TE HUUR.
Een Woon- en Wintelliuismet Verpiini
eene DIENSTBODE,
Uilenspiegel.
De piï fter aivertentiën is zeer ME
Een wensch vervuld.
Marktberichten.
Advertentiën
Aanstaande Zondag en Maandag
ADVERTENTIËN.
JBUIS te Cocksdorp
Medelezers gevraagd op
publiciteit voor Texel
drie huizen in en een groote uitgestrektheid staat
onder water.
Paardjes van Troje. Onlangs kwam in
een Fransche stadje aan de noordergrens de
eigenaar van een draaimolen aan. Alles fonkel
nieuw en keurig ingepakt en de commiezen waren
zeer geneigd aan 's mans verzoek gevolg te geven
en alles na een oppervlakkig onderzoek door te
laten gaan. Eén hunner, een oud-gediende, stond
er echter op om de houten paarden en leeuwen
van naderbij te beschouwen en zie het bleek
dat zij alle hol waren en, indien al geene Grieksche
helden, dan doch eene menigte sigaren en tabak
bevatten.
Het beloofde land. Aan een brief van
een landverhuizer naar Brazilië aan zijne familie
in de residentie ontleent de „H. Crt." het volgende
ter waarschuwing
„Wij hebben een boel nieuws, maar geen best*
Wij zijn schandelijk bedrogen, want van land,
koeien en huis is geen sprake. Wij moeten hard
werken om in het leven te blijven. Van de week
hadden wij op een dag met ons vieren 377s cent
verdiend.
„Door weinig eten en hard werken zullen wij
beproeven, zooveel over te sparen, dat we weer
naar Holland terug kunnen komenwant het is
hier niet vol te houden. Wij eten rijst, maïs,
zwarte boonen en wat gezouten spek. Slapen
doen we op maïsstroo op de planken. Ons huis
is een vierkant hok van leem, en ons meubilair
eene tafel en twee banken.
„Wij moeten op bloote voeten loopen; een
schoenmaker vindt hier geen werk. Daarentegen
moeten we gewapend naar ons werk gaan. „De
natuur is schoon, dat is waar. Maar wat heeft
men daaraan, als men niet veel meer is dan
slaafhet eenige onderscheid is dat wij geen slaag
krijgen.
„Wil toch ieder waarschuwen, niet naar Brazilië
te gaan, want men zou er zich te laat over
beklagen.
(Vervolg van 134.)
WAT ER IS.
Buurman is met de zijnen in een begravenisfonds
en heeft ook zyne goederen tegen brandschade ge
assureerd. Het een, zoowel als het ander is noodig,
gelooft hy, en daarom getroost hy zich gaarne de
uitgaven, die daarvoor gevorderd worden.
Maar kost 't hem al moeite wat voor een zieken
dag te besparen, iets over te leggen voor den ouden
dag, daar kan niets van inkomen.
'k Herinner mü levendig, hoe verstoord hy uit de
kerk kwam, toen de domenee in wel wat scherpe
taal aan de mingegoeden had gezegd, dat zy niet
zuinig genoeg leefden.
„De man had zoo schoon praten," zei hy, „omdat
zyn winterverdiensten gelyk bleven aan wat hem
in den zomer werd uitbetaald, maar de arbeider heeft
's winters óf geen werk, óf vaak een gering week
loon. Dat er in onzen tyd zyn, meester, die beter
voor bakker en winkelier konden zorgen, dan zy
doen, zal ik niet tegenspreken, maar in de hoogere
standen, wordt soms ook meer gehaald dan betaald."
„Nu, Polderland, zelf wat besparen voor dien tyd,
waarin het werken u onmogeiyk wordt, dat zal wel
niet gaan, maar zoo u de gelegenheid werd geboden,
om door elke week wat te betalen, op 60- Af 65
jarigen leeftyd aanspraak te hebben op eene weke-
ïyksche uitkeering van 2 a 3 gulden hoe zöu je daar
over denken?"
„U bedoelt dus zooveel als 'n pensioenfonds, meester
net als voor de postboden? Ja, man, dat komt er
voor ons toch nooit I Anders
„En als ik nu zeg, dat zoo iets bestaat, en dat
zelfs gy er nog van kunt profiteeren, zoudt ge er dan
niet aan willen by dragen?"
„Jawel, meester, maar dat zou voor my te hoog
op stok komen, en daarby, ik vertrouw die zaakjes
niet best. Men hoort tegenwoordig zooveel van
fondsen, en er komt geene krant in mijne handen of
ik lees er van, maar de boer xei laatst, dat er veel
bedrog onder schuilt."
