N». 143.
Donderdag 14 Februari.
A°. 1889.
Nieuws- en
Advertentieblad.
OFFICIEEL GEDEELTE.
Binnenland.
Dit blad verschijnt Woensdag- en Zaterdagavond.
Abonnementsprijs per 3 maanden
Voor den Burg 30 Cts. Franco per post door ge
heel Nederland 45 Cts. Naar Amerika en andere
landen met verhooging der porto's.
Advertentiën vóór 10 uur op den dag; der uitgave.
Prijs der Advertentiën
Van 1 tot 5 regels 30 Cts. Iedere regel meer 6 Cts.
Q-roote letters en Vignetten worden naar plaatsruimte
berekend. Bewijsnummers 2 Cts. per nummer.
ABONNEMENTEN en ADVERTENTIËN worden aangenomen bij de Uitgevers LANGEVELD DE ROOT-J, ParkstraatBueo op Texel.
KENNISGEVING.
LOTING NATIONALE MILITIE.
BURGEMEESTER en "WETHOUDERS der gemeente
TEXELbrengen ter voldoening aan het tweede
gedeelte van Art. 28 der Wet op de Nationale Militie,
van den 19den Augustus 1861 (Staatsblad No. 72.)
ter kennisse van de belanghebbenden, dat de Loting,
van de in 1888 voor de Nationale Militie ingeschrevenen,
Overeenkomstig de ontvangene aanschrijving van
Zijne Excellentie den Heer Commissaris dezer Provin
cie, dato 2 Januari 1889 No. 8/7 M/S zal plaats hebben
op den 22 Februari a. s. des voormiddags ten 10 ure,
te Helder, en worden zij, welke daaraan moeten
deelnemen, gelast, om op den bepaalden tijd aldaar,
tot dat einde aanwezig te zijn, of, bij verhindering,
zich aldaar door zyn vader, moeder of voogd te doen
vertegenwoordigen.
Alsmede dat, overeenkomstig Art. 34 van gemelde
Wet, dadelijk na de trekking van het Nummer, de
redenen van Vrijstelling, welke de Ingeschrevenen
mogt hebben, moeten worden opgegeven.
Indien hjj vermeent vrijstelling te kunnen erlangen
wegens broederdienst of op grond van te'zjjn eenige
—wettige zoonzal hjjop maandag, den vijfentwintigsten
Februari, des voormiddags te 10 uur, in het Gemeente
huis moeten verschijnen, vergezeld van twee bij den
Burgemeester bekende en ter goeder naam en faam
staande meerderjarige ingezetenen, die devereischte
getuigenis kunnen afleggen en het aldaar op te maken
getuigschrift onderteekenen.
Texel den 12 Februari 1889.
Burgemeester en Wethouders voornoemd,
D. C, LOMAN.
De Secretaris
STIKKEL.
K E N N I S. G E V. I N G.
BURGEMEESTER en WETHOUDERS van
TEXEL geven bij deze kennis aan alle vracht
rijders in de gemeente, dat de bepalingen van
art. 18 van het Politie-reglement heden in toe
passing wordt gebracht, zoodat bij dooi na de
tegenwoordige vorst het maximum voor het
rijden met vrachtwagens wordt bepaald op 625
kilogram voor den eersten en op 500 kilogram
voor den tweeden wagen.
Texel den 13 Februari 18S9.
Bmgemeester en Wethouders voornoemd,
D. C. LOMAN.
De Secretaris,
ISTIKKEL.
BEKENDMAKING.
De BURGEMEESTER der gemeente TEXEL
gelet op art. 41 der Gemeentewet, brengt, naar
aanleiding daarvan, ter kennisse van de inge1-
zetenen, dat de vergadering van den Raad door
hem is belegd tegen Vrijdag den 15 Februari
1889, des namiddags te 1 ure, in de daarvoor
bestemde zaal ten Raadhuize dezer gemeente.
Texel den 5 Februari 1889.
De Burgemeester voornoemd
D. C. LOMAN.
TEXEL 13 Februari 1889.
De storm schijnt uitgewoed, een nogal
.beteekenend sneeuwkleed bedekt velden en
wegen en biedt ons nog eens een echt winter-
aanzicht waaraan wij haast niet meer hadden
gedacht. De jeugd vermaakt zich op haie
eigenaardige wijze met sleden en wat daarbij
verder behoort en onder den indruk van de
meer kalmere weersgesteldheid, verzwakt de
gedachte aan den storm welke in het laatst
der vorige week woedde.
Wij kwamen er zeer goed af, doch legio
zijn de berichten in de dagbladen, van onheilen
welke door den storm werden veroorzaakt aan
gebouwen en schepen, aan middelen van
vervoer, en ook ten gevolge van de hooge
waterstand.
Ten onzent was de hoogste waterstand 1.86
boven A. P. of 2.04 boven volzee. Gelukkig
werd evenwel geen onheil daardoor veroor
zaakt.
Ook aan het strand bleven wij verschoond
van treurige voorvallen, wel ging Zaterdag
morgen het gerucht dat een vaartuig op strand
was geraakt, doch spoedig bleek dit een ver
gissing te zijn, welk was ontstaan doordien
door een drietal werklieden, (welke Vrijdag
avond eigenwillig op de Benbrack waren
gebleven, niettegenstaande hen dit door anderen
was ontraden) noodseinen werden gegeven.
