Naar AUBIIAl NATIONALE MILITIE. Siil). Jnz. KEIJSER. TE HUUR. Te koop 2 vette schapen. eigengemaakte schaatsen 1J. G. Moojen. MEUBELEN: in verschillende soorten lot zeer bill© prijzen Dagelijks verkrijgbaar Lange veld De Rooij. Parkstraat No. 294. Burg op Texel. Feuilleton. vraagt eenige remplajanten en nummerverwisselaars kasteel, tafels, spiegels, ©mi. A. BAMEVELD. Parkstraat. J. J. Knijper. Nette bewerking. Billijke prijzen. adres G. DrOS Ps. DE BANNELINGEN. Steamers IIOLLANDSCHE vlag-. 28 JANUARI vertrekt emigrant D. BOON naar Chicago liefhebbers genegen die reis, of naar New-York mede te maken, ver voege zich bij Koning Co. welke de emigranten franco persoonlijk vergezelt tot spoor Helder en voor bagage etc. zorgt. Het fonds van Remplaceering Burg Texel voor den dienst Nationale Militie 1888. Personen hiertoe genegen kunnen zich aanmelden bij Deurwaarder KONING te Texel. Texel, 16 Januari 1888. De Boekhouder van gemeld Fonds Een WOON- en WINKELHUIS met VERGUNNING, in de Warmoesstraat aan den Burg. Te bevragen bij P. REU Te bevragen bij ARIE LAP Azn. HOORN op TEXEL. IN VOORRAADBESTE FINALE UITVERKOOP van alle voorhanden WEVERSTRAAT. BURG op TEXEL. VOORHANDEN BIJ G. G. KIKKERT, G. I). KIKKERT, Waalderstraac. Gravenstraat. VERTINDE KOPEREN BO DEMS en ZAKKEN onder ijzeren geëmailleerde KETELS en PANNEN. Reparatie aan kookmachines en lampen soiled en billijk. BESTE GROVE II Li U U11II ILllUllU t\ 75 ct. per ILL. ii CONTANT. HAVEN OUDESCHILD. Bij voortduring bevelen wij ons beleefdelijk aan tot de levering van verschillende drukwerken voor Gemeente- en Polderadministratiën, alsmede tot het vervaardigen van Trouwbrieven, Visitekaarten, Adreskaarten, Rouwbrieven, Nota's, Quitantiën, Etiquetten, Facturen, Prijscouranten, Gelegenheids- en Bruiloftsliederen, Circulaires, Aanplakbiljetten, Strooibiljetten, Adressen, Reglementen, Diploma's, Convocation, Programma's, Briefhoofden, enz. door E. S. XI. O hij is het! ik ben er zeker van, riep Godu- reau bewogen uit. Maar wie, in 's hemels naam? Vulkaan! Uw hond? Luister Ja, het is zjjn stem wel. Nicolaas luisterde en meende ook een dof geblaf te liooren. Het is werkelijk zoo, hij zal in het bosch ver dwaald en door het vuur overvallen geworden zijn. Neen, neen, viel Godureau, die door zyn groote vriendschap [voor Vulkaan eene bizondere scherpte van gehoor scheen te hebben verkregen, hem in de rede; de stem komt niet uit het bosch, maar van de rots Hoort gij hem? Het blaffen kwam inderdaad nader bij ofschoon het nog zeer verward en dof klonk; maar plotseling klonk liet helder. Nicolaas en Godureau hieven terzelfder tijd het hoofd op. De kop van Vulkaan verscheen te midden van een boschje elzenstruiken, die in een der rots spleten groeiden. Hij is het! riep de oude schrijfmeester verheugd uit; maar hoe is hij bij ons kunnen komen? Nicolaas uitte, de rots beschouwende, een kreet van vreugde. Ah, ik begrijp; zie, zie, vader Godureau, die strui ken te midden waarvan zich Vulkaan bevindt, ver- hergen eene opening. Ja En kjjk die stalagtiten van ijs daar beneden. Het is het bed van een bevroren stroom, die van een hooger gelegen vlakte komt. Wij zijn gered! Hoe dat? Gered, want do doortocht, die door uwen hond is gevolgd, om uit de steppen hier te komen, kan ons waarschijnlijk dienen er terug te keeren; in alle gevallen zullen wij er een schuilplaats tegen de brand vinden. Maar het middel om by den spleet te komen? Ik zal het u verschaffen. Hy liep naar de iourte, haalde er een van de palen die het half in puin gestorte dak ondersteunden, uit, en maakte er met een bijl op gelijke afstanden inkepingen in, toen zette hij hem tegen de rotswand en bereikte door zyn voeten in die soort van trappen te zetten, een hooger gelegen vlak en van daar de opening voor welke Vulkaan stond te blaffen. Kitzoff, die door dit blaffen uit zyn wanhoop was gewekt, volgde de jonge man en zelfs Godureau kwam na eenige inspanning bij zyn gezellen. Zooals Rosow geraden had, was de spleet door de struiken verborgen, het bed van een bevroren stroom. Hoewel de ingang laag