De Notaris Goninck Westenberg 1 S II p. j. br Win Dinsdag 16 October a.s. Directe Wekelijkscbe MAILDIENST puike grove Engelsche STEENKOLEN, Feuilleton. ©i Ml LU ON At B. publick verkoopen Haast TI eer het telaat is BIJ OPBOD EN AFSLAG il! Door Bret Harte. zal op 's avonds 7 uur, in het logement „de Zeven Provinciën" te OUDESCHILD Sedie No. H. A. C. 1. 2.. D 965 --.76.30 Weiland 1001 1.31.20 idem 1002 --.01.86 idem 1002 «-.59.10 idem Lange Dijkstal. Oude Boetstuk. 1.92.16 956 -.65.40 Hooiland 957 -.38.50 idem 958 -.29. idem 959 -.52.40 idem 1.85.30 960 -.56.60 Hooiland 961 -.43.30 idem Kleine Landjes. Koekoeksland. 5. 6. 7. 8. 9. 10. -.99.90 Combinatie van .1 en 4. 1802 1.60.10 Weiland Havenland. Combinatie van 1 tot en met 5. 1068 1.28.— Hooiland 1081 -.86.90 idem KI. Boetstuk. 1084 1.63.90 idem Melktand. Combinatie van 0, 7 en 8 1016 2.04.40 Hooiland Eekerland. G 466 1.58.60 Weiland Eendelshoorn. D 1090 1.10.10 Weiland 929 -. .56 Bleekveld Buurtjesland. 1536 -.01.80 Erf 12 13 14. 15 951 952 Dijkstal achter huis. 1.12.46 -.27.50 Weiland -.57.40 idem -BR 90 1906 -.71.— Weiland Landje I 1461 -.02.15 Schuur bij de sclvuur. -.73.15" 1212 -.51.70 Bosch op Westergeest. 719 -.02.10 Huis en Erf 720 --.-.30 Bleekveld te Oudeschild. -.02.40 16. 1459 -.03.20 Erf: naast perceel 15. Combinatie van 15 en 10. Toebohoorende aan de Erfgenamen van wijlen den Heer ARIE BREMER. Breeder bij billet ten omschreven. 69 2? CR g. 3; 2 3 1® 0 ©L 2 3 o "0 voor Passagiers Ie He en IHe Klasse met de prachtige Stoomschepen der Hoofdkantoor te Rotterdam: Noor dereiland. Passagekantoor te Am sterdam: 44 Prins Hendrikkade over h. nieuwe Centr. station. Vlugste en goedkoopste aansluiting met Curasao. Districts-InspccteursI.E. KroesGro ningenE. Bolsius, Oosterwijk. Agenten Koning Co. Texel en A. Dros Albz. De Cocksdorp. 3 a Zoolang de voorraad strekt Jachtvesten van f 1,25 Wollen Dekens 2-persoons 4,50 Doezelbont met rand, per El 15 cent. Cra slinuen 11 cent. Jurkevoeriug 6 cent. Zwart Sajet, 10 lood 25 cent. Steeds ruim voorzien van Heeren- en Jongens- Winterjassen en Patent geoliede Regenjassen bij Ph. VLESSING, Waalder straat. is wachtende eene lading Commissies worden clan huis aangenomen. XVI. (Slot.) Mulrady ging zijn bezoeker voor naar zijn kantoor. Slinn keek zijn meester angstig aan. Mulrady ging aan zyn lessenaar zitten, schreef haastig eenige regelen, belde en gaf het geschrevene aan den ver schijnende bediende. Zend dat naar de bank. Hij had het bevel onderteekend tot betaling van de bruidschat zijner dochter en richtte zich thans tot Sliun: Don Caesar Alvarado heeft den brief gevonden, waarin gy uwe vrouw meldt, de gelukkige vondst gedaan te hebben in mijn schacht. Hy heeft den brief aan mijn vrouw gegeven; maar er een afschrift van gehouden. Zonder acht te slaan op de smeekende gebaren van Slinn, nog op die van groote verwondering van Don Caesar, vervolgde Mulrady: Hij heeft dat afschrift meegenomen en ik ver trouw, dat het voor u voldoende zal zijn de inhoud te vergelijken met hetgeen gij u van het oorspron kelijke herinnert. Op een wenk van Mulrady nam Don Caesar een gevouwen papier uit den zak eu gaf het Slinn. Deze kon ternauwernood met zijn trillende vingers het papier