N#. 63. Donderdag 10 Mei. A\ 1888. Nieuws- en Advertentieblad. Binnenland. MlIS of turksche tarwe voor Dit blad verschijnt Woensdag- en Zaterdagavond. Abonnementsprijs per 3 maanden Voor den Burg 30 Cts. Franco per post door ge heel Nederland 45 Cts. Naar Amerika en andere landen met verhooging der porto's. Advertentiën vóór 10 uur op den dag der uitgave. Prijs der Advertentiën Van 1 tot 5 regels 30 Cts. Iedere regel meer 6 Cts. Groote letters en Vignetten worden naar plaatsruimte berekend. Bewijsnummers 2 Cts. per nummer. ABONNEMENTEN en ADVERTENTIËN worden aangenomen bij de Uitgevers LANGEVELD DE ROOIJ, ParkstraatBurg op Texel. Het Maandblad van de H. M. v. L. bevat het volgende artikel van den heer E. Willekes Macdonald, hetwelk wij ons veroorloven over te nemen: GROEAVOER EN TER INKUILING. Het is een groot geluk voor onze provincie dat een groot aantal boeren het onderstaande gerust ongelezen kunnen laten, omdat de uitstekende kwaliteit hunner weilanden het verbouwen van voedergewassen onnoodig maakt, maar hier in het Koegras, in den Anna Paulownapolder, zui delijker op de lichte gronden van de duinstreek en in het zandige Gooi, ware het wel te wenschen dat ieder veehouder besluiten kon een hoekje grond te bestemmen voor den maïsbouw. Dat dus het gewas, volgens mijn al of niet bescheiden meening, ook in andere streken van ons vaderland eigenlijk niet mogt ontbreken, be hoeft verder geen betoog. De beide voornaamste goede eigenschappen van de maïs kunnen in het kort aldus worden vermeld lste. Hoewel de vruchtbare zwarte gronden de zwaarste oogsten geven, kan het gewas op alle zandgronden worden geteeld. 2de. Juist in heete drooge zomers, als op de lichte zandgronden alles verdort, groeit de maïs het best en geeft dan uitstekende oogsten waar, bij elk ander gewas, mest, zaaizaad en arbeid voor dat jaar totaal verloren zouden wezen. De opbrengst loopt echter zeer uiteen naar gelang van kwaliteit van grond en min of meer zware bemesting. Men kan evenwel in ongunstige, d.z. koude en natte, jaren op de lichtere gronden nog rekenen op 15000 kilo per hectare, terwijl met flinke be mesting en bewerking, en een warme zomer, die opbrengst elders tot 80000 kilo en meer stijgen zal. Met dat al is de maïs geen wondergewas, zooals sommigen meenen, welig groeiende op kaal zand, want ook hier geldt de regel „van niets komt niets," maar het is een dankbaar gewas en vooral dan voordeelig als men goed bedenkt dat een kwart bunder degelijk bewerkt, flink bemest, be zaaid met het beste zaaizaad en behoorlijk ge wied en aangeaard, meer opbrengt dan een hectare op min of meer onachtzame wijze behandeld. In verband hiermede is het uitgemaakt dat in ons land de maïsteelt, om de plant rijp te laten worden, en er dan zaad van te winnen, zich niet loont en is er hier dan ook alleen sprake van het gewas te teelen om, hetzij zoo van 't veld, hetzij ingekuild, de stengels en bladeren te ver voederen. Niettegenstaande het zaaizaad vrij duur is, nl. 7 a 8 gulden per 50 kilo, dient voor dit doel de zoogenaamde paardentand-mais vooral in aanmer king te komen, omdat deze soort de grootste planten voortbrengt. De maïs verlangd een goed losgemaakten war men bodem en kan vele jaren achtereen op den zelfden grond worden verbouwd, terwijl het zoo noodige los- en schoonhouden van het veld op den oogst van het volgende jaar een gunstigen invloed uitoefent, onverschillig of men dan weder om maïs of een ander gewas teelt. Vroeg zaaien is niet gewenscht, want de plant is uiterst gevoelig voor vorst, terwijl ook het koude voorjaarsweer nog in April en Mei dikwijls in ons land voorkomende, een nadeel igen invloed heeft, zoodat men dus den zaaitijd van half Mei tot half Juni kan stellen, naar gelang van weder en omstandigheden. Het zaaien op ryen is een eerste vereischte voor het verkrijgen van een vollen oogst, waar bij het aanbeveling verdient eene richting te volgen van noord naar zuid. De zonnewarmte heeft dan gemakkelijker en langer invloed op den bodem. De afstand tussen de rijen dient te verschillen naarmate het land min of meer vruchtbaar is en men in verband daarmede rekenen kan op een minder of meer welig en grof gewas. Op de minst vruchtbare gronden dienen de regels toch altijd nog 25 centim. wijd te zijn en op het beste land kan men gerust 45 centim. uit elkaar zaaien, waarbij ook de afstand der planten in de regels bepaald moet worden, omdat ook daarvan de dikte der stengels grootendeels afhangt. Die voornemens is zijn maïs groen te vervoê ren, dient te zorgen dat de stengels fijn en zacht blijven en dan behoeven de planten niet meer dan 10 a 12 centim. van elkaar te staan terwijl, als men de maïs wil uittuilen zonder ze eerst te hakselen, het eveneens Nvenschelijk is dat de stengels niet te grof worden. Op vruchtbaar land echter zal men de grootste oogsten verkrij gen, indien men door ruim (15 a 16 centim.) uit elkaar zaaien, of op die afstand