ONS VOLK MOET OP ZICHZELF PASSEN In Schagen was nog wel benzine... Dinsdag 19 Augustus 1941 Tweede blad NED. VOLKSDIENST HOUDT APPÈL Het gezin als eenheid, nooden van het gezin centraal te verzor gen. HET WERK VAN DEN HED. VOLKSDIENST BELICHT. (Van onzen eigen verslaggever). De Nederlandsche Volksdienst belegde gis termorgen een bijeenkomst in de raadszaal te Alkmaar, waar o.a. waren uitgenoodigd de burgemeesters der gemeenten in Noord holland als aanstaande plaatselijke functio narissen en de provinciale pers. De heer C. Piek, landelijk leider van den Nederlandschen Volksdienst hield een rede, waarin hij de oprichting, doelstelling, wezen en werkwijze van den N.V.D. uiteenzette. Bij ontstentenis van den commissaris der provincie berustte de leiding bij het lid der Ged. Staten, den heer Miohels. Mede was aanwezig de heer Avenarius, directeur van Winterhulp in Noordholland, en provinciaal leider van den Ned. Volksdienst. De heer Piek begon met te zeggen dat na een periode van rust naar buiten, Winter hulp Nederland thans zijn taak weer aan vat. 6 Millioen heeft Winterhulp omgezet. In de periode van stilte heeft een gerucht de ronde gedaan dat de heer Piek „in de kast zat". Het zou een grooteschurken troep en rooverij zijn om het volk, dat de kluts toch al kwijt is, te misleiden, geruchten die natuurlijk uit een zekeren bron kwamen. Het is een kwestie van diepe tragiek, waar voor geen pardon is, maar waarop spr. na tuurlijk niet heeft gereageerd, maar hard gewerkt. Overigens verwacht spr. dat er nog wel eens een dergelijk gerucht de ron- e zal doen. Heden spreekt de heer Piek in een sfeer van vertrouwen. Wij en de burgemeesters moeten elkaar in de oogen kunnen kijken. Spr. schetst de moeilijke taak der burge meesters en wil heden het politieke en ker kelijke sentiment geheel buiten beschou wing laten. Volksdienst en Winterhulp moe ten gedragen worden door het geheele Ne derlandsche volk. Men heeft dit niet geloofd, men heeft rijkelijk geleuterd, burgemeesters hebben moeten doorstoo- ten naar de massa, die 't hen niet makkelijk maakte. Iedereen is echter hartelijk welkom in W.H. N. en Volksdienst. Het is spr.'s wensoh met zooveel mogelijk mensohen te bouwen, dat zal ook dezen winter noodig zijn Spr. kon ook den winkel gesloten hebben, en andere tijden hebben afgewacht, omdat het soms hopeloos leek, maar men heeft de tanden op elkaar gezet, omdat men weet te zullen slagen. De Ned. Volksdienst is organisch voortge komen uit de Winterhulp Nederland. Het volk moet voor alles intern sterk zijn, Win terhulp Nederland zal speciaal „Winterhulp" zijn. Volksdienst is een nieuwe stap, een uitbouw, die tot een sterk project kan groeien. Spr. belicht vervolgens de kern van beide instellingen. Winterhulp Nederland heeft veel hulp verleend, meer dan de gemeenten hebben opgebracht. Spr. hoopt dat dit een stimulans geweest is voor het werk, maar constateert dat de collecten afnamen. Ver heugend is echter, dat de massa het werk beter gaat begrijpen, vooral onder de een voudige klassen staat men sympathiek te genover het werk. Spr. is overtuigd dat de strijd tegen Winterhulp nog scherper zal worden. Nochtans vraagt spr. geen speciale volmachten; hij houdt het aan op vrijwil lige hulp, al zou het eenvoudig zijn deze volmacht te krijgen. Dit is geen bewijs van zwakheid. Spr. wil echter dat Winterhulp groeit en bloeit in vrijheid. Uit de eerste reacties over Winterhulp weet spr. dat men ook weer 'critisch staat tegenover den Volks dienst. Dat zijn degenen die mokken en in hun