PubliekeV
VAARTUIGEN.
G. J. 0. D. DIKKERS, Notaris te Texel,
t
Een ruim Woonhuis en Erf,
TE KOOP GEVRAAGD:
N aar Amerika
17 Maart, 24 Maart, 7 April en 14 April a.s.
ll
Stoomvaart-Maatschappij. 11
SCHOENER ei LAABZEN.
Haar TBAHSVAA1
Makelaar
Koning Co. -- Texel.
Directe Wekelijksche
Texelsche Jongelieden.
Feuilleton.
op Zaterdag 1T Maart 1888,
Een perceel HOOILAND
in de nabijheid van den Burg.
Th. DE BIE,
DE SMOKKELAARS.
zal publiek verkoopen
's middags 12 ure, in bet lokaal van den Heer
W. BIJL op de Haven te Oudeschild op Texel:
1. Een goed onderhouden overdekt
TJALKSCHIP, genaamd Gonviance
met compl. Inventaris, groot 44 ton.
2. Een goed onderhouden overdekt
JACHTSCH1P, genaamd cle twee
met completen Inventaris
groot
Gebroeders
23 ton.
Dagelijks in de haven te Oudeschild op
Texel te bezichtigen en inmiddels uit de liand
te koopte bevragen bij bovengenoemden
Notaris en den Eigenaar Jb. RAB te Texel.
op een der beste standen van het Oudeschild
zeer geschikt voor elke affaire.
Te bevragen bij M. J. DE WAARD, Oude
Schild op Texel.
VERTREKKEN
Texelse he F a m i 1 i n.
Diegenen welke de reis wenschen mede te
maken zoowel van Texel, W i e r i n g e n
of' N i e u w e d i e p, adresseeren zich aan on-
dergeteekenden, die inlichtingen verstrekken
en passagiers vergezellen tot Amsterdam of
Rotterdamdaarbij zorg dragende voor bagage,
goedkoope spoorbewijzen enz.
Agenten Nederl.-Amerikaansche Stoomvaart-
Maatschappij.
e-
ïy
St
ft'
SS
voor Passagiers Ie He en ine Klasse
met de prachtige Stoomschepen der
O P
3 3
Hoofdkantoor te Rotterdam: Noor
dereiland. Passagekantoor te Am
sterdam: 44 Prins Hendrikkade
over h. nieuwe Centr. station.
Vlugste en goedkoopste aansluiting
met Curasao.
Bistr iets-Inspecteurs: I.E. Kroes, Gro
ningen, E. Bolsius, Oosten
aan den BURG,
beveelt zich minzaam aan tot levering van
bovengenoemde artikelen. REPARATION
worden spoedig en netjes tegen zeer lage prijzen
afgeleverd.
Beleefd verzoekende gunst en recommandatie.
denken nog deze maand te vertrekken
Onkosten reis Helder naar Pretoria zijn als
HELDER LONDEN 2e klasse via Amster
dam Rotterdamf 15,
LONDEN PORT NATAL
3e klasse stoomboot 227,—
PORT-NATAL naar LADIJSSMITH
spoor9,45
LADIJSSMITH naar PRETORIA
ossenwagen36,—
f 287,45
Nadere informatiën geven
agenten Union Steamship Companij.
Age nten Koning Co. Texel.
III.
Dat alles was zijn moeder volkomen bekend. Haar
vrees was daardoor bovenmate opgewekt en te meer
daar zij niet wist, wat te doen om hem te redden.
Haar persoonlijk smeeken had slechts deze uitslag
gehad, dat hy nu bijna geheel van haar wegbleef.
Hij was betooverd door de Sirene en naar haar vlood
hij om rust en ondersteuning als de verwijten en
tranen eener moeder hem te diep troffen. Dit zag
de laatste, en besloten alles tot zijn behoud te wagen,
bedacht zij een geneesmiddel zóó verschrikkelijk, dat
het slechts gerechtvaardigd kan worden door de wan
hopige staat harer omstandigheden. Zij besloot een
verklikker to worden en de kommiezen te waarschu
wen, wanneer en waar zy de Petleij's bij hunne wet-
ontduikingen konden vatten.
Zij stelde het echter van dag tot dag uit in de
hoop, de verwijderde en onzekere hoop eene gelegen
heid te vinden het te doen, wanneer Will er niet by
zou zyn, maar die gelegenheid kwam niet; dag aan
dag waren zij te samen en de arme vrouw gaf ten
laatste halfwaanzinnig van angst bericht van een
voorgenomen landing van smokkelwaren, waarin zij
wist dat Will mee zou doen. De goederen zouden
inderdaad in de Dreadnought worden overgebracht,
welke door haar zoon zou bestuurd worden; maar
zóó sterk was de afschrik voor het werk waaraan
Will deelnam en de overtuiging dat zy hem slechts
door een wanhopige stap van een onvermijdelijk ver
derf kon redden, dat zij zonder aarzelen naar het be
lastingkantoor een ongeteekenden brief zond, in wel
ke zy de plannen der smokkelaars, zoover zij die wist
mededeelde.
De brief werd niet ter zyde gelegd, wijl zij geen
handteekeniug droegen wat er de gevolgen van
waren zullen wy in 't volgende hoofdstuk verhalen.
Hoofdstuk II.
Het was in de maand Augustus. Ik was op mijn
gewonen tijd naar bed gegaan, maar eensdeels door
mijn zwakke gezondheid, anderdeels omdat mijn ge
dachten bij lang verloopen tijden verwijlden, had ik
geen neiging tot slaap. Na eenigen tijd te vergeefs
te hebben beproefd den slaap te vatten, stond ik even
op, opende het venster en keek naar buiten. De lucht
was zacht en fraai en de maan die in haar derde
kwartier was stortte een zwak en zilverachtig licht
over de verschillende voorwerpen in het rond uit.