ontvouwen, hij sloeg een blik in 't geschrevene; maar kon geen woord uiten. Misschien was het beter, als ik het maar voor u las, zei Mulrady, goedig. U kunt mij dan doen ophouden, als het niet goed gaat. Hy las onder doodelyke stilte het volgende: „Lieve vrouw. Ik heb zooeven goud gevonden in mijn tunnel en gy moet u dadelyk klaar maken, om met de kinderen hier te komen. Na zes maanden hard gewerkt te hebben, heb ik het, ik ben zeer zwak. Het is ons fortuin. Wy zouden zelfs ryk zyn, als het maar een tak was, welke naar de naaste tunnel, naar het weste liep, in plaats van oostwaarts, zooals ik berekend had. Houd op, zei Slinn verschrikt. Mulrady keek op. Het is niet goed wel? vroeg hy angstig, het moest oostwaarts zyn naar de naaste tunnel. Neeu, het is juist. Ik was in de war. Wy vergisten ons allen. Slinn stond eensklaps recht op en schreeuwde bijna al3 een waanzinnige uit: Begrijpt gy het niet Het is Masters verlaten tunnel, welke door u gevonden werdNiet de myne! Het was Masters houweel, welke gij vondt. Nu herken ik haar. En uw tunnel vroeg Mulrady, eveneens opge wonden. En uw vondst? Die is er nog. Het volgende oogenblik en zonder dat iets had kunnen worden gevraagd, spoedde Slinn zich uit de kamer. Door die buitengewone ontdekking had liy weor de volle heerschappij over zyn geest en zyn lichaam herkregen. Mulrady en Don Ctesar, die weinig minder opgewekt waren, volgden hem op den voet. Zijgingen langs den voet van den heuvel, passeerden de tunnel van Mulrady en bleven ongeveer een kwart mijl verder staan voor een duister hol in den grond. Gy kunt daar niet binnen gaan alleen en zonder licht, zei Mulrady, terwijl hy de hand op Slinn's arm legde, laat mij meer hulp en betere gereedschappen doen halen. Ik weet er evengoed den weg in donker als bij daglicht, gaf Slinn ten antwoord. Laat mij gaan nu ik uog kracht en verstand heb. Ga op zij. Hij verliet ze, de houweel, welke hij onderweg een Chinees had afgenomen meenemende, en was weldra in de duisternis verdwenen. Zij wachtten een geruimen tijd, totdat zy weer voetstappen hoorden. Zij liepen hem te gemoet. Daar hij iets in zijn armen scheen te dragen, onder steunden zij hem tot aan de opening. Op dat oogenblik evenwel viel viel het voorwerp van zyn zoeken, een groot stuk gouderts, op den grond en hyzelf viel er uitgeput bij neer. Hij had nog kracht genoeg zyn oogen naar den anderen millionair van Rough and Ready, die over hem heen gebogen was, te richten en met gebroken stem te zeggen: Gy ziet ik was niet gek? Neen, hij was dood. MIJNHEER DARKER 8 SCHILDERIJ. Uwe aanklacht tegen mynheer Barker, de artist hier, is aanval en vechtpartij, geloof ik, zei de magi straat: Ja mynheer. En uw naam is Potts! Ik ben kunst criticus van de „Wekeliik- sche Spion". Leg je geval uit. Ik kwam by mijnheer Barker op zyn verzoek om zyne groote Schildery, voorstellende„George Washington den kerseboom met zyn byl omhakkende," welke hij juist gereed had gekregen, te zien. Mynheer Barker dacht het voor 2000 pond sterling te verkoopen. Hij vroeg my wat ik er van dacht en nadat ik hem zyne dwaling had aangewezen, dat hij de steel der byl twee maal zoo dik had gemaakt als den boom en de bijl zoo had gedraaid, dat George den