DE LEGENDE De Mount Everest Zaterdag 26 Juil 1941 van het ontstaan van het GOUDEN OORIJZER der Friesche vrouwen Rozebottels onttvoondl SMALLE RUCHES Vierde blad Uit de geschiedenis van ons gewest Dezer dagen, bij het doorbladeren van de laatste aflevering van „West-Friesland's Oud en Nieuw", de jaarlijksche uitgave door het historisch genootschap „Oud West-Friesland', trof ons een alleraardigst verhaal omtrent den oorsprong van 't gouden oorijzer der Friesche vrouwen. Het was van de hand van den heer J. Koelemeij, die ?t wellicht heeft aangetroffen bij F- W. Drijver, in Mozaïek "25. Daar althans is het ook te vinden. Maar toen we verder zochten naar deskundige uitspra ken omtrent de mogelijkheid van dit verhaal dat een nog legendarische indruk maakt, werden eventueele illusies omtrent een mo gelijke grond van waarheid ons dra ontno men. De aandacht werd er op gevestigd, dat degene, die aan de hand van de vondsten, welke in het Friesche museum te Leeuwar den zijn geëtaleerd, de wordingsgeschiedenis van het oorijzer er liggen daar vele exem plaren uit lang vervlogen eeuwen nagaat, onverbiddelijk tot de conclusie moet'komen, dat de schoone legende moet berusten op fantasie. Zoo denken dus blijkbaar de geleer den er over. Wat niet wegneemt, dat de overlevering te aardig is om niet te mogen worden naverteld. Het begin dan speelt op het eiland Hel- goland heilige land), dat in dien tijd wel licht nog den naam droeg van Forsiteland. Forsité was de zoon van Balder en Nanna en was de verpersoonlijking der gerechtig heid, de God van het recht dus, die in het bijzonder op het tegenwoordige Helgoland .vereerd werd. Op Helgoland woonde de heidensche op perpriester Theulebald en diens dochter Fostedina. Door de bevolking waren enkele Deensche jongelingen gevangen genomen en tot slaven gemaakt. Op zekeren dag leed in de omgeving van Helgoland Willibrord schipbreuk, met het gevolg, dat hij op het eiland voet aan wal zette. Willibrord zullen de*meesten ónzer le zers zich bij name herinneren. Hij was de bekende apostel der Friezen, hij werd in het jaar 695 bisschop van Utrecht en tot zen dingsaartsbisschop gewijd. Hoewel door Rad bout sterk gehinderd, heeft hij steeds in het Friesche land gewerkt, ofschoon zelden over de Lauwers. In Heiloo komt men zijn naam overal tegen. Deze Willibrord nu kocht de Denen vrij en, gelijk blijkens de verhalen in die dagen wel vaker geschiedde, namen de vrijgekoehten uit dankbaarheid onmiddellijk het christen dom aan. Te dien einde werden ze door Wil librord gedoopt met water uit een put, die door de heidensche Helgólanders als heilij; werd beschouwd, terwijl ze ten öyeiwloede hadden gejaagd op herten/die óók ai "weer als heilig golden. Zooveel heiligschennis kon niet ongestraft worden gelaten en de Denen, die pas hun vrijheid hadden teruggekregen, hadden al Spoedig de grootste last. Per schip vertrokken ze daarop met Willi brord naar Medemblik, waar ze voor den ko ning der Friezen Radbout zouden verschij nen, die in eigen persoon uitspraak zou doen. Na drie dagen reizen kwamen ze er aan. Willibrord werd met het noodige eerbe toon ontvangen. Niet omdat de zendeling den Frieschen koning zoo bijzonder welkom was, maar omdat hij bevriend was met den machtigen koning der Franken, Pepijn, dien Radbout weliswaar grondig haatte, maar voor wien hij op dit oogenblik blijkbaar ze kere egards in acht meende te moeten ne men. De Denen echter werden geworpen i© Ae kerkers van een gevangenis, die zich ion hebben bevonden in het Kreilerwoud, dat zich eens moet hebben uitgestrekt ter plaat se waar later de Zuiderzee ontstond. Dege nen, die daar werden opgesloten, wisten hun lot zoo goed ah- bezegeld: ze zouden ten of fer worden gebracht aan de heidensche go den. Echter, de Denen zouden gelukkiger zijn. Fortedina, die we reeds noemden en die blijkbaar was meegekomen van Helgoland, was in het geheim overgegaan tot den chris- telijken godsdienst. Ze was zoozeer begaan met het lot der jonge mannen, dat ze besloot hen te helpen, in den nacht wist ze de ker ker te bereiken en de Denen te bevrijden. Evenwel, haar daad kwam aan het licht en in plaats van de Denen moest het meisje voor het gerecht verschijnen. Hoewel