De Kraaien- en Spreeuwen-indianen DIERENSPEL 13-eAte ionqeni en mellfAl! Nu is dan toch van de week, eigenlijk nog onverwacht, de zomer gekomen. Zaterdag morgen was hij ër ineens en kon je de wereld .zien veranderen. Wat een kostelijke verras sing was dat. Zo zien jullie: ondanks al het geklaag van de vorige week dat het maar nooit zomer werd is die dan toch gekomen. En nog wel met de Pinkstervacantie in net vooruitzicht. Dat belooft wat, beste vrienden. Ik zal nu eerst even vertellen, wie de prijs gewonnen heeft. Dat is: BEP TIJSEN, Oosterterpweg L 36, Wieringerwerf. (13 jaar). En nu de briefjes. Beppie Kole, Anna Paulowna. Beppie schreef me, dat ze a.s. Maandag al 10 jaar wordt. Van te voren feliciteer ik je maar vast, Beppie en ik hoop dat het een fijne dag wordt. Met veel verrassingen. Of i k taart lust? Dat zóu ik denkeu. Ze mogen me er 's nachts wakker voor maken. Dicuwertje Raven, Winkel. Wat heb jij Zondag een fijne tocht gemaakt, Dieuwertje. Dat was om jaloers op te worden. Maar ge zond was het. En de zon scheen en het was al echt zomer. Je had gelijk hoor. Was het boek mooi? Dat dacht ik wel. Dag! Bep Tijsen, Wieringerwerf. Zo, is Frieda gekomen? Ja, ik herinner me nog vaag, dat ze vroeger ook eens een paar maal geschre ven heeft. Doe haar mijn hartelijke groeten. Zoals je ziet ben jij de gelukkige, die het boek gewonnen heeft. Gefeliciteerd! Ik zal een mooi voor je uitzoeken. Tot volgende week. (Ik reken op die extra-dikke brief van je, die je beloofd hebt!) .Piet van Ham, Anna Paulowna. Heeft Trien Tijsen op school nog voor je gezeten? Ik zal haar vragen of je jou ook nog ge kend heeft. Maar dat zal wel. Leuk van dat veulen, dat niet meer naar de stal terugwilde, toen het eenmaal in de wei was. Dat had dus de lente in z'n hoofd. Coba van Ham, Anna Paulowna. Wil jy zo graag de prijs eens winnen? Ik zal een „schietgebedje" voor je doen, Coba, maar be loven... dat kan ik niet Van de week was het Bep, die de gelukkige was. Maar wie weet... ben jij het volgende week niet. Moed houden! Trien Tijsen, Wieringerwerf. Heb jy Piet van Ham nog gekend, Trien? Hy zegt, dat jij nog voor hem op school gezeten heeft. Jouw briefje was ook klein van de week en ik krijg dus zeker, net als van Bep, een extra grote de volgende week. Ja Grietje Maigret, Schagen. Ik vind het een aardig idee van je Grietje, dat je in je briefje een Pinksterbloem voor me gedaan hebt. Dat is zo'n echte zomer-brenger. Ik heb de bloem in het knoopsgaatje van m'n jas gestoken en er de hele dag mee gelopen. Of ik 22 ons caramels per dag verwerkte Nee, dat is niet waar. Het waren „maar" 2 ons. Briena Verhage, Anna Paulowna. Wat een fijne verjaardag heb jij gehad Brinia. Wat een cadeaux! Aardig van je vriendinnen om je zo te gedenken. Het boek „Alleen op de Wereld" is heel mooi en dat kun je wel drie maal lezen. Ik heb het ook en geef het nooit weg. Trien Visser, Anna Paulowna. Zo... zo... hebben jullie bij Briena zoveel gesnoept, dat je thuis helemaal geen trek in eten meer had? 'Nu, het spijt me dat ik dat niet geweten heb, anders was ik vast en zeker even aan gekomen om een graantje mee te pikken van al dat lekkers. Jouw verjaardag... maar nee, dat duurt nog een paar maanden. Grietje van Leyen, Hensbroek. Leuk is dat, Grietje, dat meester Koppenol van die fijne proeven neemt. De proef met het em mertje van 's-Gravensande ken ik wel. Bij ons op school kregen we ook proeven. Hebben jullie gisteren een fijne tocht gemaakt met meester? En hoe staat het met je verkoud heid? Al over? Luitje Kuiper, Hensbroek. Heerlyk, dat je overgegaan bent, Luitje en dat nog wel met zo'n schitterend rapport. Bravo! Ja, het