schulp terugkruipen zonder zelf iets te bouwen en zich zelf toch flinke kerels vinden. De strijd kan veroverd worden met de gedachte dat men het volk lief moet hebben, dit beteekent noch ranselen, noch negatief zijn, maar aanpakken. Er zijn 10200 vereenigingen die het werk van Volksdienst bestrijken, maar juist nu is het noodig dat dit centraal geregeld wordt opdat niet degenen die door de tijden gebukt gaan, ten onder gaan. Van 1815 tot 1940 heeft Nederland buiten de wereldgeschiedenis gestaan; de tijden gingen aan ons voorbij, nu staan wij midden in het gebeuren. Het waarom laat spr. als sociaal werker buiten beschouwing. De laatste tien jaar, vond men in Neder land een rijk gezond welvarend volk met veel luxe. Men stuurde veel geld naar buiten naar Qhina, Abessinië en Finland, men col lecteert. in 4 dagen 4 millioen voor de uit geweken joden, men hielp het roode Spanje, maar thans zal men moeten vechten voor eigen bestaan, omdat wij een onderdeel van het gebeuren in Europa zijn. Nederland moet op zichzelf passen. Is het dan onmensche- lijk, een eenheid te brengen in de sociale verzorging? Neen! Hoe de internationale toestand zich ook ontwikkelt, ons volk moet door de zorgelijke tijden worden geholpen. De Volksdienst let allereerst op de fami lies en daardoor het eerst op de moeder. Het is dus gezinsbescherming, waarbij niets kapot moet worden gemaakt, wat vroeger is gebouwd. Men heeft de gezinnen op het oog die gezond zijn, maar door de om standigheden in moeilijkheden zijn geraakt, waar de kinderen achteruit boeren, waar ziekten dreigen in te sluipen. Het gezin moet niet voor een moment worden voortgeholpen, maar het moet door loopend worden gecontroleerd; in een co ördinatie vanarbeid. Men denkt aan tehuizen, waar moeders rust kunnen vin den en vrijwillige handen het werk over nemen. Een sterk gezin is een stimulans van een volk. Niet% wordt afgekeurd wat gedaan is, spr. heeft daar resnect voor, maar thans wordt appèl van bat Ned. volk gehouden, en gaat men een stap verder dan vroeger. Er moeten sociale adviesbureaux zijn voor het gezin, er zijn nog tallooze an dere vraagstukken, welke centraal moeten worden opgelost, buiten kerkelijk en poli tiek verbaiid. Men zal langzaam maar zeker moeten houwen. Waar de wil is, is de weg. Men moet stug als goede vrienden aan den arbeid trekken. Het is vijf voor twaalf, de tijd knijpt, spr. vertrouwt nog altijd dat de burgemeesters het werk zelf willen doen. Spr. heeft zich gerealiseerd, dat er tegen werking van bepaalde zijde zal zijn, hij on dervond dit bij Winterhulp. Aan menschen is door kerkeraden hulp geweigerd, omdat de menschen door Winterhulp werden ge steund. En toch wilde Wintehhulp het ker kelijk werk niet schaden, men hoopte op samenwerking. Dit kwam niet Als er een gewetensstrijd is, kan men de wacht aflos sen, maar spr. vertrouwt dat geen burge meester dat zal doen. Door de autoritaire vorm, welke het gemeentebestuur heeft ge kregen, zal 't werk den burgemeesters ge makkelijker vallen; spr. meent dat waar men niets anders dient dan de Ned. gemeenschap, men nooit in conflict kan komen met zijn ge weten. Nochtans is er geen dwang; als men het werk verafschuwt, moet men den moed hebben te bedanken. De Volksdienst vraagt geen schijnvrlendschap, dit zegt spr. nogmaals nadrukkelijk. De nieuwe winter zal zwaar zijn, de W.H.N. zal een dienstig apparaat zijn er doorheen te komen. Ieder die in nood verkeert zal ge holpen worden, er moet geholpen worden, spr. staat nog steeds open voor samenwer king met de bestaande