N\ 51. Donderdag 29 Maart. A#. 1888. Nieuws- en Advertentieblad. Binnenland. Niet over de Verkiezingen. Dit blad verschijnt Woensdag- en Zaterdagavond. Abonnementsprijs per 3 maanden Voor den Burg 30 Cts. Franco per post door ge heel Nederland 45 Cts. Naar Amerika en andere landen met verhooging der porto's. Advertentiën vóór 10 uur op den dag- der uitgave. Prijs der Advertentiën Van 1 tot 5 regels 30 Cts. Iedere regel meer 6 Cts. Groote letters en Vignetten worden naar plaatsruimte berekend. Bewijsnummers 2 Cts. per nununer. ABONNEMENTEN en ADVERTENTIËN worden aangenomen bij de Uitgevers LANGE VELD DE ROOIJ, ParkstraatBurg op Texel. Onzen abonnees, buiten den 'Burg woonachtigverzoeken wig beleefdhet aan ons verschul digde bedrag voor het 1 April a.s. afgdoopm kwartaal (45 cent) vóór 10 April a.s. te doen toekomendaar wij anders daarover per post- kwitantie met 10 cents verhooging zullen moeten disponeer en. de Uitgevers. De Delftsche Ct. bevat onder bovenstaand opschrift een artikel, waaraan wij het volgende ontleenen „De hooge golven van het politieke leven door den storm van den verkiezingstrijd op gejaagd, zijn weder eenigszins tot kalmte ge komen. Men weet nu, althans nagenoeg, hoe de Kamer is samengesteld. Dat niemand met den uitslag tevreden is, behoeven wij wel niet te zeggen, de enkele overwinningen door elke partij behaald, worden opgewogen door teleurstellingen en men zou met het oog hierop onze Tweede Kamer veilig den naam kunnen geven van de „Vertegen woordiging der ontevredenen." Slechts eene kleine, maar zeer weinig af doende troost is ons op dit oogenblik gegeven: dat de strijd voorbij is en dat wij vermoedelijk nu voor vier jaren rust hebben. Dit laatste vooral is eene verzachting voor de wonden door den uitslag toegebracht. Wij zullen nu, tenzij er ontbindingen plaats hebben, gedurende een tijdvak van vier jaren van die zenuwachtige opgewondenheid, die hartstochtelijke vaak nij dige en deloyale onderlinge bestrijding ver schoond blijven, welke weken lang de alge- meene aandacht heeft bezig gehouden en de gemoederen ook van rustige burgers in gisting bracht. Waarlijk, soms zou men meenen dat in de geschiedenis van een land en een volk slechts één ding van gewicht is: de samenstelling van de vertegenwoordiging. In dat vuur staart men zóólang en met zóóveel inspanning, dat men, den blik er van afwendende, geene andere dingen meer onderscheidt. Het is of het Parlement eigenlijk het middelpunt is van het gansche volksleven en of al het overige niets of weinig beteekent, in vergelijking met de daden en woorden van de Tweede Kamer. De dagbladen zijn daarvan tot op zekere hoogte de schuld. Aan de discussien der Tweede Kamer worden kolommen gewijd en de ge wisselde bescheiden in hun geheel medegedeeld. Gedurende de weken dat de Kamers zitting houden vormen hare debatten en de wetten, welke bij haar aanhangig zijn den hoofdinhoud van menige courant. Het toernooi op het Binnenhof is het schouwspel waarvan al de momenten in bijzonderheden, vaak woordelijk, worden medegedeeld. Met de wetenschap, dat elk woord tot de uiterste grenzen van het land weerklinkt, kan het geen bevreemding wekken, dat menig parlementair advies wordt uitge bracht, 't welk zou zijn achtergebleven, indien de pers er niet ware om het te doen weer klinken door alle steden en dorpen. Menig woord wordt gesproken, minder ten behoeve van de zaak dan ter wille van de toehoorders. Dit is misschien wel een der voornaamste redenen, waarom in onzeNederlandsche Tweede Kamer zooveel wordt gesproken. Velen voe ren het woord met het oog op de kiezers. Daartoe draagt de kleine omvang van ons land en de weinig talrijke vertegenwoordiging het zijne bij. Als in parlementen van honderden leden ditzelfde stelsel werd gevolgd en ieder een maar het woord nam en eene redevoering hield, omdat hij ter wille van hen die hem kozen, bewijs van bestaan wilde geven, dan duurde daar de behandeling van een wets ontwerp, vijf, zes, zevenmaal zoo lang als bij ons en de ondervinding leert juist, dat omge keerd in een zevende, een zesde, een vijfde van den tijd de gewichtigste wetten in andere staten worden afgehandeld. Misschien zal de vermeerdering van het aan tal leden ten gevolge hebben, dat er minder wordt gesproken, nu de leden toch zeiven moeten inzien, dat, wanneer ieder zijn duit in 't zakje wil werpen, geen eind aan het debat zou komen. Zou het zoo misgetast zijn, als men de overdreven publiciteit der Hollandsche dag