IK ZAL JULLIE
WEL KRIJGEN
WIE DURFT HET AAN?
Nieuw Raadsel
Baron Smulla van Paffoedik heeft pech
ïi<e, jonqjeni en melLptl!
Eindelijk... eindelijk... ii het dan toch zo
mer geworden, beste vrienden. Zo zie je
maar: lang gewacht en... toch gekregen.
Wat zijri het fijne Pinksterdagen geweest.
Ik ben vrijwel steeds in de buitenlucht ge
weest. De eerste dag lag ik in het zand van
het strand van Bei-gen aan Zee, en de tweede
dag heb ik gewandeld bij Egmond aan Zee.
Jongens, wat was het daar kostelijk. Wat
een zaligheid om lekker op je rug te gaan
liggen en je zo bruin te laten bakken door de
zon, die boven je staat als een witgloeiend
fornuis.
Er waren al verscheidene mensen, die uit
hun kleren en in hun badpak stapten. En dan
in zee tjoempten. Maar ik heb daar de moed
nog niet toe gehad. -Ik vond het beter naar
de zee te kijken
't Is deze week... een taart. Eens even zien
wie daar schoot mee gaat. Het is:
LUITJE KUIPER,
Valkoog C 37.
die we hartelijk feliciteren.
Ik krijg dus de 2 bonnen wel, niet? Of
moet het een boek zijn? Dat moet Je nog
even schrijven.
En nu de briefjes:
Piet Boonacker, Schagen. Ik begrijp,
dat je reikhalzend uitziet naar de kermis,
Piet. dat is altijd een heel feest en vooral als
je jong bent. Ik weet nog goed hoe ik vroeger
al maandenlang zat te vlassen op die kermis.
En sparen dat ik deed... geweldig. Totdat ik
een rijksdaalder bij elkaar had na 4 maanden.
En dan met de jongens pret maken. Koek-hak-
ken, in de stoommolen, schommelschuitjes en
autotjes. Fijn hoor!
Grietje de Jong, Sint Maarten. Leuk,
Grietje, dat je met de club mee gaat doen.
Echt gezellig, nu jij er ook bij bent. Ga je
iedere week schrijven? En op dat mooie
briefpapier? Wees er maar zuinig op, want
het is vast en zeker heel duur papier. Tot
volgende week!
Anneke de Raat, Schagen. Fijn dat jij
de prijs gewonnen had, Anneke. Ik kan me
voorstellen dat je in je sas was. En als je
het mij vraagt, ik zou ook altijd liever een
boek dan een taart nemen. Maar er zjjn een
heleboel vrienden en vriendinnen, die zo'n
taart zo verschrikkelijk lekker vinden dat ze
die maar liever nemen. Dag! Tot volgende
week.
Annie Bart, Schagen. Jij hebt even te
vroeg je briefje geschreven, beste Annie,
want je zult het met me eens zijn dat de
zomer nu toch gekomen is. Als ik dit schrijf
hangt tenminste m'n jas ver de stoel en
schijnt de zon op de toetsen van m'n schrijf
machine, waarop ik deze briefjes aan jullie
zit te tikken. Ben je hét met me eens?
Ato Vader, Callantsoog. Ato, je bent
een kraan! Dat ben je. Want ik lees, dat jij
nummer één van de klas bent. En op je rap
port zie ik zowat alleen maar achten en ne
gens en zelfs een 10. 't Is geweldig, zo'n
bolleboos als jij bent. Ik heb nooit van die
hoge cijfers gehad en ik ben ook nooit num
mer een geweest. Maar ja, er kan nu een
maal in iedere klas maar een nummer een
zijn. Wat jij
Maar dat je schrijft dat je nooit jokt... nee,
dat geloof ik niet. En ik vermoed dat je
dat zelf ook niet helemaal gelooft!
Gerrit en Bennie Klaver, Heerhugowaard.
Gerrit en Bennie zijn alk bei over gegaan.
Dat is fijn jongens. Zo volhouden maar en je
zit in de hoogste klas voordat je het weet.
Is jullie meester zo knap? Ja, dat zijn veel
meesters. Die hebben veel in' hun bol zitten.
Maar als jullie goed leren, kun je ook zc
knap worden.
Bep Tijsen, Wleringerverf. Ik geloof dat
Bep de lente in haar hoofd had, toen ze de
brief schreef, want ik lees daar Meneer,
ik ga tweede Paasdag naar Den Helder. Nu...
dat is dus over 10 maanden... o... o... o...