de planten uit te dunnen, deze gelegenheid geeft hun vollen wasdom te bereiken, doch zulk een zwaar gewas moet gehakseld, om te voorkomen dat de beesten het onderste deel der stengels overlaten. Als de regels 40 a 50 [centim. uit elkaar komen is 50 kilo zaad per hectare voldoende en kan men daaruit nagaan hoeveel er noodig is bij dichter zaaien- Gedurende den groei is het losmaken en wieden van den grond een bepaald vereischte, waarbij het aanbeveling verdient de planten bij het laatste wieden tevens goed aan te aarden. Er vormt zich dan boven de eerste een krans van nieuwe wortels, die er veel toe bijbrengen de allengs hooger wordende planten stevig in den bodem te bevestigen. Het oogsten van de maïs dient niet te laat te geschieden, d. w. z. vóór de stengels hard worden en vóór dat het herfstweer of nachtvor sten de planten te veel benadeelen. Terwijl nu het bovenstaande voldoende is om belangstellenden in te lichten indien ze tot de teelt van maïs besluiten, kan ik omtrent het inkuilen verwijzen naar het maandblad voor Fe bruari. Op de daarin omschreven wijze werd door mij in de derde week van September de opbrengst van 1 Vs hectare maïs ingekuild. Den 13den December jl. werd de kuil geopend en met het voeren begonnen. In een schuur waren aanwezig 2 vaarzen, 8 pinken, 1 veulen en 1 ram en werd daar dagelijks 175 kilo maïs vervoêrd. Het veulen en de ram gebruikten samen zoowat 15 kilo maïs per dag en kregen verder wat hooi en haver. De overige maïs werd door de vaar zen en pinken verbruikt met een kleine toegift voor ieder van 2 kilo gehakseld erwtenstroo en in 't begin als krachtvoer samen 6 kilo geplette haver en 2 kilo katoenzaadmeel per dag. Naarmate de dieren grooter werden ontvingen ze meer krachtvoer, want meer maïs per dag kon ik niet missen en meer stroo evenmin. Hooi kregen ze niet. De gemiddelde hoeveelheid krachtvoer, per dag van 13 December tot 1 Mei verstrekt, beliep 9 kilo geplette haver (a 67s cent p. k.) en 4 kilo ka toenzaadmeel (a 73/4 cent p. k.) voor de 10 beesten. Dat is dus 897a cent per dag en in 140 dagen f 125,30 of f 12,53 per stuk. Kon ik nu met cijfers bewyzen hoeveel de dieren in gewicht waren toegenomen, dan was alles uitgemaakt, maar de veebascule zal voor eerst nog wel een artikel van weelde blijven en moet ik dus volstaan met de vermelding, dat de dieren uitstekend zijn gegroeid en er uitstekend uitzien. Wat dus de 50000 halve kilo's maïs waard zijn van die H/a hectare geoogst en waarmede met betrekkelijk weinig bijvoer degelijke resultaten werden verkregenkan ieder voor zich gemak kelijk beslissen, afgezien natuurlijk van de vraag of met de tegenwoordige het aanfokken van jong vee zich loont en of bijv. het gebruik van maïs voor melkkoeien of voor mestvee niet geldelijk voordeeliger ware. Voor beide doeleinden acht ik de maïs uitste kend geschikt, mits bij het melken de noodige voorzorg worde genomen, omdat het ingekuilde voêr zoo'n steike lucht van zich geeft. Volledigheidshalve kan ik nog vermelden dat het met maïs beteelde veld een lichten zand grond is die per hectare bemest werd met 16 M^ straatvuil ad f 2,50 per M3 en dat grasland van gelijke kwaliteit, bemest met beer voor eenzelf de bedrag, in den afgeloopen zomer 4 wagens hooi per bunder opleverde. TEXEL, 9 Mei 1888. Op de Maandag gehouden markt was de aanvoer nog zeer gering, terwijl de kooplust veel te wenschen overliet. De omstandigheid dat juist op dien dag de voorjaarsmarkt te Purmerend werd gehouden, was oorzaak dat y. de kooplieden afwezig waren en gevolgelijk de handel niets beteekende. Aangevoerd werden5 koeien, 5 hokkelin- gen, 1 nuchter kalf, 4 schapen en 7 lammeren. Als eene groote zeldzaamheid wordt ons gemeld, dat op het rieten dak eener boeren woning in Bargen een kip, welke reeds lang werd vermist, is teruggevonden, terwijl zij daar kalmpjes zat te broeden. Koog, 8 Maart. Gistei en namiddags half vier brak er geduchte brand uit bij Jan List (in de zoogenaamde Turksche tent) alhier. Huis en inboedel zijn totaal verbrand, ook de militaire kleeding van den zoon, die heden morgen moest vertrekken, om de jaarlijksche oefeningen bij te wonen. Oorzaak onbekend. Alles was verzekerd. Oudeschild, 8 Mei. De visscherij naar ansjovis is, zoowel voor tal van Texelsche visschers als voor honderden van elders, eene bezigheid, die of een voordeelig jaar kan op leveren of gedurende eemve weken een ruime winst kan verzekeren. 't Is derhalve zeer verklaarbaar, dat de visschers eenigszins mismoedig zijn en niet zonder zorg den zomer verbeiden, nu er langs onze kust van ansjovis nog geen sprake is. Ook de geepvangst, door velen van dit eiland met vletten uitgeoefend, levert nog niets op. Weinige jareu geleden kon de vis scherij naar ansjovis, geep en rog de hoofdbron van bestaan genoemd worden voor de kust- visschers. ;er \n io< rei TEXELSCHE COURANT.

Kranten Regionaal Archief Alkmaar

Texelsche Courant | 1888 | | pagina 1