r
LT.p.f
J.
ra,
inBMen van Men, encaftreeren oplatten en
vernissen van laarten, platen, enz.
I
J. TRAP, Poelier te Oosterend
loopt alle soorten il,vraa£t ooi otóe lippen.
Bij G. DuiÉer le brn ep to
Bij G. 0. KOOIMAN
Heen pschilter St. ICOLAAS CADEAU
Twee stukken RONDHOUT,
A
n
Bij Timmer en Jb. Bakker.
Publieke Yerkooping
te Vlieland.
KONING.
Taai-taai 16 Ct.
Speculaas 40 Ct.
per 5 Ons.
30 en 50 cents artikelen.
5 cents Tombola zonder nieten.
Wed. Visser.
d© Wed. J. HL Buijkes,
TE KOOP
Feuilleton.
Cn de Lift.
M.
EENIGE DAMES de uitnoodiging van Tien
vroolijke, blonde Texeisclie jongens ter harte
genomen hebbende, wenschten gaarne diens
namen vermeld te zien, met bijvoeging van
tijd, plaats en uur tot nadere overeenkomst.
aan 't Bureau
Geheimhoudv>ig Verzekerd.
Brief onder motto „ERNST'
van dit blad.
is i e d e r e n V r ij d a g te ontbieden
voor het snijden en kappen van het haar.
Op eiken werkdag, behalve de gewone scheer-
dagen, gelegenheid voor kappen en haarsnijden
ten zijnen huize.
De ondergeteekende beveelt zich beleefd aan
aan tot het
M. BUIJKES.
f 2.20 per H.L. a Contant.
EXECUTORIAAL.
Deurwaarder Koning-, TEXEL zal verkoopen
op Donderdag- 1 December a.s., des morgens
11 uur, voor het woonhuis van A. K. M. HAR-
TOGte Vlieland.
Bij hoogste bod, zonder opgeld CONTANTE
BETALING
MEUBELEN, HUISRAAD en hetgeen verder
zal worden aangeboden.
Deurwaarder
E c>a
co
CÖ
is te verkrijgen Puike Kwaliteit SPECULAAS
45 ets. per 5 ons, TAAI TAAI 17 ct. per 5 ons.
Bestellingen van elders worden franco aan
huis bezorgd.
ONTVANGEN een UITGE
BREIDE COLLECTIE GALANTE-
RIËN. BYOUTERIËN, SURPRI
SES, KINDERSPEELGOEDEREN,
EAU DE COLOGNE, PARFUME-
ÖfcRIËN, een groote sorteering
Beleefd aanbevelende
WEVERSTRAAT - BURG.
dan een
FIGUURZAGEN met benoodigdheden ver
krijgbaar bij
zeer geschiktvoor MOLENROEDEN en MASTEN,
te bevragen bij K. II. PLAVIER,
BURG op TEXEL.
III.
„Laat ze maar gerust begaan, zegt de heer Roberts
terwijl hij den beiden anderen een wenk geeft haar
niet tegen te houden. „Agnes moet eens even uit
schreien; ik zag het al toen Willis binnenkwam,
dat het mis liep."
„Bemis," vraagt dr. Lawson, die met alles graag
den draak steekt; „zou het je kunnen schelen, als
een beroofd vader eens aan uw borst uitschreide?"
„Dat moest je maar liever laten!" was het drooge
antwoord.
„Ssss!" zegt dr. Lawson plotseling, wat was dat?"
„Wat!" roepen beide heeren:
„Ik dacht, dat ik om hulp hoorde roepen."
„Och!" zegt de gastheer schouderophalend, het
gebeurt hier zoo vaak, dat je wat hoort; de nieuwe
huizen zijn van bordpapier, als je daarop wilt letten,
heb je wel dagwerk.
„Neen, maar Roberts, in ernst, ik hoor wat! Daar
daar is het weer, men roept om hulp!"
„Ge zyt wat zenuwachtig Dokter, het is niets,
maar laat ik even op het portaal gaan luisteren."
Hy gaat de deur uit, maar komt op hetzelfde
oogenblik doodsbleek terug, wenkt Lawson en Bemis
hem te volgen en fluistert: „Kom beiden hier, maar
stil, dat de dames niet schrikken. Er is een ongeluk
gebeurt en men roept om hulp.
