Buitenland. en had dus, zonder gezien to worden, zoo het oog door de geheele kerk. Kort daarop kwam v. B. Niemand in de kerk ziende, brak hij twee offerblokken open, nam het geld, dat alvorens door de maréehaussée gemerkt was, er uit, en was met het derde offerblok bezig, toen hij door den brigadier der maréehaussée gevat werd. Nog denzelfden dag is hij gevankelijk naar Roer mond gebracht. Uit Rozendaal wordt medegedeeld: Door de Maatschappij tot exploitatie van Staats spoorwegen is aan den pachter der buffetten in de beide stationsgebouwen alhier ten stren- ste verboden sterke dranken te verstrekken aan het stationspersoneel en de verdere ambtenaren. Eene boete van f'20 zal den pachter worden o'p- gelegd voor elke keer, dat dit verbod wordt over treden. Volgens latere berichten is die bepaling van toepassing op alle stationsgebouwen dier maat schappij. De „Vossische Zeitung" bevat een hoogst waardeerend artikel over prof. Donders te Utrecht naar aanleiding van zijne onlangs herdachte 40- jarige ambstbediening waarin zij o. a. zegt: „Het jubileum van Donders zal wegens de buitengewone beteekenis van den jubilaris op het gebied der geneeskunde allerwegen weerklank vinden boven al echter in Duitschland. Wij toch rekenen Don ders ondanks zijne Nederlandsche geboorte geheel tot de onzen; met Muller Heimholz en Grafe is hij een der leiders van de Duitsche oog heelkun digen en in Augustus van dit jaar ter gelegen heid van het jubelfeest der „Deutsche Gesellschaft für Augenheilkunde," zal Donders ook haar eere voorzitter zijn." De véreeniging tot werkverschaffing op Wieringen, in verband staande met de diakonie der Hervormde en Doopsgezinde gemeente aldaar, heeft onder nadere goedkeuring van den Minister met den directeur en kommandant der maiine te Helder eene overeenkomst gesloten, om 3000 P. bruikbare slapping te verpluizen tot 2580 P. bruin- werk, tengevolge waarvan de verpluizing nu door de werkeloozen kan geschieden tegen 15 centen per P. Woensdag hebben er te Roermond bij gele genheid der loting voor de militie grove balda digheden plaats gegrepen. Op meerdere plaatsen werden door dronken lotelingen vergezeld van fa milieleden en vrienden de glasruiten stukgesla gen; in een paar herbergen sloeg men alles kort en klein. De ijzeren roosters der riolen werden uit sommige straten opgebroken en dienden tot projectielen. Eerst toen de marechaussees tus- schenbeide kwamen en een paar der baldadigen in verzekerde bewaring brachten kwam aan de schandalen een einde. Te Dwingeloo heeft een treurig ongeluk plaats gohad. Do timmerman R. Koeling was met zijn knecht bezig een afgehouwen boomstam door kruit te laten springen. Toon het eenigen tijd duurde voordat het kruit ontplofte ging de knecht eens zien of de lont uitgedoofd was. Nau welijks was hij er evenwel bij of het kruit vatte vuur en de stam sprong uiteen zoodat hij het hout in 't aangezicht kreeg. Zijn neus werd ge heel verbrijzeld terwijl hij het gezicht naar aller meening ook zal moeten missen; bovendien is zijn toestand zorgelijk. De heer Houba, waarnemend districts-veearts te Maastricht, heeft bij eene lezing in de afdeeling „Volksgezondheid" aldaar de aandacht gevestigd op de keuring en beoordeeling van aan parel ziekte lijdend vee. Volgens dezen deskundige wordt er in ons land nog steeds met de keuring van vleesch, afkomstig van parelziek vee, te werk gegaan, alsof Koch's waarnemingen omtrent de analogie der parelziekte bij het rund met de tering bij den mensch niet bestonden. Men keurt alleen het vleesch af en vernietigt het, wanneer de ziekte in hevigen graad aanwezig iswordt zij echter in geringen graad waargenomen, dan wordt het vleesch goedgekeurd en als normaal en vlekkeloos vrij in den handel toegelaten. Dit laatste nu wil de heer Houba beperkt zien, door den verkoop van zulk vleesch onder toezicht te doen geschieden en den kóopers uitdrukkelijk mede te deelen dat, om mogelijke besmetting te voorkomen, het vleesch terdege gekookt of ge braden moet worden. Door dien maatregel, ver meent de heer H., zou men er toe bijdragen, dat in meerdere of mindere mate eene ziekte (tering) gestuit worde, die onder het menschdom zulke verwoestingen aanricht en zelfs de oorzaak is van een tiende gedeelte der totale sterfgevallen. Dat ,s winters zoo veel menschen aan hoofd