Buitenland.
Gemeenteraad te Texel.
De Minister van Marine brengt ter kennis
van zeevarenden:
dat in de Heisdeur, ongeveer 400 Meter bezui
den „de Laanbank". zijn geplaatst zwarte buik-
tonnen, achtereenvolgens Z.Z.W. van de tonnen
Nos 8 en 9;
dat de ruimte door deze vier tonnen begrensd
tot het nemen van proeven zal worden gebezigd
en mitsdien voor de scheepvaart onveilig is te
achten.
De 102de algemeene vergadering van de
Maatschappij „tot Nut van 't Algemeen" zal wor
den gehouden op Woensdag 28 Mei 18S8 te
Amsterdam.
Onder m. a. punten zullen worden behandeld
de volgende voorstellen
dat door deskundigen, ingevolge opdracht en,
onder leiding van het hoofdbestuur, een zoo vol
ledig mogelijk onderzoek naar den toestand en
de werking van begrafenis- en ziekenfondsen
hier te lande ingesteld en een beoordeelend
verslag hierover samengesteld worde;
dat door deskundigen, ingevolge opdracht en
onder leiding van het hoofdbestuur, een onder
zoek worde ingesteld naar de mate en den aard
der vakopleiding, welke bij eenige van de meest
beteekenende bedrijven de werkman hier te
lande in fabrieken en werkplaatsen erlangt, en
in verband ook met toestanden in den vreemde,
de vraag worde overwogen, in hoever regeling
van het leerlingwezen aanbeveling verdient;
het hoofdbestuur uit te noodigen, bij de hooge
regeering krachtig aan te dringen op zulk eene
wijziging van de wet op het lager onderwijs, dat
leerplicht zoo spoedig mogelijk worde ingevoerd;
om te overwegen in hoeverre het mogelijk is
wettelijke verplichtingen tot eene levensverzeke
ring van werklieden in het leven te roepen;
voor het jaar 1888/89 een som van flOOO be
schikbaar te stellen, tot het steunen van depar
tementen, bij het in 't leven roepen van scholen
voor handenarbeid;
een onderzoek in te stellen of te doen instellen
ter beantwoording van de vraag, hoe men in ons
land een aantal bureau's van chemische
onderzoekingen zou knnnen opgericht krij
gen, alwaar vooral de mingegoeden kosteloos of
tegen zeer lagen prijs hunne levensmiddelen
kunnen laten onderzoeken;
aan de vereeniging tegen de kwakzalverij toe-
te staan de som van f 1000, opdat zij in haar
maandblad zal kunnen voortgaan op den inge
slagen weg.
In Gelderland en Overijsel kan door den
hoogen waterstand nog geen begin gemaakt
worden met den veldarbeid. De boeren hebben
ook veel last van het boezemwater.
Te Amsterdam is voor den tijd van 25 jaren
opgericht eene vereeniging onder den naam van
Vereeniging het Buitenland." Zij is gevestigd
te Amsterdam, en heeft kantoren te Amsterdam
en te Rotterdam.
Het doel dezer vereeniging is, Nederlandsche
jongelieden behulpzaam te zijn om zich buitens
lands te bekwamen in handel en nijverheid. Zij
verschaft, zooveel dit in haar vermogen is, aan
jongelieden gelegenheid tot plaatsing. Waar dit
vereischt wordt, verstrekt zij hun bij wijze van
voorschot, het noodige geld voor de passage en
eene tegemoetkoming gedurende een korten tijd
in de kosten van verblijf.
Het lidmaatschap wordt verkregen öf door de
betaling van eene jaarlijksche contributie van
f25; óf door een gift in eens van f250.
Van het eiland Schiermonnikoog schrijft men
het volgende:
Het vorige jaar in de maand Augustus werd
het gerucht verspreid, dat hier een hert in de
duinen gezien was. Aanvankelijk wilde men
daaraan geen geloof hechten, aangezien men niet
wist, dat iemand het er gebracht had en het dus
bijna eene onmogelijkheid was, dat er een hert
kon zijn. Door velen werd echter al spoedig
verzekerd, dat het een feit was, aangezien het
dikwijls in de duinen gezien werd. De strenge
winter met de groote hoeveelheid sneeuw wekte
't vermoeden op, dat het dier zou bezweken zijn
maar nauwelijks was de dooi ingevallen, of men
zag het weder even tier als voor den winter met
een vlugge vaart langs en over de duinen springen.
Of het dier tot het mannelijk of vrouwelijk geslacht
behoort, is niet" met zekerheid te -bepalendoch
men vermoedt dat het eene hinde zal zijn, omdat
het niet groot is en slechts kleine horens heeft.
Wij leven in de hoop, dat, nu het gebleken is,
dat deze dieren de strengste winters op ons eiland
kunnen doorstaan, er ook nog een hert bij zal
komen.
