N°. 5.
Donderdag 13 October.
A\ 1887.
Nieuws- en
Advertentieblad.
Binnenland.
Dit blad verschijnt iederen Woensdagavond.
Abonnementsprijs per S maanden
Voor den Burg 30 Cts. Over geheel Texel 35 Cts.
Door geheel Nederland 40 Cts. Naar Amerika en
andere landen 65 Cts. franco per post.
Advertentie» vóór Woensdagmorgen 10 uur.
Prijs der Advertenlièn:
Van 1 tot 5 regels 30 Cts. Iedere regel meer 6 Cts.
Groote letters en Vignetten worden naar plaatsruimte
berekend. Bewijsnummers 2 Cts. per nummer.
ABONNEMENTEN en ADVERTENTIËN worden aangenomen bij de Uitgevers LANGE VELD DE ROOIJ, ParkstraatBurg op Texel.
Aan de Plattelander ontleenen wij het vol
gende artikel, dat o. i. ook voor ons eiland
niet van belang ontbloot is:
AANLEG VAN DENNENBOSSCHEN.
De aankweeking van dennenhoutgewas heeft
bijna alleen plaats op woeste gronden, heide
velden, zandige vlakten, duinen, vrij algemeen
bij bezaaiing, maar ook bij uitplanting van 3
a 4 jarig plantsoen, goed voorzien van kluit;
zal evenwel eene uitplanting genoegzame rente
opleveren, zoo moet deze uit eigen in de na
bijheid gelegen bosschen kunnen gevonden
worden.
De alleen gebruikte dennen zijn de grove
den (Pinus sylvestris) en de zee-den (Pmus
maritima). Deze laatste soort, meest gebezigd
in 't Zuiden van Frankrijk, wordt hier niet
meer gebruikt om de groote gevoeligheid voor
strenge winters, en ook wijl'ze zich niet zoo
gemakkelijk laat verplanten. Als timmerhout
heeft zij ook minder waarde.
Onder heidevelden, geschikt tot den aanleg
van dennenbosch, worden verstaan: gronden,
genoegzaam voorzien van eene zwarte boven
korst en heide-opslag of ruigtehet is dan on
verschillig of ze, zooals sommigen willen, hon
derd voeten boven de oppervlakte der zee ge
legen zijn; lage heidevelden echter, die het
water ophouden en daardoor koud van aard
worden, zijn minder geschikt voor dennenhout
en eischen meer kosten van aanleg.
In de keuze van een veld ter bezaaiing of
beplanting moet men onderzoeken of er ook
oer- of kiezelbanken doorloopen; bestaan die
er tot eene diepte van 1 Vs M., dan moet men
of die banken breken öf het veld verlaten; is
echter de bank dieper gelegen, dan schaadt
dit niet zoozeer aan dennen als wel aan ak
kermaalshout; het komt er daarom in de eerste
plaats op aan, het gekozen veld door verschil
lende boringen te onderzoeken. Bij zandvlakten,
of stuifduinen is aan bezaaiing nagenoeg niet
te denken, tenzij onder belangrijke voorzorgen,
die het te verwachten voordeel of geheel öf
nagenoeg zouden wegnemen, terwijl ook nadeel
te wachten zou zijnhier moet men dus den
nen-plantsoen van 3 a 4 jaar oud bezigen, goed
voorzien van kluit, op Vs M. afstand van elkaar
uitplanten, ten einde zich niet alleen onderling
te dekken en naar boven te jagen, doch tevens
oln den grond te overschaduwen, waardoor
verstuivingen worden tegengegaan en warmte
en vocht in den grond worden behouden. Dit
is dan ook de behandeling, indien men het
heideveld tot eene beplanting delven of spra-
steken wiltusschen deze beplanting onkruid
te zaaien, dat spoedig ruigte geeft, is voor het
welslagen der dennen zeer dienstig. Nimmer
moet men tusschen de dennen schoffelen of
wieden; men kan nagenoeg het geheele jaar
uitplanten, doch vermijde hiertoe over 't alge
meen de droge en de vorstmaanden, waarom
men dan ook meestal 't voor en najaar kiest.
Sedert men meer en meer begonnen is bij
de duurte van gronden, resp. bouwgronden,
van voor eenige jaren, om overal heide te ont
ginnen, en zulks zoowel als bouwland als ook
in de hoedanigheid van boschaanleg uitstekend
gelukt, is de aankoop van dennen gemakke
lijker en zeker goedkooper geworden.
Men koopt de 1000 drie- a vierjarige dennen
op aan te wijzen plaats te leveren, voor een
bedrag, al naar gelang het transport verwij
derd is. Een man met een jongen kunnen
daags 1000 h 1200 stuks planten; de man
maakt de gaten en de jongen zet de planten,
waarbij men wel de aarde goed tegen de plant
mag aandrukken, maar niet boven op de aan
hangende aarde mag trappen; de kluit moet
even onder den grond komen; gaten vooraf
te maken, zooals bij eiken, iepen, enz. is in
dit geval niet aan teraden. Men gebruikt vrij
algemeen denne-poters of poot-boren, zoowel
om het dennen-plantsoen uit te steken, als
nieuwe gaten te maken voor het planten,
met die instrumenten gaat het nog spoedi
ger; in de Groesbeeksche bosschen bij Nijmegen
gebruikt men de doelmatigste.
