KAPITAAL DISPONIBEL "publieke verkooping Deurwaarder KONING A. 1. De Btorsctót pn. Je Ma," 2. Be Btortnit piaii Je Sara Bin," Feuilleton. G A B RI E L L E D E M E Y R A N. HOLLANDIA's KINDERVOEDSEL, LEGEL BRUSSEL. VERMIST: publiek te verkoopen hollandia's gecondenseerde melk TE TEXEL. Bekroond met: Certificaat van Verdienste le KI. en Gouden Medaille Calcutta 1883-1884, door de Academie Nationale d Paris, en wijders met 10 Gouden en Zilveren Medailles op onderscheidene Tentoonstellinj>eu. De GECONDENSEERDE MELK van de Fabriek IIOLLANDIA te Vlaardingen wordt voortdurend gebruikt in de Kinderbewaarplaatsen te 's-IIage, Dordrecht en andere steden en dankt haar toenemend debiet aan de deugd, dat ze in vereeniging met andere voedsels steeds goed wordt verdragen. Omtrent de waarde van dit voedsel vindt men belangrijke mededeelingen in het weekblad van het Ned. Tydschr. v. Geneesk., 7 Juli 1883 (en 28 Januari 1888 omtrent samenstelling) en in het Weekbl. v. Pharm., 2e Jaarg. 1884, No. 15.. is verkrijgbaar bij ALLE VOORNAME WINKELIERS en COMESTIBLE-HANDELAREN. Voor Texel alleen verkrijgbaar bij G. DROS Vz., te Oudescliild. FACTOOR li* ALLE VISCIISOORTEN, voor langen termijn a 4% onder verband van le hypotheek onroerend goed. Conditiën b i 11 ij k. Onkosten gering. Adres franco brieven onder letter A. Bureau dezer Courant. Een GELD SCHAAP, gemerkt met roode streep over den rug, roode stip jg^SLop de linker achterbout en duistere zwarte stip in de rechterzijde. Beleefd aanwijzing gevraagd door L. J. EEL- MAN, Burg Texel. Goede belooning. PUIK VAN KWALITEIT a 25 cent de 5 kop te verkrijgen bij Wed. Jb. EE LM AN Groenenplaats. aan den Burg. zal ten verzoeke van den Eigenaar op ZATERDAG 2 JI NI 1888, des avonds 7 uur, in het café BIJL op de haven van Texel, presenteeren A.M. 21, lang 58 voet, breed 17 'f voet, waarbij 2 stel zeilen, 1 groote en kleine kluiffok, 1 bezaan, 1 enkele en 1 dubbele lier, 2 ankers, 7 korren, 2 garnalenkuilen, 1 ansjoviskuil [nieuw), 3 oesterkorren. Bevaren wordende door schipper JAN VONK. A. M. 22 met compleete inventaris. Bevaren wordende door schipper KUIPER. Alles in zeer goeden staat en goed onder houden. Zijnde deze blazers op den dag der verkoop voor gegadigden te bezichtigen in de haven van Texel. De betaling der koopsom is CONTANT met bijbetaling van 10% opgeld. De aanvaarding kan dadelijk geschie den na betaling der kooppenningen en opgeld. Zijnde genoemde blazers inmiddels uit de linnd te koop te bevragen bij den Eigenaar en deurwaarder gemeld. ZEGT EET VOORT! Medelezers gevraagd op bovengenoemd blad. Adres: LANGEVELD DE ROOIJ. XIII. Hoofdst. XII. Te dien tijde had, zooals men zal weten, de be ambte den bediende vervangen. Uit eerbied voor de gelijkheid, had men den naam veranderd, maar de betrekking bleef dezelfde. Burger-kommissaris, er is in de voorkamer een jong meisje, dat u verlangt te spreken. Heeft zij haren naam gezegd? Neen burger, zij heeft verklaard het slechts aan u te willen zeggen. Vaudeuil was nog geen Marat, maar hij was toch genoeg gevloekt en verfoeid om een Charlotte Corday te vreezen. Ik kan niet ontvangen, zeide hij norsch. De deur werd eensklaps geopend en een meisje verscheen op den drempel. Gij zult my evenwel aanhooren, riep zy uit. Vaudeuil maakte een beweging van ongeduld. Vertrekzeide hy onstuimig tot zijn beambte. Deze gehoorzaamde, maar niet zonder een nieuws gierigen blik op de pasgekomene te werpen. Naar haar kostuum te oordeelen was het een een voudige boerin. Zij kon twintig jaar zijn en was zeer mooi, maar hare trekken waren vermagerd dooi de vermoeienissen van een lange en zware marsch en door een levendige en diepe smart. Zij heette Ivonne en kwam uit Bretagne. Toen de beambte vertiokken was, ging zy zitten, of liever zij liet zich op een stoel vallen. Wat wilt gij zeide Vaudeuil brutaal. Pierre, herkent gy mij niet meer hernam zij met eene van aandoening geschokte stem. Waarom hebt gij Bretagne verlaten? Waarom, Pierre? Wel, om u weer te zien. Zoolang mijn vader leefde, ben ik bij hem gebleven, doch nu hij dood is, ben ik naar Parys gekomen. En wat denkt gy in Parijs te doen? vroeg hij koel. Dat vraagt ge my Hebt gy dan de plechtige beloften vergeten, die gy het arme meisje gedaan hebt, dat u het leven heeft gered en dat vertrouwen in u had? Onzinnige, gij hebt ongelijk gehad mijne woor te gelooven; toen was ik met u ingenomen, maar alles gaat voorbij Ivonne bleef een oogenblik