„Nu buurtje, dat heb je niet heelemaal mis, doch
ik kan u de stellige verzekering geven, dat het
Nederlandsch Werklieden fonds, want dit heb ik op 't
oog, op goede pooten staat, en dat agenten en boden,
die natuurlyk hun werk niét voor niets kunnen
doen, uit vrywillige bydragen betaald worden, en
dus niet den heer kunnen spelen van de centen
des werkmans. En wat uw leeftyd aangaat, ja, hoe
ouder men is hoe meer men betalen moet, omdat
men zooveel te eerder kans heeft de voordeelen van
het fonds te trekken."
„'t Is tot uw dienst, maar ik zou er toch eerst
nog meer van moeten weten; ik ben wel dom maar
over nachtys ga ik niet."
„Tot nader dan, Polderman
HOE HET IS.
Gisterenavond reikte ik b,uurman. die juist in de
deur stond, de krant over, en werd uitgenoodigd
even binnen te komen, Ik kreeg een plaatsje tus-
schen vader en den oudsten feoon, die reeds twintig
zomers telt.
„Wel, meester." zoo begon Kobus, „ik ben blij,
dat u eens even komt, want nu heb ik al zooveel
stukken over Levensverzekering gelezen, maar ik
begrijp er niet veel van. Ons soort mensclien heeft
er toch eigenlijk niets aan, wil ik gelooven
„Hoor eens, vriendje! 't gaat hiermee als met
allesonbekend maakt niet zelden onbemind. Het
ligt dan ook juist in de bedoeling der couranten-
schryvers meer licht te verspreiden over de inrich
ting der fondsen voor levensverzekering. Het komt
mij echter voor, dat de werkmansstand en inzonderf
heid de arbeiders allereerst en allermeest behoefte
hebben aan een solied pensioenofnds. Dan toch
zoo dit algemeen ingang vond. kon de werkman
een onbezorgden ouden dag te gemoet gaan, en wie
zou daarvoor niet gaarne iets willen afzonderen?"
„En u hebt laatst tegen vader gezegd, dat reeds
zoo iets bestaat, is het niet meester?"
„Jawel Kobus. Die wil, kan reeds toetreden, en
al mogen de voorwaarden u niet zeer aanlokkelyk
voorkomen, toch mag ik het vooral jonge lieden ten
zeerste aanraden er zonder verwijl kennis mee te
maken. Wilt ge er reeds iets van weten, ik heb
thuis de tarieven, en daarin vond ik, dat een jonge
man van 20 jaar als gy, elke week 4 centen moet
betalen, en op 65-jarigen leeftyd krygt ge elke week
1 gulden. Kan er voor dit doel nu per week 12
centen af, dan krijgt gij aanspraak op 3 gulden."
„Dat is my duidelijk, meester, maar kan men nu
ook niet vroeger gepensioneerd worden! Ieder is
toch niet in staat om tot zijn 65ste jaar te werken."
,,'t Is waar, en wie het betalen kan, doet beter,
door het reeds op 55 jarigen leeftyd te bepalen, maar
dan moet voor eiken gulden wekelijks 12 cent
worden betaald. Wie nu staat kan maken op gere
gelde en goede verdiensten, doet wijs door het pen
soen zoo vroeg mogelijk te doen ingaan. Daar steekt
dubbel voordeel in, want men is zooveel te eerder
van het betalen af, en wie zich dan nog in staat
gesteld ziet flink te arbeiden behoeft het pensioen
niet dadelijk te aanvaarden Hy is vrij van contributie
en behaalt dan inplaats van 1 gulden van zijn 55ste
jaar, b. v. van zyn 60ste jaar ruim f 1,60 per week."
„Dat is zeker heel aardig ingericht, maar onze
verdiensten zijn doorgaans gering en daarbij onzeker
zoodat wy het toch voorzichtig moeten opnemen."
„Ja, ja, Kobus. voorzichtigheid is eene goede
leidsvrouw, doch na ryp beraad moet men ook weten
te handelen. Ik zal u zeggen, wat ik gedacht heb:
Het gaat moeielyk eens anders rekening te maken,
dit staat vast, maar by goeden wil kan elke arbeider
van 20 tot 40 jaar tot dit fonds toetreden, met dien
verstande, dat de 20-jarige op zyn zestigste en de
40 jarige eerst op zyn zeventigste jaar wenscht te
genieten. In het laatste geval zou dan zelfs uw va
der, die reeds zoo aandachtig geluisterd heeft, nog
kunnen deelnemen, en voor 20 cents per week straks
3 gulden ontvangen. Ik zal nu maar niet nagaan
of er de wekelijksche uitgaven van ieder arbeiders
gezin niet zooveel kan bezuinigd worden, dat daar
door de uitgaven voor het fonds gedekt waren, want
uw vader zegt: de domenees hebben goed praten,
en de schoolmeesters ook niet waar, Polderman?"