Indien men een goed bewassen heideveld
met dennen bezetten wil, dan kan men veilig
op 1 M. afstand planten, wanneer er vrij wat
plantsoen bezuinigd wordt. Een man kan per
dag 8 a 900 stuks 3- k 4jarig gewas uit een
goed bosch stikken. Wil men op zandvlakten,
namelijk die gelijk liggen, zaaien, dan moet
men in Augustus of Septb. zeer licht ploegen en
het dennenzaad met winterrogge inzaaien, licht
(ondiep) eggen en vervolgens met ruigte be
veiligen tegen verstuivingen, om, indien er
van de rogge iets terecht komt, daarvan alleen
de aar te oogsten en 'tstroo tot dekking te
laten staan.
TEXEL, 12 October 1887.
Naar wij vernemen circuleerde dezer dagen
alhier eene lijst ter verkrijging van weke-
lijksche bijdragen tot ondersteuning van een"
gezin, wiens verzorger in de vorige week
na eene kortstondige ziekte werd ten grave
gebracht.
Een woord van goedkeuring en aanbeveling
met en voor dit plan is hier zeker niet mis
plaatst.
Naar aanleiding evenwel van dit voorval
is de opmerking wellicht niet ongepast, of het
ook wenschelijk zou zijn, dat er eene ver-
eeniging in dien geest werd tot stand gebracht.
Door het bijdragen van eenige centen weke
lijks van belanghebbenden, gesteund door
maandelijksche of jaarlijksche bijdragen van
belangstellenden, zou allicht een fonds kunnen
worden gevormd, dat bij eventueele gevallen
als hierboven genoemd, in dringende behoeften
zou kunnen voorzien en zegenrijk werken.
Wij geven dit denkbeeld aan allen in over
weging.
Evenals op zoo menig ander gebied, treft
men ook op dat van loopen specialiteiten aan, dit
werd ons Zaterdagmiddag aanschouwelijk voor
gesteld.
Ten 11 ure ruim werd bij bekkenslag of
beter gezegd bij schelgeluid den volke ver
kondigd, dat door den liardlooper Mac. Innes
van de tentoonstelling te Amsterdam eene
proeve van zijne loopkunst zou worden gege
ven en reeds ten 12 ure zag men den man
in draf door de straten van ons dorp gaan,
tot groot vermaak van de jeugd, welke tever
geefs trachtte hem te evenaren.
't Kan zijn, dat het z'n nut heeft te we
ten, wat de mensch ook op dat gebied ver
mag, doch zeer veel opwekkends is aan zoo
iets o. i. niet.
Bij de vele en snelle middelen van vervoer,
welke onze tijd biedt, is het trouwens niet
te verwachten, dat de kunst van hardloopen
door velen zal beoefend worden.
Als eene bijzonderheid kan vermeld worden,
dat een paar spreeuwen alhier weder begonnen
zijn te nestelen
Zeker kan het tot de groote zeldzaamheden
gerekend worden, dat door een landbouwer in
den polder Eierland dit jaar eene kool geteeld
is niet minder dan 15 K.G. of 30 oude ponden
zwaar.
de Cocksdorp, 11 October. Hedenmorgen zonk
in het Kiltje een Friesch tjalkscheepje, schipper
Jetse Lier. De bemanning, bestaande uit schip
per en knecht, wisten zich op het achterdek nog
zoolang boven water te houden, totdat zij door
de blazerschuit T.X.4., schipper C. Mz. Boon wer
den gered en behouden alhier aan wal gebracht.
Oudeschild, 11 Oct. Maakte men zich hier be
zorgd over een aantal schuiten, die sedert een
paar weken nabij Terschelling met het oesterkor
ren bezig zijn, thans is men gerustgesteld door
het bericht, dat al die vaartuigjes op Terschelling
zijn binnengeloopen.
De oestervangst, welke sedert vele maanden
niet heeft plaats gehad, leverde in de afgeloopen
week eene verdienste op van ongeveer f 25 per
schuit.
Den Hoorn, 11 Oct. Zooveel hoofden, zooveel zin
nen zegt 't spreekwoord. Ieder op zijne beurt meent
het best eene zaak te vatten. Zoo schijnt het ook
te gaan met de eigenaren der beide polders de
Kuil en het Nieuwland. Althans, naar men zegt
bestaat er al sedert een paar jaar verschil tus
schen de beide genoemde polders over de afwate
ring der Kuil. De laatste polder nu meende, dat
het Nieuwland, wiens molen altijd het water uit
beide polders heeft weggemalen, (tegen een zekere
vergoeding van de Kuil) verplicht was haar een
goede, kostelooze afwatering te geven. Na veel
haspelen over en weer moet er dan ook eindelijk
door het Nieuwland eene sloot zijn gegraven
waardoor de Kuil haar water kan loozen. Doch
alweer niet goed. Het lastigste van de zaak was
echter dat er maar volstrekt geene bescheiden
waren te vinden omtrent de indijking van bei
de polders, zoodat er dus eigenlijk van recht
geen sprake kon zijn. Maar zie, daar schijnt
een oude kroniek te zijn gevonden, waarin ver
meld moet staan dat de polder het Nieuwland
meer dan 100 jaar eerder is ingedijkt dan de
Kuil. Als dat waar blijkt te zijn zal de zaak
natuurlijk eene andere wending gaan nemen en
alzoo het recht aan de zijde van het Nieuwland
zijn. Enfin, de uitkomst zal leeren wie gelijk
zal hebben.
TEXELSCHE COURANT.