N°. 126.
Zondag 16 December.
A#. 1888.
Nieuws- en
Advertentieblad.
De Argentijnsche Republiek.
Binnenland.
jjf
JJ$W 1 Pï.
Advertentiëu vóór 10 uur op den dag; der uitgave.
Prijs der Advertenlièn
Van 1 tot 5 regels 30 Cts. Iedere regel meer 6 Cts.
fHcj I Groote letters en Vignetten worden naar plaatsruimte
-S
berekend. Bewijsnummers 2 Cts. per nummer.
Dit blad verschijnt Woensdag- en Zaterdagavond.
Abonnementsprijs per 3 maanden
Voor den Burg 30 Cts. Franco per post door ge
heel Nederland 45 Cts. Naar Amerika en andere
landen met verhooging der porto's.
ABONNEMENTEN en ADVERTENTIËN worden aangenomen bij de Uitgevers LANGEVELD DE ROOX-J, ParkstraatBurg op Texel.
Een zeer groot aantal hoorders was Woens
dagavond in de „Vergulde Kikkert" opgekomen,
om te luisteren naar een lezing over de
Argentijnsche Republiek, te houden door den
heer Kroes, inspecteur bij de N. A. S. M.
welke tegen dien avond was aangekondigd.
Dat de belangstelling groot was, is niet te
verwonderen. De Argentijnsche Republiek is
dezer dagen het onderwerp van veler gesprek
ken en het was dus wel te verwachten dat
velen van de gelegenheid gebruik zouden
maken om iets naders van dat „beloolde land"
te vernemen. De opgekomenen, uit alle klassen
der maatschappij, konden zeker voldaan zijn,
als zij waren gekomen om hunne nieuws
gierigheid te bevredigen.
Zeer uitvoerig schetste de spreker de toestand
van de Argentijnsche Republiek. Na te hebben
besproken de reisgelegenheid derwaarts, had
de spr. eenige mededeelingen omtrent ligging,
uitgestrektheid, bevolking, politieke gesteldheid,
klimaat, bronnen van bestaan enz. enz. van
het nieuwe land, waardoor meermalen in
gedachten eene schoone schilderij voor oogen
kwam.
Al het gesprokene weer te geven zou ons
te veel plaats kosten en is ook zeker minder
noodig, daar met kwistige hand een boekje
werd verspreid, getiteld: „De Argentijnsche
Republiek" behelzende statistische gegevens
en merkwaardige bijzonderheden betreffende
staatsinstellingen, handel, industrie, landbouw,
klimaat, enz.", waarin men alles kan vinden
wat door den spr. werd medegedeeld, en wat
men wenscht te weten. Wij volstaan dus
met de verwijzing naar dat werkje, dat voor
belangstellenden, zeker wel verkrijgbaar is
bij de heeren Koning Co. alhier, en eindigen
onze mededeeling van deze lezing .met de
vermelding dat de spr. van dien avond tot
eene immigratie naar de Argentijnsche Repu
bliek sterk opwektevolgens hem was daar
voor velen eene schoone toekomst te vinden,
als men eenige energie bezit en werken wil.
Verder voegen wij hier aan toe, wat onze
consul te Buenos-Ay res, de heer L. van Riet,
omtrent de landverhuizing naar de Argentijnsche
Republiek schrijft:
„Uit mijne vroegere rapporten en ook uit
het tegenwoordige bericht blijkt, dat Argen
tinië een land van vooruitgang is, en dat het
naar menschelijke berekening binnen een niet
ver verwijderden tijd een staat van beteekenis
zal worden; dat de verdiensten er ruimer zijn
dan in de oude wereld, en zich ook in andere
opzichten hier meer gelegenheid dan daar biedt
tot het scheppen eener zelfstandige positie;
dat het klimaat gezond is, en dat, al geldt
het hier een i' euw land, de Europeesche
beschaving er -\hsten zetel heeft genomen.
Maar al deze de landverhuizing begunstigende
omstandigheden mogen niet tot overdreven
illusiën leidendeze republiek is geen land van
wonderen, die menschelijke deugden overbodig
maken. Tegenover groote inkomsten staan
hier hooge uitgaven voor levensonderhoud. Hij
die zich naar Argentinië wendt, moet dit der
halve doen met de wetenschap dat ook in dit
land moet gewerkt worden, en men zonder
wel overlegden arbeid evenmin hier als elders
resultaten verkrijgt. Hij moet zich voorts be
wust zijn, dat in den eersten tijd van zijn
verblijf in deze nieuwe wereld hem soms onaan
genaamheden, zoo al niet tegenspoeden wachten
als een gevolg zijner onbekendheid met land,
taal en volk, eene onbekendheid in het bij
zonder van gewicht voor den niet tot een
Latijnschen stam behoorenden landverhuizer.
Doch dit neemt niet weg, dat hij, die wat
geleerd heelt, het met energie en gezond
verstand hier over het algemeen verder brengt
dan in Europa, waartegenover staat, dat zij,
die deze eigenschappen missen, hier nog minder
op hunne plaats zijn dan in de oude wereld.
Voor den werkman is ook hier kennis van
zijn ambacht of een paar krachtige armen
noodzakelijk. Wangedrag brengt hier snel en
diep ten val.