In het begin dezer weck vertrok van Am
sterdam het stoomschip „Edam" dor N.-A. Stoom
bootmaatschappij met 7uu landverhuizers naar
"Nieuw-York. Behalve devele Italianen, die reeds
sedert eenige dagen met hun sjaals om langs
den Buitenkant dwaalde, vertrokken ook eenige
honderden Groningers,- die er gezamelijk met een
extratrein arri veerden
Toen eenigen van hen zich naar het kantoor
der stoombootmaatschappij begaven, merkte men
onder hen een pa«r vrouwen, blijkbaar zusters,
op, die met kinderlijke liefde hare oude moeder
een rnensch van over de tachtig jaar, op de ar
men meedroegen. Ook voor de best zou eene
plaatskaart genomen worden. Moeder werd in
do gang van het kantoor gezet; öf de vermoeie
nissen der reis öf de gemoedsaandoening bij het
verlaten van haren geboortegrond was echter
voor het oudje te groot, want daar in de gang
neerzittend, bleef zij plotseling dood.
Uit Nieuwolda was een arbeider voor eenige
jaren naar de Nieuwe wereld vertrokken. Het
ging hem met zijne vrouw daar zeer slecht, zoo
dat zij gedwongen werden, den boer bij wien zij
hier te lande dienden om passagegeld te vragen.
De boer voldeed daaraan en 't paar kwam hier
terug. Door oppassendheid en vlijt was spoedig
de schuld vereffend, een spaarpotje vergaard en
nu gaat 't paar nogmaals naar 't Westen!
Een gevangene, die door de Nederlandsche
regeering zou uitgeleverd worden aan die van
België, is nabij Rozendaal, van waar de reis naar
Esschen te voet zou worden gedaan, aan twee
geleidende rijksveldwachters ontvlucht.
Hoe diep dikwijls een mensch vallen kan
toonde de rechtbank te Rotterdam eergisteren aan.
In het bankje der beschuldigden stond een vroeger
respectabel man', de ex-boekhouder der Ned. Bank,
wiens naam nog op verscheiden bankbiljetten
prijkt. De man was door zijn wangedrang aan
lager wal geraakt en door zijn gefortuneerde ouders
te Haarlem, die zooveel tevergeefs aan hem ten
koste hadden gelegd, verstooten. In den laatsten
tijd was hij, na gescheiden te zijn van zijn eerste
vrouw, gehuwd met de wed. V., in de Weste
Wagenstraat, kurkenfabrikante. Doch ook van
deze leefde hij weldra gescheiden en geen huisves
ting meer hebbende, moest de 47-jarige man zich
aanmelden aan een der politie-burean's om nacht
verblijf en een stuk brood. Wegens landlooperij
stond nu J. A. B., geb. te Haarlem, voor de recht
bank terecht en het 0. M. eischte 3 dagen hechte
nis en plaatsing in Rijkswerkinrichting voor den
tijd van één jaar. (D.)
Uit geloofwaardige bronnen verneemt men
zeer ongunstige berichten omtrent den toestand
van keizer Frederik.
[Omtrent den toestand des keizers van gisteren
werd gemeld, dat Z. M., na weder een minder
gunst-igen nacht te hebben gehad, zich mat ge
voelde, maar dat het in den namiddag iets beter
ging. De storing in de nachtrust was opnieuw
veroorzaakt door hoesten en opgeven, waarbij weder
ofschoon slechts in onbeduidende mate, stukjes
kraakbeen te voorschijn kwamen, Aan den
stemband vertoonde zich weder eenige zwelling.]
Het buitengewone crediet, dat de Pruisische
Regeering tengevolge der overstroomingen zal
aanvragen, moet ongeveer 30 millioen Mark be
dragen.
Plevige sneeuwbuien duren in Engeland voort.
Door de sterrenwacht van Greenwich wordt eene
verschrikkelijk koude Mei-maand voorspeld.
Te Üskaloosa, in Kansas, is eene vrouw
tot burgemeesteres en zijn verscheidene andere
dames tot leden van den gemeenteraad gekozen.
Uit Odessa wordt gemeld dat 10,000 joodsche
gezinnen, voornamelijk van Oostenrijksche en
Rumeensche nationaliteit, eerlang uit die stad
gebannen zullen worden.
In de nabijheid van Airoio is eene lawine
nedergestort, waardoor de Gothard-spoorweg over
eene lengte van 200 meter verwoest is. Een oog
getuige schrijft daaromtrent het volgendeIk ben
zooeven van de plaats des onheils teruggekeerd
en moet zeggen dat wie het niet met eigen oogen
gezien heeft, zich geen begrip kan vormen van de
verwoesting. Torenhoog liggen daar in onbegrij
pelijke wanorde sneeuw, hoornen, "telegraafpalen
en overblijfselen van huizen door elkaar. Twee
honderd arbeiders zijn bezig de sneeuw op te
ruimen.
Bij de jongste stormen in het Kanaal, kwam
nabij St. Malo een zandbank te voorschijn, die
een gedeelte van een oud bosch vertoonde. Het
schijnt dat dit bosch in het begin onzer jaartel
ling langs de uitgebreide kust zich verhief. In
het midden van het bosch moet de berg St. Micheal
gestaan hebben; sedert ongeveer 115U is het bosch
met den berg geheel verzonken en slechts bij zeer
lagen waterstand of storm komen, gelijk nu, de
overblijfselen in versteenden toestand te voorschijn.
