Publieke V
De Notaris CONINCK WESTENBERG
II
B
ES NOTARIS ClINIffiK WESTENBERG,
tien Havent® aan liet OnJescMli op Texel.
Notaris CONINCK WESTENBERG.
Steeds Verkrijgbaar
BESCHIKBAAR
u
LANGEVELO DE ROOIJ,
t.
De prijs der aivertentiën is zeer Ml®.
TE KOOP
BEHANGSELPAPIER EN RANDEN.
Parkstraat. Ji. Al®. Batter.
Puit Beste polder-aardappelen a f2.50 p.Md,
zoete, gave, koolrapen.
Feuilleton.
publiek te verkoopen:
De kopervaste Vischkotter
op Zaterdag- 31 Maart a.s.
BOEKDRUKKERS
te iton fittrij 0|i n'cxrl,
publiciteit voor TexeL
VERKRIJGBAAR
DE SMOKKELAARS.
is voornemens, ten verzoeke van den Heer
D. C. LOMAN, Burgemeester te Texel,
op DINSDAG 3 APRIL a.s. des middags ten
12 uur1 in het logement de Lindeboom
aan den Burg
„DE ONDERNEMING" zooals die
zittende op het strand achter
de Westen, op Texel.
DAARNA De volledige geborgene inventaris
van genoemd schip, met de daarbij behoorende
vier Noordzeekorrenwaarvan drie geheel nieuw
en twee kortrossen te zarnen lang ISO vadem.
ZEGT HET VOORT.
presenteert
des morgens ten half 11 ure, bij de Schuur
genaamd Verloren kost" te OOSTEREND,
publiek te verkoopen:
52 LAMSCIIAPEN, 13 ENTER LING EN,
ïMTNJti-. 2 KARREN en hetgeen verder gepre-
senteerd zal worden.
ZEGT HET VOORT.
De belangrijke verkooping van
zal plaats hebben op DONDERDAG 20 MAART a.s.
's morgens 9lf ure, op
lste kwaliteit Koevleesch.
Varkensvleesch.
Rookworst.
Pekelworst.
Rookspek.
en Hammen.
Bij voortduring aanbevelende,
J. REINDERSMA.
Texelsclie Yleeschhouwerij.
op de hofstede van den heer AUG. KEIJSER
in TIENHOVENtegen een dekgeld van
f 7,50 met veulen, gelde paarden f 1,—
Dit blad voorziet in eene groote behoefte aan
Door de lage abonnementsprijs komt het
in aller handen.
eene op kalvenstaande beste 4-jarige
KOE te bevragen bij
S'. Cz. EELMAN.
„Welgelegen" nabij den Burg.
ONTVANGEN een flinke sorteering'
Aanbevelend,
Puike, Grove Kachelkolen a 75 ct. per HL.
lste soort Korte Turf f 6.— per 1000 stuks.
De Cocksdorp. A. DROS Albz.
Rij P. KIND zijn te koop:
bij partij van 10 mud iets minder. Is ruim
voorzien van
VIII.
Ik keek op naar de plaats, vanwaar de kreet kwam
en daar stond de ongelukkige weduwe vooraan in
de galerij met gevouwen handen en opgeheven armen
haren zoon aan te staren. Hare kleederen waren in
wanorde, haar muts, half van haar hoofd geschoven,
stond toe dat hare een weinig met grijs vermengde
haren wild langs hare schouders hingen en de groote,
donkere oogen stonden bewegingloos, alsof ze geen
macht hadden zich te bewegen en alle aardsche voor
werpen op één na, waren er onzichtbaar voor.
De rechter was eindelijk van zijn verwondering
bekomen.
Mjjn goede vrouw, zeide hij, gij moest stil wezen
en ik raad u, vanhier te gaan.
Dat wil ik, dat wil ik, riep zy, maar hoort ge
dan zjjne verklaring niet, ik wil de waarheid ervan
bezweren en Mijnheer Williams eveneens.
Dat gaat zoo niet, mompelde de rechter, konsta
bels, doet uw plicht en houdt orde in de zaal, maar
zelfs de gerechtsdienaars waren niet hard tegen haar,
zij verzochten haar slechts zich stil te houden.
Zij ging zitten en de zitting werd ongehinderd
voortgezet. Door de edelmoedigheid van het hof en
op het verzoek van het tolkantoor was het Thomas
Petleij toegestaan, in dit geval te getuigen en wij
ontslaan hem daarom van onze aanklacht tegen hem.
De aanbrenger verliet toen de bank der beschul
digden.
Het is noodeloos precies alle deelen van het proces
op te sommen, of mijne verklaring of die der ande
ren, die hetzelfde waren als op den dag der gevan
genneming, te herhalen.
De advocaat voor de verdediging deed al wat in
zijn vermogen was, om ons in verwarring te brengen.
Hij, die wy voor Broekman in het bijzonder hadden
gekozen, liet een vernuft blijken, dat mij verbaasd
deed staan, en hy richtte tot mij verscheidene vra
gen, met het plan om uit myne antwoorden te halen,
dat Broekman in allen gevalle aan de meer ernstige
misdaad niet schuldig kon zijn.
Ik geloof mijnheer, zeide hy, dat gy nadat de
schoten gevallen waren en gy de gil had gehoord,
slechts twee personen nevens het lijk zaagt, terwyl
er een den heuvel beklom en naar hen toekwam,
was hy die den heuvel opklom, een groote of een
kleine man?