„Hoor eens, meester, ik ben blij dat Kobus er u
naar gevraagd heeft. Maar al ben ik nu ook weer
wat wyzer geworden, toch heb ik nog heel wat
bezwaren in te brengen."
„Heel goed, buurman, heb je morgenavond tyd,
dan wil ik ze hooren en tegelyk trachten weg te rui
men,"
Wordt vervolgd.
Alkmaar, 28 Jan. Aangevoerd 9 koeien
f 150 a 280 60 vette kalveren f 36 a 106 11
nucht. kalveren f 7.—a 18 8; Schapen f 16 a
22.— 222 vette Varkens 36 48 ct. per K.G.
24 magere dito f 10 a 13. Lammeren f a
Amsterdam, 28 Jan. Aangevoerd 270 Run
deren, le kwal. 68 ets., 2de kwal. 58 ets., 3de;
kwal. 48 ct. per KG.; Melk- en kalfkoeien f 120
a f 220; 3 Graskalveren f a 50 nucht. kal-
f6 all; 8 Schapen en Lammeren f a
335 vette Varkens 40 a 45 ets. per KG.
Purmerend, 29 Jan. Aangevoerd 82 vette
kalveren 70 h 90 ct. per kg.; 72 nucht. Kalve,
f8. a 20 202 vette Varkens 40 a 48 ct. per kilo.
30 magere Varkens f 10 a 14; 196 Biggen 4 a
f 9; 925 Schapen, 130 Runderen en 2 Stieren
Lammeren f a kip-Eieren f3.75 -
f 4,50 per honderd stuks.
Vette schapen, prijshoudend, handel stug f 20
a f 30 per stuk.
Overhouders ruime aanvoer, lage pryzen, handel
stug. f 12 a f 23.
Vette koeien prijshoudend, handel matig, f 0,55
a f 0.68 per KG.
Gelde koeien, prijshoudend, handel vlug f 80 a
t 150 per stuk.
Vette kalveren prijshoudend, handel vlug.
Nuchtere Kalveren, Vette Varkens, Magere Vra-
kensen Biggen hooger in prijs handel vlug.
ronden, 28 Jan. Aangevoerd 2600 Runderen,
9000 Schapen en Lammeren, 50 Kalveren, en
10 Varkens. Men noteertbeste Runderen 35
a 71 y4 ct. Schapen en Lammeren 50 a 975
Kalveren 55 a 80 ct., Varkens 37>/2a 60 ct.
Harlingen, 28 Jan. De aanvoer van zeevisch
bedroeg van 21 tot 28 dezerstuks Schel-
visch, stuks Kabeljauw, stuks Rog, 200,000
stuks Haring, 250 pond kleine Schol, 29 manden
Garnalen, balen Mosselen. 240 balen Cockels,
en 20 balen Alikruiken.
De Rog werd verzonden naar Brussel, de Mos
selen, Cockels, Alikruiken en Garnalen naar
Londen en Huil. De Schelvisch en Kabeljauw
door opkoopers naar elders, de Haring aan de
rookerijen.
Burgerlijke Stand der Gemeente Texel.
Ingeschreven van 23— 29Januari 1889.
ONDERTROUWD
GETROUWDGeene.
OVERLEDEN
GEBORENCatharina Elisabeth dochter van
Leendert Daalder en Neeltje Wuijs. Fenna
dochter van Jan Schaap en Aaltje Buis.
Neeltje dochter van Johannes de Graaf en
Naantje Bakker. Cornells zoon van Simon
Dogger en Neeltje Plaatsman. Jurrien zoon
van Bernardus Beumkes en Antje Hillenius.
Naantje dochter van Paulus Plaatsman Jnz.
en Cornelisje Bremer.
voor VIER achtereenvolgende
plaatsingen in de Texelsche Courant
in eens opgegeven, worden slechts DRIE-
maal in rekening gebracht.
Zondag, 3 Februari a. s. hopen
P. MAAS
EN
II. SMIT
hunne SOjarige Echtvereeniging te her
denken.
Den Burg op Texel.
Uit naam van
P. REIJ en Familie.
zal de Photograaf A. SWAAB werkzaam zijn
bij den Heer
tot het vervaardigen van SALON- en ALBUM
PORTRETTEN.
De portretten, die reeds klaar zijn, kunnen
bij den Heer Ph. VLESSING afgehaald worden.
in de Warmoesstraat aan den Burg.
Adres P. REIJ.
Mevrouw DE MAZURE te WAAL vraagt
tegen Mei a. s.
geschikt voor het huiswerk en flink voor
de wasch.
AdresLAVGEVELD DE ROOIJ.
Dit blad voorziet in eene groote behoefte aan
Door de lage abonnementsprijs komt het
in aller handen.