ONS VOLK MOET OP ZICHZELF PASSEN
In Schagen was nog wel benzine...
Dinsdag 19 Augustus 1941
Tweede blad
NED. VOLKSDIENST HOUDT APPÈL
Het gezin als eenheid, nooden
van het gezin centraal te verzor
gen.
HET WERK VAN DEN
HED. VOLKSDIENST BELICHT.
(Van onzen eigen verslaggever).
De Nederlandsche Volksdienst belegde gis
termorgen een bijeenkomst in de raadszaal
te Alkmaar, waar o.a. waren uitgenoodigd
de burgemeesters der gemeenten in Noord
holland als aanstaande plaatselijke functio
narissen en de provinciale pers.
De heer C. Piek, landelijk leider van den
Nederlandschen Volksdienst hield een rede,
waarin hij de oprichting, doelstelling, wezen
en werkwijze van den N.V.D. uiteenzette.
Bij ontstentenis van den commissaris der
provincie berustte de leiding bij het lid der
Ged. Staten, den heer Miohels. Mede was
aanwezig de heer Avenarius, directeur van
Winterhulp in Noordholland, en provinciaal
leider van den Ned. Volksdienst.
De heer Piek begon met te zeggen dat na
een periode van rust naar buiten, Winter
hulp Nederland thans zijn taak weer aan
vat. 6 Millioen heeft Winterhulp omgezet.
In de periode van stilte heeft een gerucht
de ronde gedaan dat de heer Piek „in de
kast zat". Het zou een grooteschurken troep
en rooverij zijn om het volk, dat de kluts
toch al kwijt is, te misleiden, geruchten die
natuurlijk uit een zekeren bron kwamen.
Het is een kwestie van diepe tragiek, waar
voor geen pardon is, maar waarop spr. na
tuurlijk niet heeft gereageerd, maar hard
gewerkt. Overigens verwacht spr. dat er
nog wel eens een dergelijk gerucht de ron-
e zal doen.
Heden spreekt de heer Piek in een sfeer
van vertrouwen. Wij en de burgemeesters
moeten elkaar in de oogen kunnen kijken.
Spr. schetst de moeilijke taak der burge
meesters en wil heden het politieke en ker
kelijke sentiment geheel buiten beschou
wing laten. Volksdienst en Winterhulp moe
ten gedragen worden door het geheele Ne
derlandsche volk. Men heeft dit niet geloofd,
men heeft rijkelijk
geleuterd,
burgemeesters hebben moeten doorstoo-
ten naar de massa, die 't hen niet makkelijk
maakte. Iedereen is echter hartelijk welkom
in W.H. N. en Volksdienst. Het is spr.'s
wensoh met zooveel mogelijk mensohen te
bouwen, dat zal ook dezen winter noodig zijn
Spr. kon ook den winkel gesloten hebben,
en andere tijden hebben afgewacht, omdat
het soms hopeloos leek, maar men heeft de
tanden op elkaar gezet, omdat men weet te
zullen slagen.
De Ned. Volksdienst is organisch voortge
komen uit de Winterhulp Nederland. Het
volk moet voor alles intern sterk zijn, Win
terhulp Nederland zal speciaal „Winterhulp"
zijn. Volksdienst is een nieuwe stap, een
uitbouw, die tot een sterk project kan
groeien.
Spr. belicht vervolgens de kern van beide
instellingen. Winterhulp Nederland heeft
veel hulp verleend, meer dan de gemeenten
hebben opgebracht. Spr. hoopt dat dit een
stimulans geweest is voor het werk, maar
constateert dat de collecten afnamen. Ver
heugend is echter, dat de massa het werk
beter gaat begrijpen, vooral onder de een
voudige klassen staat men sympathiek te
genover het werk. Spr. is overtuigd dat de
strijd tegen Winterhulp nog scherper zal
worden. Nochtans vraagt spr. geen speciale
volmachten; hij houdt het aan op vrijwil
lige hulp, al zou het eenvoudig zijn deze
volmacht te krijgen. Dit is geen bewijs van
zwakheid. Spr. wil echter dat Winterhulp
groeit en bloeit in vrijheid. Uit de eerste
reacties over Winterhulp weet spr. dat men
ook weer 'critisch staat tegenover den Volks
dienst. Dat zijn degenen die mokken en in
hun schulp terugkruipen zonder zelf iets
te bouwen en zich zelf toch flinke kerels
vinden.
