Buitenland. Het bericht in ons vorig nummer, dat alhier steppenhoenders zijn waargenomen, wordt be vestigd door de mededeeling dat een vogel, geheel met de beschrijving overeenkomende, is gevonden in Waal-en-Burg; vermoedelijk was dit dier tegen een telegraafdraad gevlogen. Den 4 Juli wordt het christelijk nationaal zendingsfeest gehouden op Boekerode bij Haarlem. De openingsrede wordt uitgesproken door ds. H. (f. Hogerzeil uit Amsterdam. In Steenwijkerwold hebben nu de arbeiders in de veenderijen het werk gestaakt. Hun aantal bepaalt zich tot ongeveer 150. De veldwachters der gemeente, alsmede de rijkspolitie uit Steen wijk en Olaemarkt, zijn naar de veenderijen vertrok ken om de rust te handhaven. Natuurlijk is ook' hier eisch tot loonsverhooging de reden. Volgens later berichten zou het getal werkstakers 900 a 1000 bedragen. Uit Rozendaal schrijft men aan de Prov. Ndb. Crt. Wederom zijn door de douanen aan het station alhier van verschillende kooplieden eene vracht Belgische centen in beslag genomen, welke, als zij er door gekomen waren, weder voor goede munt in onze gemeente dienst hadden moeten doen. Deze lieden, die geregeld een paarkeeren per week boter en kaas naar Antwerpen brengen, koopen aldaar die centen met 6 pCt. winst op en geven die later in onze gemeente evenals Hollandsch geld in betaling. Gelukkig dat er thans aan dit grove misbruik een einde zal komen, daar men alhier anders geen raad meer weet, wat met die vreemde centen aan te vangen. Hollandsche centen ziet men hier niet, doch Bel gische treft men aan bij duizenden. Het gemeentebestuur van Haaften heeft er eene aardige manier op gevonden, om zich te onttrekken aan de naleving van de wet tot rege ling van het armbestuur. D. d. kwam een arme vragen om een briefje voor den geneesheer dien zijne vrouw spoedig noodig zou hebben. Men gaf hem de vergunning om eene collecte te houden „ter voorziening in de behoeften van hem en zijn gezin, waartoe gerekend wordt te behooren de aanstaande bevalling zijner vrouw, waarvoor hij de noodige kosten niet kan betalen." Belderok, de ex-sociaal-democraat, sprak» volgens de Amst. Ct., de pinksterdagen in de bijeenkomst der leden van het „Leger des Heils" in het lokaal in de Gerard Doustraat. Zoo de Amst. Ct. goed werd ingelicht, zal het dan nu eindelijk zijn uitgemaakt wat door anderen werd weersprokendat Belderok werkelijk Heilsoldaat is. Te Nieuwenhage (Limburg) heeft zich een zeldzaam geval voorgedaan van schijndood. Een zieke had naar allen schijn zijn laatsten adem uitgeblazen. Reeds ging men zich met de zorg voor de teraardebestelling bezig houden. Bij de gebruikelijke wassching van het gewaande lijk ontwaarde men echter dat het hart noch klopte. De zieke herstelde verder zóó, dat hij zijn wensch naar een dronk wijn kon doen begrijpen, en later zelfs vormelijk om melk vroeg. De herleving was echter van geen langen duur, daar hij het, na nog eenige oogenblikken in het leven te heb ben rondgestaard, voorgoed aflegde. Jansen is een scherpzinnig man, die zich geene knollen voor citroenen laat verkoopen. Dat zegt hij zelf. Hij zal in een winkel nog altijd afdingen en slaat men hem ten tlotte den laag- sten prijs voor, dan zegt Jansen: „Wel, ik zal nog eens rondzien en wanneer ik elders niets kan vinden, dat me beter lijkt, dan kom ik terug." Natuurlijk is hij vrijgezel. Onlangs zeide hij tot zich zelf: „lk kom op jaren en daarom wil ik trouwen," Hij liet er geen gras over groeien; dat was zijne gewoonte niet. Hij zocht een da me van zijne kennis op en begon met haar een gesprek. „Hoe zou u er over denken", begon hij, „wan neer ik ging trouwen?" „O, mijnheer Jansen, dat 's eene quaestie, waarbij ik hoegenaamd niet geïnteresseerd ben. Daar moet u zelf maar in beslissen." „Maar", zeide Jansen, „u hebt er het meeste belang bij. Wilt ge met mij trouwen?" De jonge dame bloosde tot achter de ooren maar overwegende dat hij er warmpjes in zat en eene goede positie in de maatschappij bekleed de, nam zij het aanzoek aan. „Wel", zei Jansen „dan zal ik nog eens rondzien, en wanneer ik elders niets kan vinden, dat me beter lijkt, dan kom ik terug". Men leest in verschillende bladen: De Pruisische Regeering heeft zich onttrokken aan de reeds sedert jaren in behandeling zijnde kwestie in zake de afwatering langs de grenzen van Groningen en Drenthe. Dientengevolge zal de daarvoor benoemde internationale commissie waarschijnlijk worden ontbonden. De „Stand." ontleent 't volgende aan een schrijven uit Pretoria van 4 April 1888: „De Zuid-Afr. Republiek deugt op het oogenblik nog niet voor allen. Timmerlieden, metselaars, ververs, zadelmakers kunnen weik vinden. Een zadelmaker verdient minstens f5, hoogstens f9 per dag, en kan na aftrek van logies f 30 tot f 130 per maand overhouden. Boeren kunnen hier best terecht, als zij kapitaal hebben; dan kunnen ze binnen eenige jaren schatrijk zijn. „De levenswijs is landelijk, vroeg op, vroeg naar bed. 