Tijdens ioorlogsdagen
op N.S-B.ers
geschoten
Verspreiding pro-Joodsche
circulaire streng bestraft
Russische visscherij-
verpachting
Chinresche tegenslag
Eogeland en Spanje
Rotterdamsche politieman
staat terecht
TREURIGE ZAAK UIT RUMOE.
RIG ROTTERDAM.
Werd uit de hulzen op Neder-
landscho soldaten geschoten?
Voor de Rotterdamsche rechtbank
stond gister terecht de 47-jarige agent
van politie te Rotterdam, L. B., wien
dood door schuld was ten laste ge
legd. Hij zou op 12 Mei 1940 bij het
overbrengen van twee arrestanten
leden van de N.S.B. naar het po
litiebureau een der arrestanten heb
ben dood geschoten, toen deze een
verdachte beweging maakte. Hij reed
met zijn collega on de fiets in het
Noordelijke stadsdeel toen de politie
mannen werden aangehouden door
een Nederlandsch officier, die twee
arrestanten bij zich had. Deze zouden
uit een huis in de Noordmolenstraat
op een munitietrein hebben gescho
ten. De officier gaf den agenten op
dracht de arrestanten naar het bu
reau té brengen. De politiemannen
bevalen den arrestanten de handen
op den rug te houden, maar plotse
ling tastte een van de mannen naar
de achterzak. Nadat de agent een
waarschuwingsschot in de lucht had
gelost, schoot hij, volgens de dag
vaarding op den arrestant, die
spoedig dood was. De agenten met de
arrestanten werden door ongeveer
honderd personen gevolgd en hier en
daar werd uit het publiek op hen ge
schoten. Later bleek, dat de gedoode
arrestant, Farinaux, geen wapens bij
zich had.
Op de publieke tribune was voor deze zaak
groote belangstelling; men zag vele leden
van de N.S.B. in uniform.
Op vragen van den president, mr. H. de
Bie verklaart verdachte, dat de heeren F. en
D. niet gefouilleerd wanen. De agenten heb
ben den luitenant ook niet gevraagd, of hij
dat gedaan had. Verdachte heeft niet de be
doeling gehad, den heer F. dood te schieten;
hij trok zijn pistool uit de hoogte om op de
beenen te kunnen schieten.
President.. Maar dan heeft u hem toch veel
hooger geraakt?
Verdachte: Dat. moet wel. Maar ik weet
niet, of het. schoten van mij waren.
President: Kan het. een schot van v. H.
geweest zijn?
Verdachte: Dat. kan ik niet zeggen. Er
werd op dat moment zooveel geschoten.
President: D. heeft een schampschot gekre
gen; is dat. van v. H. geweest?
Verdachte: Dat kan niet.
President: Hoe vaak heeft u geschoten?
Verdachte: Tweemaal. Éénmaal in de lucht
en éénmaal gericht.
ER WERD VAN ALLE KANTEN
GESCHOTEN.
In het verdere-verloop van de zaak, al
dus het Vad., vertelt de agent van de
groote eischen, die er in die dagen aan de
politie gesteld zijn. Hef kon niet uitblijven,
dat tenslotte de vermoeidheid zich liet gei
den. Overigens handhaaft verdachte zijn
uitspraak, dat hij niet met zekerheid kan
zeggen, of hij den heer F. geraakt heeft.
President: Het is de rechtbank uit eigen
wetenschap bekend, dat de Rotterdamsche
politie het ontzettend druk heeft gehad en
dat ze utstekend werk heeft verricht.
Na voorlezing van een gunstig-luidend
rapport van verdaehte's chef. stelt de pre
sident de vraag, of het met die schieterij
uit het publiek zóóerg geweest is, dat de
heer F. daar door geraakt kan zijn. Ver
dachte beaamt dit. Hij vertelt verder, dat
hij den heer F. met een taxi naar het zie
kenhuis heeft gebracht. Hoewel het slacht
offer direct in behandeling werd genomen,
is hij tien minuten na aankomst overleden.