ze er heel wat genadiger afkwam dan de oorspron kelijk ten offer bestemden, ontging ze toch haar straf niet. Deze bestond daaruit, dat ze-gedurende 14 dagen een krans van chris- tusdoornen om het hoofd moest dragen, waarmee men vermoedelijk tevens den spot heeft willen, drijven met het door haar aan genomen ohristelijk geloof. o Intusschen, ook in die dagen bleken Gods wegen reeds ondoorgrondelijk. Want korten tijd later vinden we Fostedina weer terug. En dat niet meer als de boetelinge van voor heen, maar als de uitverkorene van Rad- bouts bloedeigen zoon, Adgild. Laten we er direct bij vermelden, dat ook deze Adgild in het geheim tot de christelijke leer was toege treden. Jammer genoeg hadden de doornen van haar marteiaarskrans aan voorhoofd en sla pen duidelijke litteekenen achtergelaten en men zal toegeven, dat deze niet behooren bij een koninklijke bruid. Goede raad was duur! Maar gelukkig, haar vriendinnen wisten er iets op. Toen haar huwelijk zou worden vol trokken, drukten haar jonkvrouwen haar een gouden krans om de slapen, die de ont sierende'litteekens verborg. Ook later zou ze zich nog wel met deze gouden krans hebben getooid. Wellicht kwa men er nieuwe gelegenheiden, waarbij ze haar oude wonden meende te moeten ver bergen. En wellicht was het ook toen reeds zoo, dat een gebruik, ingevoerd door een der hoogstgeplaatsten in den lande, maar al te graag dóór anderen werd overgenomen. Al thans, volgens het oude verhaal, zouden ook de andere vrouwen het gebruik langzamer hand hebben aangenomen. Het gouden oor ijzer had zijn intrede gedaan. o •De heer Koelemeij besluit zijn verhandeling met de .opmerking, dat het oorijzer door de eeuwen heen herhaalde malen is vervormd en dat het zijn ontstaan te danken moet heb ben gehad aan de haarband, eerst van ijzer, later van edeler metaal, die de vrije Frie sche vrouw als hoofdsieraad droeg met het doel om het hoofdhaar in bedwang te hou den. Het feit, dat deze band eerst van ijzer zou zijn geweest, is op zichzelf reeds een aanwijzing, dat de schoone legende vermoe delijk gelijk we reeds zeiden op fan tasie berust. Wat niet wegneemt, dat het jammer zou zijn, indien ze bij ons be trekkelijk gering bezit aan mooie overleve ringen verloren zou gaan. En toch ziet het er, helaas, naar uit, dat ze het wel niet lang meer zal maken. NIEUWE WAARDEVOLLE als aanvulling van groenten en vruchten Het voorlichtingsbureau van den Voe dingsraad schrijft: Uit talrijke onderzoekingen is gebleken, dat rozebottes zeer rijk zijn aan vitamine C. Reeds in vroeger eeuwen werd roze- botteltliee gegeven aan kleine kinderen met landvleeschbloedingen, waarna genezing optrad. Er was toen nog geen voldoende zuigelingenzorg en door ondoelmatige voe ding ontstond genoemde aandoening, als gevolg van een gebrek aan vitamine C. Door ervaring geleid werd door de moeders rozenbottelthee als geneesmiddel gegeven. Wanneer de goede soort rozenbottels op de juiste wijze verwerkt worden tot jam of thee. blijft het vitaminegehalte nog zoo groot, dat het zeker de moeite waard is de rozebotlels op deze wijze te verwerken. In den winter en in het vroege voorjaar loopt het vitamine-C-gehalte van onze voedingsmiddelen, waaronder de aardappel de voornaamste plaats inneemt, terug. Versche en voóral rauwe groenten zijn in den winter niet altijd in voldoende ma te te gebruiken. Het is dus van belang een natuurlijke bron van vitamine C te benut ten en de rozebotlels te conserveeren. Deze kunnen dan gebruikt worden, wanneer groenten en vruchten schaarsch zijn. Bovendien is rozebotteljam zeer smakelijk voor de boterham, terwijl een aftreksel van rozebottels een frissche drank vormt ter vervanging van thee. Eind Augustus, in .September en in Oc- tober zijn de rozenbottels voor de verwer king geschikt en is het oogenblik van den inmaak aangebroken. De Rosa Rugosa en de Rosa Rubiginosa hebben bottels met een hoog vitaminegehal te. Ze groeien in tuinen, plantsoenen en duinen. Men doet verstandig deze soorten voor den inmaak te kiezen en ze spoedig na den pluk te verwerken. Het is gewenscht, dat ieder, die dé be schikking over deze rozebottels heeft, deze bereidt op de hieronder aangegeven "wijze en bewaart