N°. 138. Zondag 27 Januari. A0. 1889. Nieuws- en Advertentieblad. De lezinff lei Heer S. T. LAND. Dit blad verschijnt Woensdag- en Zaterdagavond. Abonnementsprijs per 3 maanden Voor den Burg 30 Cts. Franco per post door ge heel Nederland 45 Cts. Naar Amerika en andere landen met verhooging der porto's. Advertentiën vóór 10 uur op den dag' der uitgave. Prijs der Advertentièn Van 1 tot 5 regels 30 Cts. Iedere regel meer 6 Cts. Groote letters en Vignetten worden naar plaatsruimte berekend. Bewijsnummers 2 Cts. per nummer. ABONNEMENTEN en ADVERTENTIËN worden aangenomen bij de Uitgevers LANGEVELD DE ROOT-J, Parkstraat, Burg op Texel. De vergadering van de Vrijzinnige Kiesver- oeniging te Texel, Donderdagavond in de „Ver gulde Kikkert" gehouden, was zeer ruim bezocht, naar gissing waren ongeveer 200 personen tegen woordig. Niet alleen van den Burg, doch ook van de omliggende dorpen waren velen opgekomen, om met den afgevaardigde van het district kennis te maken. Die groote opkomst getuigde ontegenzeggelijk, dat de verwachting hoog was gespannen en deed juist daarom bij ons wel eenigszins de vreeze ontstaan, dat wellicht sommiger verwachting teleurgesteld zoude worden, immers het was slechts eene gewone kennismaking, die de heer Land met zijn optreden beoogde,'t geen een zeer groot verschil maakt met eene bijeenkomst in het vuur eener verkiezingsstrijd gehouden, wanneer de menschelijke hartstochten uit den aard der zaak in hevige beroering zijn gebracht en waar somtijds meer de opwinding van hetoogen- blik, dan wel altijd het verstand de hoofdtoon voert. De Voorzitter opende met een gepast woord de bijeenkomst en met de mededeeling dat na afloop der lezing gelegenheid zoude zijn tot debat of tot het bekomen van meerdere inlichtingen, stelde hij de heer Land in de gelegenheid voor de vergadering op te treden. De lezing daarop door den heer Land gehouden, behoeven wij zeker niet zoo uitgebreid weer te geven, omdat spr. in hoofdzaak behandelde, het geen in de Kamer van 100 aan de orde is geweest en wat velen in de dagbladen wel zullen hebben nagegaan - Na het bestuur der Kiesvereeniging dank te hebben betuigd voor de gelegenheid hier op te treden, herinnerde spreker aan de uitbreiding van het kiesrecht, tengevolge waarvan in het vorige jaar de verkiezing van de Kamer van Honderd plaats had, by welke gelegenheid de liberale partij in de minderheid was geraakt. Spr. noemde zich zelf gematigd liberaal en schetste de houding welke de liberale partij in de Kamer aanneemt, in dezer voegemede werken aan die voorstellen der Regeering welke de liberale beginselen niet in gevaar brengen, waardige bestrijding van die voorstellen waarmede de liberalen zich niet kunnen vereenigen. Sprekende over de te wachten onderwijswet, meende de spr. dat indien aan de wensch der meerderheid zou worden voldaan, daardoor aan de openbare school een gevoelige knak zou wor den toegebracht en het kwam ons voor dat noch de te wachten onderwijswet, nöch de middelen welke door sommige gemeentebesturen worden aangewend om de kosten voor het onder wijs te verminderen genade konden vinden in spr. oogen. Omtrent de militiewet, welke ook spoedig in behandeling zal komen vreesde spr. dat ter wille van de Katli. partij, die hare zonen uit de ka zerne wil houden, de anti-rev. zich zouden laten bewegen om zich te verklaren tegen persoonlijke dienstplicht. Die vrees des sprekers doet ons onderstellen, dat hij de persoonlijke dienstplicht is toegedaan. Beschermende rechten schijnen in den spreker geen voorstander te zullen vindenmet ingeno menheid althans weidde hij uit over de maat regelen welke door de regeering worden aan gewend tot verbetering en bevordering van den landbouw door het oprichten van proefstations en het aanmoedigen en ondersteunen van vak scholen, proefvelden en landbouwonderwijs, zeer uitvoerig behandelde spreker dit onderwerp. Het belastingstelsel werd mede door den spr. niet toegejuicht; afschaffing van de accijnsen achtte hij noodig, waarvoor als equivalent eene inkomstenbelasting, volgens hem, zich opdringt. Voor algemeen kies- en stemrecht achtte spr. de tijd nog niet gekomen. Algemeen stemrecht toch houdt in dat ook het volk zijn stem uit brengt over die zaken, welke thans in de Kamer worden uitgemaakt, doch ook algemeen kiesrecht, scheen spr. sympathie niet te kunnen verwerven. Eene algemeene volkswapening kon zijne instemming niet verwerven, wanneer daarmede moest gepaard gaan eene afschaffing van beroepsofficieren en beroepssoldaten. Zeer uitvoerig weidde spr. uit en dat lag voor de hand, over onze Marine, en de schilderij welke hij daarvan ophing was verre van „coleur de rose." Met een woord van belangstelling, gewijd aan Koning en Vaderland, besloot spr. zijne rede, Na eene pauze werd aan belangstellenden de gelegenheid geboden tot debat of het vragen om meerdere inlichtingen. De heer Kleinbentink, heriunerende aan des spr. woorden omtrent onze Marine en het gevaar dat ons vaderland had bedreigd, vraagt of de toegestane som als voldoencje kan worden be schouwd