Agent D. v. H. legt verklaringen af over
het gebeurde, die in groote trekken met
die van zijn collega overeenkomen. Op een
desbetreffende vraag van den president
zegt getuige, dat hij tweemaal geschoten
heeft, eenmaal in de lucht en eenmaal op
de hccncn van den heer F.
President: Hoe verklaart u dan, dat er
op den heer F. twee schotwonden zijn
gevonden?
Ggtuige: Dat weet ik niet. Die twee schot
wonden kunnen wij niet veroorzaakt heb
ben. Er werd van alle kanten geschoten.
Nadat de president er zijn spijt over uit
gedrukt had dat er on bet lijk geen sectie
verricht is kunnen worden, werd als ge
tuige gehoord de heer F. H. J. Vos uit
Voorburg, die destijds commandant van de
colonne militaire auto's is geweest. Deze
vertelt, hoe een hurger hem verzocht heeft,
assistentie tewillen verleenen, omdat er
tiït de huizen werd geschoten. 'Met behulp,
van soldaten, die echter niet tot zün colon
ne behoorden, heeft .hii de heeren F. en D.
in hun huizen gearresteerd en hen aan de
ajrrntpn overgegeven.
President; Hoe is u op aanvraag van een
burger tot 'die arrestatie over kunnen gaan?
Getuige: Omdat de burger zei. dat die
mensehen geschoten hadden en oindat 7.ulk
schieten voor mijn colonne te gevaarlijk
was.
Volgende getuige is de heei^P. D.D. Deze
vertelt, hoe 's morgens een luilenant bij
hem was gekme. d;e hem gclasHe mee
te gaan omdat hii N'.S.B.-er was. Getuige is
toen met zijn handen omhooe voor de deur
gaan staan een so'daat ter bewaking naast
hem. Wat later kwam de heer F. er ook
bij staan, eveneens met een soldaat naast
zich. Korten tijd'daarna kwamen de twee
agenten aanfietsen, die de arrestanten van
de militairen overnamen. Van het gebeurde
in den Zwaanshals kan getuige zich weinig
oositiefs mèe herinneren. Hij meent een
tlits 'van ^n arm waarschijnlijk die van
den F. gezien te hebben en toon werd er
ineens geschoten. Getuige voelde, dat hij
zelf ook geraakt werd; desniettegenstaan
de heeft hij de handen op zijn rug gehou
den. I-Iij gelooft, dat er in hel geheel vijf
of zes schoten zijn gelost, doch het is moge
lijk, dat de terugkaatsingen daarbij ge
teld zijn. In den politiepost heeft hij agent
v. H. gevraagd, waarom hij op hem gescho
ten heeft.
Getuige v. II., nog eens voorgeroepen, ver
klaart. dat laatstbedoelde vraag, niet is
gesteld.
„Zeer treurige zaak".
De officier, mr. Wilbrenninck, rept in
zijn requisitoir van een zeer treurige zaak.
Uit naam van het parket richt hij een
woord van deelneming tot mevrouw F. en
haar kinderen, die een braaf man pn huis
vader hebben verloren. Het parket betreurt
ten zeerste, dat dit is gebeurd. Het betreurt
ook, dat in de vedaebtenbank een agent
zit. die een mooien slaat van dienst heeft
en die zijn werk tot. volle tevredenheid van
zijn superieuren heeft verricht.
Het feit, waaraan de verdachte zich heeft
schuldig gemaakt, kan echter niet door den
beugel, omdat een politieagent nu eenmaal
de noodige voorzietigheid moet betrach
ten. Spr. wijst op de wanorde in de stad
gedurende de Meiagen; hij wijst er ook op,
lioc de politie het mogelijke heeft gedaan in
'iet belang van de bevolking. Wat zijn nu
de omstandigheden geweest die den agent
tot zijn optreden bewogen hebben? In Rot
terdam was groote onrust onder de bevol
king en dat was zeer zeker het geval,
toen de colonne militaire auto's in de Noord
molenstraat kwam. Op aandrang van bur
gers, die vertelden dat er was geschoten,
en uit een oogpunt van veiligheid voor de
colonne, heeft de luitenant met behulp van
een soldaat de heeren D. en F. "gearresteerd.