boom met het huis moest vellen, vroeg ik hem waarom hy George's been zoo verkort had, dat het leek of zijn andere voet op den berg aan de andere zyde der rivier stond. Nam Mynheer Barker het vriendelyk op, vroeg de Magistraat. Wel, hy keek een klein beetje boos, dat is alles. En toen ik hem vroeg, waarom hy een gui- neesch biggetje in den boom teekende en waarom hij het met hoorns teekende, zeide hij, dat het geen guineesch biggetje maar een koe was, en dat het niet in den boom, maar op den achtergrond was. Toen zeide ik, dat als ik George Washington geschilderd had, ik hem niet het gelaat van een modepop had gegeven. Ik zou hem ook geen twee duimen aan iedere hand gegeven hebben en ik zou beproefd hebben zyn rechter oog niet zoo te laten draaien, zoodat hy zooals op de schildery, achter zyn hoofd om zyn linker oor kon zien. En Barker zeide!" „Zoo, zou je dat? Sarcastisch ziet u mynheer. En ik zeide, ja dat zou ik en ik zou geen eiken bladeren aan een kerseboom geschil derd hebben en ik zou de toeschouwers niet in twyfel gelaten hebben of het figuur daarbij het bosch een fabrieksschoorsteen, een stoomboot of de vader van Washington was die een pyp rookte! Wat was het? vroeg de Magistraat. Ik weet het niet en niemand zal het ooit weten. Zoo vroeg Barker mij, wat ik hem raadde te doen En ik vertelde hem, dat ik dacht dat het beste was als hy het Washington idee opgaf en het stuk zoo op te knappen, dat het de scheepsjongen op het bran dende dek kan voorstellen. Ik vertelde hem. dat hij het gras rood kon schilderen, om de vlammen voor te stellen en zoo over don boom te schilderen dat hy er uit zag als de mast en George's voet aan deze zyde der rivier te trekken, zoodat het ergens op het brandende dek kon rusten en als het kon die fabrieksschoorsteen te veranderen en er den kapitein van maken, terwyl dan het guineesch biggetje voor den kapteinshond kon doorgaan. Stemde hij toe. Hy zeide, dat dat denkbeeld hen niet beviel, zoo vroeg ik hem er Columbus Amerika ontdekkende er van te maken. Laat George Columbus voorstellen en de boom worden veranderd in een inboorling en de bjjl een vlag beteekenen, terwjjl de berg en de achtergrond goed voor de rollende golven der Oceaan konden doorgaan. Hy zeide, dat hy zich liet hangen, als dat gebeurde. Zoo zeide ik hem, dat het misschien kon doorgaan voor het vonnis van Maria Stuart, koningin van Schotland. Kleed George in 't zwart voor den beul, schilder een kleed over den boom voor Marie, laat de bijl zoo bljjven en voer het guineesch biggetje en de fabrieksschoorsteen als treurenden in. Juist toen ik die woorden uitte, duwde Barker my door de schilderij. Myn hoofd nam Washington's linker been weg en myn rechtervoet nam ongeveer vier mijl der rivier mee. Zoo raakte wy op den vloer aan het rollen, totdat Barker my eindelyk onder kreeg Ik neem nu de wet te baat in het belang der rechtvaardigheid en der kunst. Toen werd Barker veroordeeld en mynheer Potts ging naar het kantoor van „de Spion," om zyn critiek op te schrijven. Snelpersdruk - LANGEVELD DEROOIJ - Texel PiMiete Mooting. 0 O 9s 9S 3 5 -3 !«S •9 0- O i 0 0 15 V0S 0 0 es 1*5 es •0 0 C 4) eö

Kranten Regionaal Archief Alkmaar

Texelsche Courant | 1888 | | pagina 4