organisaties, maar spr.'s gedold Is uitgeput. Deze organisaties moeten thans tot Winter hulp komen, Winterhulp komt niet meer tot de organisaties. Nu is er de Volksdienst en daarvoor geldt het zelfde. Een sterk volk doet dat door vrijwillige krachten. Spr. is overtuigd dat dit voor de burgemeesters niet gemakkelijk is, men leeft nu eenmaal op sentiment en gevoel en niet meer op het verstand. Met ijzeren wil moet men voor waarts, omdat uit dit werk de kern gevormd wordt voor een sterker volk! Spr. heeft duizenden bezwaren van het publiek aangehoord, maar het vraagstuk, waarom het gaat, wilde men niet begrijpen, omdat men er af wilde. De burgemeesters moeten het volk overtuigen, het is toch zoo, dat ook vóór den lOden Mei men reeds inzag dat de sociale hulp verwaterde, getuige het feit van de centralisatie der fcinderuitzen- dingen. Verschillende objecten zijn blijven sloffen, bijv. de tandheelkundige verzorging, deze zal op korten termijn verbeterd wor den. Mocht ons volk verstek laten gaan, dan zal de zaak van bovenaf geregeld worden. Als idealist hoopt spr. nog steeds dat dit niet noodig zal zijn. Komt er geen geld genoeg, zullen anderen spr.'s werk overnemen; de volkszorg zal er niet onder lijden. HET COLLECTEVERBOD. Spr. behandelt in het kort nog het collec teverbod na de aanvankelijke centralisatie door de Duitsche overheid. Men weet dit aan Winterhulp, het was eenvoudig zoo, dat door die B. en W.'s onvoldoende werd afge remd met de collectes. Men kan thans weer aanvragen bij de Procureurs-generaal. Spr.'s opgave is mislukt, hij erkent dit eerlijk, men kwam na het collecte verbod niet met hem praten; een der meest vooraanstaande Ne derlandsche figuren bepleitte zelfs liever de Chaos, dan samenwerking. Deze chaos zal echter niet komen verzekert spr.; elk tijdelijk succes van den tegenstander brengt weer duizenden menschen in nood. Een koude rilling gaat over den rug, wanneer men de dossiers ziet, waaruit blijkt, dat zoovelen niet ge holpen konden worden door den te genstand! Niet versagen, eindigt de heer Piek, ik heb vertrouwen in den geest, welke in Neder land leeft; ik roep U op tot den arbeid in een organisatie van enthousiaste menschen. (Applaus). Discussies en vragen. Verschillende vragen van technischen aard worden beantwoord. Burgemeester van Kinschot (Alkmaar) bespreekt de mo gelijkheid van het vinden van geschikte buurtsohapleiders. Kunnen de gemeente ambtenaren worden ingeschakeld? En hoe is de samenwerking van den Volksdienst met de gemeentelijke sociale diensten, opdat men dubbele bedeeling voorkomt? Moeten in de grootere gemeenten de hoofdbureaux van Winterhulp worden opgeheven? Burgemeester Peters (Medemblik) vraagt of als een burgemeester zijn taak overgeeft, dit niet steeds wordt uitgelegd als gewetens bezwaar. Het kan ook gebrek aan tijd zijn, om zich er met hart en ziel aan te geven, wat vooral bij burgemeesters van kleine ge meenten het geval zal zijn. Spr. vraagt voorts de uitgave van een populair propa gandageschrift. Burgemeester Ritmeester (Den Helder) zou het licht vallen een kantteekening te maken over de historiciteit. De heer Piek betoogde dat Nederland zich steeds buiten het wereldgebeuren hield. Is dat niet geluk kig? Spr. erkent nog niet dat het geluk van een volk ligt in het voeren van oorlog. Vanaf de 10-daagsche veldtocht tot heden heeft Ne derland zijn Sturm en Drangperiode mee gemaakt. Het heeft zich opgeheven tot een groot en ontwikkeld volk, met groote figu ren. Niet alleen gebouwen en loonen waren opgevoerd, er