De schuld bij den luitenant.
De officier vraagt zich af, of er niet veel
onheil vermeden was kunnen worden, in
dien de luitenant en de soldaat anders wa
ren opgetreden. Het minste, dat men mocht
verwachten, is, dat. ze hun arrestanten had-
gefouilleerd. Verdachte heeft, met zijn
collega, ,dls behoorlijk politieman zijn
maatregelen genomen, in de veronderstel
ling met gevaarlijke, gewapende mannen
te doen te hebben. Het was een zeer on
aangename tocht, omdat er van alle kan
ten schoten werden gelost. Mogelijk is,
dat de heer F. van dit schieten is geschrok
ken en daardoor zijn handen van den rug
heeft gehaald, hetgeen als reactie een
schot in de lucht en een schot in de rich
ting van het lichaam van den fchecr F.
heeft veroorzaakt.
Nu is het de vraag, of B. den heer F.
ook lieeft geraakt. Alle aanwijzingen dui
den er op, dat de agent wel degelijk be
doeld heeft den heer F. te raken, al heeft
niet de bedoeling voorgezeten hem te (Joo-
den. Het schieten van den agent was ver
antwoord, hij had alleen op de beenen
moeten richten. Aan de schuld van ver
dachte is het te wijten, dat de heer F. het
leven heeft verloren. Spr. acht in dit ge
val een lichten graad van grove schuld
aanwezig; de agent heeft aan de eischen,
die aan een politieagent, die een gedwee
arrestant overbrengt, gesteld moeten wor
den, niet geheel beantwoord.
De officier eischt een hechtenis van 1
maand.
„Niet ondoordacht ot roekeloos" I
Mr. K. W. Zieleman, verdediger, betuigt
eveneens zijn deelneming met de nabe
staanden van het slachtoffer. Hij spreekt
er zijn twijfel over uit, of de feiten, opge
nomen in de dagvaarding, bewezen zijn.
Verdachte was volkomen gerechtvaardigd
te schieten. Door de opvolging van het be
vel van den officier heeft hij zijn plicht
gedaan en ook de maatregelen, die hij voor
de overbrenging genomen heeft, waren
volkomen verantwoord. Vast is komen te
staan, dat er links en rechts geschoten is.
Neemt men verder de volksbeweging op
straat in aanmerking, dan wordt het be
grijpelijk, dat verdachte eenigszins nerveus
is geworden.
Pleiter meent, dat men het zijn cliënt
niet erg kwalijk kan nemen, dat hij niet
precies op de beenen gericht heeft. In
ieder geval moet hij betwisten, dat ver
dachte hoogst ondoordacht of roekeloos
heeft geschoten. Overigens is het de vraag
nog. of B. de man wel is, die den heer F.
heeft doodgeschoten. Het bewijs daarvoor
is naar sprekers meening niet geleverd.
Zelfs de verklaring van getuige D. laat
ruimte voor de gedachte, dat verdachte den
heer F. gemist heeft. Niet is komen vast te
staan, welke soort kogels het waren, die
den heer F. hebben getroffen en evenmin
staat vast, van welken aard de wonden
waren. Pleiter concludeerde derhalve tot
vrijspraak.
Na re- en dupliek werd de uitspraak be
paald op 15 April.
VOOR HET DUITSCHE
LANDGERECHT
Brochure ten gunste van de Jo
den bevatte beschrijvingen tegen
het Duitsche Rijk. Volgens verd.
alleen: „Harde waarheden."
Voor het Duitsche Landgerecht hebben de
zer dagen terecht gestaan een 57-jarige ge-
pensionncerde burgemeester uit Indië, M. v,
D., wonende te Deventer en een 25-jarige
chemiker, L. E. B.. destijds leerling aan de
middelbare koloniale school aldaar. Beiden»
bevinden zich sinds 30 Nov. in voorarrest.
Bij zijn verhoor zeide beklaagde van D..
daj; op een avond een pak met ongeveer 300
brochures bij hem werd thuisbezorgd. Door
de duisternis heeft hij niet kunnen zien wie
de brenger daarvan was.
