N#. 127.
Donderdag 20 December.
A0. 1888.
Nieuws- en
Advertentieblad.
Binnenland.
Dit blad verschijnt Woensdag- en Zaterdagavond.
Abonnementsprijs per 3 maanden
Voor den Burg 30 Cts. Franco per post door ge
heel Nederland 45 Cts. Naar Amerika en andere
landen met verhooging der porto's.
Advertentiën vóór 10 uur op den dag der uitgave.
Prijs der Advertentiën
Van 1 tot 5 regels 30 Cts. Iedere regel meer 6 Cts.
Groote letters en Vignetten worden naar plaatsruimte
berekend. Bewijsnummers 2 Cts. per nummer.
ABONNEMENTEN en ADVERTENTIËN worden aangenomen bij de Uitgevers LANGEVELD DE ROOTJ, ParkstraatBurg op Texel.
TEXEL19 December 1888.
Tengevolge van de in den laatsten tijd zoo
veelvuldig plaats gehad hebbende schipbreuken,
waarvan de afloop meermalen zoo noodl ottig
was en verlies van menschenlevens ten gevolge
had, is in verschillende bladen de aandacht
gevestigd op hetgeen tot redding van schip
breukelingen is gedaan en nog kan worden
gedaan.
Zeer terecht is de meening, dat waar van
den wal met een in nood verkeerend schip
geene verbinding kan worden verkregen, men
moet trachten eene verbinding van het schip
met den wal tot stand te brengen.
Daartoe schijnt zeer aan te bevelen
het reddingstoestel Ficlélité, uitgevonden dooi
de firma Koning Co. alhier hetwelk bij
stranding en lagerwalswind op een afstand
van 1000 Meter de gemeenschap of verbinding
tusschen schip en strand zeker bewerkt.
Do kosten van zulk een reddingstoestel
zijn niet hoog, slechts f100.
Terecht heeft de firma Koning Co., na
de noodlottige schipbreuken van den laatsten
tijd in verschillende bladen de aandacht op
genoemd reddingstoestel gevestigd en zich
tot onze regeering gewend, ten einde dat
toestel bij onze Marine intevoeren.
Van den Minister van Marine werd daarop
bij genoemde firma het volgende antwoord
ontvangen:
„Naar aanleiding van Uw schrijven van
25 November 1888, heb ik de eer Uedele
mede te deelen, dat de reddingstoestel Koning
in beproeving is aan boord van Zr. Ms. schroef-
stoomschip „Alkmaar", en dat daaromtrent
binnenkort rapport wordt tegemoet gezien.
Ik stel mij voor U met den uitslag dier
beproeving in kennis te stellen.
De Minister van Marine,
Dyserinck."
De minister van justitie heeft het volgend
schrijven, aan heeren procureurs-generaal bij de
gerechtshoven gericht:
„Het heeft de aandacht getrokken dat op ver
schillende plaatsen in het rijk door lieden van
verdacht allooi pogingen worden aangewend, om
de landbouwende klasse te bewegen tot emigratie
naar Amerika, door onware voorspiegeling omtrent
de vooruitzichten, die haar in dat werelddeel
wachten.
„Heeren procureurs-generaal verzoeken in ver
band met dat schrijven heeren burgemeesters en
commissarissen van politie een ieder in zijn ressort
een wakend oog te doen houden op de handelingen
van lieden, die zich bezig houden met het geven
van inlichtingen omtrent en de bezorging van
landverhuizing, en noodigen hun uit om bijaldien
blijkt, dat door hen kwade praktijken als waarvan
hier boven sprake is worden aangewend, hem
daarvan bericht te doen toekomen."
Door de regeeringen van Nederland en
Oostenrijk-Hongarije zijn verklaringen, onderschei
denlijk gedagteekend 26 en 30 November 1888
uitgewisseld, betreffende maatregelen tegen den
zoogenaamden handel in jeugdige vrouwen en
meisjes.