heerschte hier een kracht en geest die de bewondering wekte in het bui tenland. Spr. ontkent dat maatregelen noo dig waren, zooals de heer Piek die noodig oordeelde. Wel moeten de burgemeesters vóór alles het volk dienen, als dit noodig is, en dus zeker in dezen tijd. Allereerst is ech ter noodig dat de menscihen voldoende te eten krijgen, dat is allereerst de taak van den leider van den Ned. Volksdienst. Hoe moeten wij voor ons zelf zorgen? De Ned. Volksdienst wil zelfs 1000 Belgische kinderen plaatsen, is dit te rijmen met wat de heer Piek becritiseerde, de hulp die vroeger aan •het buitenland werd gegeven? Goede medewerkers te krijgen is niet ge makkelijk, de contributie' zal voor velen niet te dragen zijn, in ieder geval behoeft een niet finantieel krachtig medewerker toch niet te betalen! 't Nederlandsche volk wordt langzamerhand murw, het wordt steeds moeilijker aan te kloppen om hulp, spr. erkent echter gaarne dat het noodig is de handen in elkaar te slaan. Echter als een burgemeester hulp weigert, zal de consequentie zijn dat hij zijn ambt neerlegt. Spr. zou dit niet graag zien. Hij besluit met nogmaals te betoogen dat allereerst een betere voeding noodig is, dan kan men ook kinderen van buiten laten ko men. (Applaus). De heer Piek zet uiteen, dat men bij orga nisatie in de grootere gemeenten steeds weer van de gedachte „het volk dienen" moet uitgaan, zoodat men soepel moet zijn. Men heeft den eersten winter de. zaak laten marcheeren, spr. heeft alle waardeering voor het verrichte werk, thans moet hoofdmotief worden de Ned. Volksdienst met als speciale winterzorg Winterhulp. Nu. moeten er echter ook meer mede werkers komen; in de grootere gemeenten door speciale bureaux. De burgemeester moet dan steeds de speciale raadgever blij ven, een schakel tussohen gemeenten en pro vinciale directie. In kleinere gemeenten moet de zaak individueel worden bekeken, Hebben de burgemeesters werkelijk geen tijd, dan is overleg toch steeds mogelijk en kan de burgemeester zijn moreelen steun blijven geven. Zijn er werkelijk principieele bezwa ren dan zal spr. die respecteeren, al vraagt hij zich af, of zoo n burgemeester door die principes ook op ander terrein zijn taak wel met vreugde kan verrichten. Als steun aan het werk van de burgemeesters is gedacht aan een vorming en scholing van man tot man en van hart tot hart, belichaamd in een adviesraad van 65 man. Het volk moet geactiveerd worden, het allerschoonste zou zijn, als geheel geen organisatie noodig zou zijn, en de aloude buurtschapsgedacht weer hoogtij zou vieren. De bestaande diensten kunnen als advi- seerend lichaam behouden blijven, een be paalde lijn wordt overwogen, bijv. samen koppeling van B-steun en Winterhulp. De kwestie van de kerkelijke tegenwerking 'zal zich vanzelf oplossen, zoodra de kerk be grijpt dat Winterhulp en Ned. Volksdienst •het goede willen. Het collectevraagstuk is thans geheel buiten de werkingssfeer van Winterhulp en Volksdienst gekomen, om geen verkeerd beeld te wekken. Burgemeester Best wijst speciaal op de collecten van Floralia, Kerstfeest en St. Ni- colaas, waaraan de plattelandsbevolking ge hecht is, laat men trachten deze weer te mogen houden. De heer Piek merkt op, dat hij verleden jaar kon bevorderen dat dergelijke collecten doorgingen, en zegt weer medewerking toe, al heeft hij thans geen invloed meer. Antwoord aan burgemeester Ritmeester. De heer Piek licht toe, dat zeker de con sequentie niet is dat men voor zijn ambt moet bedanken, als men het Winterhulp- werk enz. niet