tot in den winter of het vroege voorjaar. Rozebottel] am 1. De bottels wasschen en van kelkblaadjes en steeltjes ontdoen. .De bottels doorsnijden en de pitten met een theelepeltje of aard appelmesje verwijderen. De vruchten wegen, een gelijke gewichts hoe veelheid' suiker met zoo weinig moge lijk water verhitten tot ze een draad trekt. De bottels bij de stroop voegen en de massa onder voortdurend roeren nog 10 mi nuten koken. De jam in de uitgekookte potjes overdoen en afsluiten met een laagje gesmoten para- fine of met cellophane, dat een paar uur in de brandewijn heeft gelegen. Van deze jam is het gehalte aan vitamine C bepaald. Dit bleek 650 mg te zijn. Het voordeel is de korte kooktijd van de roze bottels. Een nadeel is de groote hoeveelheid suiker, die man ervoor noodig heeft en de zeer harde consistentie (gelijk gecanfij te vruchten-), die de jam krijgt. Wij kennen de kap nog met het oorijzer. Maar lang zal het niet meer duren of deze behoort tot het verleden. En er is weinig twijfel aan of men zal zich, wanneer het oor ijzer zelf in onbruik is geraakt, weinig meer bekommeren omtrent verhalen, die verband houden met het ontstaan er van. voor het tuinfeest. Een stijlvolle Japon, waar in men riek écht ttutisreeR, Zij kr vervaardigd uit laven delblauwe zijde met afwisse lend groote en kleine noppen. Het b kt het bijsonder de witte moeke, welke de Japon een toeetelljtfe noot geeft UTT PAARDRIJDEN. draagt over haar refeeostuum een ge- ruiten Echten mantel, pic- colomuta, vest nlt waschleder met witte knoopen, sweater met staande kraag en gebrei de handschoenen. O ogenschijnlijk is het een „allegaartje", doch in werke lijkheid kt het costuum wat men noemt precies uitgeba lanceerd. Uit het óóg uit het hart is 't gezegde, Dat is er een wijs en w£4r woord; Daarom vindt Persil het wel prettig, Dat U 't woord Persil weer eens hoort. Al ben ik soms moeilijk te krijgen En niet meer precies zooals „toen", 'k Ben nog nummer één op het lijstje, Ik ben nog altijd kampioen. cl d. Rozebottel]am 2 (V/% potje). V/2 Kg. rozebottels, suiker en bessensap. De bottels schoon maken, zooals boven aangegeven is. De vruchten wegen en in een wij-die pan, waarvan de bodem met een weinig kokend water bedekt is, aan die kook brengen. De vruchtenmassa's onder voortdurend roeren inkoken tot 2/3 van het volume. De suiker Kg. op 1 Kg. schoonge maakte en van pitten ontdane rozebottels) en wat bessensap toevoegen. De jam laten koken totdat een paar druppels, die men snel op een bord laat afkoelen, niet meer vloeien. De jam heet in -die potjes doen, die zorg vuldig ge wasschen en met schoon water (liefst gekookt) zijn om-gespoeld-. De potjes zoo vol mogelijk vullen en afsluiten met 'n stukje cellophane, dat met eien elastiekje of touwtje strak om het potje wordt ge spannen. Een schoteltje op het potje plaat sen het geheel omkeeren en zoo laten af koelen. IS DE „AMNY MACHIN» DE HOOGSTE BERG? Een Tibet-onderzoeker deelde eenigen tijid geleden mede, dat hij in Noord- Tibet een bergreus had ontdekt, die wezenlijk hooger zou zijn dan de Mount-Everest Deze nieuw ontdekte berg zou een hoogte hebben van ca. 9000 M.; en indien deze opgave aan de hand van metingen wordt bevestigd, dan zou het record dus inderdaad gebroken zijn Dat men op zekeren dag nog eens tot de ontdekking zou komen, dat er ergens op aarde toch nog een hoogere berg dan de Mount Everest zou zijn te vinden, hooger dus dan 8840 Meter, dat zullen de „Himalaya-be- klimniers" nauwelijks hebben vermoed. En toch ziet het er naar uit, dat dit het geval is, en dat dus de Mount Everest als hoogste berg onttroond is. Meh zal zich herinneren, dat men ook de Mount Everest niet altijd als de hoogste berg erkend heeft. Al eerder waren twee an dere bergtoppen, eveneens in de Himalaya, als de hoogste op aarde genoemd. Dat wa ren de Chomolhari èn de Gaurikansar. Eerst latere metingen brachten aan het licht, dat de „Tschomolungma", die later in „Mount Everest" werd omgedoopt, in werkelijkheid hooger was dan zijn beide evenknieën. De Chomolhari, de berg der goddelijke heerscherea, zooals de inboorlingen hem in hun taal "noemen, ie „slechts" 7350 meter hoog, en werd eerst in 1937 bedwongen, na