De strijd kan veroverd worden met
de gedachte dat men het volk lief
moet hebben, dit beteekent noch
ranselen, noch negatief zijn, maar
aanpakken.
Er zijn 10200 vereenigingen die het werk
van Volksdienst bestrijken, maar juist nu is
het noodig dat dit centraal geregeld wordt
opdat niet degenen die door de tijden gebukt
gaan, ten onder gaan.
Van 1815 tot 1940 heeft Nederland buiten
de wereldgeschiedenis gestaan; de tijden
gingen aan ons voorbij, nu staan wij midden
in het gebeuren. Het waarom laat spr. als
sociaal werker buiten beschouwing.
De laatste tien jaar, vond men in Neder
land een rijk gezond welvarend volk met
veel luxe. Men stuurde veel geld naar buiten
naar Qhina, Abessinië en Finland, men col
lecteert. in 4 dagen 4 millioen voor de uit
geweken joden, men hielp het roode Spanje,
maar thans zal men moeten vechten voor
eigen bestaan, omdat wij een onderdeel van
het gebeuren in Europa zijn. Nederland moet
op zichzelf passen. Is het dan onmensche-
lijk, een eenheid te brengen in de sociale
verzorging? Neen! Hoe de internationale
toestand zich ook ontwikkelt, ons volk moet
door de zorgelijke tijden worden geholpen.
De Volksdienst let allereerst op de fami
lies en daardoor het eerst op de moeder.
Het is dus gezinsbescherming, waarbij niets
kapot moet worden gemaakt, wat vroeger is
gebouwd.
Men heeft de gezinnen op het oog
die gezond zijn, maar door de om
standigheden in moeilijkheden zijn
geraakt, waar de kinderen achteruit
boeren, waar ziekten dreigen in te
sluipen.
Het gezin moet niet voor een moment
worden voortgeholpen, maar het moet door
loopend worden gecontroleerd; in een co
ördinatie vanarbeid. Men denkt aan
tehuizen, waar moeders rust kunnen vin
den en vrijwillige handen het werk over
nemen. Een sterk gezin is een stimulans
van een volk. Niet% wordt afgekeurd wat
gedaan is, spr. heeft daar resnect voor, maar
thans wordt
appèl van bat Ned. volk
gehouden, en gaat men een stap verder dan
vroeger. Er moeten sociale adviesbureaux
zijn voor het gezin, er zijn nog tallooze an
dere vraagstukken, welke centraal moeten
worden opgelost, buiten kerkelijk en poli
tiek verbaiid. Men zal langzaam maar zeker
moeten houwen. Waar de wil is, is de weg.
Men moet stug als goede vrienden aan den
arbeid trekken. Het is vijf voor twaalf, de
tijd knijpt, spr. vertrouwt nog altijd dat de
burgemeesters het werk zelf willen doen.
Spr. heeft zich gerealiseerd, dat er tegen
werking van bepaalde zijde zal zijn, hij on
dervond dit bij Winterhulp. Aan menschen
is door kerkeraden hulp geweigerd, omdat
de menschen door Winterhulp werden ge
steund. En toch wilde Wintehhulp het ker
kelijk werk niet schaden, men hoopte op
samenwerking. Dit kwam niet Als er een
gewetensstrijd is, kan men de wacht aflos
sen, maar spr. vertrouwt dat geen burge
meester dat zal doen. Door de autoritaire
vorm, welke het gemeentebestuur heeft ge
kregen, zal 't werk den burgemeesters ge
makkelijker vallen; spr. meent dat waar men
niets anders dient dan de Ned. gemeenschap,
men nooit in conflict kan komen met zijn ge
weten. Nochtans is er geen dwang; als men
het werk verafschuwt, moet men den moed
hebben te bedanken. De Volksdienst vraagt
geen schijnvrlendschap,
dit zegt spr. nogmaals nadrukkelijk. De
nieuwe winter zal zwaar zijn, de W.H.N. zal
een dienstig apparaat zijn er doorheen te
komen. Ieder die in nood verkeert zal ge
holpen worden, er moet geholpen worden,
spr. staat nog steeds open voor samenwer
king met de bestaande organisaties, maar
spr.'s
gedold Is uitgeput.