is we' duur, als je iedere week een postzegel van TVs cent moet opplakken. Maar daar is, geloof ik, niets aan te doen. Misschien is er wil een vriend of vriendin die het samen met jou wil doen. Xijk maar een rond. Coba Blom, Petten. Wat een aardige poes heb jij Coba, helemaal zwart met een heel klein wit plekje onder de kin. Wat zul je die poes verwennen! Ben je nog erg boos op me Dieuwertje G.im, Wieringerwaard. Jouw schooltijd zit er nu bijna op, Dieuwertje, nu je in de 7e klas bent gekomen. Ga je met De cember naar huis? En wat zijn dan je plan nen? Daar moet je me volgende maal eens over schrijven. Afgesproken? Ja,n Groot, Wieringerwaard. Wat zal die oom van jou in z'n sas geweest zyn met de krantenhanger, die jy helemaal zelf gefabriekt hebt. Die bofte maar even, zeg. Jij bent een echte knutselaar, geloof ik. Nu, je hebt ge lijk. Daar heb je later vast en zeker nog veel plezier van. Wirn en Maartje Boontjes, Stolpen. Kan de kleine Makie al haar eigen naam op pa pier zetten. Dat vind ik knap. En kan ze ook al tot 20 tellen? Dat is geweldig. Jullie heb ben maar 'een knappe kleine zus. Gaat ze later ook meedoen met de raadsels en de brieven Iza de Regt, Kolhorn. Dat was een fijne, kezellige brief, beste Iza en inderdaad heb je de schade van de laatste weken weer dubbel en dwars ingehaald. Leuk, dat jüllie alle drie verhoogd bent. En wat had jij een schitterend rapport. Ga zo voort en je zit, voor je het weet, op de MULO. Want daar wil je heen, lees ik. Tot volgende week Iza. Dag! Coba Blom, Petten. - Is tante Zus ge weest en heeft die weer zo'n prachtige jurk voor je meegebracht? Wat is dat toch jam mer, dat niet al m'n vriendinnen van die tantes hebben. Dat moest waar zijn. En kreeg je ook een poederdoosje waai een slang uit sprong? Daar heb ik erg om gelachen. Want ik ben niets gesteld op die echte poeder- doosjes. Het is me altijd een raadsel geweest, waarom sommige meisjes de wangen vol sme ren met witte poeder, terwijl ze van die echt- Hollandse frisse gezichten hebben. Begrijp jij dat? Janny Wetsteen, Nieuwe Niedorp. Fijn, dat je overgegaan bent, Janny. En dat nog wel met zulke mooie cijfers. M'n complimen ten hoor. Wat hebben jullie de Moeder-dag aardig gevierd. En ik lees dat vader ook niet tekortgekomen is. Dag! Aatje Spaans, Schagen. Go is het Aafje, je kunt beter een kleine brief met weinig nieuws schrijven dan helemaal niets. Dat ben ik met je eens. En dat briefje van jou was nog heus zo kort niet. Dag! Annie Speet», Warmenhuizen. Nee maar... heb jij al gezwommen, Annie? Nu, dat noem ik een geweldige prestatie. Jy bent dus ook niet erg bang voor water. En zelfs niet voor zulk koud water als we nu nog hebben. Je bent een echte „Spartaan". Marianne Braaf, Wieringerwaard. Ja, de postzegels zijn duur, beste Marianne. Dat is een groot bezwaar voor menig vriend en vriendin. Ik begrijp dat heus wel. En zal het niet kwalyk nemen als er om de week geen brief van je is. Dank je vriendelijk voor je fijne, lange brief. Dag! Annie Keesman, Kolliorn. Dat was een leuke tocht naar Nieuwe Niedorp, Annie. Wat zal je genoten hebben, zeg! Ga je van de zomer je zwemdiploma halen? Nu, ik geef je gelijk. En dat zwemmen op je rug komt ook in orde. Reken daar op! Nelly Lageveen, Medemblik. Zo, zijn de Hoensonnetjes neven en nichten van je? Dat heb ik nooit geweten. Het lijkt me wel een le*k stel. En ze schrijven ook aardig. Wat een bijzonder mooi briefpapier heb je, Nellie. Wees er maar zuinig op. Rie Zwaag, Schagen. Ja, ik heb je al een hele tijd gemist. Rie, maar nu lees ik, dat dit kwam doordat het briefpapier op was. Wat heb je een mooi papier terugge kregen. Ik zou er heel, heel