Weer wat nieuws! Een bewoner van Lyon
heeft thans uitgevonden manchetten, fronts,
boorden en dergelijken van een dun metaal te
vervaardigen. Wanneer hij daarvan ook pantalons,
jassen en vesten uitvindt, zullen wij spoedig
geheel gepantserd loopen.
Vergadering Vrijdag, 13 April 1888.
Voorzitter D. 0. Loman, burgemeester.
Tegenwoordig 11 leden, zijnde de heeren Co-
nihek Westenberg, F, Keijser, Koorn, Boon, T.
Zijm, Roeper, Dros, C. Keijser Pz., C. Zijm, Bakker
en de Voorzitter.
Atwezig de heer Brouwer. Een vacature.
Na opening der vergadering worden de notulen
der vorige vergadering gelezen en goedgekeurd.
Daarna doet de Voorzitter mededeeling van
de volgende ingekomen stukken:
Prov. bladen.
Worden voor kennisgeving aangenomen.
Geloofsbrieven van het nieuwbenoemde raads
lid, den heer W. Mets Tz.
Op voorstel van den Voorzitter wordt goedge
vonden deze door eene commissie te doen onder
zoeken, om daarover rapport uittebrengen. Voor
die commissie worden uitgenoodigd de heeren
Koorn, C. Keijser Pz. en T. Zijm.
De vergadering wordt hierop geschorscht.
Na heropening der vergadering wordt door de
comm. bij monde van den heer Koorn, gerappor
teerd dat de geloofsbrieven in orde zijn bevonden
en geadviseerd tot toelating van den heer Metz.
Dienovereenkomstig wordt besloten.
Daarna stelt de Voorz. aan de orde het in eene
vorige vergadering aanhangig gebleven adres van
A. de Waard te Oudeschikl, om een stukje grond
in erfpacht tot berging van rijksmateriëel.
De voorziter zegt daaromtrent een onderzoek
te hebben ingesteld en meent dat tegen de in
williging van het verzoek geen bezwaar is.
Wordt besloten aan adressant tot wederopzeg
ging toe genoemde grond in erfpacht af te staan.
In de volgende vergadering zal daaromtrent een
concept-besluit worden ter tafel gebracht.
Proces-verbaal van B. en W. betreffende opname
van boeken en kas van den gemeente-ontvanger,
waaruït blijkt dat in kas was, eene som van
f 4031.105.
Voor kennisgeving aangenomen.
Vervolgens stelt de voorzitter voor een stukje
grond aan den Koogerweg nabij de Koog, groot
18,15 in koop af te staan aan 0. Kuip voor de
som van f 30,
Hiertoe wordt besloten.
Daarna komt aan de orde de benoeming van
een lid van bestuur voor de Bank van Leening,
door het niet aann'emen dier betrekking door
den heer C. Reij.
Op de voordracht waren gesteld de heeren
W. Reij en H. Haakman.
Eerstgenoemde wordt met 9 stemmen daartoe
verkozen, op den heer Haakman waren 2 stem
men uitgebracht.
Ter tafel wordt gebracht het kohier van den
hoofdelijken omslag.
De Voorzitter stelt voor dit in een huishoude
lijke bijeenkomst te onderzoeken en alsdan in
eene volgende vergadering vasttestellen.
De heer G. Zijm vraagt of hiervoor weder het
oude tarief is gevolgd.
Na beantwoording door den Voorzitter dat B.
en W. geen vrijheid hebben, hiervan af te wijken,
wordt overeenkomstig het voorstel besloten.
Kohier van de belasting op de honden.
De heer C. Keijser Pz. geeft in overweging,
in aanmerking nemende de overlast, welke aan
veehouders wordt gedaan door losloopenue hon
den, de belasting op de honden te verhoogen,
en te brengen op 3 of 5 gulden, (wij hoorden
daartusschen in een stem, welke sprak van 25
gulden voor ieaeren hond
De heer 0. Zijm meent dat het door den heer
Keijser aangevoerde wel wat al te bezwarend
wordt voorgesteld; het is spr. gebleken, dat
schapen of koeien voor honden niet zoo bevreesd
zijn, als zij daarmede meer in aanraking komen.
De heer Keijser blijft echter bij zijn gevoelen.
De Voorzitter merkt cp, dat dit punt niet aan
de orde is, evenals met de hoofdelijke omslag
heeft het Dag. Bestuur geen recht daarin ingrij
pende veranderingen te maken, doch dat dooi
de leden desbetreffend een voorstel kan worden
gedaan. Overigens meent hij, dat het wel wat
erg zoude zijn, ter wille van enkele overtredingen
in deze alle eigenaren van honden te treffen.
De heer F. Keijser meent dat eene strenge
toepassing der pol.-verordening in deze de meest
.varieiuiuBm-