De brochures richtten zich tegen
de behandeling van de Joden in Ne
derland en zij bevatten een aanspo
ring aan de ambtenaren, om alvo
rens te voldoen aan het verzoek om
medewerking bij de vaststelling van
de identiteit der Joden, eerst hun ge
weten te raadplegen.
Na lezing van de brochure heeft beklaagde
van D. zich met de algemeene strekking
daarvan kunnen vereenigen, omdat zij ge
heel zijn gedachten weergaf, en, aangezien
aan het slot. een beroep op de lezers werd ge
daan om deze brochure verder te verspreiden
heeft beklaagde gemeend, dat hij als Neder
lander en als Christen daaraan gevolg moest
geven. Na dit besluit. t,e hebben genomen,
heeft hij beklaagde bij zich laten komen en
dezen verzocht de brochure onder de. leerlin
gen van de koloniale landbouwschool uit te
delen.
De rechter, de heer Joppich, wees naar
aanleiding van deze uitlatingen den be
klaagde er op, dat in de brochure zeer ha
telijke opmerkingen voorkomen over het
Duitsche rijk, over den rijkscommissaris
en over de door dezen genomen maatrege
len. Nn beklaagde zegt zich met deze
brochure te kunnen vereenigen, kan wor
den aangenomen, dat hij deze hatelijkhe
den onderschrijft en ze, door de versprei
ding der brochure te bevorderen voor zijn
rekening heeft genomen.
Harde waarheden, zegt bekl.
Beklaagde ontkende, dat de brochure be
schimpingen bevat. Wel staan er harde
waarheden in, welke, wanneer beklaagde
de brochure zou hebben geschreven, wel
licht iets zachter omschreven zouden zijn,
maar in het constatceren van deze waar
heden heeft bekl geen optreden of ophit
sing tegen het Duitsche rijk of tegen den
rijkscommissaris gezien.
Beklaagde B. gaf eveneens toe het met
den inhoud der brochure eens geweest te
zijn en daarom heeft hij de verspreiding
ervan op zich genomen. Van deze versprei
ding is qchter niet veel gekomen, want.
nadat eenige collega's hadden geweigerd
daaraan mede te werken, is het meeren-
deel der brochures vernietigd.
De generalstaatsanwalt dr. Ko
blitz betitelde in zijn requisitoir de
ze actie als zeer ernstig. In deze
brochure wordt gezegd, dat het
bijna te laat is voor den tweeden
slag. hetgeen be'teekent, dat het
Nederlandsche volk wordt aange-
snoord om waakzaam te zijn aan
gezien het anders te laat zai zijn
om nog tegenstand te kunnen bie
den. In dit geschrift wordt welis
waar niet aangespoord tot verzet
met de wapenen, maar wel tot po
litieleen tegenstand en tegenwer
king bij de uitvoering van door de
bezettende macht noodig geoor
deelde maatregelen.
Een dergelijke propaganda, welke geheel
verschilt met de tot dusver hier hehandelde
noemde dr. Koblitz zeer gevaarlijk voor het
Nederlandsche volk, dat nuchter de in de
brochure vervatte beweringen' aanneemt, te
meer omdat het geschrift den schijn heeft
een zakelijken inhoud te hebben. Maar de
strekking van de brochure is verderfelijk en
in- strijd met de werkelijkheid. Want daarin
wordt het Jodenprobleem voorgesteld als een
Christelijke zaak. Dat is niet juist. Het Jo
denvraagstuk is een wereldprobleem en een
politiek probleem, dat door Duitschland is
opgelost en waarover thans niet meer te
discussiecren valt.
En nog minder kan de bezettende
overheid kritiek toelaten, op maat
regelen, welke zij in verband met het
Jodenvraagstuk ook hier noodzake
lijk acht en het Is dan ook de plicht
van het gerecht om diegenen, die
het Jodenvraagstuk gebruiken als
middel om op te wekken tot politie-
ken tegenstand, streng te straffen,
waardoor hun verhinderd wordt ook
anderen in de gevangenis mede te
sleepen. Thans reeds heeft beklaagde
van D. de schuld, dat ook zijn jon
gere kennis B. in de aevangenis te
recht komt. Opdat het gebeurde voor
ieder een goede les en een ernstige
waarschuwing moge zijn, vorderde
Duitschland collecteert
Voor herstel van Belgische kerken.