kan steunen, over deze kwes tie zal een rondschrijven uitgaan. Wat de Belgische kinderen betreft, deze zijn een erfe nis van den burgemeester van Breda, die in de oorlogsdagen veel hulp uit België ont ving voor de ge vluchten en daarom een te genprestatie stelt. Spr. heeft dezelfde opmer king gemaakt als burgemeester Ritmeester, en de kinderen zouden alleen in Breda wor den ondergebracht. Daar heersdht echter nogal wat diphteritis, zoodat een anderen weg moet worden gezocht, om de belofte van burgemeester van Breda te kunnen houden. Bij kinderuitzending gaat het niet alleen om eigen volk, een kind herstelt vaak veel eerder in een ander klimaat, zoodat men over en weer kan uitwisselen. Niet alleen zooals de Kath. pers schreef, om vriendschap te kweeken tusschen Neder land en Duitschland, doch in hoofdzaak op biologische gronden. Het is juist dat de voedselpositie van Nederland niet eenvoudig is, men kan zeggen, wat heeft men aan geld als er geen materiaal is? Men .moet het vraagstuk daar echter boven heffen, thans moet men offervaardig zijn en sociale ge meenschapszin toonen. Dan was er geen zwarte handel en werd het aanwezige voed sel beter verdeeld, dan was ook de voedsel positie eenvoudiger. Winterhulp en Volks dienst sturen aan op saamhoorigheidsge- voel, waardoor het voedsel- en kleeding- vraagstuk ook beter wordt opgelost. De con tributieregeling laat afwijkingen toe, en er komen nog wijzigingen, Wie door arbeid, zonder geld, wil steunen is natuurlijk even goed hartelijk welkom! Spr. eindigt met de opmerking te weten dat deze ddfc critisohe ooren naar hem luis terden, maar men moet het politieke beeld buiten de discussies en het werk houden, de burgemeesters moeten medewerkers zoe ken, die waarlijk de gedachte „Voor het volk, door het volk" dienen, en de burge meesters deze menschen met hun geest kracht steunen. De heer Michels dringt er op aan dat vooral zij worden ingeschakeld, die op de hoogte zijn van sociaal werk, zooals de Kruisvereenigingen enz. Anders staat de burgemeester voor een schier hopelooze taak, al heeft hij thans autoritair gezag. Met een kort opwekkend woord sluit de heer Michels daarna de bijeenkomst Arrondissementsrechtbank te Alkmaar Voor den Politierechter. (Zitting van Maandag 18 Augustus.) De groentenhandelaar C. L, wonende aan de Nieuwe Laagzijde, te Schagen, had in de maand September dringend behoefte aan ben zine, en ontmoette een zekere St., die be weerde, dat de firma D. benzine genoeg had Dat was een uitkomst! Met een handwagen op luchtbanden waren verd. en St. er in den vroegen morgen om vier uur op uitge trokken om bij D. te zien of er benzine was. De deur, vertelde verd., was los en toen had hij met St. een paar vaten inhoudende ongeveer 300 1., weggenomen. U heeft daarvoor f 15 aan St. betaald, niet waar? vroeg de Politierechter, mr. Krabbe. De directeur der N.V. Groenten- en Fruit handel D.. een zekere Th. H. D.. kwam de feiten bevestigen en zeide, dat verd. hem 200 1. had teruggebracht en daarvoor f80 had vergoed. Ik begrijp niet, hoe U met een jongen als St., die zoo slecht bekend staat, op stap gaat. Dat is eenvoudig ongehoord, zeide de Officier van Justitie, mr. de Brueys Tack tot verd. We waren van plan de benzine te koo- pen, zeide verd. Daar is niets van gebleken, kaatste de Of ficier van Justitie den bal terug. Ook get. D. verklaarde, dat over koopen nooit was gesproken. De Officier, requisitoir nemend, achtte het ten laste gelegde wettig en overtuigend be wezen en vond het feit buitengewoon ern