relaas van Toon. „En ze
hebben dat zó handig gedaan, dat wij er
niets van merkten. Wij wachtten gespan
nen op jouw seinen en ineens stonden de
Valken in ons kamp. En wij hadden nog
wel laten verkennen en zijwaagden
de aanval zo! Neen Toon, je hebt er ons
lelijk laten inlopen en voor je even goed
kunt sluipen en spieden als in je verhalen,
geven we jou nooit meer een opdracht."
Daar kon Toon niets tegen zeggen. Hij
kon zich alleen maar voornemen z'n waar
deloze blufferij om te zetten in daden van
waarde. En hij heeft dat ook werkelijk ge
daan. Later. Maar nu was 't toch maar een
vervelende geschiedenis. Nu hadden de
Valken .een glansrijke overwinning behaald
zonder veel moeite. En dat was nog het
ergste. Hadden ze fel om de overwinning
^moeten vechten, dap was verliezen niet
vernederend geweest. Maar nu! Nu was 't
aüidelyk, dat de Haviken dom hadden ge
handeld eneen slechte verkenner had
den gekozen. Want op handen en voeten
door gras en varens te kruipen, recht toe,
recht aan en dan nog bovendien af en toe
rechtop gaan staan, dat is toch.... van
knungelestein! Dan hadden de Valken al
les beter uitgekiend! Die hadden zich dood
op hun gemak in 't berkenbos gelegerd,
maar zó, dat geen mens een spoor van hen
kon zien. En ze hadden kwasi gepraat en
onvoorzichtig gedaan om de vijand te mis
leiden, want die zou, als hij dat praten
hoorde, immers onmiddellijk denken: „Ha,
die kunnen we zo overrompelen, die geven
zich zo maar bloot. Hoor maar eens!" Maar
de Valken waren slim en wisten wel wat
ze deden! Die hadden 't goed aangepakt!
Ze hadden zich wel laten horen, maar laten
zien.ho maar! En dat had hen de over
winning bezorgd. Ze hadden verspreid ge
legen en toch.... met één commando wa
ren ze één geheel. Ze hadden geen wacht
posten uitgezet, maar hun aanvoerder was
in een berk geklommen. Zo hoog hij maar
kon. Van daar uit had hij alles kunnen
waarnemen wat er in 't eikenbos gebeur
de. Hij had Toon voortdurend kunnen vol
gen en had bijtijds zijn orders kunnen ge
ven. Zijn troep was voorbereid. Ze praat
ten en lokten den vijand, die langzaam na
der kwam. En toen hij dicht genoeg bij
hen was, hadden ze hem gegrepen en bui
ten gevecht gesteld. Daarna trokken ze op
naar 't Valkenkamp. Daar zaten ze in span
ning uit tp kijken naar de seinen van hun
boodschapper en ze zagen niet hoe de vij
and nader sloop. Uit een richting, waaraan
ze zelfs niet hadden gedacht. Toen ze 't
ontdekten was 't te laat. De Valken om
singelden hen van alle kanten en namen
bezit' van hun kamp.
Maar de Haviken waren eerlijke jongens
en sportief. Daarom riepen ze van harte:
Valken! Victorie! De overwinning is ver
diend.
Het sein Is gegeven. Wij beginnen!
Jongens! Is dat Wat of is dat niets? Voet
ballen boven op de tafel! Voetballen, als
't buiten pijpestelen regent! Maar je hebt
het mis, glad mis, als je denkt, dat je zelf
op de tafel mag klauteren! Dit voetbalspel
zit anders in elkaar dan je zoudt denken en
toch als je handig bent, dan kap dit tafel-
voetbalspel volgens de regels van 't échte
voetbalspel gespeeld worden. Kom! We
gaan aan de gang. Nog niet aan 't voetbal
len, maar we gaan toebereidselen maken.
Natuurlijk hebben we voetbalschoenen no
dig. Neen, ga ze maar niet uit de kast ha
len, we hebben een heel bijzonder soort no
dig. Dit keer houten voetbalschoenen! Zoek
gauw een paar blokjes hout, op of anders
ga naar een timmerman en vraag hem wat
houtafval. Als je 't vriendelijk vraagt, krijg
je 't misschien zo wel en anders.... moet
je er een paar centjes voor over hebben. De
houten voetbalschoenen behoeven geen
prachtstukken te worden. Als ze maar goed
zitten! Dat wil zeggen, je moet zorgen, dat
het gat, dat je in de schacht van de laars
boort de juiste maat van je vinger heeft.
De lengte van de schacht en de grootte van
het gat hangen dus af van de lengte en
dikte van je wijs- en middelvinger. Want
met die twee wordt gevoetbald. Eigenlijk
zou ik moeten zeggen: gevingerbald, maar
dat klinkt zo raar en bovendien, de spelre
gels zijn echte, heuse voetbalvoorschriften.
Dus: 't blijft: voetballen. Maar op de tafel
en met je vingers. Oké. Hoe mooi of hoe
lelijk je de schoenen wilt maken, hangt na
tuurlijk helemaal van jezelf af. Als je er
wat tijd voor over hebt, is het natuurlijk
leuker er wat goeds van te maken. Vindt
je ook niet? Ik reken er dus op, Jat er ge-
tafelvoetbald wordt met keurige laarsjes!