bladen eenigszins als medewerkende oorzaak beschouwde van de groote spraakzaamheid onzer afgevaardigden Door dag aan dag de aandacht van het ge- heele volk te vestigen op hetgeen op het Binnenhof in Den Haag gezegd wordt, doet men den waan ontstaan, dat alle andere zaken van ondergeschikt belang zijn. Het is of de Kamers de spil zijn, waarom ons geheele volksleven wentelt en of alles van deze afhangt. Wij erkennen het hooge belang, dat een volk bij eene goede vertegenwoordiging heeft en zouden niet gaarne medewerken om haar in discrediet te brengen, omdat zij een der groote, ja wel de grootste waarborg is voor onze rechten en vrijheden. Maar de eerbied moet niet in afgoderij overgaan en juist die overdreven belangstelling doet haar kwaad. 's Lands vergaderzaal wordt een soort van schouwtooneel, de beraadslaging eene vertoo ning, een toernooi, maar een toernooi, waarbij men meer let op de schitterende wapenrustin gen dan op de feiten. Wij schromen niet de meening te uiten, dat negen tienden van hen, die de discussien volgen, geheel onverschillig zijn voor de onderwerpen waarover zij loopen, voor de wetsbepalingen zei ven die het geldt, en bijna uitsluitend hunne aandacht wijden aan de oratorische zijde van het debat en voor-al aan de geestigheden en indien wij het zeg gen mogen de hatelijkheden, welke de spre kers elkander toevoegen. Niet het gerecht dat de Kamer bereidt, maar de saus, waarmede het wordt klaar gemaakt, is voor de meesten de hoofdzaak. Onze Tweede Kamer nu bezit in het berei den van saus eene groote virtuositeit, eene zoo groote zelfs dat haar karakter als staats lichaam, geroepen om de hoogste belangen des volks te behartigen, er onder lijdt. Want men vergete niet, dat onder de welsprekende houwen en stooten, die de volksver tegen weer digers elkander toebrengen, ook de personen der getroffenen in de oogen van het publiek dalen, en daarmede tevens het lichaam zelf, waarvan zij leden zijn. Wanneer wij dus wenschen, dat de Tweede Kamer in mindere mate het middelpunt van ons openbaar leven werd, dan is dit geenszins uit geringschatting van het hooge gewicht dier instelling, maar integendeel, omdat wij meenen, dat door meer beperkte belangstelling, gepaard met eene meer bescheiden publiciteit, het pres tige onzer volksvertegenwoordiging en daar mede haar gezag en haar invloed zouden ver- hoogen. TEXEL, 28 Maart 1888. Gisterenavond gaf de Gymnastiekvereeniging „Texel" alhier hare 3e uitvoering in dit seizoen. Ofschoon deze keer gezorgd was voor zooveel mogelijk afwisseling in de oefeningen en deze, zooals de president dan ook bij de opening der vergadering opmerkte, geheel nieuw waren, en men daarenboven nog tot meerdere variatie een tooneelstukje ten beste gaf, was de opkomst niet groot. Grootendeels moet dit waarschijnlijk geweten worden aan het lengen der dagen, waar door menigeen, die 's winters ruimschoots tijd heeft tot het bijwonen dier vergaderingen thans minder behoefte heeft daaraan en ook minder tijd ervoor. Evenals de vorige keer werden ook nu alle nummers van het progamma ten algemeene ge noegen afgewerkt. In aanmerking nemende dat de personen, welke het blijspelletje opvoerden, allen dilettant zijn, ja op een na allen voor 't eerst een tooneelstukje hielpen weergeven, ging het over het geheel zeer goed. Een aangenaam bal hield bijna alle bezoekers nog geruimen tijd gezellig bijeen, Uit den Haag wordt gemeld Men verzekert stellig, dat de ministers hun ont slag hebben aangeboden. Het Haagsche Dagblad verspreidt het volgende bericht Naar wij vernemen, had het ministerie, zijne taak met de invoering der grondwet als geëin digd beschouwende, reeds vóór de verkiezingen, en wel in de eerste dagen van Maart, een verzoek om ontslag bij Z. M. den Koning ingediend, zich echter bereid verklarende het bestuur te blijven voeren tot na afloop der verkiezingen. Thans moet dit verzoek herhaald zijn. Drie nieuwgekozen leden der Kamer van Honderd zullen in den eersten tijd geen zitting kunnen nemen. Het zijn de heeren Smidt, gou verneur van Suriname, die van Paramaribo moet komen, de luitenant ter zee S. T. Land, die tijdens zijn verkiezing bi) de zeemacht in Oost-Indie diende en dus moet repatriëeren, en de heer J. T. Cremer, die nog in Indië vertoeft. Naar men verneemt kan de opening van de Kamers der Staten-generaal in de derdeweek van April te gemoet worden gezien. TEXELSCHE COURANT,

Kranten Regionaal Archief Alkmaar

Texelsche Courant | 1888 | | pagina 1