zuinig mee zijn, want het papier wordt erg duur als ik me niet vergis. Koosje Bregman, Schagen. Wat hebben jullie een fijne tocht gehad, Koosje. Jij en Aagje Borst, en Elly Kweldam en Maryke Roep. Wat zullen jullie veel te bepraten heb ben gehad. Dat kan ik me zo voorstellen, Anneke? Nee, die heeft me al in geen paar weken geschreven. En ze heeft nogal pas de prijs gewonnen. Nu, ik denk dat ik ze vol gende week wel weer tussen de briefjes vind. Dag! Piet Boonacker, Schagen. Alkmaar is een mooie stad Piet, dat ben ik met je eens. Grote straten, grote winkels, grote kerken... alles groot. Je kunt er ook best verdwalen als je de weg niet weet. Vooral bij die grachten en steegjes. Het is een verschrik kelijk oude stad, dat wist je natuurlijk wel. Anneke de Raat, Schagen. Ik denk er, eerlyk gezegd, al net zo over als jij Anneke: Woensdag werken, Donderdag lekker vry, Vrijdag werken en Zaterdagmiddag en Zon dag al weer vry! En dan lokt daar in de verte al weer het Pinksterfeest. Heus, ik geloof dat alle mensen blij zijn met vrye dagen. Of ze nu jong zijn of oud. Dag An neke! Dieuwertje Schouten, Breezand. Wat fijn, dat tante Corrie uit Velzen geweest is, Dieuwertje. Die kwam niet met lege handen, zeg! Was het raadsel zo naar je zin? Nu, je bent de enige niet, die het een fijne puzzle vond. Bijna allemaal. Tot volgende wëek. Neeltje Woudt, Nieuwe Niedorp. Met mijn vrouw gaat het, gelukkig, best, Neeltje. Wat leuk, dat jullie nog zo dikwijls naar haar vragen. Ze leest de briefjes ook, en ik geloof dat ze het altijd aardig vindt als ze genoemd wordt. Ze is flink en sterk en als het weer .eenmaal vrede is hebben we niets meer te wensen. Fijn zal dat zijn, Neeltje! Sietske Boomsma, Nieuwe Niedorp. Jij bent zeker een goede rekenmeester op school, Sietske, dat je al zo goed weet om te gaan met „breuken". Ik vond het vroeger nogal moeilijk, geloof ik, maar voor jou is het een peuleschil. Gerie Muntjewerf, Schagen. Ja Gerie, het is een prachtig gezicht al die tulpenvel den. Net stukken uit een bouwdoos. Witte stukken en rode stukken en paarse en gele en blauwe. Als de zon er over scheert is het zo mooi als een sprookje. Ik kan er nooit lang genoeg naar kijken. Coba Schaafsma, Hoogwoud. Wat fijn, Coba, dat je een broertje gekregen hebt. En hoe maakt de nieuwe wereldburger Hendrik het? Is hij erg lief of schreeuwt hij hard? Dat moet je me nog maar eens vertellen. Jammer, dat je niet.in de operette kon Op treden, Coba. Maar... de volgende keer dan maar weer. Jan-Piet, Nel, Tryntje en Betsle Hoenson, Barsingerhorn. Dat was maar een klein briefje jongens, deze week. Ik heb ze wel driemaal groter van jullie gehad. Is de brief volgende maal zo dik, dat ik er in geen half uur doorheen kan komen...?? Forra Schouwenaar, Anna Paulowna. Heb jij 10 dagen van je vacantie doorge bracht in Zeeland? Dat zullen vast en zeker kostelijke dagen, geweest zijn Forra, want Zeeland is heel mooi en vooral in de lente. Goes is mooi hè? Wat zul je een bende te vertellen hebben gehad, toen je weer in Anna Paulowna terug was. Piet Schroevers, Schagen. Piet weet niet wat te schrijven en vult zijn brief nu met een tekening van een tulp, hoe die groeit en wat er alzo in zit. Maar ik krijg nu wel zo'n beetje een idee, dat ik een boekje, van na tuurlijke historie aan het lezen ben en... dat is de bedoeling niet Pie.. Tot volgende week. (Krijg ik dan soms een tekening van een paardenbloem Wim Schroevers, Schagen. Jammer van dat aquarium, dat stukgestoten is Wim. Zyn de salamanders nu weer in vrijheid? Ik denk dat ze dat wel prettig zullen vinden. Vooral nu het lente buiten is en het weer lekker warm wordt. Annie