melijk door den ontdekkingsreiziger Chap- man en zijn inboorling-drager Pasang. De Chomolhari staat al op de oudste kaarten van Tibet opgeteekend. Hij ligt aan de grens van Tibet en Boetan, het land in het on doordringbare Aziatische hoogland, waar blanken geen toegang hebben. Boetan grenst in het Noorden aan Tibet, in het Westen aan Sikkim, in het Zuiden aan Britsch-Indië, en in het Oosten aan gebieden, waar nog heden ten dage talrijke wilde bergstammen hun be staan leiden. Ook olifanten en luipaarden, ja zelfs tijgers, beren en neushoomdderen «ou den er te vinden zijn. Behalve het ontbreken van wiskundig zui ver werkende meetwerktuigen, zal de bijzon dere en indrukwekkende ligging van de Chomolhari er wel de oorzaak van zijn ge weest, dat men hem lan-gen tijd voor de hoogste berg der aarde heeft aangezien. Nadat vervolgens nieuwe metingen waren verricht, droeg men de trotsche titel van „hoogste berg ter wereld" van de Chomol hari over op de Gaurikansar, en noemde deze berg, als eerbetoon jegens den ontdekkings reiziger, die de voornaamste onderzoekingen gedaan en metingen verricht had, een zekere Sir George Everest: de „Mount Everest". Maar omstreeks het jaar 1904 moest men ervaren, destijds een vergissing te heb ben begaan. Men had klaarblijkelijk twee bergtoppen verwisseld, namelijk die van de Tschomolungma en die van de Gaudikansar. Aan de hand van nieuwere instrumenten kwam men spoedig tot de ontdekking, d.at de Gaurikansar met 7143 meter zelfs lager was dan de Chomolhari. De Tschomolungma werd daarentegen tot de majestueuze hoogte van 8840 meter geme ten, en was dus wezenlijk hooger dan de bei de andere. Daarop werd deze Tschomolung ma voortaan „Mount Everest" omgedoopt, en de Gaurikansar, die dien naam tot 1904 had gevoerd, werd weer tot Gaurikansar gedegra deerd. En eenigen tijd geleden dook plotseling het nieuwe sensationeele gezichtspunt op, dat ook de Mount Everest op zijn beurt ont troond wordt, omdat hij geenszins de aller hoogste berg op aarde zou zijn. Dit bericht kwam, zooals gezegd, van den Tibet-onderzoeker Harrisch Forman, die on danks zijn hoogen leeftijd nog steeds als een deskundige op het gebied van bergonderzoek wordt beschouwd. Forman deelde mede, dat hij in het Noordelijk gedeelte van Tibet een bergreus had ontdekt, die een belangrijk stuk hooger moest zijn dan de befaamde Mount Everest. Deze nieuwe bergreus is de Amny Machin, welke volgens de opgave van For man de DOOtPmeter-grens heel dicht bena dert Tot dusver had men van dezen majestueu- zen bergreuB in Tibet nog maar weinig ge hoord, temeer daar hij tamelijk afgezonderd ligt in ©en streek, waar onder normale om standigheden noch expedities of onderzoe kers, noch regeeringsambtenaren komen. De bewering van Forman klinkt natuurlijk meer dan stout, want het moge als bekend worden verondersteld, dat het bergmetings- werk, ook in het binnenland van Azië, reeds bijzonder ver is gevorderd. Zou 'het dan wer kelijk denkbaar zijn, dat de Amny Machin tot nu toe over het hoofd is gezien? Of zou men zioh tot nu toe bij het meetwerk voort durend hebben vergist 7 Het bewijs voor de stelling, dat de Amny Machin zeer beslist de hoogste berg ter aarde is, zal natuurlijk eerst nog geleverd moeten worden. Forman blijft onometootelijk bewe ren, dat zijn mededeelingen op grond van zijn nauwkeurige onderzoekingen en bereke ningen juist zijn. Ondanks zijn hoogen leef tijd heeft hij zelfs het besluit genomen, bin nenkort een expeditie uit te rusten, die zal moeten .doordringen tot „zijn" berg, ten ein de zijn beweringen aan de hand van de meest nauwkeurige technische metingen te bevestigen. In _feite «uilen die metingen zeker zeer nauwkeurig moeten zijn, temeer, waar het hier om een verschil van angeveer 150 me ter gaat op een hoogte van bijkans 9 kilome ter! Tot zoo lang zullen wfl dus moeten wach ten met onwrikbare conclusies en tot zoo lang zullen wij de befaamde Mount Everest nog maar als recordhouder blijven erken nen 1 die in grootmoeders tijd zoo'n flatteuse gar neering vormden, worden ook thans weer toegepast en verleen en een vrouwelijke noot aan onze kleeding.

Kranten Regionaal Archief Alkmaar

Schager Courant | 1941 | | pagina 15