Des nachts kregen zij liet door het stijgen
van het water en door de branding zoo te
kwaad dat zij om hulp moesten seinen; onge
veer te 4 uur begonnen zij te stakelvuren en
dit op de vuurtoren opgemerkt, deed de
gedachte ontstaan dat er een schip in nood was.
Zeer spoedig werden te Cocksdorp maatre
gelen genomen om hulp te kunnen bieden
doch dat zulks met het vliegend stormweer
geen gemakkelijke taak was is ligt te denken.
Met de reddingsboot op de wagen toog men
naar strand, doch de hevige wind sloeg de
boot van den wagen, niettegenstaande die aan
de windzijde door een zestal mannen met
touwen werd vastgehouden. Daarop werd
de boot door eenige paarden langs het strand
gesleept, omdat men geen kans zag de boot
weer op de wagen te krijgen.
Te zes uur ongeveer stak men in zee en
van toen af begon eerst recht de strijd tegen
het woedende element. Met geen mogelijkheid
is zulk een tocht te schetsen, doch wanneer
men zich herinnert het weder dat dien dag
(Zaterdag) heerschte, dan moet men vol bewon
dering zijn voor den moed welke de redders
hebben betoond. Niet minder toch dan ruim
10 uren duurde de tocht; nu eens opwerkende
dan weer ankerende tartte men de woedende
golven om eindelijk te overwinnen en het
drietal van de Benbrack te redden. Te half
vijf kwamen redders en geredden aan wal.
Eenig is zulk een tocht en het is zeker niet
overbodig dat de namen van hen die dezen
tocht maakten worden bekend gemaakt.
Ze zijn J. W. Stark, schipper; J. G. Stark,
J. J. Stark, D. Buijs Jz., C. Buijs, A. List,
M. Boon, A. Boon, J. Kraak, A. Bakker,
G. Bakker en K. van der Kooi.
Is de eer voor de redders groot, de geredden
zij het een les om niet door eigenzinnige
handelwijze oorzaak te zijn, dat het leven
van zooveel flinke mannen moet worden in
de waagschaal gesteld.
Oosterend, 12 Febr. Door den storm van Za
terdag j.l. was des morgens bij het huis van den
Heer W. Koning hulp noodig. Met een rukwind
toch stortte de helft van het dak naar beneden,
en waren er niet spoedig eenige flinke handen
beschikbaar geweest, dan zou zeer zeker het
geheele dak met sparren en gebindten naar
beneden gekomen zijn. Doch, wegens het
ruwe weder waren de schippers, die altijd
dadelijk bereid zijn, hulp te bieden, waar ge
vaar dreigt, te huis. Zoo spoedig mogelijk
werden zeilen en touwen aangebracht, waardoor
het nog staande gedeelte behouden is gebleven.
Een woord van lof en dank werd aan de
flinke helpers niet onthouden. En dat dit
verdiend was, laat wel geen twijfel over,
wanneer men in bedenking neemt, hoe gevaar
vol het is, bij zulk stormweer zich op een
rafelend dak te begeven. De eerste, die het
dak beklom, was schipper J. J. Bakker, beter
bekend als „Jaap van de Kaap."
De overige stormschade alhier, bepaalt zich
tot enkele dakpannen en dakgoten. Eén boom
werd ontworteld.
Weinig liefhebbers waren er gisteren
present, om aan den damwedstrijd in „het
Wapen van Texel" deel te nemen. De lief
hebberij voor het damspel is dan ook sedert
voorleden jaar alhier heel wat verminderd,
hetgeen wel te bejammeren valt. Het damspel
toch berust niet op geluk, maar op zuivere
berekening en kan dus in zeker opzicht bij
dragen tot veredeling van den geest. Van
kansen is bij dit spel geen sprake.
Het laatst overgebleven tweetal strijders
bestond uit de Heeren C. W. Koning en
KI. Reeper, waarvan de eerste den prijs ver
wierf. De Heer Koning heeft alzoo wederom
zijn naam gehandhaafd en blijft tot nog toe
de „Matador" van Texel.
Volgens het in de Staats-Courant opge
nomen officieel bulletin is de toestand des
Konings ook in de afgeloopen week gunstig
geweest. De voeding is voldoende en daar
mede zijn de krachten in overeenstemming.
Men verneemt, dat in bewerking is een
ontwerp tot wijziging der verdeehng van de
provinciale kiesdistricten en dat waarschijnlijk
spoedig alle Provinciale Staten volgens art. 4 der
wet zullen werden bijeengeroepen, om daarover
te worden gehoord. Het doel moet zijn de wij
ziging te doen werken bij de aanstaande verkie
zingen in Mei, die desnoods verschoven zouden
worden.
Aan de commandanten van d.d. schutte
rijen is van regeeringswege verzocht, om, voor
zoover bi] hunne schutterijen des Zondags oefe
ningen worden gehouden, aan de schutters, die
verhinderd zijn of gemoedsbezwaren hebben,om
daaraan op dien dag deel te nemen, de gelegen
heid te geven tot oefening op een anderen dag.
Uit een particulier schrijven uit Atjeh,
door de „Arnh. Ct." ontvangen, is optemaken
dat het aldaar tegenwoordig gunstig gesteld is, zoo
wat den gezondheidstoestand als de politieke
aangelegenheden betreft. Ook de „Gelria" een te
Arnhem verschijnend blad, heeft zeer vredelieven
de berichten ontvangen. „De Atjeh-oorlog loopt
op zijn eind", zoo luidt het slot van het schifi ven.