Deze organisaties moeten thans tot Winter
hulp komen, Winterhulp komt niet meer tot
de organisaties. Nu is er de Volksdienst en
daarvoor geldt het zelfde. Een sterk volk
doet dat door vrijwillige krachten. Spr. is
overtuigd dat dit voor de burgemeesters
niet gemakkelijk is, men leeft nu eenmaal
op sentiment en gevoel en niet meer op het
verstand.
Met ijzeren wil moet men voor
waarts, omdat uit dit werk de kern
gevormd wordt voor een sterker
volk!
Spr. heeft duizenden bezwaren van het
publiek aangehoord, maar het vraagstuk,
waarom het gaat, wilde men niet begrijpen,
omdat men er af wilde. De burgemeesters
moeten het volk overtuigen, het is toch zoo,
dat ook vóór den lOden Mei men reeds inzag
dat de sociale hulp verwaterde, getuige het
feit van de centralisatie der fcinderuitzen-
dingen. Verschillende objecten zijn blijven
sloffen, bijv. de tandheelkundige verzorging,
deze zal op korten termijn verbeterd wor
den. Mocht ons volk verstek laten gaan, dan
zal de zaak van bovenaf geregeld worden.
Als idealist hoopt spr. nog steeds dat dit niet
noodig zal zijn. Komt er geen geld genoeg,
zullen anderen spr.'s werk overnemen; de
volkszorg zal er niet onder lijden.
HET COLLECTEVERBOD.
Spr. behandelt in het kort nog het collec
teverbod na de aanvankelijke centralisatie
door de Duitsche overheid. Men weet dit aan
Winterhulp, het was eenvoudig zoo, dat door
die B. en W.'s onvoldoende werd afge
remd met de collectes. Men kan thans weer
aanvragen bij de Procureurs-generaal. Spr.'s
opgave is mislukt, hij erkent dit eerlijk, men
kwam na het collecte verbod niet met hem
praten; een der meest vooraanstaande Ne
derlandsche figuren bepleitte zelfs liever de
Chaos, dan samenwerking. Deze chaos zal
echter niet komen verzekert spr.; elk tijdelijk
succes van den tegenstander brengt weer
duizenden menschen in nood.
Een koude rilling gaat over den
rug, wanneer men de dossiers ziet,
waaruit blijkt, dat zoovelen niet ge
holpen konden worden door den te
genstand!
Niet versagen, eindigt de heer Piek, ik heb
vertrouwen in den geest, welke in Neder
land leeft; ik roep U op tot den arbeid in
een organisatie van enthousiaste menschen.
(Applaus).
Discussies en vragen.
Verschillende vragen van technischen
aard worden beantwoord. Burgemeester
van Kinschot (Alkmaar) bespreekt de mo
gelijkheid van het vinden van geschikte
buurtsohapleiders. Kunnen de gemeente
ambtenaren worden ingeschakeld? En hoe
is de samenwerking van den Volksdienst
met de gemeentelijke sociale diensten, opdat
men dubbele bedeeling voorkomt? Moeten
in de grootere gemeenten de hoofdbureaux
van Winterhulp worden opgeheven?
Burgemeester Peters (Medemblik) vraagt of
als een burgemeester zijn taak overgeeft, dit
niet steeds wordt uitgelegd als gewetens
bezwaar. Het kan ook gebrek aan tijd zijn,
om zich er met hart en ziel aan te geven,
wat vooral bij burgemeesters van kleine ge
meenten het geval zal zijn. Spr. vraagt
voorts de uitgave van een populair propa
gandageschrift.
Burgemeester Ritmeester (Den Helder)
zou het licht vallen een kantteekening te
maken over de historiciteit. De heer Piek
betoogde dat Nederland zich steeds buiten
het wereldgebeuren hield. Is dat niet geluk
kig? Spr. erkent nog niet dat het geluk van
een volk ligt in het voeren van oorlog. Vanaf
de 10-daagsche veldtocht tot heden heeft Ne
derland zijn Sturm en Drangperiode mee
gemaakt. Het heeft zich opgeheven tot een
groot en ontwikkeld volk, met groote figu
ren. Niet alleen gebouwen en loonen waren
opgevoerd, er heerschte hier een kracht en
geest die de bewondering wekte in het bui
tenland. Spr. ontkent dat maatregelen noo
dig waren, zooals de heer Piek die noodig
oordeelde. Wel moeten de burgemeesters
vóór alles het volk dienen, als dit noodig is,
en dus zeker in dezen tijd. Allereerst is ech
ter noodig dat de menscihen voldoende te
eten krijgen, dat is allereerst de taak van
den leider van den Ned. Volksdienst. Hoe
moeten wij voor ons zelf zorgen? De Ned.