pijn lijden is vooral aan de benauwde kamerlucht toe te schrijven. Ten einde hier verbetering in te brengen is aan te radén, in een kom met eén halven liter kokend water een eetlepel terpentijn olie te droppelen, en de kamer zal gevuld zijn met de heerlijkste dennengeur. In België breidt de longziekte onder het vee zich in de noord-westelijke provincie belangrijk uit. In de maand December 1.1. werd de ziekte in 9 provinciën geconstateerd bij 55 runderen, waarvan drie aan de ziekte zijn gestorven en 52 werden afgemaakt. De meeste gevallen kwamen voor in de provincie Antwerpen en Brabant (elk 14 gevallen), de minste in de provinciën Luik en Luxenburg (elk 1 geval). De 55 zieke runderen waren afkomstig van 41 stallen en 31 verschillende gemeenten. Naar het Handelsblad van Antwerpen ver neemt, is de toestand der gemoederen in de Walenstreek rondom Charleroi (Belgie) niet ge ruststellend. Volgens sommige berichten zijn er weer vreem de socialisten, die de mijnwerkers tot opstand aanzetten. Deze agenten van den burger-oorlog preeken, dat het noodig is een goeden slag te slaan om den schrik te verspreiden. De werk lieden-bevolking wordt opgehist, om op eenen be. paalden dag het werk te staken en denzelfden avond al de mijnen en fabrieken van de streek te overrompelen, om op eene breede schaal de vernie ling te herhalen, die gepleegd werd van de glas blazerij Baudoux. De ruststokers worden intuschen van dichtbij bewaakt en op het eerste alarm zullen er krachtige maatregelen genomen worden. In aansluiting aan den buitengewonen trein die 9 April in verband met het jubilé van paus Leo XIII, van Brussel naar Rome zal loopen en den 26en dier maand te Brussel terugkeert zul len aan de voornaamste Stations der Staats en Rhijnspoorwegen met biljetten voor dien trein, retourbiljetten naar Brussel worden gesteld tegen den prijs der enkele reis. Eene voorname hotelhouder te Weenen, een zekere Landau, is wegens te lage opgave voor inkomstenbelasting tot eene boete van f500,000 veroordeeld. Hij heeft zich om vermindering van die boete te verkrijgen, tot de regeering gewend, doch het schijnt hem niets te helpen. Albert Millaud beschrijft hoe Wilson in verhoor wordt genomen. De rechter schuift hem een stoel toe. „Mag ik opsteken? vraagt Wil son. Wel zeker, er zijn immers geen dames. Hoe gaat het met u? Best, maar een beetje vermoeid. Evenals ik, altijd aan het werk." Het gesprek loopt over allerlei, over het nieuwe stuk van Meilhac, over de verkiezing van Claretie, over Labiche. Eindelijk ziet Wilson op zijn hor loge en zegt: „Drommels, al vijf uur! U vergunt zeker dat ik heenga," Natuurlijk. Wanneer zie ik u weer Morgen of anders spoedig. Wanneer u lust heeftuw bezoek is mij steeds welkom. Ik zal u even uitlaten. Maak toeh geen compliment. Neen, ik weet hoe het hoort." Wilson gaat en den volgenden dag berichten de bladen, dat hij opnieuw in verhoor werd ge nomen. „Het verhoor duurde van 12 tot 7 uren. En is niets daarvan uitgelekt." Den lOden April zal te Neuilly een stand beeld onthuld worden ter eere van Parmentier, die het eerst in Europa den aardappel heeft ge teeld. Het monument is van brons en vervaar digd door den beeldhouwer Gaudez. Parmentier wordt staande voorgesteld, een aardappelknol, welken hij pas doorgesneden had onderzoekende. Het mes is nog in de rechterhand. Eene soort van knapzak, aan een bandelier hangende is ge vuld met aardappelen. Aan zijne voeten is eene schop geplaatst. Een vrouw bij verloting! Op vreemde wijze is een eerzaam Russisch weduwnaar, te St. Petersburg, in 't bezit geko men van een bruidje. De man kreeg namelijk dezer dagen 't idee, zich uit een Petersburger weeshuis een 2de le- vensgezellih te kiezen, waarbij het lot zou beslis sen. Hij richtte een soiree aan en noodigde daarop al de huwbare weesmeisjes, wat hij krach tens zijn ambt als curator van het gesticht kon doen en liet haar voor het souper uit een b'eker ieder een briefje trekken. Op een der briefjes stond zijn naam en 'die welke dat trok, zou de uitverkorene zijn. Het geluk trof een niets minder dan mooi weesmeisje en de verloving werd dadelijk gevierd en nu worden reeds voorbereidselen gemaakt voor de bruiloft. Het is te hopen dat noch voor hem noch voor haar het lot ten slotte nog blijkt een niet te zijn! De volgende komische vergissing