de Jong, Breezand. Ger is een domoor. Ik heb zo'n vermoeden dat het briefje dat er by jou ingesloten was van Ger was. Maar... er staat geen naam en adres op. Niets van dat al. Wat vreselijk dom is dat. Hoe was moeders verjaardag Dindag? Leuk? Tini Koorn, Nieuwe Niedorp. Ik ken haast geen echter lentebloemen dan Pink sterbloemen. Met hun paars-blauwe pakjes zijn het net kinderen van de wei. Beste jongens en meisjes, ik ben er door. Tot wederschryven. Oplossing raadsel vorige week 1, twee; 2. iets; 3. maan; 4. mees; 5. eend; 5. rond; 7. melk; 8. arie; 9. neef. Timmerman. Goede oplossingen ontvangen vaat Marianne B., W.waard; Nellie P., Kolhorn; Dieuwertje R., Winkel; Piet B., Schagen; Koosje B., Schagen; Annie S„ Warmenhuizen; Annie K., Kolhorn; Iza de R., Kolhorn; Wim en Maartje B., Stolpen; Jan G.; Wieringer waard; Dieuwertje G., Wieringerwaard; Cóba B., Petten; Luitje K., Hensbroek; Ali B., St. Maartensvlotbrug; Grietje van L., Hensbroek; Trien T., Anna Paulowna; Briena V., Anna Paulowna .G. R. de J., St. Maartep; Marinus de J., Schoorl; Grietje M., Schagen; Trien T., Wieringerwerf; Bep T., Wieringerwerf; Coba van H., Anna Paulowna; Piet van H., Anna Paulowna; Nellie L., Medemblik; Atö V., Cal- lantsoog; Beppie K., Anna Paulowna; Klaas de J., Barsingerhorn; Aafje S., Schagen; Jan ny W. Nieuwe Niedorp; Coba B., Petten; Annie de J., Breezand; Tiny K., Nieuwe Nie dorp; Forra S., Anna Paulowna; Jan-Piet, Nel, Trijntje en Betsie H., Barsingerhorn; Wim S., Schagen; Piet 3., Schagen; Maryke E., St. Maartensvlotbrug; Coba S., Hoogwoud; Gerie M., Schagen; Wim M., Nieuwe Niedorp; Sietske B., Nieuwe Niedorp; Anneke de R., Schagen; Klazien de G., St. Maarten; Neeltje W., Nieuwe Niedorp. Nieuw Raadsel I 5 Horizontaal: 1. Doe je by een zieke. 4. Krijg je van je geld, wanneer het op de spaarbank staat. 5. Jongensnaam. Verticaal: 1. Koop je bij den slager. 2. Stuk geschut. 3. Niemendal. LENTE Een leeuwerik in 't blonde duin, Verhief de kleine kop. Hij spreidde toen de vleugels uit En zocht het luchtruim op. Toen zag hij neer op 't groene land. En jubelde zijn lied. Hy' zong maar in de biyde zon, "Vergetend zijn verdriet. Hij dacht niet meer aan wintertijd, Aan sneeuw en ys en kou. Hij jubelde en zong maar door 't Is lente, waar 'k van hou. Heemstede, 7 Mei 1941. K. Wouters. O, wat verveelden de jongens zich. 't Was midden in de zomer, snikheet en ze hadden va cantie. 2 Weken hadden ze al doelloos voorby laten gaan. Ze wisten totaal niet, wat ze doen moesten. Ja, ze hadden al plannen gemaakt, maar het een was al gekker dan het ander, zodat ze allen van de hand moesten worden gewezen. Op een middag waren ze met z'n allen op het bleekveld van mijnheer Veltman. Daar lagen ze lui in het gras. Opeens sprong Piet Veltman, een zoontje van mijnheer Veltman, op en zei: „Jongens, Jk heb een plan, een reuzeplan." Alle tien sprongen ze overeind, alle moeheid en loomheid was verdwenen. Tien hoofden werden bij elkaar gestoken. Een ogenblik later sprongen ze allemaal rond en riepen: „Ja, ja, dat doen we, een India- nenclubje. Wat hèd Piet dan voor een geheim? Wel, het volgende: Zijn vader had een groot bos. Nu konden ze fijn in dit bos spelen en net als echte Indianen doen. Ze zouden, als ze op .het oorlogspad waren, hun gezichten be schilderen, ze zouden zelf hun potje koken, ze zouden... enfin, alles, wat de Indianen maar deden, zouden zij ook doen. Het bos was vrij, iedereen mocht erin, dus bezwaren van er-niet-inmogen waren er ook al niet. Dat Was dus afgesproken. Maar, hoe kwa men ze aan hoofdtooisels, speren, pijlen, bo gen, tomahawks en Indianenkleren Ook dat was te verhelpen. Iedere jongen