Volksdienst wil zelfs 1000 Belgische kinderen
plaatsen, is dit te rijmen met wat de heer
Piek becritiseerde, de hulp die vroeger aan
•het buitenland werd gegeven?
Goede medewerkers te krijgen is niet ge
makkelijk, de contributie' zal voor velen niet
te dragen zijn, in ieder geval behoeft een
niet finantieel krachtig medewerker toch
niet te betalen!
't Nederlandsche volk wordt langzamerhand
murw, het wordt steeds moeilijker aan te
kloppen om hulp, spr. erkent echter gaarne
dat het noodig is de handen in elkaar te
slaan. Echter als een burgemeester hulp
weigert, zal de consequentie zijn dat hij zijn
ambt neerlegt. Spr. zou dit niet graag zien.
Hij besluit met nogmaals te betoogen dat
allereerst een betere voeding noodig is, dan
kan men ook kinderen van buiten laten ko
men. (Applaus).
De heer Piek zet uiteen, dat men bij orga
nisatie in de grootere gemeenten steeds weer
van de gedachte „het volk dienen" moet
uitgaan, zoodat men soepel moet zijn. Men
heeft den eersten winter de. zaak laten
marcheeren, spr. heeft alle waardeering voor
het verrichte werk, thans moet hoofdmotief
worden de Ned. Volksdienst met als speciale
winterzorg Winterhulp.
Nu. moeten er echter ook meer mede
werkers komen; in de grootere gemeenten
door speciale bureaux. De burgemeester
moet dan steeds de speciale raadgever blij
ven, een schakel tussohen gemeenten en pro
vinciale directie. In kleinere gemeenten
moet de zaak individueel worden bekeken,
Hebben de burgemeesters werkelijk geen tijd,
dan is overleg toch steeds mogelijk en kan
de burgemeester zijn moreelen steun blijven
geven. Zijn er werkelijk principieele bezwa
ren dan zal spr. die respecteeren, al vraagt
hij zich af, of zoo n burgemeester door die
principes ook op ander terrein zijn taak wel
met vreugde kan verrichten. Als steun aan
het werk van de burgemeesters is gedacht
aan een vorming en scholing van man tot
man en van hart tot hart, belichaamd in
een adviesraad van 65 man. Het volk moet
geactiveerd worden, het allerschoonste zou
zijn, als geheel geen organisatie noodig zou
zijn, en de aloude buurtschapsgedacht weer
hoogtij zou vieren.
De bestaande diensten kunnen als advi-
seerend lichaam behouden blijven, een be
paalde lijn wordt overwogen, bijv. samen
koppeling van B-steun en Winterhulp. De
kwestie van de kerkelijke tegenwerking 'zal
zich vanzelf oplossen, zoodra de kerk be
grijpt dat Winterhulp en Ned. Volksdienst
•het goede willen. Het collectevraagstuk is
thans geheel buiten de werkingssfeer van
Winterhulp en Volksdienst gekomen, om
geen verkeerd beeld te wekken.
Burgemeester Best wijst speciaal op de
collecten van Floralia, Kerstfeest en St. Ni-
colaas, waaraan de plattelandsbevolking ge
hecht is, laat men trachten deze weer te
mogen houden.
De heer Piek merkt op, dat hij verleden
jaar kon bevorderen dat dergelijke collecten
doorgingen, en zegt weer medewerking toe,
al heeft hij thans geen invloed meer.
Antwoord aan burgemeester
Ritmeester.