Bep! Maar, hoe, was het in Den Helder?
schrijf daar eens in je volgende brief over. En
waar woont Trijnie Dëkker? Dag.
Trien Tijsen, Wieringerwerf. Och, wat
Jammer is dat geweest van jullie jonge poes
jes, Trien. Dat die allemaal dood gegaan
zijn. Echt jammer vind ik dat. Maar nu heb
ben jullie dan toch een ander. Dag Trien, tot
volgende week.
Tiny de Vet. Dat vind ik aardig van
jou en Piet om mij de leuke foto te sturen
Tiny. Wat staan jullie er keurig op. Allebei
even goed getrokken. Ik zou niet weten wie
van jullie er leuker op staat. Ik dank jullie
hartelijk voor de verrassing en... bedank ook
moeder er voor. De foto komt aan de wand,
zodat ik jullie nu dikwijls zie. Dag!
Piet de Vet, Schagen. Ik wist niet, dat
jij zo'n geweldige wandelaar was. Een tocht
van 20 kilometer en dan, nog niet eens moe.
Nu, ik heb wel eens minder gelopen, terwijl
ik dan wel moe was. Jij wordt vast en zeker
een sterke knaap! Ook jou dank ik vriende-1
lijk voor de foto, Piet. Sjonge nog aan toe...
wat heb ik er op zitten turen. Maar je bent
het sprekend!
Trijntje Schoehuys, Schagen. Moeder
heeft volkomen gelijk, Trijntje. Als je niet
meedoet, kun je moeilijk een prijs winnen.
Sommige kinderen doen een jaar mee en
hebben dan nog niets gewonnen. Andere
vrienden doen een maand mee en winnen de
taart of het boek. Dat is nu eenmaal zo. Daar
valt niets aan te veranderen. Maar... vol
houden!
Neeltje Woudt, Nieuwe Niedorp. Drie
dagen kermis... wat zul je genoten hebben,
Neeltje. Ik kan me dat zo voorstellen. Heb
je fijn gezweefd en gschommeld en... ge
snoept? Want snoepen hoort nu eenmaal bij
zo'n kermis. Dat moet je me volgende week
nog maar eens schrijven. Ja.
Luitje Kuiper, Valkoog. Als je dit
briefje leest, zal je inmiddels wel in Hens
broek aangekomen zijn. Gaat het nu weer
een beetje beter met je? Het beste ermee
hoor!
Gerie Muntjewerf, Schagen. Ik kreeg
een klein briefje van je. Dat kwam zeker van
het mooie weer en van de kermis. Enfin,
volgende week weer een lange, hè?
Aafje Spaans, Schagen.- Wat kan het
weer in ons landje toch gauw veranderen,
hè? Je schrijft in je briefje: „Wat is het van
daag weer koud!", en nu ik aan 't beant
woorden ben, zit ik zo ongeveer te puffen
van de warmte!
Wim en Maart je Boontjes. Dus Wim's
elftal heeft met 43 verloren. Nou, dat is
geen erge nederlaag. Nu gauw revanche ne
men, hoor. En wat heeft Maart je gedaan met
de Pinkster
Marietje Eriks. Van dat wrak is niet
veel meer te zien, hè? 't Lijkt iedere keer
wel een stukje dieper in het zand weggezakt
te zijn. Wat een dijk daar bij Petten! Weet
je nog van de „waker", de „dromer" en de
„slaper"? Ik wel!
Dik Zeylemaker. Natuurlijk mag jij ook
megdoen met het oplossen van de raadsels.
Je hebt een hele mars gemaakt, zeg, 20 km
in 2>y% uur! Je zult wel van de buitenlucht
genoten hebben.
Jan-Piet, Nel, Trynie en Betsie Hoenson,
Barsingerhorn. Met de Pinkster heb ik
ook van die radijs gegeten. Het zijn het witte
wortelen, hè. En heerlijk pittige smaak heb
ben ze. De seringen in mijn tuin zijn al uit,
hoor. Ja, de zomer is eindelijk toch gekomen.
Marianne Braaf, Wieringerwaard., Gaan
jullie volgende week drie dagen kermis hou
den? Nee een héle week is wel wat te veel
van 't goede, hoor. Heb je het konijntje al
gekregen
Piet Schroevers, Schagen. Zo Piet, ik
lees dat jij geopereerd moet worden. Dat is
niet zo leuk. Gelukkig, dat je er anders zo vroeg
bij bent. Nu kan het geen kwaad en je bent
er af voor je het weet. Was het een leuke
middag met vader in Alkmaar? Dat zal
wel. Twee taartjes en' een glas grenadine...
dat lust ik ook iedere dag wel
Grietje Maigret, Schagen. Moet jij nog
8 paar kousen stoppen, Grietje en heb je dus
geen tijd voor de brief? Arme stakker... die
daar zoveel kousen moet repareren. Of was
de 8 wat onduidelijk en moeten het er 3 zjjn
Maar ik reken volgende week op een extra
dikke brief hoor! Dag.
