m. UUÜÜU mr Beste kwaliteit. Billijke prijs, TE KOOP. Eea Kapwapn, zoo ïoei als nieuw voor f 30. GABRIELLE DE MEYRAN. Voor de netheid van het werk De prijzen zijn zeer billijk. S. C. PONGEE, Texel. TI KOOP; adres A. Ziberg, Terschelling. Directe Wekelijksche 11.11 Feuilleton. pi i"! in DEN BURG OP TEXEL. In werking gesteld den 22 Augustus 1887. Langeyeld DE Rooij. C. Kuijper Cz. 111 9K m. js Tot ons genoegen kunnende constateeren, dat door velen onze onderneming wordt gesteund, blijven wij ons bij voortduring aanbevelen tot de levering van alle voorkomende DR VKWER K E kunnen getuigen de vele reeds uitgevoerde orders. Modellen steeds te bezichtigen. De tevredenheid van vele werkgevers strekke daarvoor ten bewijze. Tot juiste beoordeeling vergelijke men onze prijzen i met die, welke vóér onze vestiging voor drukwerk alhier werd berekend. Aanbevelend, Daartoe zijn te verkrijgen toegemaakte GROND- en GLANS VERF in alle kleuren, VERDER droge Verfwaren, Lijnolie, Standolie, Terpentijn, Lakken Vernissen en Kwasten bij Een dubbele doorgewerkte C IIA L O A zoo goed als nieuw. Prijs 1' 15.— Adres lett. L. Bureau Texelsche Courant. 's morgens acht uur vertrekken de Veebooten uit de haven van Texel naar Hoor n. Information bij 53 es c/i er ■-* j? a n st 3 N A s m 2 N voor Passagiers Ie He en Ille Klasse met de prachtige Stoomschepen der ssr sa cz Hoofdkantoor te Rotterdam: Noor- dereiland. Passagekantoor te Am sterdam: 44 Prins Hendrikkade over h. nieuwe Centr. station. Vlugste en goedkoopste aansluiting met Curasao. Dis trie ts-Inspec teursI.E. KroesGro- ningenE. Bolsius, Oostenrijk. Agenten Koning Co. Texel en A. Dros Albz. De Cocksdorp. X I. Als er een tijd bestaat, die buitengewoon vrucht baar is aan gebeurtenissen, welke zich leenen voor dramatische verhalen, dan is het zeker die van het schrikbewind. Het is dan ook in dien bloedigen tijd dat de ge schiedenis voorviel, welke nu volgt en die een aan vang neemt den 15 September 1793. 't Was avond. De klok van het stadhuis, waar de raad der „Commune te Parys zitting hield, sloeg 6 uur. De dag was koud en dampig geweest. Een dikke mist lag over de stille stad en vormde als 't ware een doodkleed. Een grijsaard en een jong meisje liepen over het plein der „Revolutie", waarop de afgrijselijke guillotine was opgericht, en wendden zich naar de Gravillier- straat tegenover de Templestraat. Het jonge meisje leunde op den arm van haren geleider en liep moeielyk over het glibberige plaveisel. Eensklaps begon zy te beven. Heb moed, myn kind, zei de grijsaard. Die ontbreekt my niet, hernam zij, terwijl zij droevig zuchtte. Mijn God, mompelde de grijsaard, ik zou U, mijn kind, niet bevreesd willen maken, en toch indien we er niet in slagen een schuilplaats te vinden zijn wij verloren. Er moest waarlyk een ernstige en dringende reden bestaan voor dien ouden man en dat jonge meisje, dat zij zich op dit oogenblik in de stille straten durfden wagen. 't Was een verschrikkelijke dag geweest. De val bijl rookte nog van het bloed der Girondisten, wier hoofden op het plein der Revolutie voor het'beeld der vryheid waren gevallen. De zwarte vlag woei van het stadhuis als teeken van rouw, en wees alle burgers aan dat het vader land in gevaar verkeerde. En dat gevaar was niet overdreven. Men moest zeide men, zonder medelijden en zonder verwijl alle verraders straffen. Nu was niemand meer zeker van den volgenden dag nog vry te zjjn. Aan de afgrijselijke dag paarde zich nu de verschrikkelijke nacht. Een onweerstaan bare macht heerschte over geheel Frankrijk als een bloedig spook; die macht was het schrikbewind. Na deze kleine onmisbare bijzonderheden welke wij gegeven hebben van den toestand, waarin Parys op dat oogenblik verkeerde, gaan wy weer terug naar de twee personen die wij in het begin van ons hoofd stuk hebben ten tooneele gevoerd. Zy naderden reeds de Templestraat, toen het jonge meisje eensklaps bleef staan, terwyl zy den arm van haren geleider sterk drukte. Hoort gij niets fluisterde zy, terwijl zij met de hand naar de Templestraat wees. De grijsaard luisterde opmerkzaam. Het regelma tige geluid van marcheerende soldaten was duidelijk te