De heer Piek licht toe, dat zeker de con
sequentie niet is dat men voor zijn ambt
moet bedanken, als men het Winterhulp-
werk enz. niet kan steunen, over deze kwes
tie zal een rondschrijven uitgaan. Wat de
Belgische kinderen betreft, deze zijn een erfe
nis van den burgemeester van Breda, die in
de oorlogsdagen veel hulp uit België ont
ving voor de ge vluchten en daarom een te
genprestatie stelt. Spr. heeft dezelfde opmer
king gemaakt als burgemeester Ritmeester,
en de kinderen zouden alleen in Breda wor
den ondergebracht. Daar heersdht echter
nogal wat diphteritis, zoodat een anderen weg
moet worden gezocht, om de belofte van
burgemeester van Breda te kunnen houden.
Bij kinderuitzending gaat het niet alleen
om eigen volk, een kind herstelt vaak veel
eerder in een ander klimaat, zoodat men
over en weer kan uitwisselen.
Niet alleen zooals de Kath. pers schreef,
om vriendschap te kweeken tusschen Neder
land en Duitschland, doch in hoofdzaak op
biologische gronden. Het is juist dat de
voedselpositie van Nederland niet eenvoudig
is, men kan zeggen, wat heeft men aan geld
als er geen materiaal is? Men .moet het
vraagstuk daar echter boven heffen, thans
moet men offervaardig zijn en sociale ge
meenschapszin toonen. Dan was er geen
zwarte handel en werd het aanwezige voed
sel beter verdeeld, dan was ook de voedsel
positie eenvoudiger. Winterhulp en Volks
dienst sturen aan op saamhoorigheidsge-
voel, waardoor het voedsel- en kleeding-
vraagstuk ook beter wordt opgelost. De con
tributieregeling laat afwijkingen toe, en er
komen nog wijzigingen, Wie door arbeid,
zonder geld, wil steunen is natuurlijk even
goed hartelijk welkom!
Spr. eindigt met de opmerking te weten
dat deze ddfc critisohe ooren naar hem luis
terden, maar men moet het politieke beeld
buiten de discussies en het werk houden,
de burgemeesters moeten medewerkers zoe
ken, die waarlijk de gedachte „Voor het
volk, door het volk" dienen, en de burge
meesters deze menschen met hun geest
kracht steunen.
De heer Michels dringt er op aan dat
vooral zij worden ingeschakeld, die op de
hoogte zijn van sociaal werk, zooals de
Kruisvereenigingen enz. Anders staat de
burgemeester voor een schier hopelooze
taak, al heeft hij thans autoritair gezag.
Met een kort opwekkend woord sluit de
heer Michels daarna de bijeenkomst
Arrondissementsrechtbank te Alkmaar
Voor den Politierechter.
(Zitting van Maandag 18 Augustus.)
De groentenhandelaar C. L, wonende aan
de Nieuwe Laagzijde, te Schagen, had in de
maand September dringend behoefte aan ben
zine, en ontmoette een zekere St., die be
weerde, dat de firma D. benzine genoeg had
Dat was een uitkomst! Met een handwagen
op luchtbanden waren verd. en St. er in
den vroegen morgen om vier uur op uitge
trokken om bij D. te zien of er benzine was.
De deur, vertelde verd., was los en toen
had hij met St. een paar vaten inhoudende
ongeveer 300 1., weggenomen.
U heeft daarvoor f 15 aan St. betaald, niet
waar? vroeg de Politierechter, mr. Krabbe.
De directeur der N.V. Groenten- en Fruit
handel D.. een zekere Th. H. D.. kwam de
feiten bevestigen en zeide, dat verd. hem
200 1. had teruggebracht en daarvoor f80
had vergoed.
Ik begrijp niet, hoe U met een jongen als
St., die zoo slecht bekend staat, op stap
gaat. Dat is eenvoudig ongehoord, zeide de
Officier van Justitie, mr. de Brueys Tack
tot verd.
We waren van plan de benzine te koo-
pen, zeide verd.
Daar is niets van gebleken, kaatste de Of
ficier van Justitie den bal terug.
Ook get. D. verklaarde, dat over koopen
nooit was gesproken.
De Officier, requisitoir nemend, achtte het
ten laste gelegde wettig en overtuigend be
wezen en vond het feit buitengewoon ern
stig. Verd. is met een minderjarige op stap
gegaan en daar verd. geen benzine had.
heeft hij die eenvoudig weggenomen. Daar
door heeft hij den iongen St. op den verkeer
den weg gebracht. Mr. de Brueys Tack was
van oordeel, dat dit feit te ernstig was om't
met een geldboete af te doen en eischte daar
om een gevangenisstraf voor den tijd van
vier maanden.