Het geloei der golven, zooals zij op de verwijderde
kust braken, kwam als een zoete muziek tot mijn
oor. Van de zee zelf zag ik niets, want een heuvel
belette daartoe geheel het gezicht, maar haar geluid
kwam op de wind tot my, zelfs duidelijker en har
monieuzer dan gewoonlijk.
De gevolgen waren dat ik er ook meer dan gewoon
door werd aangedaan.
De beelden, welke mij hadden bezig gehouden, wa
ren van een treurigen en melancholieken aard, maar
verloren veel van hun treurig karakter toen ik mij
voor het open venster had neergezet. Waarom zou ik
klagen zeide ik. Het is zoo zonder twijfel veel be
ter dan wanneer mijne wenschen vervuld waren ge
worden. Zij is nu in den hemel en ziet misschien
met meelij op mij neer, omdat ik nog aan de aarde
verbonden ben. Zoo waren mijne gedachten toen een
gerucht aan den voet van den heuvel rechts mijn
aandacht opwekte. Een diepe schaduw, die mij ver
hinderde iets te zien, lag over die plaats maar ik
hoorde den stap van 's mans voeten en het gerucht
van schapen, die van hunne rustplaats verjaagd wer
den. Ik hield mijn oog vast op de donkere hoek ge
richt, welke ik wist dat de mond van een ravijn of
geul in de heuvelzijde was en luisterde met een bo
venmatige nieuwsgierigheid naar verdere geluiden,
die er nog verder van zouden kunnen voortkomen.
Lang behoefde ik dan ook niet te wachten. Het ra
vijn was zoo dicht bij, dat ik geen moeite had, daar
de wind naar mij toe was, het volgende gesprek,
hoewel met veel voorzorg en slechts fluisterend ge
sproken, af te luisteren.
Is het nog de tijd niet? zei een stem.
Nog niet, denk ik, hernam een ander.
Het was om één uur, zeiden zij, was het niet?
Ja en het kan er nu niet ver af zijn, het sloeg
twaalf, toen wy uit de stad gingen.
Stilfluisterde de eerste spreker, hoorde je niets?
Het bleef toen verscheidene seconden stil, maar het
bleek een loos alarm te zijn en het gesprek werd
vernieuwd.
Het is jammer leen knappe jongen, maar ver
doemd wild geworden.
Kom, kom, het zal een goed buitenkansje voor
ons zijn, maar zullen zij vechten, denk je.
Ik weet het niet. Ik heb myn bull dogs (pisto
len) bij mij gestoken en vervloekt ik zal ze gebruiken.
By God daar komen ze, laat ons naar boven gaan.
Op dit oogenblik trof een andere klank mijn oor,
als van personen, die van den anderen kant en met
moeite loopende den top van den heuvel naderden.
Ik keek op en de gestalten van drie personen, die
ieder een zware last op de schouders droegen ston
den tusschen mij en de maan. Zij rusten een oogen
blik en keken, zoover ik uit hunne bewegingen kon
oordeelen angstig rondvervolgens wierpen zij hunne
lasten op den grond en gingen er bij zitten.
Na vijf minuten namen zij hunne vracht weer op
en begonnen den heuvel af te dalen
Zij waren omstreeks halfweg, toen twee mannen
uit de schaduw van het ravyn aan welks kant zij
liepen, sprongen en op hen afkwamen.
Dadelijk vloden de drie personen, na hunne pak
ken weggeworpen te hebben, in alle richtingen heen
echter niet vervolgd door de aanvallers, die zich
bezighielden met de buit te verzamelen. Ik zag nu
hoe het geval stond.
Zonder twyfel waren de drie, smokkelaars, en de
twee anderen, beambten der belasting, en daar ik
niet gaarne in die zaak wenschte betrokken, sloot
ik zachtjes mijn venster en ging naar bed-
Ik was half ingedommeld, maar hoe lang ik had
gelegen weet ik niet, toen ik plotseling in mijn
slaap gestoord werd door de knal van een vuurwapen.
Toen het schot viel, hoorde ik een luide kreet
als van iemand in pijn of doodsgevaar.
Ik sprong weer uit bed en naar de plaats ziende,
waar de overval had plaats gehad zag ik een groep
van drie personen; een lag languit op den grond, en
de andere twee stonden over hem heen gebogen.
Een vierde man was verder op den heuvel en kwam
naar de anderen toe.
Ofschoon zij te ver waren, om hunne woorden te
kunnen verstaan, was het klaarblijkelijk, dat zoodra
de laatstgenoemde persoon er by kwam, er eene
hevige woordenwisseling ontstond. Wat er het on.
derwerp van was, kon ik niet hooren, maar het
einde was dat zij het voorwerp, dat op den grond
lag, opnamen en in het ravijn wierpen.
Een verschrikkelijk vermoeden werd toen bij my
zekerheid.
Er was een moord gepleegd, een moord en onge
twijfeld op een ambtenaar en dit waren de personen
die het bloed gestort hadden.
Een rilling ging mij door de leden, en ik trok
myn hoofd terug om mij te herstellen; toen ik weer
uitkeek waren de gestalten verdwenen.
Wordt vervolgd.)
Snelpersdruk - LANGEVELD DE ROOIJ - Texel
S5
wi
O
w
9®
ft sS
I-S
s p.
3. <T
©3
*3
SS
55
B
!-S
SS
SS
99
■»- M
3
3 P
es
s-
Ui
cC B
M -
3
MB