Zoo ver ik kon oordeelen een groot persoon.
Nu kijk dan eens naar de drie gevangenen daar
en de getuige, die ze juist heeft verlaten en zeg my
wie komt in grootte, volgens uw oordeel het dichtst
by dien man?
Ik keek rond. Broekman was volle twee duim
grooter dan de anderen; toen durfde ik niet zweren,
dat hy het was.
Ik aarzelde een oogenblik.
Wij verlangen niet dat ge zogt, wie van deze
personen, wezenlijk de man was, want op dit oogen
blik rekenen wy dat hy niet tegenwoordig is, maar
verondersteld, dat het deze personen geweest zijn,
welke zou de persoon dan zijn, dunkt ge?
Zooals gij my nu aanspreekt, antwoordde ik,
zou ik zeggen, dat Brockman's lengte met dien per
soon het meest overeenkomt.
God zegene u, mijnheer! riep de ongelukkige
moeder uit, maar haar werd dadelijk het zwijgen
opgelegd.
Daar het getuigenverhoor nu was afgeloopen, be
klom Thomas Petleij de getuigenbank en werd plechtig
de eed afgenomen. Hij beloofde de waarheid, de volle
waarheid en niets dan de waarheid te zeggen en bad
dat God hem helpen zou die belofte te houden.
Hij gaf een duidelijk en omstandig verhaal van
wat gebeurd was, waarvan het volgende eene nauw
keurige vertaling is.
Hij bekende dat zij alle vier deelgenomen hadden
aan 't smokkelen. Hij vertelde de omstandigheden
van den aanval, zooals het door mij en de tolbeambte
was beschreven en van de vlucht van diegenen, die
de goederen droegen.
Deze waren: zijn broeder Eduard, William Broek
man en hijzelf.
Wat Zacharias aangaat, zeide hij, wij lieten hem
bij de boot achter en hij kwam niet bij ons, voordat
alles voorbij was.
Toen de getuige dit zeide, keerde Broekman zich
om en keek hem flink in 't gelaat. Een kleine blos
kwam op zijne wangen, maar hij was verder niets
in de war en ging aldus voort
Ofschoon wij in 't eerst in alle richtingen vlucht
ten, kwamen wij in een grot, een steenworp afstands
verder weer bijeen en raadpleegden daar wat nu te
doen?
Doen, riep Broekman, die wat veel gedronken
had, wat zouden wij doen Gij hebt pistolen, ik heb
een mes, wij zijn drie tegen twee, laten wij onze
goederen gaan hernemen.
Daar kwamen wij tegen op, maar hij greep een
pistool uit mijn gordel en zwoer, dat als wy niet
durfden, hy het alleen zou doen. Hij ging dus weg
en wij volgden, alleen met het doel noodlottige gevol
gen te vermyden, maar voordat wy hem konden in
halen, hadden hijfen'het slachtoffer reeds schotnn
gewisseld; de vermoorde was gewond en vluchtte,
maar Broekman vervolgde hem, greep hem als een
tijger, wierp hem op den grond en had, toen wy hem
bereikten, hem de hals afgesneden.
Ik wrong hem het mes uit de hand en wondde
hem in die worsteling. Wy stonden allen bij het
lyk, onzeker wat er mee te doen, toen myn broeder
aankwam. Hy zeide, dat hy de andere kommies
was tegengekomen en verzekerde dat heel Falkstone
dadelyk op de been zou zijn, daarom wierpen wij
het lichaam van de klip en dachten toen te ontsnap
pen. Het scheen evenwel beter het lijk eerst te
verstoppen. Wij daalden daarom in de diepte af en
begroeven het onder de steenen, waar het ook is
gevonden.
Toen die getuigenis werd gedaan, scheen men uit
nieuwsgierigheid zelfs de adem in te houden, en nu
liet tot een einde kwam, hoorde men een algemeene
zucht door de zaal. Een doodelijke stilte volgde
en aller oog was op Broekman gericht.
De ongelukkige jongeling had tot nu toe als van
schaamte zyn hoofd laten hangen, nu hief hij het
trotsch op en keek vastberaden rond.
Mynheer, zeide hy langzaam en met nadruk
de laatste getuige heeft eene aaneenschakeling van
leugens gesproken. Ik heb gezworen de schuldige
niet te verraden; maar i k ben het niet.
Gevangene, gy moet u stil houden, zei' de
rechter, gij moet de verdediging uwer zaak thans
aan uw' advocaat overlaten.
De strikvragen, welke nu volgden en die nu door
den aanbrenger moesten worden beantwoord, waren
voor een gewoon mensch, zelfs al sprak hij de
waarheid, voldoende om zich duizend maal tegen
te spreken. Men vroeg hem, hoe het mes in het
graf was gekomen; dat wist hij niet, men vroeg hem
waarom Broekman, als die zoo woest en onverschillig
was, dan geen pistolen bij zich droeg; ook dat wist
hy niet.
In het voornaamste evenwel van zijne geschiede
nis sprak hy zich niet tegen en hoewel hij het nog
eenige malen moest oververtellen, deed hij dit on
veranderlijk met dezelfde woorden. Het verhaal
was dus goed samengesteld en niet minder goed
voorbereid.
De advocaat ging ten laatste wanhopig zitten en
liet het aan de gezworenen over.
Wordt vervolgd.)
Snelpersdruk - LANGEYELD DE ROOIJ - Texel
Hoitiaren, Zeildoek en Teer.
V V 5.