stig. Verd. is met een minderjarige op stap gegaan en daar verd. geen benzine had. heeft hij die eenvoudig weggenomen. Daar door heeft hij den iongen St. op den verkeer den weg gebracht. Mr. de Brueys Tack was van oordeel, dat dit feit te ernstig was om't met een geldboete af te doen en eischte daar om een gevangenisstraf voor den tijd van vier maanden. De raadsman van verd., mr. Buiskool, uit Hoorn, wees er in zijn pleidooi op. dat zijn cliënt zeker den geraffineerden jongen St. niet op den verkeerden weg had ge bracht. We weten allen aldus pleiter wat voor een „heer" die jongen St is. Mr. Buiskool wees erop. dat verd. een behoorlij ke zaak had opgebouwd en in den omtrek venten moest. Hij zat door gebrek aan ben zine in moeilijkheden en wilde z'n zaak niet laten verloopen. Toen verd. den jon gen St. zag, zeide deze. dat hij wel wist waar benzine te halen viel en bezweek verd. voor de verleiding. Van geraffineerdheid was, naar de meening van mr. Buiskool geen sprake Verd. komt uit een goed milieu en heeft steeds goed opgepast. Hij heeft er spijt van gehad en 200 1. teruggehracht. Voor de gebruikte hoeveelheid heeft hij f80 betaald; dat was ver boven den prijs, want 300 1. kostten f60. Pleiter vroeg een geldboete en zoo de Po litierechter hiermede niet accoord kon gaan, opschorting van de zaak om verd. gelegen heid te geven 'n gratieverzoek in te dienen. Na re- en dupliek zeide de Politierech ter, dat hij in deze zaak vandaag iver één week schriftelijk vonnis zou wijzen en wel des morgens om elf uur. Den Helder. GEFINGEERDE DIEFSTAL. Op den 3den Mei had mej. J. E .S. uit Den Helder bij den agent van politie en on bezoldigd Rijksveldwachter B. J. v. T. aan gifte gedaan, dat van haar eenige deken ter waarde van f 12 waren gestolen. Dit bleek echter niet het geval te zijn. Verd. had beweerd, dat een zekere mej. B. de dekens had gestolen. Verd. zeide, dat mej. B. huurschuld had aan haar een daarom had zij die valsehe aan gifte gedaan. De dekens waren niet eens van u, zeide mr. Krabbe, doch van de Duitsche Weer macht. De Officier van Justitie noemde het een lafhartige daad om iemand maar zoo van diefstal te beschuldigen. Mr. de Brueys Tack wilde voor ditmaal nog geen gevangenisstraf eischen, doch vroeg een geldboete van f60 subs. 20 dagen hechtenis. Verd. had hierop niets te zeggen. Mr. Krabbe, uitspraak doende, veroordeeL de darop verd. tot een geldboete van f25, subs. 10 dagen. Bergen. MISHANDELING. Daarna moest terecht staan een zekere J. A. M„ van beroep smid en wonende te Bergen. Hem werd ten laste gelegd, dat hij op Zondagmiddag 18 Mei een zekeren P. J. B. schoenmaker van beroep en wonende te Bergen, in de Dorpsstraat aldaar had mis handeld, en dat feitelijk zonder eenige re den. Get. B. vertelde, dat hij van verd. een klap op z'n linkerwang had gekregen. Ik weet er zelf niets van; ik was te veel in opwinding; aldus verd. Ja, door den drank! meende Mr. Krabbe. Dronken was ik niet, ik had vijf glazen bier gedronken, antwoordde verd. De Politierechter vond vijf glazen bier te veel. De tweede get. was de grondwerker P. J. TEXEL DE SCHAPENFOKDAG. De groote schapenfokdag te Den Burg op Texel zal dit jaar gehouden worden op Maandag v.m. 8 September 1941. Blijkens ontvangen aangiften zullen de inzendingen zeer belangrijk zijn. Mede door de omstan digheid, dat de schapenfokkerij weer in het middelpunt van belangstelling staat, ligt het voor, de hand, dat velen zich zullen op- maken het eiland te bezoeken. Voor zoover dat nog niet bekend is, wil len wij belangstellenden