heeft dezer dagen te Keulen plaats gehad. Tegen twaalf uren in den avond ligt moeder de vrouw uit het ven ster en ziet naar alle richtingen of haar dierba re wederhelft nog niet in aantocht is. Daar hoort zij stemmen en vragen als: „Waar woon je?" „Hoe heet je enz. Zij snelt de trappen af en roept den dienaren van den heiligen Hermandad toe: „Laat mij eens zien het is geloof ik mijn man en waarlijk het was haar Hendrik. Dat de brave Hendrik alles behalve liefelijke woord jes naar zijn hoofd kreeg is te begrijpen. De politie-mannen brachten den half bewustelooze naar boven en te bed terwijl de vrouw op eene sofa rust zocht. Nauwelijks is alles tot rust ge komen en de vrouw een weinig ingesluimerd of daar hoort zij op de trap schreden. Zij luistert en daar komt haar man binnen nuchter en wel. Tableau! De vrouw denkt gedroomd te hebben, maar door het corpus delicti dat in een vasten slaap verzonken was bleek helaas het te gendeel hoewel de ware Hendrik moest beken nen dat het een treffend fac-similé van hem was. Dat de ongelukkige slaper spoedig weder in han? den der nachtwachts was, laat zich denken. Uit Ostende wordt een geval gemeld dat eenigszins denken doet aan de historie van Ali- Baba. Twee Duitschers kwamen dezer dagen in eene herberg en verzochten eene groote mand, welke zij bij zich droegen, eenige oogenblikken te mogen laten staan. Dit werd hun toegestaan. Maar toen het tijd was om te gaan slapen, stond de mand er nog. De herbergier sloot zijn lokaal en ging ter ruste, Kort na dien werd hij gewekt door het blaffen van den huishond. Beneden ko - mende, merkte hij niets verdachts. Eensklaps echter viel zijne aandacht op de mand. Hij opende, die en vond er een man in zitten met zwart ges maakt gezicht. Zooals men denken kan, werd deze onmiddellijk aan het gerecht overgeleverd. Eenige dagen geleden werd door de politie te Belgrado een levenlooze geheel verstijfde man in de sneeuw liggende gevonden. Men bracht hem naar het ziekenhuis waar de dood werd gecon stateerd. Daar men de identiteit van den over ledene had kunnen vaststellen werd aan de fa milie kennis gegeven van zijn dood en zij zorgde nu voor de begrafenis. Toen de lijkstoet buiten de stad was wendde zich de koetsier van den lijkwagen plotseling om luisterde een oogenblik met gespannen aandacht en hield dan de paarden in terwijl hij den geesteiijke die aan het graf spreken zou toeriep: „Ik hoor gerechte hemel, in de kist kloppen! De doode is weer ontwaakt!" De geestelijke en de nabestaanden naderden nu behoedzaam de kist, maar toen zij werkelijk een luid kloppen vernamen liepen zij de geestelijke voorop zoo snel zij konden naar de stad terug, onder het geroep van: „De vampier! De vampier!" In Servië heerscht namelijk nog steeds het ge loof aan den vampier volgens hetwelk zij, die een onzaligen dood zijn gestorven uit het graf opstaan om de menschen te kwellen. De koet sier van den lijkwagen bevond zich nu met de kist op den eenzamen weg. Toen nu het kloppen steeds luider werd keerde de koetsier met den wagen om legde de zweep over zijn paard en joeg in gestrekten draf naar den dichtst bij zij nden politiepost in de stad waar hij het gebeurde mededeelde. Men opende de kist en de schijn- doode beklaagde er zich nu over dat men hem levend had willen begraven. Intusschen was zijn avontuur nog niet ten einde De politie vond dat haar de aangelegenheden van iemand wiens dood behoorlijk was geconstateerd eigenlijk niet aangingen en zoo moest de man weer in zijn kist kruipen waarmede de koetsier thans naar het ziekenhuis reed. Daar werd de ontwaakte eerst uit zijn benarde positie verlost. Na nog eenige dagen onder geneeskundige be handeling te zijn geweest kon hij het gasthuis geheel hersteld verlaten. De man was beschonken in de sneeuw gevallen en terwijl hij liggen bleef zoo verstijfd dat men meende dat hij dood was. Het hotsen van den lijkwagen op den straatweg deed hem ontwaken. LAATSTE BERICHTE*. Bij de heden gehouden herstemming van een Hoofd-Ingeland voor het waterschap de 30 gemeenschappelijke polders op Texel, waren uitgebracht 262 stemmen. Daarvan waren uitgebracht op de Heeren Klaas T. Bakker 132 stemmen, Pieter K. Bremer 130 zoodat eerstgenoemde tot Hoof-Ingeland is verkozen.

Kranten Regionaal Archief Alkmaar

Texelsche Courant | 1888 | | pagina 2