N°. 156.
Zondag 31 Maart.
A°. 1889.
Nieuws- en
Advertentieblad.
OFFICIEEL GEDEELTE.
Binnenland.
Dit blad verschijnt Woensdag- en Zaterdagavond.
Abonnementsprijs per 3 maanden
Voor den Burg 30 Cts. Franco per post door ge
heel Nederland 45 Cts. Naar Amerika en andere
landen met verhooging der porto's.
Advertentiën vóór 10 uur op den dag der uitgave.
Prijs der Advertentiën
Van 1 tot 5 regels 30 Cts. Iedere regel meer 6 Cts.
Groote letters en Vignetten worden naar plaatsruimte
berekend. Bewijsnummers 2 Cts. per nummer.
ABONNEMENTEN en ADVERTENTIËN worden aangenomen bij de Uitgevers LANGEVELD DE ROOIJ, ParkstraatBurg op Texel.
Inrichtingen, welke gevaar, schade of hinder
kunnen veroorzaken.
BURGEMEESTER en WETHOUDERS van
TEXEL maken, ingevolge de voorschriften der
wet van den 2den Juni 1875, Staatsblad No. 95,
bekend, dat door Nanning Moojen, wonende te
Texel, aan hen is ingediend een verzoek, om in
het perceel kadastraal bekend gemeente Texel,
Sectie K, No. 924, een Koper- en Blikslagerij te
mogen oprichten.
Op Maandag den 15 April e. k., des middags
te 12 ure, zal op het Raadhuis der gemeente
gelegenheid worden gegeven, bezwaren tegen het
inwilligen van genoemd verzoek in te brengen
en die mondeling en schriftelijk toe te lichten.
Van het verzoekschrift met bijlagen kan terstond
inzage worden genomenterwijl de ter zake
ingekomen schiifturen drie dagen voor evenge
noemden dag op de Secretarie der Gemeente ter
visie zullen worden gelegd.
Texel, den 29 Maart 1889.
De Burgemeester,
CONINCK WESTENBERG L. B.
De Secretaris,
STIKKEL.
BEKENDMAKING.
De BURGEMEESTER der gemeente TEXEL,
gelet op art. 41 der wet, brengt, naar aanleiding
daarvan, ter kennisse van de ingezetenen, dat
de vergadering van den Raad door hem, is belegd
tegen Dinsdag den 2 April 1889, des voormiddags
te 10 ure, in de daarvoor bestemde zaal ten
Raadhuize dezer gemeente.
Texel den 29 Maart 1889.
De Burgemeester voornoemd,
CONINCK WESTENBERG L. B.
TEXEL, 30 Maart 1889.
Eene nalezing op de wintervermaken. Wan
neer wij herinneren hetgeen de afgeloopen
winter ons bood, dan doet het ons genoegen
te kunnen constateeren, dat weder sommigen
hebben begrepen, dat de taak voor de gezellige
samenleving niet aan enkelen moet worden
overgelaten, doch ieder zoowel voor anderen
als voor zichzelven het zijne daartoe moet
bijdragen.
Als bewijs daarvoor noemen wij de Red.-
Kamer „Leering en Genoegen", waarvan vele
leden voor het eerst het tooneel betraden, en
die, houden zij steeds de naam hunner Ver-
eeniging voor oogen, over zichzelven tevreden
zullen zijn.
Evenzoo hebben wij met genoegen begroet
de voorbereidingsklasse bij de Gymnastiek-
Yereeniging, waaruit gewis voor de hoofdaf-
deeling een flinke steun is te verwachten.
Gordt zoo de jeugd zich alreeds aan tot
oefening van hetgeen haar tot voordeel en
vaak anderen tot genoegen kan wezen, hoeveel
te meer mag men zulks dan niet verwachten
van hen die in den bloei der jongelingsjaren
zijnen zoo zijn er hier velen.
Verschillende gedachten kwamen bij ons op,
toen wij zoo mijmerende, ons voorstelden wat
nog al zoo kon worden tot stand gebracht,
zoowel tot algemeen nut als tot gezelligheid.
De uitvoeringen der Gymnastiek-Vereeniging
gaven ons dezen indrukvlugheid, vastheid
van hand, vertrouwen op eigen krachten, orde
en tucht, gehoorzaamheid aan het kommando.
Met dien indruk voor oogen, kwam ons in
herinnering een gesprek met iemand, die de
wensch uitte dat hier zich mocht vormen een
vrijwillig brandweercorps van jonge lieden.
De vermelding wat zoo een corps moet zijn
en hoe noodig en nuttig dit is, de werkzaam
heden die daarbij op den voorgrond staan enz.,
ons door een man met kennis van zaken ge
daan, deden ons terstond denken aan de leden
der Gymnastiek-Vereeniging, die al reeds door
hunne oefening daartoe allereerst in aanmerking
komen. Wij wenschen, mocht daartoe eens
een roepstem uitgaan, dat zij zich zullen
scharen in de voorste gelederen.
Verder trok onze aandacht de marschoefe-
ningen der gymnasten, als zijnde deze de
aanvang der exercitie bij het leger, hetgeen
iemand de opmerking ontlokte dat bij het voort
gaan op dien weg, vele jongelieden, wanneer
het lot hun aanwijst tot het dragen der wapenen,
(en een wet of financieele toestand plaatsver
vanging beletten) reeds veel zullen voor hebben.