er op attent ma- ken, dat men het eiland alleen mag betre den als men daartoe een vergunning heeft. Deze vergunning is echter zeer goed te ver krijgen, mits men dat minstens 10 dagen van te voren bij den burgemeester van het eiland te Den Burg, Texel aanvraagt. Als reden van het bezoek kan opgegeven worden: „Bezoek Schapenfokdag en zoo mogelijk aankoop fokmateriaal". Belangstellenden kunnen wij nog inlich- ten, dat de Texelsche boot 3X per dag vaart en wel van Den Helder om: 9.30; 16.10 en 19.Van Texel naar Den Helder vaart het schip om: 7.45; 14.— en 17.30 uur. M. te Bergen, die erbij was, dat B. een slag van verd. in z'n gezicht kreeg. Hard kwam het niet aan; zeide get. U schijnt nogal strijdlustig te zijn; elf jaar geleden bent u ook aJ wegens mishandeling veroordeeld; hield Mr. Krabbe verd. voor. De Officier vordering nemend, eisohte f40 boete, subs. 15 dagen. Ik heb er spijt genoeg van aldus verd. het kwam niet zoo ernstig aan! De Politierechter uitspraak doende, ver oordeelde verd. tot f15.— boete subs. 6 da- Ken. Wieringen. ALS DE DRANK IS IN DEN MAN... Verd. J. F. B. uit Wieringen, liet verstek gaan. Hem werd ten laste gelegd, dat hij op Zondagmiddag 11 Mei een ruit van het café van een zekeren M. E. had vernield. Get. E., caféhouder te Wieringen, vertelde, dat verd. 's morgens reeds in z'n café was ge weest. Toen had verd. al behoorlijk gedron ken. 's Middags kwam hij terug en begon weer te drinken. Herhaaldelijk had get. hem gelast te vertrekken, doch hij deed het niet. Verd. werd toen door get. de deur uitgegooid.- Door één ruit vielen de twee mannen sa men heen, doch een tweede ruit sloeg verd. in en gaf mij bovendien nog een trap zeicfe get. Heeft hij de schade vergoed? vroeg Mr. Krabbe. Neen; antwoordde get. Hoeveel kostte daii die ruit, wilde de Offi cier weten. Acht gulden en vier en dertig cent, Edel achtbare; zeide get. Een zekere D. O. uit Wieringen kwam als tweede get. voor het hekje en bevestigde de tenlastelegging. De Officier van Justitie eischte f 40.— boe te, subs. 20 dagen hechtenis. De Politierechter uitspraak doende, ver oordeelde verd. bij verstek tot f25.— boete, subs. 10 dagen en raadde get. E. aan, te trachten de schade van de gebroken ruit te rug te krijgen. Den Burg. DE GELEGENHEID MAAKTE DEN DIEF! Op Zondag 10 Mei was een zekere v. d. K. uit den Burg zóó dronken, dat hij niet alleen naar huis kon. Verd. A. v. K. uit dezelfde plaats was zoo goed den beschonkene naar huis te brengen en zelfs uit te kleeden. Er viel toen een portefeuille uit den zak van v. d. K. en daar nam de trouwe kameraad drie bankbiljetten van tien gulden uit. Waarom deed je dat nou? vroeg Mr. Krab be. Om m'n fiets af te betalen, die ik gekocht had; antwoordde verd. Hoeveel kostte die fiets? wilde de Officier weten. Honderd en vijftig gulden; zeide verd. Waarom koopt u zoo'n dure fiets als u het niet kunt betalen? aldus Mr. de Brueys Tack. Get, M. N. v. d. K. uit Den Burg kwam vertellen, dat verd. geen 30 gulden, maar vier en veertig gulden gestolen had. Dat is niet waar?, zeide verd., het waren drie bankjes van tien. N Mr. Krabbe wilde eens wat meer van verd. weten en de stukken stellen in handen van den Rechtercommissaris voor een nader on derzoek. De Officier ging hiermede accoord en dus werd de zaak geschorst voor onbepaalden tijd. Te Hoorn werd Maandag de traditioneele .Lappendag" gehouden, waarvoor uit heel West-Friesland veel belangstelling bestond (Pax-Hoilanfll-De Haan m)

Kranten Regionaal Archief Alkmaar

Schager Courant | 1941 | | pagina 5