Aan de Tweede Kamer der Staten Generaal
is door het bestuur der Vereeniging tot ontwik
keling van Landbouw in Hollands Noorderkwartier
een adres gezonden met het dringend verzoek
om de voordracht van Zijne Excellentie den Mi
nister van Waterstaat, Handel en Nijverheid tot
oprichting van een drietal proefstations voor den
landbouw, onveranderd te willen aannemen.
Verwijzende naar de argumenten, in het advies
der landbouw-commissie aan bovengenoemden
minister neergelegd, meenen zij er op te moeten
wijzen, dat vooral het oprichten van rijks-proef-
statiohs een gebiedende eisch des tijds is te achten.
Dat' de landbouwers en zuivelbereiders die
oprichting ten zeerste zullen waardeeren, moge
blijken uit de overstelpende drukte, die geregeld
aan 's Rijks-proefstation te Wageningen heerscht.
Vooiral voor de zuivelbereiding is het oprichten
van meerdere rijks-proefstations van overwegend
belang, en het was zeker met het oog hierop,
dat de landbouw-commissie Hoorn als eene van
de meest geschikte plaatsen tot vestiging van
een proefstation heeft aangewezen. Hoorn toch
ligt te midden van eene nijvere streek, waar
de zuivelbereiding hoofdzaak, ja bijna de uitslui
tende bron van bestaan voor onze landbouwende
bevolkm^is, in directe verbinding met de provth-
ciën Friesland en Zuid-Holland, enz.
Adress. besluiten: Nu de Regeering, dank zij
het advies en de voorlichting der Landbouwcom-
missie de handen in die richting aan den ploeg
wil slaan, 't geen wij dankbaar erkennen, komen
wij tot U, mijne heeren, met het bescheiden,
maar dringend verzoek, dat de voorstellen van
s' Lands Hooge Regeering door Uwe goedkeuring
mogen worden bekrachtigd.
Bij de behandeling van Hoofdstuk XVIII
over de defentie in de zitting der Kamer van
Vrijdag, hield de heer Domela Nieuwenhuis eene
uitvoerige rede, die, volgens het „N. v. d. D.
van zijn standpunt zeer gematigd, in het algemeen
veel waars en goeds bevatte en die dan ook
geenszins een ongunstigen indruk maakte, afge
scheiden van de vraag of men het er mee eens is.
De spr. stelde voorop, dat hij uit beginsel zijn
stem niet aan een oorlogsbegrooting kon geven.
Hij behoorde tot hen die den strijd der rede en
van 't verstand, niet dien van het geweld voor
stonden. Hij keurde het af dat men jaarlijksch
tientallen van miliiuenen verspilt aan de vulling
van het Danaïdenvat des oorlogs, terwijl duizen
den burgers werk en brood vragen en de
Staat daaraan, niets kan doen. Voor uitbreiding
van onderwjjs, voor ontginning van heidevelden,
voor 't droogmaken der Zuiderzee was geen
geld, wel voor nieuwe geweren en kanonnen.
Had men de millioenen, die voor oorlog waren
besteed, aangewend voor een betere volksopvoe
ding, voor arbeiders-woningen, voor openbare
werken, de toestand zou niet zoo ellendig
zijn als thans. Sedert 1856 zijn de Oorlogs- en
Marine-begrootingen met 100 pCt. verhoogd. Hier
te lande betaalt ieder hoofd van een gezin f 49,
in Duitschland, den militairen Staat, slechts
f 31 per jaar.
Oorlog was verschrikkelijk, maar althans van
voorbijgaanden aard; gewapende vrede, waarin
wij thans leven en die duurzaam is, is nog erger.
De arbeider werd daardoor verzwaard met de
zorgen, die anders ook op hen rusten, die nu
onder de wapens worden geroepen.
Toch zou de spr. geen poging aanwenden om
de oorlogs-uitgaven te beperken, Het zou niet
baten, want men volgt de adviezen toch van de
militairen, die bevooroordeeld zijn. Thans was
dit te gevaarlijker, nu de Min. van Fin. geen
paal en perk stelt aan zijn ambtgenooten.