en eng was, talmde de jonge man niet zich er in te wagen. Vulkaan, die zyn plan scheen te begrijpen, trad in de donkere gang om hem als gids te dienen. Rosow was eerst verplicht, wilde hy hem volgen, op zyne knieën te kruipen, maar na eenige minuten opende zich het gewelf en do hemel werd zichtbaar; men bevond zich in een diep en nauw ravyn, die met een gemakkelijke he'ling naar den top der berg voerde. Toen onze reizigers de top bereikt hadden, begon het juist dag te worden, de jwurga was voorby en by het eerste lichten van de dageraad, herkende Nicolaas de plaats waar hij zich bevond. Maar de vermoeienissen van den dag en de aandoe ningen van den nacht hadden hunne krachten uit geput; de ontvanger vooral was niet in staat zijn weg te vervolgen. Rosow besloot dus de hut van een Ostiak te bereiken, dien hij kende en waar hij zeker was, alles wat hij noodig had voor zich en zyne gezellen te vinden. De iourte, naar welke Nicolaas zich begaf, was ge bouwd dicht bij de Obi op een weinig boschrijke doch aan groenten rijke steppe. Toen hy er met zyn gezellen aankwam, richtten zich alle honden, die volgens gewoonte, aan de deur der woning, in de gaten, door de warmte hunner lichamen in de sneeuw gemaakt lagen te slapen, zacht blaffende op, als of zy hunnen meester Eter Rokop wilden waarschuwen. Deze honden hadden allen de grootte van een grooten patrijshond, voor het meeren- deel wit, doch met zwarte ooren, kort haar en langen staart. Toen Godureau de magerte van deze dieren altyd verhongerd, zonder schuilplaats en voor de ruwe dienst der sleden gebruikt, zag, kon hij een zucht niet weerhouden, die hij vergezeld deed gaan van een blik vol tederheid op Vulkaan gericht. Onze reizigers bleven op de drempel staan om volgens Ostiaks gebruik met hunne messen de sneeuw die aan hunne laarzen van bont zat, af te schrabben. Toen zy er mee klaar waren, deed Eter Rokop hun de deur open en heette hun welkom. De iourte was verdeeld in verschillende kleine vertrekken allen uitkomende op die waar zy binnenkwamen. Die kamer die om zoo te zeggen de woonkamer voorstelde was verwarmd door een steenen haard omringd van een ijzeren scherm; een pijp van klei hing als een trechter boven het vuur en ontving er de rook van. Geheel in de rondte van de iourte was een bank van zes voet breed om 's nachts op te slapen en over dag op te werken. Aan een zy dicht by de deur, bevond zich de sini kou>, (soort houten bak, waarin de levensmiddellen die voor den dag moeten dienen, zyn geborgen,) aan de andere zjjde een zak van onge- looid leder in welke men de melk doet zuur worden waarvan men de dagelyksche drank kourmisbereidt. Twee vrouwen, met het hoofd gesluierd, waren bij de haard bezig kourmis te distilleeren, waarvan zij melkbrandewyn of arakou maakten. Eindelijk waren er aan een der stutten, die de hut ondersteunden in de verste hoek der hut, een dozijn jonge honden vast gebonden, die men voor hunne huid opkweekten. Eter Rocop bood zijnen gasten drie houten krukjes en ging uit de sinikoui twee visschen zoeken, die hij op een houten bord hun toediende. Rosow vertelde hem welke gevaren hij en zyne gezellen geloopen hadden en door welke samenloop van omstandigheden zy van een wissen dood gered waren. Hij vroeg vervolgens aan de Ostiaksche boer, of hij den ontvanger de middelen niet kon verschaffen om naar Beresow terug te keeren. Rocob antwoordde hem. dat hij hem eene konink lijke slede (slede getrokken door twaalf honden) zou verhuren. Men was het weldra over den prys eens. De reizigers kwamen vervolgens overeen, dat Rosow de ontvanger, die vreesde dat hy alleen de slede niet zou kunnen besturen, zou vergezellen en dat, na een gedeelte van den dag uitgerust te hebben, Godureau te voet zou vertrekken, vergezeld van Eter Rocob, die zaken in de stad te verrichten had. Terwyl men toebereidselen maakte, bleef Godureau alleen met Kitzoff. Wordt vervolgd.) Snelpersdruk LANGEVELD DE ROOIJ Texel. Mpersinftrii. - Uitgave Texelscbe Curat. Schaatsen I

Kranten Regionaal Archief Alkmaar

Texelsche Courant | 1888 | | pagina 4