Vraagt men, wie in het bijzonder hierheen
verhuizen moet, dan is daarop het antwoord
hiervoren reeds grootendeels gegeven. Voor
gewone werklieden is hier veel plaats, met
het oog op de groote in uitvoer zijnde openbare
werken, en aan ambachtslieden wordt om de
zelfde reden eveneens werk in overvloed
aangeboden. De grootste toekomst is in dit
land weggelegd voor landbouwers, op wie groote
uitgestrektheden braakliggenden maar vrucht
baren bodem ter ontginning wachten. Wellicht
zou ook menig Nederlandsch landbouwer hier
op zijne plaats zijn, bijv. in de nabijheid dei-
hoofdstad, om kaas, melk en boter van goede
hoedanigheid te leveren aan hare honderd
duizenden inwoners.
Voor lieden uit den zoogenaamden beschaaf
den stand is hier de minste gelegenheid eene
betrekking te verkrijgen, vooral voor hen, die
geen bepaald vak verstaan. Ingenieurs, architec
ten, geneesheeren en kooplieden vinden ge
makkelijker eenu passende positie, maar ook
zij behoeven er niet op te rekenen steeds
spoedig na de aankomst alhier te slagen.
Aan Nederlanders, die hierheen verhuizen,
wordt aanbevolen, zich na aankomst in deze
republiek, ter verkrijging van inlichtingen
onmiddellijk aan het Nederlandsch consullaat
te vervoegen.
TEXEL, 15 December 1888.
Donderdag geraakte een Engelsche stoomer
geladen met ballast, ter hoogte achter de
Vuurtoren aan den grond. Aan Cocksdorper
schelpenvisschers is het gelukt het schip uit
zijn' benarden toestand los te krijgen. Een
sommetje van f200 was daarvoor hun loon.
In de zitting van den Gemeenteraad
van gisteren avond werden benoemd tot Re
genten voor het Algemeen Weeshuis te Texel,
de heeren P. P. Kikkert enJoh. Sd. Keijser Rz.
de laatste in plaats van den heer C. Eelman,
die als zoodanig heeft bedankt. Tot Regentes
werd benoemd mej. Zoetelief-van Keeren.
Tot leden van het Burg. Armbestuur de
heeren C. Pz. Keijser en J. W. Bakker, tot
Comm. over de Bank van Leening de heer
C. Rab.
In de woensdag door de Tweede Kamer
voortgezette behandeling van het hoofdstuk
Justitie der Staatsbegrooting beloofde de minis
ter overweging van het prostitutie-vraagstuk
en andere punten van sociale wetgeving. Ge-
lieele afschaffing der Jachtwet is niet van
hem te wachten.
In antwoord aan den heer Domela Niewen-
huis weigerde hij bepaald om gratie aan Geel,
die indertijd op den Amsterdamschen politie
commissaris Stork schoot en daarvoor tot acht
jaren gevangenisstraf werd veroordeeld, te
verleenen. De tegenwoordige omstandigheden
waren daartoe allerongeschiktst. Alles wijst
er op dat de sociaal-democraten zich organiseeren
en handelend optreden. Indien tot handhaving
van de orde en het gezag krachtiger maat
regelen noodig zijn, rekent de minister op den
steun van de Staten-Generaal en de sympathie
des volks. (Algemeene bravo's)
De heer Domela Nieuwenhuis, sterk afkeu
rende de beperking der vrijheid tot spreken,
ontkende dat bewezen was dat de socialisten
het gebeurde met de katholieken-vergadering
in „Maison Stroucken" te Amsterdam op hun
geweten hebben, evenmin als de moordaan
slagen aldaar. Dit kon wel een beraamd plan
der politie zijn, zeide hij. (Sensatie)
De minister hield vol, dat de sociaal-demo
craten oorzaak waren der wanordelijkheden
en dat zij ook agiteerden bij de werkstakingen.
Het debat is gesloten.
In de zitting der Tweede Kamer van
Donderdag beloofde de Minister van Binnen 1.
Zaken aan den heer Smeenge de vernietiging
der raadsbesluiten tot vermindering der on
derwij zerstractementen louter uit bezuiniging.
De „Zutf. Crt." is niet bevredigd door het
Regeerings-antwoord op de interpellatie-Schepel,
over het verbod van invoer van vee uit Gelder
land in Duitschland.
Vooral komt zij er tegen op dat de Regeering
niet zou te weten kunnen komen, wie kooper
en verkooper zijn van het bewuste stuk vee,
dat oorzaak van de uitvaardiging van het verbod
was. De „Zutf. Crt." biedt aan om, zoo de Regee
ring het nog noodig mocht oordeelen, de namen
te kennen, ze binnen drie dagen te noemen.
Door het bestuur van de Alkmaarsche
stoom-meelfabriek te Alkmaar, werd dezer dagen
weder gehouden de jaarlijksche uitdeeling aan
haar personeel van ongeveer 1000 kilo vleesch,
afkomstig van zes daartoe aan hare fabriek gemeste
varkens. Iedei ging met een dankbaar hart en
ongeveer 20 kg. vleesch huiswaarts.
Het bestuur der fabrieksschool te Enschedé
heeit een adres aan de Tweede Kamer gericht,
waarin tegen het wetsontwerp op den arbeid van
vrouwen en kinderen het bezwaar gemaakt wordt,
dat als de bepaling der rusttijden niet aan de
werkgevers wordt overgelaten, het bezoek dier
school, die zooveel nut doet voor de jeugdige
fabriekarbeiders en arbeidsters onmogelijk zal
worden gemaakt.
TEXELSCHE COURANT.