Hilda Bestevaar, Schagen. Ja, vroeger
heb ik ook postzegels opgespaard. Net als
jij, van alle landen. En die mooie verzame
ling heb ik nog. Die bewaar ik zuinig, want
er hangt eenherinnering aan. Was het zo
leuk bij opa? Dat zal wel, met zo'n appel
boom, waarin je kunt. klimmen en met die
bessenbomen en al die andere zaligheden. Dag!
Jongens, dat was het laatste briefje. Tot vol
gende week.
Oplossing raadsel vorirt week
Eind goed, al goed.
Goede oplossingen ontvangen van
Anneke de R., Schagen; Piet B., Schagen;
Ato V., Callantsoog; Bennie K., Heerhugo
waard; Bep T., Wieringerwerf; Annie B.,
Schagen; Trien T., Wieringerwerf; Trijntje
S., Schagen; Neeltje W., Nieuwe Niedorp;
Piet S., Schagen; Grietje M., Schagen; Grietje
de J., St. Maarten; Bets v. H., Schagen;
Hilda B., Schagen; Luitje K., Valkoog; Gerie
M., Schagen; Aafje S., Schagen; Marietje E.,
St. Maartensvlotbrug; Wim en Maart je B.,
Kinderen H., Barsingerhorn; Marianne B.,
Wieringerwaard.
8, 3, 11, 6, 22 het gewicht bepalen
20, 9, 16, 11 deel van je gezicht.
1, 10, 9, 5, 15, 4 doet de wipd.
7, 2, 16, 14, 18 meisjesnaam.
8, 17, 3, 13, 18, 22 doet iemand, d!c zijn
tuin goed wil onderhouden.
19, 10, 16, 23, 8 familielid.
12, 21, 6, 16 getal.
Het geheel is een spreekwoord van 23 lc.lera
door Hannie Franken.
„Ik zal jullie wel krijgen", siste het
strijkijzer en het werd gloeiend van erger
nis. Wat hadden die waterdruppels daar
tussen het strijkgoed toGh voor een drukte
op hun bolle lijfjes! Dat rolde en tolde maar
door elkaar, alsof er geen strijkijzer be
stond!
„Wacht maar", pufte het ijzer: „Straks
krijg ik je wel! Als ik jullie maar eerst on
der m'n bereik heb!"
„Hi-hi-hi" gichelden de waterdruppels.
„We zijn al lang in de lucht verdwenen
voor jij de kans krijgt ons helemaal op te
drogen! Hi-hi-hi!"
„Eva! Eva! Eefje, waar zit je dan toch?
'Open en dicht klapten alle kamerdeuren,
maar Eva bleek nergens te zijn! Nu. besloot
haar moeder, dan zit ze zeker hoog en
droog op haar eigen kamertje, want haar
fiets staat in de gang en een Eva. die op
een vrije middag weg gaat zonder fiets, als
't zulk mooi weer is, dat bestaat niet! Bo
vendien was 't nu bijna drie uur en Eva
had beloofd om drie uur te. komen strijken.
Dus klom moeder de drie trappen maar op
naar Eva's kamertje. Dat enig-leuke ka
mertje, dat Eva's heiligdom was. En jawel,
daar zat de jongedame! Met voorrode wan
gen en zo verdiept in een boek. dat ze niet
eens hoorde, dat de kamerdeur werd ge
opend.
„Evatje, dat heb je beloofd?" vroeg moe
der een beetje verwijtend. „O, mams, dat
boek, U weet wel, dat van m'n verjaardag,
is.zoooo spannend.
„Dat je er mij helemaal door vergeet!"
Eva haastte zich naar beneden, 't Was
waar, ze had afgesproken: „om drie uur
kem ik U helpen" en moeder had er haar
niet eens om gevraagd. Ze had 't uit zich
zelf gezegd en nu zat ze tien minuten over
drieën nog met haar boek! Wat je beloofd
had, moest je doen, vond Eva en ze gaf
zichzelf een standje.