Wat de Heer Domela N. wenschen zou? Dat
de volkeren zelf hun geschillen zouden beslechten
langs den weg, door Hugo Grotius reeds aanbe
volen door arbitrage. Het was de grootste
tegenspraak den vrede te wenschen en den oorlog
voor te bereiden, zelfs door onze kinderen in hun
speelgoed reeds met het militairisme bezig te
houden. In zedelijke kracht, niet in wapening
zoeke men heil tegen annexatie. Hooge oorlogs-
budgetten voeren ons zeker ten gronde, bij
geringe uitgaven is dit althans nog quaestieus.
Het best opgevoede volk, niet 't best gewapende
is 't sterkst. Zoo men vrede wil, moet men zich
niet op oorlog voorbereiden, maar zelfs aan den
oorlog niet denken.
Daarenboven zijn wij verdedigbaar? Velen zeg
gen onmiddellijk ja, maar er zijn anderen die
het betwisten. Men zou echter, om een deel
des lands te behouden, 't grootste deel toch
moeten prijsgeven, onze millioenen zouden ten
slotte niets dan teleurstelling baren.
Wilde hij dan geen leger? Neen hij meende
dat we met een politie-leger of een leger als het
Zwitsersche konden volstaan: ieder burger soldaat
en ieder soldaat burger algemeene weerplicht,
dat was 't beste. Persoonlijke dienstplicht ware
zeker reeds een onrecht minder, maar 't zou de
kosten nog maar verzwaren. Daarom baatte dit
niets.
Ten slotte beweerde de spr., dat hij van zijn
standpunt eigenlijk voor hooge begrootingen van
oorlog en marine moest stemmen, omdat deze
de sociaal-democratie het meest versterken.
Ondanks het belang zijner partij bij opdrijving
van de drukkende oorlogskosten, zou hij zijn stem
aan dit hoofdstuk weigeren.
Naar men verneemt, is het verblijf der
koninklijke familie op het Loo voorloopig slechts
tot medio Januari verlengd, zoodat het nog niet
is vastgesteld of het vorstelijk gezin den gehee-
len winter buiten Den Haag zal doorbrengen.
Door de Regeering zal dezer dagen bij de
Staten-Generaal een wetsontwerp worden inge
diend, waarbij wordt goedgekeurd het tractaat
met Frankrijk, om de geschillen met Frankrijk
over do grensscheiding tusschen Nederlandscli en
Fransch Guyana aan een scheidsgerecht te on
derwerpen. Dit wetsontwerp wenscht de regeering
nog voor het reces der Kamer te behandelen.
Z. M. de Koning heeft tot verbetering van
den veestapel in Limburg aan het hoofdbestuur
der Limburgsche Landbouw-Maatschappu ten
geschenke aangeboden een stier en 4 koeien.
Dat geschenk is met de meeste erkentelijkheid
aangenomen.
In navolging van de Rijnstreek, heeft zich
te Roelofarend sveen uit de kern der burgerij eene
vereeniging geconstitueerd, welke zich ten doel
heeft gesteld om bij strenge winterkoude armoede
en hulpbehoevendheid te lenigen. Dit doel wil
zij pogen te bereiken door werkverschaffing
aan den behoeftigen arbeider, bij het ijsvermaak
waarvoor aldaar in ruime mate uitmuntende
gelegenheden bestaan.
Omtrent de te Hellevoetsluis voorkomende
welpomp, welke de vorige week, behalve water,
ook petroleum opgaf, is bij onderzoek gebleken
dat de opgehaalde vloeistof 42.85 pCt. gezuiverde
petroleum bevat, welke uitstekend brandt.
Omtrent de oorzaak van het geval is men het
tot nogtoe volstrekt niet eens. De grond, waarin
de pomp geplaatst is, bestaat uit veen en klei.
TEXELSCHE COURANT,