Met toestemming van de bevoegde Duit
sche autoriteiten zullen in alle katholieke
kerken van Duitschland collectes gehouden
worden, welker opbrengst ten goede kómt
van het. herstel der verwoeste kerken in
België. Daar in tegenstelling tot Nederland
en Frankrijk, de Belgische kerken slechts
weinig of in het geheel niet beschermd wa
ren, zijn de verwoestingen, welke de Engel-
schen bij de gevechtshandelingen hebben
aangericht, ten deele zeer aanzienlijk. In dc
eerste plaats zullen alle uit geschiedkundig
oogpunt waardevolle gebouwen gerestau
reerd worden. De Duitsche bezettende over
heid heeft allen mogelijken steun toegezegd.
r.
De Amerikaansche toezegging
aan Zuid-Slavië
De correspondent van International
News, Desider Geleji, meldt uit Belgrado,
dat Zuid-Slavië van de Vereenigde Staten
^opnieuw de toezegging van materieelcn
steun gevraagd heeft. De minister van
buitenlandsche zaken, Nintsjitsj, heeft
tweemaal met Washington getelefoneerd.
De gezant tc Washington Fotitsj, heeft
daarop een bevestiging overgebracht van
de officieele belofte, dat de Amerikaan
sche regeering bereid is Zuid-Slavië steun
te verleenen in het kader van de wet tot
hulpverleening aan Engeland.
Maandag zijn te Wladiwostock verpach
tingen gehouden voor de visscherij-sectoren
waarvan de huur 31 December j.'l. afgeloo-
Pen was. De Russiche visschersorganisaties
verkregen bij deze verpachting vijf sectoren,
die tevoren aan Japansche ondernemingen
verhuurd waren. Twee sectoren, die vroeger
eveneens aan Japanners verhuurd werden,
zijn niet toegewezen en zullen weldra op
nieuw verpacht worden."
De. *corespondent van Tass verneemt van
de Trust Dalaba. dat vier sectoren, die door
de vroegere Japansche pachters niet. geëx
ploiteerd werden gedurende de beide laatste
jaren, gesloten zullen worden, aangezien zij
hun beteekenis als visscherijgebied verloren
hebben.
De. Japansche operaties tegen het negen
tiende Chineesche legercorps, dat ten zuiden
van Nantsjang (provincie Kiangsi) lag, zijn
met de nederlaag der Chineezen geëindigd,
zoo wordt in Japansche militaire kringen
gezegd. De Chineezen hebben sedert half
'Maart ongeveer negenduizend man en groote
hoeveelheden oorlogsmateriaal verloren.
dr. Koblitz tegen beide beklaagden
een gevangenisstraf van twee Jaren
en zes maanden.
De raadsman der beklaagden merkte in zijn
pleidooi op, dat de Christelijke naastenliefde
in Nederland steeds zeer groot is geweest en
altijd hoog is gehouden. Daarom noemde
pleiter het ook verklaarbaar, dat de maat
regelen tegen de Joden in bet vrijheidlie
vende Nederland pijnlijk zijn ontvangen. Het
betreft hier. aldus pleiter, geen ophitsing te
gen Duitschland, doch zuiver een geestelijk
vraagstuk.
In dit licht bezien noemde pleiter de ge
vraagde straf ongehoord zwaar en hij vroeg
daarom clementie.
Nadat beklaagde van D. nog uitvoerig zijn
zienswijze als christen had uiteengezet, heeft
rechter Joppich vonnis gewezen en daarbij
van D. veroordeeld tot een gevangenisstraf
van één jaar en zes maanden en beklaagde
B. tot één jaar. voor beiden met aftrek van
het voorarrest.
Hooge straffen zijn hier op haar plaats
aldus het vonnis, doch bij de bepaling van
de strafmaat heeft de rechter ten aanzien
van beklaagde D. ditmaal nog in aanmer
king willen nemen, dat bij dezen een gewe
tensvraag heeft voorgezeten, terwijl ten op
zichte van beklaagde B. met zijn jeugd re
kening is gehouden.