De raadsman van verd., mr. Buiskool,
uit Hoorn, wees er in zijn pleidooi op. dat
zijn cliënt zeker den geraffineerden jongen
St. niet op den verkeerden weg had ge
bracht. We weten allen aldus pleiter
wat voor een „heer" die jongen St is. Mr.
Buiskool wees erop. dat verd. een behoorlij
ke zaak had opgebouwd en in den omtrek
venten moest. Hij zat door gebrek aan ben
zine in moeilijkheden en wilde z'n zaak
niet laten verloopen. Toen verd. den jon
gen St. zag, zeide deze. dat hij wel wist waar
benzine te halen viel en bezweek verd. voor
de verleiding. Van geraffineerdheid was,
naar de meening van mr. Buiskool geen
sprake Verd. komt uit een goed milieu en
heeft steeds goed opgepast. Hij heeft er spijt
van gehad en 200 1. teruggehracht. Voor de
gebruikte hoeveelheid heeft hij f80 betaald;
dat was ver boven den prijs, want 300 1.
kostten f60.
Pleiter vroeg een geldboete en zoo de Po
litierechter hiermede niet accoord kon gaan,
opschorting van de zaak om verd. gelegen
heid te geven 'n gratieverzoek in te dienen.
Na re- en dupliek zeide de Politierech
ter, dat hij in deze zaak vandaag iver één
week schriftelijk vonnis zou wijzen en wel
des morgens om elf uur.
Den Helder.
GEFINGEERDE DIEFSTAL.
Op den 3den Mei had mej. J. E .S. uit
Den Helder bij den agent van politie en on
bezoldigd Rijksveldwachter B. J. v. T. aan
gifte gedaan, dat van haar eenige deken
ter waarde van f 12 waren gestolen. Dit
bleek echter niet het geval te zijn. Verd. had
beweerd, dat een zekere mej. B. de dekens
had gestolen.
Verd. zeide, dat mej. B. huurschuld had
aan haar een daarom had zij die valsehe aan
gifte gedaan.
De dekens waren niet eens van u, zeide
mr. Krabbe, doch van de Duitsche Weer
macht.
De Officier van Justitie noemde het een
lafhartige daad om iemand maar zoo van
diefstal te beschuldigen. Mr. de Brueys Tack
wilde voor ditmaal nog geen gevangenisstraf
eischen, doch vroeg een geldboete van f60
subs. 20 dagen hechtenis.
Verd. had hierop niets te zeggen.
Mr. Krabbe, uitspraak doende, veroordeeL
de darop verd. tot een geldboete van f25,
subs. 10 dagen.
Bergen.
MISHANDELING.
Daarna moest terecht staan een zekere
J. A. M„ van beroep smid en wonende te
Bergen.
Hem werd ten laste gelegd, dat hij op
Zondagmiddag 18 Mei een zekeren P. J. B.
schoenmaker van beroep en wonende te
Bergen, in de Dorpsstraat aldaar had mis
handeld, en dat feitelijk zonder eenige re
den.
Get. B. vertelde, dat hij van verd. een klap
op z'n linkerwang had gekregen.
Ik weet er zelf niets van; ik was te veel
in opwinding; aldus verd.
Ja, door den drank! meende Mr. Krabbe.
Dronken was ik niet, ik had vijf glazen
bier gedronken, antwoordde verd.
De Politierechter vond vijf glazen bier te
veel.
De tweede get. was de grondwerker P. J.
TEXEL
DE SCHAPENFOKDAG.
De groote schapenfokdag te Den Burg
op Texel zal dit jaar gehouden worden op
Maandag v.m. 8 September 1941. Blijkens
ontvangen aangiften zullen de inzendingen
zeer belangrijk zijn. Mede door de omstan
digheid, dat de schapenfokkerij weer in het
middelpunt van belangstelling staat, ligt
het voor, de hand, dat velen zich zullen op-
maken het eiland te bezoeken.
Voor zoover dat nog niet bekend is, wil
len wij belangstellenden er op attent ma-
ken, dat men het eiland alleen mag betre
den als men daartoe een vergunning heeft.