onderscheiden. Een patrouille, riep hy verschrikt uit, en het kind sterft byna van vrees, wat nu te doen. Terugkeeren op hunne schreden was onmogelijk omdat het meisje zich in een te zenuwachtige toe stand bevond. Het was daarenboven het eene gevaar vermijden, om misschien in een nog grooter te vallen want op hetzelfde oogenblik weerklonk aan de andere zijde het gerinkel van sabels op de straatsteenen. De vluchtelingen bevonden zich tusschen twee patrouilles in. De grijsaard uitte een diepe zucht en wierp een wanhopige blik rondom zich, evenals een drenkeling, die den grond onder zich voelt wegzinken. Eensklaps trilde hij. Hy bemerkte het portaal van een koetsiershuisje. O Heere, mompelde hij, wat Gij bewaakt, is wel bewaakt. Bescherm ons. Hij trok zijne gezellinne met zich en beiden gingen in de schaduw staan. Het was tijd. De patrouille was slechts eenige passen meer van hen verwijderd. Zij bestond uit een twintigtal der nationale garde, die den nacht doorbrachten met jacht te maken op aristocraten, om daardoor zeker te zijn den volgenden morgen niet te worden onthoofd, als zijnde flauwe en gematigde lieden. Zij bleven voorzichtig in het midden der straat, naar alle kanten rondziende, meer als veiligheids maatregel voor zich zelf als tot heil van het vaderland. Dit egoïsme redde de vluchtelingen. De patrouille passeerde zeer dicht bij hen langs, zonder ze op te merken, want de nacht was onderwyl ingevallen. Maar een twintig passen verder hield de patrouille halt en weerklonken twee kreten „werda" door de lucht. Zij ontmoetten hen, die van de tegenoverge stelde zijde kwamen. Dit was geen regelmatige patrouille. Zy bestond uit zes wachten der wijk, die gewapend waren met pieken en hiermede in plaats van met hunne blikken de deuren en hoeken onderzochten. Nadat het wachtwoord gewisseld was, gingen de nationale wachters op zijde, om de anderen door te laten. Hij, die deze laatsten aanvoerde, heette Marius. Het was een man van omstreeks veertig jaar en had het uiterlijk van een dronkaard; hy droeg als teeken van zijne waardigheid eene roode sjerp, met wijn en bloed bevochtigd. Hy hield eensklaps den sergeant staande en sprak tot hem op teemenden toon: Welnu, sergeant, welk nieuws? Wel, niets, antwoordde de aangesprokene, weinig in zyn schik over deze samenspraak. Hebt gij geen arristocraten of verdachten kun nen aanhouden? Wy hebben niemand ontmoet. Zijt gy wel zeker, geen grijsaard en een jong meisje gezien te hebben, die van deze zy de kwamen. Ja. Wat, riep een der wijkmeesters, hij is bepaald zelf een aristocraat. Dan zal hy weldra een pruik moeten dragen, hernam weer een ander. Een woeste lach vergezelde deze bloedige aardigheid. De ongelukkige sergeant wilde zijn onschuld nog bepleiten, maar hij kon van schrik niets zeggen. Kom, hernam Marius, laat ons dit bevend go- broedsel maar laten passeeren, maar wee U burger sergeant, als gy de vogels, welke wy zoeken, hebt laten ontvluchten. De nationale garde maakte van dit verlof dadelyk gebruik, en vertrok met versnelde pas. Onze beide vluchtelingen begrepen dat zy verloren waren. Onbewegelijk en stom als het standbeeld der smart, wachtten zy af, wat er nu gebeuren zou. Hoofdst. II. De wykwacliters, die halt gehouden hadden op eenige passen afstands hielden raad, of zy op hunne schreden zouden terugkeeren, of verder gaan. Voor een oogenblik geloofde de grijsaard gered te zyn, maar de mist, die langzameihand eenigszins opgetrokken was, maakte het koetsierspoortje niet langer onzichtbaar. Een der wachters bemerkte het spoedig. Het was een van die lieden, welke een hart van steen schijnen te hebben en dan ook geen medelijden kennen, zooals er ten tyde der revolutie bestonden. Zich even van de groep, welke nog geen besluit genomen had, verwyderende, stak hy met zyn piek er heen. Het jonge meisje gaf een gil. De wachter greep het ongelukkige kind in zyn ijzeren vuist. Ah, riep hy, ik heb haar gevangen. Wordt vervolgd) Snelpersdruk - LANGE VELD DE ROOIJ - Texel. is zeer voor O ti - o St. t» tb tb tb 3? O i— 3 3. 3, tb 3 3 - P SB 3 3 S3 O) X ir Si C ©C1 *"3 CJ A O) ci ci

Kranten Regionaal Archief Alkmaar

Texelsche Courant | 1888 | | pagina 4