gebogen en sprakeloos door dit verschrikkelijk laag en onbeschaamd gedrag. Maar het hoofd opheffende, en Vaudeuil aanziende met een verkoelde liefde en gekwetste waardigheid, zeide zij op een toon, trillende van toorn Pierre Vaudeuil, gij zijt een lafaard Ivonneriep Vaudeuil eindelijk uit zijn onver schilligheid gerakende Ivonne, pas op. Beleedig my niet. Gij komt h\er om mijn medelijden af te smeeken. Medelijden, mompelde Ivonne treurig, is dat dan het eenige gevoel, daü ge voor mij hebt bewaard? Zy wilde sterk zyn en weerhield hare tranen. Kom, zeide Vaudeuil, een lade van zyn bureau opentrekkende, maak u verder niet ongerust, hier hebt ge wat om u te Parys te vestigen. En hij stak het meisje een pakje assignaten toe. Geld, neen nog minder dan geld, een bos waar deloos papier. Dat God u uwe laf hartigheid vergeve, zeide zij. Met de hand de assignaten, die Vaudeuil haar wilde geven, terugstootende, verwijderde zij zich haastig. Vaudeuil bleef een oogenblik in gedachten, maar het was een woest gestel, dat van burger Vaudeuil. Plij schudde die ongewone gedachte van zich en stond plotseling op, Alles zotheid, mompelde hij. Zijn hoed opzettende en zyn sabel aangespende, begaf hij zich naar de club der Jacobijnen, waar hij verwacht werd. Bij zijne terugkomst stelde zijne beambte hem een pakket met zwart lak ter hand. Vaudeuil herkende de hand van Ivonne. Zij zal nagedacht hebben, zeide hij, en vraagt mij weer om geld. Hij verscheurde de enveloppe. Zij bevatte een brief van het jonge meisje en verschillende acten, die hare burgerlijke afkomst aanduidden. Ziehier wat in den brief stond. Pierre, ik ga sterven. Het is een misdaad zich te kort te doen, dat weet ik, maar God zal misschien medelijden met mij hebben, want ik heb veel geleden. Veroorloof mij u het verledene te herinneren. Toen ik u voor de eerste maal zag, werdt gij ver volgd, gij gingt sterven. Ik heb mij niet afgevraagd of de wraak, die men aan u wilde koelen, juist of niet was. Men begeerde uw bloed. Ik heb u met gevaar van mijn leven verborgen. Toen hebt gij mijne ooren gestreeld met woorden onbekend aan mijn hart. Ik was jong zonder ondervinding van de wereld en zijne hartstochten en ik beminde u op mijn beurt. Gij zijt eerzuchtig, zegt men, en ontwapent wie u den weg verspert. Ik wil geene hindernis voor uwe plannen zijn. Pierre, ik herhaal het u, ik ga sterven en binnen een uur zult gy mijne tegenwoordigheid niet meer behoeven te vreezen. Vaartwel dan in deze wereld en dat God u daar boven het kwaad, dat gij my hebt berokkend, moge vergeven, zooals ik het u vergeef. Ivonne. Op het oogenblik dat Vaudeuil dezen brief las, klopte Marius aan de deur van het huis der straat St Honoré. Hy was vergezeld door een jong meisje. Het sloeg tien uur van het Palais-Egalité. Ter zelfder tyd kwam Lueien te Parys en begaf zich naar zynen vriend Leonce, die in de straat der Bac woonde, maar bleef staan voor een talryke menigte die op de kaai der Tuileriën stond. Er had zich, zoo men zeide, een vrouw in de Seine geworpen en de vloed had zich boven haar gesloten. Een oogenblik had men gedacht haar te kunnen redden, maar zy was opnieuw verdwenen en alle hoop scheen verloren. Lucien ging rillende voorbij. Hij dacht aan Ga- brielle, die hij ook misschien te vergeefs aan den dood zocht te ontrukken. Hoofdst. XIII. De lezing van den brief van Ivonne had een wolk op het voorhoofd van Vaudeuil te voorschijn gebracht, doch de tegenwoordigheid van Gabrielle verdreef die volkomen. Marius gaf, na mejuffrouw de Meyran in het kabinet van Vaudeuil te hebben geleid, rekenschap van zyné daden en stelde hem een papier ter hand. Het was een lyst van ontvangst der gevangehen van Madelonnette. Toen vertrok hy, Gabrielle en Vaudeuil alleen latende. Er heerschte een oogenblik een diepe stilte. Vaudeuil dacht na. Hij had een plan beraamd, maar de gebeurtenissen zouden het zonder twyfel wijzigen. Een vreemde lach lag op zyne lippen. Hy nam uit zyn bureau de papieren, die by den brief van Ivonne waren ingesloten geweest en door liep ze oplettend. Onbewegelyk en stom wachtte Gabrielle, staande met de hand op een stoel geleund. Nadat zijn onderzoek was afgeloopen, naderde Vaudeuil haar en zeide kortaf en net nadruk Mejuffrouw, ik bemin u en ik leb gezworen, dat gij myne vrouw zult worden. (Wordt vervolgd) Snelpersdruk LANGEVELD &DE ROOIJ Texel.

Kranten Regionaal Archief Alkmaar

Texelsche Courant | 1888 | | pagina 4