zou zijn eigen wapens maken. Hein Vanderbilt had 20 duiven en zou de veren leveren. Piet zei, dat zijn moeder wel van 'n paar oude kleren Indianenpakjes zou maken. Jan Stibbe zou zijn verfdoos in pand geven, als ze op het „oorlogspad" waren. Zo, dat was dus ook in orde. Binnen een week zou alles klaar zijn. IJverg werkten alle jongens aan hun wa pens, die ze uit de takken der bomen van het bos maakten. Maandagmorgen 9 uur. 8 jongens trekken sluipend door het Veltman-bos, zoals het altijd werd genoemd. Twee jongens zijn voor uit gegaan om te verspieden. Ik zeg expres jongens, omdat zij nog niet in Indianenpakjes waren gestoken. Die droegen ze bij zich. Ze zouden eerst een mooie plek in 't bos uitzoe ken, zich daar verkleden en dan een vergade ring houden. In een paar minuten waren de gewone Hollandsche jongens veranderd in een troep wilde Indianen. Toen begon de verga dering. Voorloopig was Piet Veltman opperhoofd, omdat hij het fyne plan had uitgevonden. „Ik begin heden met de vergadering te ope nen," begon hij plechtig, „daarom zullen ik en mijn broeders eerst het calumet roken, opdat wij in vrede bij elkaar zijn." Plechtig haalde hij een pijp van zijn vader te voorschijn, die hij stiekum, met wat tabak, had meegeno men. Hij stak de pijn aan, deed een paar trekken, waarbij hij een heel vies gezicht zette en blies vervolgens naar vier kanten de rook uit. „Uche, uche", kuchte hij. Daarop zei hij: „Dat mijn naaste broeder eveneens doe als ik." Nadat allen de -„vredespijp" had den gerookt, borg Piet hem weer op en ver volgde zijn rede. „Wij zijn hier gekomen om samen een club op te richten, die tot doel heeft alle bleekgezichten van evenveel win ters als wij zijn, te verdrijven en alle andere roodhuiden, die vijandelijke bedoelingen heb ben, te bestrijden zoals vliegen en muggen. Ons verbond zal tevens een naam dragen, zoals het paard, de hond en de kat er een dragen. Het opperhoofd heeft de naam ge kozen van Kraaien, opdat wij even gemak kelijk op de grond voortkunnen als de kraaien in de lucht. Het opperhoofd zelf zal ook een naam dragen. Een, die het opperhoofd waar dig is te dragen. Hij zal heten Vliegende Blik sem, omdat hij net zo vlug is als de vuur stralen, die de Dondergod op aarde zendt. Tot onderhoofd benoem ik de dappere krijger, die in de bleekgezichten-wereld Hein Vanderbilt wordt genoemd. Hij zal de naam van Witte Bison dragen, omdat hij een der sterkste krij gers is. Verder zijn er twee verspieders, die in de bleekgezichtenwereld Klees Blom en Jaap Groen heten. Deze twee dappere krijgers noem ik Vliegend-Hert en Adelaar. De zes andere broeders moetenzelf hun naam be denken." Hè, hè, dat was een lange rede. Hy hal hem eerst opgeschreven en toen uit het hoofi geleerd. Die hoefde hij tenminste niet mee te onthouden. Nu zou het spel dan beginnen De 2 verspieders werden weer yooruitgezon den. Achter elkaar, op Indiaanse wijze, slo pen de Kraaien voort op onbekende paadjes Stil, hoorden ze daar geen geritsel? Alle maal doken ze de struik ;n in. Het waren ge lukkig geen vijanden maar Vliegend Hert ei Adelaar, die zo werd genoemd door scherpe ogen. Vliegend Heft deed het woord „Het machtige opperhoofd der beroemd Kraaienstam vergunne mij een belangrijk boodschap te geven. Toen wij 14 meter hiel vooruit waren, ontdekten wij een vijandelijk! troep Indianen. Zij hielden, evenals wij, eei vergadering, waarin wy hoorden, dat di troep 25 man sterk is en de naam vai Spreeuwen draagt. Het opperhoofd heet Sis sende Adder. Zij willen heer en meester ove het bos zijn en hebben verspieders naar all kanten uitgezonden, om te kijken of er ooi andere Indianenstammen in de buurt