Deze vergunning is echter zeer goed te ver
krijgen, mits men dat minstens 10 dagen
van te voren bij den burgemeester van het
eiland te Den Burg, Texel aanvraagt.
Als reden van het bezoek kan opgegeven
worden: „Bezoek Schapenfokdag en zoo
mogelijk aankoop fokmateriaal".
Belangstellenden kunnen wij nog inlich-
ten, dat de Texelsche boot 3X per dag
vaart en wel van Den Helder om: 9.30; 16.10
en 19.Van Texel naar Den Helder vaart
het schip om: 7.45; 14.— en 17.30 uur.
M. te Bergen, die erbij was, dat B. een slag
van verd. in z'n gezicht kreeg. Hard kwam
het niet aan; zeide get.
U schijnt nogal strijdlustig te zijn; elf jaar
geleden bent u ook aJ wegens mishandeling
veroordeeld; hield Mr. Krabbe verd. voor.
De Officier vordering nemend, eisohte f40
boete, subs. 15 dagen.
Ik heb er spijt genoeg van aldus verd.
het kwam niet zoo ernstig aan!
De Politierechter uitspraak doende, ver
oordeelde verd. tot f15.— boete subs. 6 da-
Ken.
Wieringen.
ALS DE DRANK IS IN DEN MAN...
Verd. J. F. B. uit Wieringen, liet verstek
gaan. Hem werd ten laste gelegd, dat hij
op Zondagmiddag 11 Mei een ruit van het
café van een zekeren M. E. had vernield.
Get. E., caféhouder te Wieringen, vertelde,
dat verd. 's morgens reeds in z'n café was ge
weest. Toen had verd. al behoorlijk gedron
ken. 's Middags kwam hij terug en begon
weer te drinken. Herhaaldelijk had get. hem
gelast te vertrekken, doch hij deed het niet.
Verd. werd toen door get. de deur uitgegooid.-
Door één ruit vielen de twee mannen sa
men heen, doch een tweede ruit sloeg verd.
in en gaf mij bovendien nog een trap zeicfe
get.
Heeft hij de schade vergoed? vroeg Mr.
Krabbe.
Neen; antwoordde get.
Hoeveel kostte daii die ruit, wilde de Offi
cier weten.
Acht gulden en vier en dertig cent, Edel
achtbare; zeide get.
Een zekere D. O. uit Wieringen kwam als
tweede get. voor het hekje en bevestigde de
tenlastelegging.
De Officier van Justitie eischte f 40.— boe
te, subs. 20 dagen hechtenis.
De Politierechter uitspraak doende, ver
oordeelde verd. bij verstek tot f25.— boete,
subs. 10 dagen en raadde get. E. aan, te
trachten de schade van de gebroken ruit te
rug te krijgen.
Den Burg.
DE GELEGENHEID MAAKTE DEN DIEF!
Op Zondag 10 Mei was een zekere v. d. K.
uit den Burg zóó dronken, dat hij niet alleen
naar huis kon. Verd. A. v. K. uit dezelfde
plaats was zoo goed den beschonkene naar
huis te brengen en zelfs uit te kleeden. Er
viel toen een portefeuille uit den zak van
v. d. K. en daar nam de trouwe kameraad
drie bankbiljetten van tien gulden uit.
Waarom deed je dat nou? vroeg Mr. Krab
be.
Om m'n fiets af te betalen, die ik gekocht
had; antwoordde verd.
Hoeveel kostte die fiets? wilde de Officier
weten.
Honderd en vijftig gulden; zeide verd.
Waarom koopt u zoo'n dure fiets als u
het niet kunt betalen? aldus Mr. de Brueys
Tack.
Get, M. N. v. d. K. uit Den Burg kwam
vertellen, dat verd. geen 30 gulden, maar
vier en veertig gulden gestolen had.
Dat is niet waar?, zeide verd., het waren
drie bankjes van tien. N
Mr. Krabbe wilde eens wat meer van verd.
weten en de stukken stellen in handen van
den Rechtercommissaris voor een nader on
derzoek.
De Officier ging hiermede accoord en dus
werd de zaak geschorst voor onbepaalden
tijd.
Te Hoorn werd Maandag de traditioneele .Lappendag" gehouden,
waarvoor uit heel West-Friesland veel belangstelling bestond
(Pax-Hoilanfll-De Haan m)