't Is ergezond. Bij 't behandelen van zaken wordt vaak Engelsch gesproken. Kleederen zijn uiterst goedkoop, alleen schoenen zijn duur en slecht. Wie voor zich zelf mettertijd wil beginnen, doet best zich voor alle materialen crediet in Nederland te verzekeren. Aan 't koopen van een huis is thans bij den grooten bloei en vooruitgang van Pretoria aldaar haast geen denken. Wie werken wil, kan zeer zeker vooruitkomen. „Het is goed vóór men naar Transvaal vertrekt, zich te vergewissen omtrent toestanden enz., want deze zijn veranderlijk. Brieven van aanbe veling zijn niet noodig; wel brenge men zijne kerkelijke attestatie mee. Voor de reis neme men zoo weinig mogelijk kleeren, zooveel mogelijk contant geld mee, dat men hier te lande voor Engelsch verwisselt. Eene uitrusting mee te nemen is onnoodig." De „Stand." gelooft, dat deze mededeelingen juist zijn, al zien ze meer qitsluitend op Pretoria, en voegt er bij, dat ook omtrent hen, die in den laatsten tijd vertrokken, de berichten alles behalve ongunstig luiden. Ook voor telegrafisten, onder wijzers e. a. is er nog wel plaats. De Nederland- sche kolonie op Groot Suiker boschkop verkeert in bloeienden toestand. De berichten omtrent de overstroomingen in Noord-Amerika, medegedeeld door de Daily News onderscheiden zich niet van de verhalen van soort gelijke rampen elders; maar het schijnt, dat even als alles in Amerika op groote schaal gebeurt, ook deze watervloeden een reusachtigen omvang heb ben. Het tooneel der overstrooming is de staat Illinois. Rondom de stad Quincy liggen 200,000 acres bouwland, het vruchtbaarste in de vallei der Mississippi. Zondag den 13en dezer had, ten gevolge van den zeldzaam hoogen stand der rivier de eerste doorbraak der dijken plaats, welke den zelfden dag door twee andere, Maandag en Don derdag door nieuwe gevolgd werd. De doorbraken vonden plaats met zulk een ge weld en door zulke wijde openingen, dat binnen weinige oogenblikken uitgestrekte vlakten in een diepen waterplas verkeerd werden, waarin al het levende omkwam al het gezaaide bedierf en al het bebouwde ondersteboven geworpen werd. Omtrent verlies van menschenlevens zijn tot dus ver geen berichten ontvangenmaar ontelbaar zijn de kudden die den dood vonden, of, op hooge plekken tijdelijk in veiligheid gebracht, dien af wachten als een gevolg van koude en gebrek. Het spoorwegverkeer is in alle richtingen gestoord en naar het westen geheel gestremd. Het cijfer der aangerichte schade is nog niet bij benadering te berekenen. Het Bijbelgenoodschap van New-York ontving van een anonymus 200,000 dollars, met de be stemming daarvoor in de waggons van Ameri- kaansche treinen bijbelspreuken te doen aanplak ken tot zedelijke verbetering der reizigers. Dat de Nordd. Allgem. Ztg. telkens opnieuw in hare artikelen tegen Rusland en Frankrijk tegelijkertijd te velde trekt, begint volgens den Berlijnschen correspondent der N. Rott. Crt. thans te Berlijn zeer de aandacht te trekken, ook in de politieke kringen, in welke men er geen andere verklaring van weet te geven dan het vermoeden dat die opstellen moeten dienen tot voorbereiding van den eenen of anderen belangrijken diploma- tieken zet van Duitschland. Men herinnert zich de klachten over de ontzettende vermenigvuldiging der konijnen in vele oorden van Australië. In den laatsten tijd zijn uit Lincolnshire in Engeland twaalf scheeps ladingen wezels, de bekende konijnenvijanden, ongeveer 4000 stuks, naar Australië verzonden. In de laatste zeven maanden viel er in Tunis geen regen. De oogst heeft daardoor vreeselijk geleden de Arabieren dwalen van de eene pro vincie naar de andere, om weiland en water voor hunne kudden te vinden, en moeten deze dikwijls by gebrek aan beiden, verkoopen voor het geen wat men er voor geven wil. Een kameel is voor 