en het dreigend gevaar daardoor is verminderd geworden. De heer Muller vraagt of, voor de oprichting van vakscholen iedere gemeente kan rekenen op ondersteuning van staatswege, volgens hem was zulk een school hier wel gewenscht, ook zou hij gaarne zien, dat evenals voor de nor maalscholen, beurzen werden beschikbaar gesteld voor het landbouwonderwijs. Nog vraagt de heer Muller hoe de houding der liberale partij zal zijn, wanneer bij de indiening der schoolwet wordt voorgesteld ook aan bijzon dere scholen eene subsidie van 30 percent te verleenen. Hij wenscht dat bij aanneming dier wet de liberale partij dat niet zonder protest zal doen. De heer Stam viaagt spr. opinie over de medewerking der regeering in zake de droogma king van de Zuiderzee. De heer Aug. Keijser brengt in herinnering eene brochure van den lieer Tindal, waarin wordt beweerd dat Nederland geheel onverdedigbaar is en de gelden voor die verdediging beschikbaar gesteld, zoo goed als weggegooid zijn. Hij vraagt spr. gevoelens over die brochure. De heer P. Keijzer vraagt de medewerking van den afgevaardigde bij de regeering tot ver grooting der haven van Texel. De Yoorz. voert eenig debat omtrent des spr. woorden over de belastinghij acht beter be lasting op het vermogen dan op het inkomen. Ook omtrent het punt volkswapening deelt hij niet de meening van den afgevaardigdez. i. zou eene volkswapening de grootste kracht zijn voor onze verdedigbaarheid, en door hem worden gewenscht boven beroepssoldaten. De heer Land daarop de verschillende spr. beantwoordende brengt op de vraag van den heer Kleinbentink in herinnering dat 't budget van Marine niet tot 7 ton doch tot 18 ton is verhoogd, maar hetzelve niet voldoende is om het achterstallige in te halen. Hij schetst de roeping van onze Marine in oorlogstijd als twee ledig, en toont aan haar werking en kracht zoowel binnengaats als buiten. Was het niet on ge wenscht, dat voor de Marine wat beter ware gezorgd, 't ging toch niet aan het goede te verwerpen als men het betere niet kan bekomen. De belastingen welke alreeds zoo hoog zijn opgevoerd, staan geen hoogere uitgaven toe, op gevaar af dat het land zich zoude ruïneeren. En zegt spr. voor de zekerheid van geruïneerd en niet opgepakt te worden is het toch beterde kans te dragen van niet geruïneerd en tochookniet opgepakt te worden. De heer Muller beantwoordt spr. met te zeggen, dat iedere gemeente recht heeft op steun der Re geering voor vakscholen, die echter moeten uitgaan van part. initiatief; de gemeenten moeten zorgen voor gebouwen, proefvelden, leeraren enz. en daar voor moeten waarborgen 50%, in dat geval kan op ondersteuning van Regeeringswege worden gerekend. Op de tweede vraag van den heer Muller kon hij zich niet uitlaten; hij kon hier niet zeggen wat de liberale partij zal doen, hij behandelt slechts geschiedenis, doch zegt, dat hij aan zulk een wetsontwerp zijn stem niet kan geven. Aan den heer Stam geeft spr. ten antwoord, dat de bedoelde zaak in de 2de Kamer geen punt van behandeling heeft uitgemaakt, doch mocht in een volgend jaar dit onderwerp aan de orde komen, zoo zal hij er zijn stem niet aan onthouden. De brochure Tindal, door den heer Aug. Keijser ter sprake gebracht, kon spr. goedkeuring niet wegdragen, wel worden daarin punten ter sprake gebracht, waarop het goed is de aandacht te vestigen, doch ook worden daarin onderstellingen geopperd, die volgens de tegenwoordige wijze van oorlogvoeren niet denkbaar zijn en eene verrader lijke handeling zouden bewijzen. Spr. wijst hierbij op de bezwaren welke bestaan tegen de ongeschikt heid der kazernen, terwijl onze forten in de Utrechtsche linie, doelmatige verblijven aanbieden en onze soldaten daar behooren in plaats van in de groote steden. Om daarop de aandacht te vestigen zegt spr. kan zulk schryven zijn nut hebben. Ook in verband met die brochure bewijst spr. het noodzakelijke van de stelling en de haven te Nieuwendiep. Op de vraag van den heer P. Keijzer zegt de spr. dat hij voor deze zaak zich reeds heeft geïn- trosseerd; wat hij daarvoor heeft gedaan acht hij niet noodig medetedeelen, doch spr. geeft toezeg ging dat in deze op zijne medewerking mag wor den gerekend. Op het door den Voorzitter aangevoerde repli ceert de heer Land, dat de accijnsen eene te groote belasting vorderen van de werkende stand, patent en andeie belastingen een te groote bijdrage van den burgerman, en dat volgens zijne meening tot instandhouding van den staat ieder moet be talen naar zijne draagkracht. Ten opzichte van volkswapening meent spr. dat ook dan beroepssoldaten niet kunnen worden gemist, maar deze noodig zijn als leidend element, evenals nu bij indeeling van eene lichting deze onder de beroepssoldaten wordt opgenomen. De gevraagde inlichtingen enz. hiermede beant woord zijnde, brengt de Voorz. een woord van dank aan den heer Land voor zijne rede, en aan de aanwezigen voor hunne tegenwoordigheid, waarna de bijeenkomst wordt gesloten. TEXELSCHE COURANT.

Kranten Regionaal Archief Alkmaar

Texelsche Courant | 1889 | | pagina 1