„Gelukkig", blies 't strijkijzer. „Nu zul
len die natte druktemakers daar in de
strijkmand wel gauw bedaren" en het
schoof zich een beetje dichter naar Eva
toe. Hoe eerder die begon te strijken, hoe
vlugger het die huppel^druppels kon laten
verdampen. Het ijzer schoof zich nog wat
dichter naar Eva's handen toe, maar die
begreep niets van de haast van 't ijzer en
dacht, dat 't vallen zou! Ze greep 't nog net,
toen 't al voor de helft buiten de strijk
plank stond, maar 't ijzer dacht niet aan
vallen; «.'t ijzer wilde "alleen maar zo gauw
mogelijk de druppels te lijf! Maar het
moest nog even geduld, hebben. Eva ging
eerst eens uitzoeken wat ze wel zou gaan
strijken. De zakdoeken kwamen het eerst
aan de beurt. En nu kreeg het ijzer z'n
kans!
„Pss! pss! pss!" siste het. De druppels
vlogen de zakdoeken uit als kleine wolkjes
stoom. Het ijzer genoot! Maar tevreden was
het nog niet. Want de waterdruppels gingen
wel op de vlucht, maar dat gebeurde al
tijd als, het ijzer, in aantocht was, maar
vandaag moesten de druppels eens echt ge
straft! Dan zouden ze 't voortaan wel la
ten zo in de strijkmand te rumoeren en 't
deftige ijzer in zijn rust te storen! Het
ijzer moest en zou een paar waterdruppels
vernietigen, ze geen kans geven als damp
in de lucht te komen.
„Zou de prins dat arme. kleine herderin
netje nog terugvinden? Die prins op dat
prachtige paard? En hoe zou 't verhaal
verder aflopen? Vanavond ging ze vast
weer verder lezen!"
Dat waren Eva's gedachten en ze dacht
helemaal niet aan 't strijkijzer en ook niet
aan de zakdoeken! „Psss-pss-pss!" „Hi-hi-
hi!" „Wat was dat nou?" dacht Eva, maar
maar.'t was al te laat!
In 't fijne kanten zakdoekje was al een
gat gebrand! Verschrikt trok Eva 't snoer
van 't ijzer uit 't stopcontact. Dat ijzer was
veel te heet geworden, en dat alles kwam
door dat boek!
Opeens was 't boek vergeten en een uur
later lag al 't strijkgoed keurig netjes in
de mand. Maar toen moeder Eva een
pluimpje gaf, vertelde Eva haar van de
verbrande zakdoek en ze vertelde ook hoe
dat gekomen was. „Ik dacht nog steeds aan
dien prins en dat herderinnetje. Mams,
bent U heel erg boos?"
binnen was 't muizestil. In de kast stond
het ijzer en., glom van genoegen? Dat zou
je zo denken, maar dat is helemaal niet
waar. Zeker, 't ijzer had de waterdruppels
„gekregen"! Een paar had het helemaal
verdampt onder z'n gewicht. En de zak
doek had daardoor een gat gekregen. Maar
het had geluisterd naar de stem van de
Haat en daarnaar gehandeld. En een over
winning, die je behaalt door een haat-daad,
daar is nu alle aardigheid af! En als een
strijkijzer dat nu al ondervindt, dan hoe
ven wij aan zo iets helemaal niet te be
ginnen, want dan zouden we ons later geen
raad weten van spijt!
Een bonkaarten-doos is nu wel één van
de meest praktische dingen, die je op 't
ogenblik maken kunt. Je moeder zal er
zeker mee in haar schik zijn. Niet alleen,
dat alle bonkaarten er een veilig plaatsje
in kunnen vinden, er kunnen bc^endien
allerlei voorraad-lijstjes en dergelijke in
opgeborgen worden en ook wat velletjes
papier om boodschappen op te schrijven.
Ja, zo'n doos is reusachtig handig, alleen.,
hij is niet zo één-twee-drie klaar. Je moet
er een beetje timmermansbloed voor heb
ben en met eenvoudig gereedschap kunnen
omgaan.
Wie durft 't aan?
De doos mag nu eens niet van karton
gemaakt worden. Hout en niets anders
moet 't zijn! Triplex dus maar! Als de doos
klaar is, heb je een bergruimte van 14 bij
9 bij 3.4 cm..en wel:
Bodem: 14 bij 9 cm.
Deksel: 13.4 bij 9.5 cm.
Voor- en achterwand: 14 bij 3 cm.
Zijwanden: 8.2 bij 3.4 cm!