25 frs., een koe voor 20 frs., een paard voor 30 frs., een schaap voor 5 frs. te krijgen. Vleescli kost in de steden 3 stuivers het pond. Men heeft dezer dagen te Tours proeven genomen, om te beslissen op welke wijze in oorlogstijd bevelen en berichten het snelst over gebracht kunnen worden. De af te leggen weg was 12 kilometer tusschen Tours en Montbazon, met hoogten, laagten en bochten. Aan den wedstrijd namen deel2 dra gonders, 2 huzaren, velocipedisten op twee- en driewielers, een tilbury, twee legerhonden en postduiven. De duiven bereikten het eerst de plaats van bestemming, nl. in 5 minuten 35 seconden. De huzaren legden den weg af in 7 m. 57 s., de dragonders in 8 m., de twee honden in 8m. 8s. en 8 m. 38 s., de tweewielers in 9 m. 15. s., de eene driewieler in 10 m. 30 s., de andere in 10 m. 40 s., en de tilbury in 12 m. 5 s. Volgen de „Figaro" zijn sedert drie maanden honderd officieren en manschappen van de 800, te Lorient in^garnizoen, aan eene epidemie, typheuse koortsen, bezweken. Volgens een verhaal, dat in buitenlandsche bladen de ronde doet, zou een groot aantal der uit Rusland verdreven Joden voornemens zijn en het daartoe noodige geld reeds bijeen hebben om bij Zurich eene nieuwe stad te stichten, op de helling van den Uetelberg. Men meldt uit Wellington (Nieuw Zuid-Wales) dat het wetsontwerp betreffende de vestiging der Chineezen, door de Kamer van Afgevaardigden is aangenomen. De bevelhebbers van vaartuigen, aan boord waarvan de Chineezen landverhuizers zich bevinden, zullen genoodzaakt zijn die naar China terug te vervoeren en hebben, met het oog op eventueele muiterij onder de Chineezen, ge wapende macht verzocht aan den bevelvoerenden admiraal der stations in Australië. De Regeering heeft dit verzoek geweigerd, doch wel eene schadeloosstelling toegestaan aan hen die werden teruggezonden. De Australische arbeiders zijn niet tevreden met de uitsluiting der Chineezen; ook de immi gratie van Europeanen wenschen zij dat minder gemakkelijk zal worden gemaakt, uit vrees dat de loonen zullen dalen. Over het algemeen worden in de overzeesche landen de landverhuizers niet meer als vroeger met open armen ontvangen. In de Vereenigde Staten wordt de vrees geuit, dat de instellingen der republiek niet behoorlijk zullen werken, als het aantal buitenlands geboren burgers te veel toeneemt. In Canada wil men geene armen uit Europa meer ontvangen en wenscht men geene andere vreemdelingen dan landbouwers toe te laten. Tot nog toe is het bij woorden gebleven maar indien de landen, waarheen de overtollige bevolking van Europa stroomde door het heffen eener belasting of andere beperkende maatregelen wordt tegengegaan zou de nu reeds dreigende ontwikkeling van het sociaal probleen onrustba rend worden verhaast. Uit Weenen wordt aan de „Times" gemeld dat de beurs den invloed ondervond van het bericht, dat Duitschland het Russische graan van zijne markt wil weren. Men maakte zich daarover zeer ongerust, in verband met de toe nemende spanning tusschen Duitschland en Rus land. Een nieuw monster vlot van nog grootere afmeting dan het vorige, wordt te Nova Scotia aan de Fundi baai zamengesteld. Het wordt 700 voet lang en 65 voet breed en zal een diepgang hebben van 35 voet. Het vorige vlot was 140 voet korter. Het wordt zamengesteld uit 30.000 boomen van 10 tot 28 duim diam. Het zal voorzien worden van zes masten geheel zeewaardig opge tuigd, bemand worden met 14 koppen en door eene krachtige sleepboot naar New-York worden gesleept. Men rekent bij gunstig weder binnen zes dagen New-York te bereiken. In het plaatsje Kingham, in Noord-Amerika, wordt bijzonder sterk geijverd tegen het gebruik van geestrijke dranken en de burgemeester is er steeds op uit, om de hand te houden aan de bepalingen der daar bestaande drankwet. Onlangs kreeg Z.Ed.Achtbare bezoek van eenige geestverwanten, die hem vertelden dat zij, in een schuurtje, in de nabijheid van het plaatsje, eene geheime tapperij hadden ontdekt. Dadelijk zocht de brave burgervader den commissaris van politie op, dien hij echter niet te huis vond, waarna hij poogde de leden van den gemeenteraad te vinden die echter ook allen op geheimzinnige wijze waren verdwenen. De wakkere burgemeester ging nu zelf aan het zoekenhij vond weldra wat hij zocht en kwam,

Kranten Regionaal Archief Alkmaar

Texelsche Courant | 1888 | | pagina 2