De rechter uitte ten slotte de hoop. dat de
ze zaak voor anderen een ernstige waarschu
wing moge zijn, want in de toekomst zal
geen clementie meer mogelijk zijn en-zullen
hoogere straffen moeten worden opgelegd.
Portugal invalspoort voor En-
gelsch expeditieleger?
Opmerkelijk Britsch boek en rustig
Spaans antwoord.
„Engeland heeft Spanje noodig Pm den
oorlog te winnen, de as kapot te maken eri
zijn heerschappij in de Middellandsche zee
te verzekeren", is de quintessens van een
bock van den Engelschen schrijver Charles
Duff getiteld: „De sleutel tot de overwinning:
Spanje".
Onder blijkbaar officieele inspiratie be
paalt het blad Informaciones hiertegenover
zijn standpunt.. Het, blad citeert daarbij de
in het, boek vervatte voorstellen ter berei
king van de Engelsche doeleinden.
Zij komen neer op een herstel van
het republikeinsche constitutioneele
regeeringsstelsel in Spanje en op
een diplomatieke voorbereiding hier
van via Portugal met het doel, Span
je bij den oorlog te betrekken. Om de
ze plannen uit te voeren, beveelt de
Engelsche schrijver het landen van
een Engelsch expeditiecorps in Por
tugal aan en een intocht in Spanje.
Het vraagstuk van de Middelland
sche zee zou dan met één slag zijn
opgelost en de macht van de as zou
via Spanje gebroken moeten wor
den, waarmede anderzijds ook de
oude~ EngelschPortugeesche alli
antie weer zou kunnen herleven.
De speculaties van den Britschon schrij
ver, wiens boek in een bundel genaamd
„Overwinningen" verschenen is, bereiken
ten slotte haar hoogtepunt waar hij ver
klaart, dat Spanje van vitale noodzake
lijkheid voor het Britsche rijk is, dat geen
vij'andig gezind Spanje kan verdragen.
Het geïnspireerde artikel van het Spaan-
sche blad antwoordt op deze Britsche po
gingen, dat Spanje thans inziet, hoe En
geland reeds het geheele Europeesche ter
rein verloren heeft en thans op een zwak
Spanje speculeert. Volgens de Engelsche
herekeningen zouden dus Spanjaarden bij
gebrek aan Britsche burgers, die leemte
moeten opvullen en voor het Empire strij
den.
En wat Portugal als uitgangspunt voor
de voorgenomen Engelsche invasie in
Spanje betreft, geloovcn wij niet, dat dit
volk, «dat ons met -voörbeeldigen trouw en
tegen de wenschen en bevelen van zijn
vroegeren bondgenoot in den moeilijksten
tijd de hand reikte, zich thans tot. een der
gelijke achterbaksche Britsche politiek zou
leenen. Het. Madrileensche blad besluit zijn
artikel met erop te wijzen, dat ingeval
Portugal aan het Britsche spel zou toege
ven, de soldaten, die Dinsdag langs den
Caudillo defileerden, voor de verdediging
van het Iberische schiereiland gereed zou
den staan.
Amsferdamscbe effectenbeurs
Levendige handel. Bewogen
markt. Omvangrijke koopoï-
ders. Na willige opening schei-
pe reactie, waarna wederom her.
stel. Amerikanen flauw.
Nederlandsche belegingen willig,
OBLIGATIES
STAATSLEENINGEN.
V.K. L.K.
Nederland 1941 I 4 96%-97 9S-975/16
Nederland 1940 I 4 98 7/16 9SVa
Nederland 1940 II 4 9S%
Idem mot bel. fac. 98 7/16 9S%
Nederland 1938 3.3% 863,4-87% D1 -90%
Oost Indië 1937 3 87%. 91%
Oost Indië 1937 A 3 S6% 89
DUITSCHLAND
D. Gr. b '40 Ct. 6
Konv Kas (m.v.) 4
PROVINCIALE EN GEM. LEENINGEN.