In de zijwanden moet aan de boven-bin
nenkant een gleufje gemaakt worden, waar
de deksel ingeschoven kan worden. Van
boven af gerekend is 2 a 3 mm. de juiste
afstand voor de gleufjes. De verschillende
delen van de doos worden met schroefjes,
spijkertjes of meubellijm in elkaar ge
maakt. Eerst bevestigen we de vier wan
den van de doos op de bodlm. Wij begin
nen met de voor- en achterwand. De zij
wanden komen daarna aan de beurt. Voor-
en achterwand moeten in 't midden voor
zien worden van een half-cirkelvormige
uitsnijding. Dat geeft gemak bij 't uitnemen
van de kaarten.
Vervolgens moet het deksel iets afge
vijld worden, zodat het in de gleuven heen
en weer kan schuiven. Die gleuven moet
je van 'te voren met was «inwrijven. Dan
glijdt het deksel beter! Eenmaal zóver,
wordt aan de linker of rechterzijde, binnen
in de doos een blokje hout aangebracht. De
lengte hiervan bedraagt 8.2 cm., de breed
te is 1.5 cm. en de hoogte 3 cm. Is het blok
je met schroefjes of lijm bevestigd, dan
schuiven we het deksel op de doos en
door het deksel en het blokje hout boren
wij een gat, voldoende diep om er een pot
lood in te steken. Dan hoeft er nooit naar
een potlood gezocht te worden en.... het
loodrecht staande potlood houdt meteen 't
deksel vast! Tenslotte schaven wij 't ge
heel netjes bij en geven de doos een aardig
lakverfje of we beitsen hem.
Lakverf geeft altijd een buitengewoon
aardig effect, je kunt 't krijgen in alle mo
gelijke tinten, en je werkt er gemakkelijk
mee. Een gebeitste doos kan ook heel mooi
zijn. Natuurlijk ziet 't geheel er dan wat
somberder uit, maar als je goed weet te
beitsen, met gelijke streken en nog eens
een keertje overbeitsen, bereik je toch ook
een heel goed resultaat. Bij beitsen komt
het vooral aan op gelijkheid van streek.
Een gevlamd beitseffect, dat bereikt wordt
door bewust onregelmatige streken, kan 't
geheel een wat levendiger aanzien geven,
maar, als je nog nooit of nog maar heel
wéinig gebeitst hebt, zou ik je raden er
niet aan te beginnen. Want als je tenslotte
een „gevlekte" doos krijgt, inplaats van de
„gevlamde", die je bedoeld had. dan is het
erg teleurstellend en er is dan weinig meer
aan te doen. Je zou h'm alleen heel donker
over kunnen beitsen en daar gaat hij nu
niet bepaald vrolijker van uitzien! Denk er
ook vooral aan, dat je, als de beits goed is
ingedroogd er flink overheen wrijft met
een zachte, liefst wollen lap. Dan komt er
op de doos een glans, die van het sombere
bruin, een warm bruin weet te maken.
LINCOLN'S VUILE HAND.
Toen de Amerikaanse president Lincoln
nog een schooljongen was, ontdekte zijn
onderwijzer op een goede dag, toen ze aan
't schrijven waren, dat Lincoln's hand zo
zwart als roet was. Woest kwam de onder
wijzer op Lincoln toe en brulde: „Jij deug
niet en smeerpoes! Als er in de hele klas
nog zo'n vuile hand te vinden is, krijg je
geen straf!"
Toen liet Lincoln zijn linkerhand zien,
die hij onder de lesenaar had gehouden. Hij
kreeg geen straf.
.,Ha!" zegt baron van Paffoedik.
„Vandaag ben ik in m'n schik!
„Een worstje, lekker dik en rond
Met bier erbij, dat is gezond!"
Baron van Paffoedik valt er op a
Hij zal eens lekker smullen gaan.
Maar o lala! dat wordt een klucht!.
De dikke worst vliegt in de lucht.
„Neen", zei moeder, „want ik weet ze
ker dat gebeurt immers geen tweede keer
meer?" „Neen. mams, dat vast niet!"
De strijkmand stond in een hoekje. Daar-
Z'n hondje keft: „daar bof ik bij!"
Maar Zwartkop Kraai roept: „wat klets h'
Ik houd ook van een lekk're brok,
Versta je dat, lelijke schrok?''
Zwartkop Kraai vliegt de worst tegemoet,
Tranen biggelen langs 't hondje z'n snoet.
Maar baron Paffoedik krijgt van de schrik
Zeker een heel uur lang de hik!