waren Zij hebben ook 2 verspieders deze kant' uit gezonden. Wij lopen dus gevaar aangevallei te worden door de Spreeuwen. Ik verzoek he opperhoofd Vliegende Bliksem, zo spoedij mogelijk een schuilhoek te zoeken." Het op perhoofd dacht even na Zou het wel goei wezen weg te schuilen? Wacht, hij had eei beter plan. „Wij gaan allemaal in de bomei klimmen. Wij hebben groene pakjes aan, Da zien ze ons niet. Wij bekegelen de Spreeuwei met takken en eikels. Het is nodig, de hoofd tooisels af te doen. anders verraden wij on daar zelf mee. Dus de bomer in." Een, twee, drie klauterden de Kraaien de boomen. Dat was net op tijd, want nauwe lijks zaten zij in de bomen of er verschee al een Spreeuw. Behoedzaam sloop hij naa 't midden van de vergaderplaats. „Wat gek netzo waren nog stemmen te horen en ni zie ik niets meer. Wat raar," dacht de ver spieder. Opeens, wat was dat? Daar viel eei tak op z'n hoofd. Er kwam een eikel op z'i neus terecht. Een klein takje viel net in zijl nek. Nee, dat was hier niet pluis. Hij keel rond, loerde in de bomen, maar zag niets. Hi zou het maar tegen de Sissende Adder zeg gen. Hy vertelde het tegen zijn opperhoofd Deze besloot, dat ze er maar opaf moeste: trekken. In die tussentijd haddèn de Kraaiei bergen munitie gemaakt, terwijl ze met hui zakmessen ook nog van de takken pijlei maakten. Ziezo de vijand mocht komen! Di kwam ook heel gauw opzegen en keek overa rond. Niets te bespeuren. Opeens kregen ze een hagel van takken eikels, pijlen en speren. Au, wat deed da zeer! Geeneen wa. ervan vrijgekomen. Ondei luid gehuil trokken ze terug. Geruisloos gle den de Kraaien uit de bomen terug en gingei op dezelfde wijze uit het bos vandaan al toen ze ex-in gingen. Ze wierven nog 15 nieu we leden. Zo, nu stonden ze gelijk met di Spreeuwen! Nog verscheidene malen vochtei ze in het bos met hun vijanden, tot er eei keer kwam, waarop de... vrede geslotei werd! Ze waren in de struiken verscholen, wach tend op de vijand. Toen die langs kwam niets bemerkend, sprongen de Kraaien eens klaps op en bestormden hen. De Spreeuwei bleven als verlamd van schrik staan. Toen n weer tot bezinning kwamen, waren ze alle maal geboeid. Ze werden meegevoerd naar 'di vergaderplaats der Kraaien. Plotseling kwan er iemand te voorschijn. Het was de heel Veltman. Toen hij de gebonden jongens zag zei hij: „Foei, jongens, dat had ik niet vai jullie gedacht, dat jullie in vijandschap leef den. Als ik jullie was, zou ik mij met alll jongens aansluiten en dan samen de hele va- cantie in de bossen spelen. Je moet eens zien hoe fijn dat is. Nu, doen?" en hij keek vrageni de kring rond. Ja, ze stemden allen toe. Di gevangenen werden bevi'ijd en er werd nog dieyzelfden dag een jongensvereeniging op-1 gericht, dJ- de naam droeg van de V.I.C (verenigde Indianen clubs). Daar kan il jullie nog veel van vertellen, maar dan wordl het verhaal te lang. Dus schei is er nu maai mee uit.'' REIN KWAST. (Zelf gemaakt.) Om beurten moeten jullie een dier voor stellen, maar.... zonder het geluid van dat dier te laten hooren. Uit bewegingen en gedragingen moeten de andere medespelen den kunnen opmaken, wat je voorstelt Achtereenvolgens stel je tien verschillende dieren voor. Hun namen schrijf je vooraf op een stukje papier. Voor elk dier neem je één minuut. De anderen schrijven <3e naam op van 't dier dat ze menen te her kennen. Winnaar is natuurlijk degene, die, de meeste dieren goed heeft geraden. Hij is dan tevens de nieuwe circus-directeur, die weer een groep andere dieren gaat ver tonen. De eerste circus-directeur wordt bij loting gekozenl

Kranten Regionaal Archief Alkmaar

Schager Courant | 1941 | | pagina 8