Terwijl dit alles boven in het salon voorvalt,
hebben de tante van mevr. Roberts (mevr. Crashaw),
mevr. Curwen, en mejuffr. Lawton in den lift plaats
genomen; de heer Miller en de jongenheer Alfred
Bemis staan met den hoed in de hand tegen den
wand geleund. Zij zyn in gala en dragen hun over
jas over den arm. De beide dames hebben hare
sorties nog om, maar daaronder komt hier en daar
een gedeelte van haar rijk en smaakvol toilet te
voorschjjn, Zij zyn in druk 'gesprek. Weldra mengen
er zich de beide heeren in, en de tijd gaat op deze
wijze zoo aangenaam voorbij, dat de lift reeds ge-
ruimen tijd vast zit, eer zij er iets van merken.
Waarover het gesprek loopt, is gemakkelijk te raden
men vertelt elkander de kleine wederwaardigheden
waardoor de leden der familie gescheiden werden.
Allen komen tot het besluit, dat die kleine onge
lukken al weder tot iets nuttig zijn geweest, zy
zouden anders zoo gezellig niet met elkander in de
lift zitten. Alleen mevrouw Curwen kan dit samen
zijn niet ongestoord genieten, zij zit in angst dat
haar man, in plaats van een handschoen met acht
knoopen er een met tien zal medebrengen.
„Hij is er best toe in staat," zucht zij half luid.
Mevrouw Crashaw, die een oogenbiik het stilzwij
gen bewaard heeft, vraagt nu waarom de heeren
in de lift hunne hoeden afnemen en in een rijtuig
ophouden?
„Wel," antwoordden beiden, „wy beschouwen
dit als eene kamer,"
„Ja, gy hebt gelijk! Het ziet er hier netjes uit;
het ongerief is echter, dat zoo'n machine zoo lang
zaam gaat."
Dit gezegde geeft aanleiding tot een kruisvuur van
verhalen, die alle betrekking hebben op ongelukken
met lifts. Het eene verhaal is nog ijzingwekkender
dan het andere, zoodat mevr. Crashaw er eindelijk
zenuwachtig van wordt. Zy meent dat de lift stil
heeft gehouden en gaat naar de deur, allen volgen
„Neen mevrouw," roept de jongen, wi) zyn er
nog niet! en hy trekt uit alle macht aan het koord.
Zyn wy er niet! waarom houdt ge dan stil, vraagt
mevr. Crashaw bevende, half van toorn maar veel
meer nog van vrees.
„Ik weet het niet," antwoordt de jongen, die maar
blijft trekken, „ik geloof, dat we vast zitten."
„Vast zitten," roepen allen vol ontzetting tegelijk
en mevrouw Curwen valt half onmachtig in een
stoel.
„Het is onmogelijk," zegt de heer Miller. „Maakt
u maar niet ongerust, dames, het is stellig eene
vergissing."
„Neen meheer! wij zitten vast, ik was er al
bang voor, het ding ging den ganschen dag al zoo
raar! ik zal nog maar eens trekken en hy gaat uit
alle macht aan het koord hangen. Maar de heer
Miller grjjpt hem by den arm en houdt hem tegen.
Wat ga je nu beginnen, jongen, het kon eens
breken!
Ha, ha! lacht de jongen, „een koord van ijzerdraad.
- Waar zyn wy ongeveer?
„Zoo wat tusschen de 4de en 5de verdieping".
Vraag hem eens, zegt nu mevr. Crashaw, alsof de
jongen geen Engelsch verstaat, „vraag hem eens,
mynheer Miller, of zoo iets wel meer gebeurt en of
deze lift als „veilig" gebreveteerd is?"
De jongen haalt op beide vragen de schouders op.
Den portier kan hy ook niet roepen, want de lift is
niet telephonisch met zijn hokje verhonden. Kwaad
kan het echter niet, verzekert hy, want de machine
kan niet vallen. We zitten alleen maar vast."
De gedachte, dat zy hulpeloos daar zitten, brengt
allen maar vooral de dames tot wanhoop. Juffrouw
Lawton barst in snikken los, onder den uitroep:
„Arme, arme Papa." Tante Marie slaat den arm
om haar heen en de jonge Bemis vat haar hand,
beiden zoeken haar, elk op zyne wijze te troosten.
Mevrouw Curwen schreit niet, maar tracht den heer
Miller tot handelen aan te sporen. Zij is natuurlijk
opgewonden. Nu eens stelt ze schertsende voor,
dat men maar het lot moet werpen, wie het eerst
tot voedsel der anderen zal dienen; dan weder wil
ze hebben, dat de jongen door het plafond naar
boven klimme, ofschoon ze ziet, dat er geene ope
ning is.
Eindelijk spreekt tante Marie nog eens gemoede
lijk met den jongen en vraagt of hij dan geen enkel
redmiddel kan bedenken.
Wordt vervolgd)
Snelpersdruk - LANGEVELD &DE ROOIJ - Texel.
oc cd
03
X
ïOTurzaae.