A'dam '37 I 3% 84% 89
's Grav. '37 I 3y2
N. Holl. '38 3 81%
N.-Holl. '38 II (31/2) 3 85 90%
R'dam *37 I III 3% 83% 86
Z.-Holland 1937 3 83 84
HYPOTHEEKBANKEN.
Ned. Hyp.b. Veendam 3% 92
INDUSTRIEELE ONDERNEMINGEN.
Buitenland.
Farbenind I. G. 7
Gelsenk. Bergw. 5
AANDEELEN. j
BANK- EN CRED.-INST.
Binnenland.
Koloniale Bank A 195 199%
Ned. Ind. Handelsb. A 137 141%
Ned. Handel Mij. c.v. A 140 146%-147
INDUSTRIEELE ONDERNEMINGEN.
Binnenland.
A.K U. '1221/2-126
1311/2-127
Calvé Delft c v A 74 79
Centr. Suiker Mij. 205 206
Fokker g A. 195 200
Lever Bros en Unilever CV.A125-130 140»133%'
Ned. Ford 335
Philips G B v A. 213-219
2251/2-216%
Philips pref. A. 146% 146
Bnitenland.
Anaconda copper cv. A. 27 5/16-2711/16
25%-26 3/16
Beth. Steel cv. A. 78%-79% 78-74%
Gen. Motors cv. A. 49 15/16 47
Kennecot Copper cv. A. 351/1G-351/»
32-33%
North. Am Aviation cv. A. 14% 14
Rep Steel cv. A. 223,4-231/4 19-213^
U. S. Steel cv. A. 61-62 56%-60y3
PETROLEUMONDERNEMINGEN.
Binnenland.
Dordtsche Petr. g. A. 246% 261%
Kon. Petr. 260y»-274%
290-282%
Bnitenland.
Shell Union cv. A. 11%-11%
10%-11%
Tide Water cv. A. 93,4-9 15/16 9-9%
SCHEEPVAART-MAATSCHAPPIJEN.
Holland-Amerikalijn A. 110%-126 129-125
Java China Japanlijn A. 156-162% 167-158
Kon. Ned. Stoomb. Mij.
-nat bez. v. A. 164-167 172-169
Kon. Paketvaart A 247-252 259-260
Ned. Scheepv. Unie A. 184y2-190
196%-190%
Rott Lloyd A. 145-149 156%-155
Stoomv. M. Nederland A. 144-151 loS-160
SUIKER-ONDERNEMINGEN.
H.V.A. 452-465 495-475
Javasche Cultuur 270 284
NIS U. 275 2S5
Ver. Vorstenl. Cult 125-129
139%-134%
TABAKSONDERNEMINGEN.
Deli Batavia Mij. 202-207 221-215
Deli Mij. cv. A. 273-280 293-300
Senembah 209-225 239-231
RUBBER-ONDERNEMINGEN.
Amsterd Rubber 290-297 312-301
Ban dar Rubber Mij A. 232-2^3 240
Deli Batavia Mij. A. 231 240
Koersen Nederlandsch
clearinginstituut
Koersen van stortingen op 3 April 1941.
Belga's 30.1432; Zwitsersche Francs 43.56;
Fransche Francs $.768; Lires 9.87; Decnsche
Kronen 36,37; Zweedschc Kronen 44.85; Tsje
chische Kronen (oude schulden)1 6.42.
Aangezien tegelijk met dc clearing-Duitsch-
land ook die met liet protectoraat Bohemen
en Moravië (nieuwe verplichtingen) is opge
heven, wordt ook voor do Tsjechische kronen
(nieuwe echuldenj geen clearingkoers meer
gepubliceerd. De speciale regeling voor de
verrekening van oude verplichtingen met
liet protectoraat blijft voortbestaan.
WINTERHULPf^NEDERLAND
Stort op 5553 of op 877
POSTGIRO-NO'8 VAN DE WIN
TERHULP NEDERLAND.
Winterhulp Nederland, Den Haag,
No. 5558.
Als bank der Winterhulp Neder-
derland li aangewezen «1e Kasver-
eenlglng N.V„ Amsterdam, No. 877.
Ge brengt geluk ta veler leven!!