Een klein balletje is makkelijk genoeg te
krijgen. Neem vooral niet een al te licht
balletje, want dan kan je er steeds achter
aan rennen, iets wat voetballers nu wel ge
wend zijn, maar 't is erg storend als je
ieder ogenblik onder de meubels moet krui
pen om verder te kunnen spelen!
Dat een „doel" niet mag ontbeken, be
hoef ik natuurlijk niet te zeggen. Dat doel
kan je ook al zo mooi maken als je wilt.
Een paar plankjes, een stukje gaas! En dan
nog een poppetje, zoals op 't voorbeeld! Net
echt. Jongens, als ik jullie was, dan maakte
ik 't zaakje gauw in orde! Dan hoef je je
nooit meer te ergeren aan regenachtige
vrije middagen. Maar je moet er wel aan
denken, tafelvoetbal wordt gespeeld als ge
woon voetbal. Dus houdt je aan de regels!
En doe geen ongeoorloofde dingen. Onge
oorloofd is bijvoorbeeld, dat je andere vin
gers gebruikt dan de gelaarsde! De handen
van de tegenspelers mogen nooit aange
raakt worden. Er mag ook niet geschoven,
gedrukt of gestoten worden. Alleen maar.,
schoppen en trappen!
't Leukst is natuurlijk, als je een niet al
te kleine, opde tafel te pakken zoudt kun
nen krijgen, die je er altijd voor kunt ge
bruiken. In de eerste plaats hoef je die niet
te ontzien, want al is 't onmogelijk een' ta
fel te bederven door dit spel, krasjes kun
nen er allicht op 't tafelblad komen, want
wil je goed kunnen spelen, dan mag er
vanzelfsprekend geen kleed over liggen. En
dan, je kunt maar niet altijd over een tafel
beschikken! Want je bent niet alleen in
huis en 't is ook oer-vervelend, als je er
net „in" bent, te moeten ophouden omdat
de tafel gedekt moet worden of zo iets.
Als er eten in aantocht is, vindt je dat mis
schien niet zo héél erg. Maar als je moet op->
houden, omdat de anderen.... hun huis
werk willen gaan maken, dan zie ik je ge
zicht al. Veel langer dan gewoonlijk! Ken
ik jullie of riiet? Ook kan je van een eigen
voetbaltafel natuurlijk veel meer maken.
Met een beetje geduld en een massa lust
kan je er zowaar een compleet voetbalveld
van maken. Je verft het tafelblad groen als
gras, je spant ér een touw omheen als om
heining, jeja, ik zal maar ophouden,
want jullie weet zelf 't best wat de voetbal
sport vereist! Dat laat ik dus maar aan
jullie over. Ik hoop alleen, dat jullie wer
kelijk aan 't tafelvoetballen zullen gaan,
want ik heb er nu zo'n lang stuk over ge
schreven, dat ik er kramp in m'n vingers
van heb. Maar dat heb ik graag over voor
jullie envoor de voetbalsport!
Een Afrikaanse wonderstruik
In Zuid-Afrika groeit een struik, waar
een heleboel van te vertellen valt. Het
„wonder" van die struik is, dat zij het soms
laat regenen; Laat regenen? Ja! Ik zal je
zeggen op welke wijze. Maar eerst wil ik je
wat van haar uiterlijk, vertellen. Zij is
groen als bijna alle struiken en ze draagt
bloesems als vele van haar soortgenoten.
De bloesems van de wonderstrujk zijn ech
ter van een prachtig donkerrood, dat fel
afsteekt tegen het bladergroen. Op grote
afstand kun je de bloesemtrossen al waar
nemen. Wat trosvorming en steelplaatsing
betreft, doen zij denken aan onze balsa
mijn, al zijn er belangrijke verschillen. Nu
kom ik aan het regen-wonder. Die regen
vangt aanals de bloesemtrossen wor
den heen en weer bewogen. Dan vallen
opeens grote druppels neer en verwonderd
kijkt men naar*de lucht, waar geen donker
wolkje is waar te nemen. Men begrijpt er
niets van en onwillekeurig steekt men de
hand uit naar de prachtige rode trossen.
Weer vallen er druppels! Ze komen UIT
de bloesemtrossen! Dat is het regen-won
der! Natuurlijk bekijkt men die trossen
dan wat nauwkeuriger en ontdekt, dat de
bloemkelken gevuld zijn met honing. De
ruime kelken zijn boordevol met dit zoete
vocht gevuld en daarmee is ook de naam
„honingstruik" verklaard. Behalve de ho-
ning-regen, kan men aan deze struik nog
iets anders waarnemen. Kléine vogeltjes
vliegen af en aan. Op soortgelijke wijze
als de insecten dit doen met hun zuig-
slurfjes, steken de vogeltjes hun lange,
dunne tongen in de bloemkelken. Echte
„vogelbloemen", dat zijn bloemen, die voor
bepaalde vogels grote aantrekkingskracht
bezitten, heeft men tot op heden alleen in
de tropen gevonden. Altijd voldoen deze
bloemen, tot in kleinste bijzonderheden
aan de „smaak" van hun vogel-gasten. Tot
de „bloem-vógels", dat zijn de vogels, die
zich tot die bloemen voelen aangetrokken,,
rekenen wij hoofdzakelijk de kolibri en
honingvogel. Verder de bril-en suikervogel.