Ten onrechte was die opmerking niet, en
wanneer dezulken zich verbonden tot eene
vereeniging, dan zou daaruit kunnen voort
vloeien, bij het aanleeren van wapenoefening
tevens de gelegenheid tot het houden van
schietoefeningen waarvoor hier geschikt terrein
is, wat zeker eene belangrijke vervulling zoude
zijn van de wensch tot verdedigbaarheid. Wij
hebben wel eens hooren beweeren, dat exer-
ceeren en schieten geen kunst is, maar
vooralsnog zijn wij van meening dat om iets
goed te kennen, men het toch dient te leeren.
Verder hebben wij groote behoefte, (de ver
gadering van U. D. I. leerde dit) aan goede
muziek, iets wat zooveel tot de gezelligheid
kan bijdragen.
Is het niet te bejammeren dat hier, waar
door velen in hun jeugd nog al aan muziek
is gedaan, dat hier zich niet eene kleine kring
van liefhebbers vereenigt om het geleerde te
onderhouden, om bijeenkomsten, welke zich
daartoe leenen, met hunne gaven op te luis
teren
En eindelijk misten we ook de zang ver -
eeniging, welke ons voorheen menige aange
name avond verschafte.
Zij ook moest vallen als het offer van
belangloosheid, onverschilligheid en jawie
weet al niet waarom meer.
Waarlijk geen bemoedigende verschijnselen,
En toch, hoe vaak moet hiermede gekampt
worden.
„Met onwillige honden is het slecht hazen
vangen" zegt een zeker zeer waar spreekwoord,
maar het oud-Hollandsch spreekwoord zegt,
„Eendracht maakt macht", welnu zou dat
laatste niet zijn te betrachten, ook voor onze
gezellige samenleving. Wij worden hier
waarlijk niet verwend met het genieten van
wat goed en schoon is, en daarom moet elke
poging om dit te bekomen worden gesteund.
Wellicht zal van sommigen het antwoord
zijndat kan hier toch nietdat antwoord
is althans het gemakkelijkst want het ontslaat
van alle moeite. Een bewijs is het echter
niet. Het is maar de vraag of men iets wil.
Wanneer wij nagaan hoevele jongelieden
hier zijn, wier bezigheden waarlijk niet zoo
overstelpend zullen wezen, dan zou bij ons
eerder de mogelijkheid aan wel slagen dan
aan niet slagen op den voorgrond staan.
Naar wij vernemen zal Woensdag, 3 April
des middags te 3 uur, door de leerlingen van
de Algemeene Bewaarschool alhier, in de
Vergulde Kikkert eene openbare les worden
gehouden. Dat velen van deze gelegenheid
gebruik zullen maken, om zich eens te over
tuigen hoe het jonge volkje wordt bezig ge
houden, komt ons zeer waarschijnlijk voor.
De herinnering aan vroegere dergelijke bijeen
komsten, zal gewis voor menigeen een prikkel
zijn om deze gelegenheid niet te verzuimen.
Tot onderwijzeres in de handwerken aan
de Normaalschool alhier is benoemd Mej. A Boon.
De zes leerlingen van de voorbereidingsklasse
dier school zullen allen tot de eerste klasse
worden toegelaten.
Als een bewijs dat niet enkel zuidelijke
streken kunnen bgen op eene vroege groenteteelt
deelt men ons mede dat heden door den tuinman
Rijk reeds spinazie werd gesneden.
Men maakt ons opmerkzaam op een abuis
in een bericht van ons vorig nummer, de daarin
vermelde personen welke naar Amerika zullen
vertrekken, gaan niet allen door tusschenkomst
van Koning en Co.; de fam. D. Tanis n. 1. ver
trekt daarhenen door tusschenkomst van den agent
A. Dros Albz. te de Cocksdorp.
Oudeschild, 29 Maart. Gisteren werd op Texel-
stroom een deksel van een vleeschvat opgevischt,
waarop met zwarte letters geschilderd stond
„Theodor Kober Conditori Arendal."
Helder, 29 Maart. Aan de Hors ving eene
haringboot gisteren zooveel kleine haring, dat zij
verplicht was, daar alles niet geladen kon worden,
het grootste deel weer in zee te werpen. De
opbrengst was echter zeer gering. Een andere
haringtrekker ving twee zalmen, die h(j voor f 40
te gelde maakte.
De Staatscourant bevat de volgende minis-
teriëele beschikking
„De Raad van ministers, samengesteld uit de
hooiden der ministeriëele departementen,
Van oordeel, dat Zijne Majesteit den Koning
buiten staat geraakt is de regeering waar te
nemen,
Gezien het advies van den Raad van State van
den 27sten Maart 1889,
Gelet op de artikelen 38 en 39 van de Grondwet,
Heelt goedgevonden en verstaan
De Staten Generaal in vereenigde vergadering
bijeen te roepen op Dinsdag den 2den April 1889
des namiddags te 2 uren, met uitnoodiging aan
de leden der beide Kamers zich op dat tijdstip
in de vergaderzaal van de Tweede Kamer der
Staten-Generaal te vereenigen.
Afschrift van dit besluit zal worden gezonden
aan de beide Kamers der Staten-Generaal."
TEXELSCHE COURANT