J. LEEN, BURG,
Drooge en Bereide Verfwaren
Te koop
TE HM:
VERHUISD
van Biirateï naar WEVERSTRAAT,
(Mei en Zilveren voorwerpen,
voor Gemeente en Polfler-adiinistratie
Billie prüzen. Nette Newerkini.
U
Huis- en Rijtuigschilder,
Jan Huiper, Burg.
Koralen, Horlogiën, enz.,
H. Arys-depaepe, Aalst-Alost (Bo^ië.
Qeiji ©yrg @p> T©xeL
9 I««i. I
Feuilleton.
Behanger en Glazenmaker,
Een burgerwoonhuis,
M. J, DAALDER,
Burg, Texel. W. C. REIJ.
Een Familiegeheim.
Voor billijken prijs een beste sterke RET
met TUIG, en een sterke BAKWAGEN op
VEEREiV bij
Aan hetzelfde adres zijn beste
Kuikalvëren te bekomen tegen billijken prijs.
op de steenenplaats alhier. Thans
bewoond door den Heer P. Koning. Te bevra
gen bij de Wed. J. IIEMME, Von Zesenstraat
N° 57 AMSTERDAM.
noo gij goede waar wilt koopen
wn niet veel betalen wilt,
e-ven dan naai Vlessiiift* loopen;
g;oek'loos dan geen geld verspild.
ftaat de Waalderstraat bezoeken:
overhemden, Bont, Sajet,
Knjfelschleer voor zeemansbroeken,
Cames-jackets, sterk en net,
kinderpakjes kunt g' er koopen
overlijfjes, dames, hoort!
Ook nog Garen, Band en Knoopen,
"eluws, Bedden en zoo voort.
naast Mejuff. Wed. P. VISSER.
Zich voortdurend aanbevelende,
Opruiming van alle voorhanden
tegen spotprijzen mits d contant.
WARMOESSTRAAT.
zie de Uitstalling,
Factoor in alle Zee- en Riviervisch.
Commissie en Consignatie.
Parkstraat,Wijk B, 294,
Ondergeteekenden bevelen zich beleefd aan
tot de levering van verschillende drukwerken
alsmede voor de vervaardiging van
Rekeningen, Nota's, Quitantiën, Wissels,
Verlovings- en Ondertrouwbrieven en
Kaarten, Enveloppen, Brievenhoofden,
Memorandums, Circulaires, Facturen, Prijs
couranten, Gelegenheidsgedichten, Brui
loftsliederen, Reglementen, Diploma's, En-
trêekaarten, Convocatiën, Programma's,
Rou wbrie ve nRouwkaart en, V isitekaarten
Adreskaarten, Aanplakbiljetten, Strooi
biljetten, Wasch- en Leeslijstjes, enz. enz.
LAAGEVELD DG ROOIJ.
Vrij naar 't Fransch door A. D.
Hoofdstuk XI.
18.
Lieve hemel, zeide de baron, hare handen
vasthoudende, is het zoo moeilijk, wat gy my te
zeggen hebt? Of heeft myn titel van bruidegom,
zonder dat ik het weet, my reeds zoo ontzagwekkend
gemaakt als echtgenoot?
Margrethe deed eene nieuwe poging om hare
hand uit die van Lectoure los te maken. Deze
moest hierdoor er de oogen opslaan.
Hoe, riep hy uit, eene engelachtige gestalte
niet alleen maar handen als eene vorstin gy
zijt aanbiddelyk.
Ik hoop mynheer! dat dit bloote galanterie isj
zeide Margrethe.
Op myne eer het is zuivere waarheid.
Dan nog, mynheer! al ware dit uwe ware
meening, waaraan ik twyfel, dan zouden deze redenen
u toch geen meer prys op de tusschen ons beraamde
verbindtenis stellen.
Wel zeker ik zweer het u.
En toch mynheer, vervolgde Margrethe, diep
ademhalende, toch beschouwt gy het huwelyk als
een ernstige zaak?
Dat kan er naar zyn, vervolgde Lectoure.
Verschoon my, mynheer I hernam Margrethe
eenigszins moediger, maar ik heb gedacht dat gy
misschien by onze voorgestelde verbindtenis op
wederkeerigheid van gevóel gerekend hadt.
Nimmer, viel Lectoure haar in, die evenzeer
eene verklaring wenschte te voorkomen, als Margrethe
die wilde bevorderen, ^nimmer, vooral sedert ik u
gezien heb, achtte ik uw liefde waardig, hoewel by
gebreke van rechten op uw hart, myn stand en rang
my misschien rechten op uwe hand konden geven.
Maar hoe kunt gy het een van het ander
scheiden mynheer? vroeg Margrethe schroomvallig.
Gelyk drievierden van hen die trouwen, freule j
zeide de baron met eene losheid, die ieder ander
van verder vertrouwen zoude afgeschrikt hebben.
Men trouwt, de man om eene vrouw, de vrouw
om een man te hebbendit is eene maatschappelyke
schikking, een stand in de samenleving. Wat zou de
liefde hierby te maken hebben
Ik druk my misschien verkeerd uit, zeide
Margrethe, maar dit moet gy toeschryven aan de
schroomvalligheid van een jong meisje, dat door
gebiedende omstandigheden gedwongen wordt, over
een dergelyk onderwerp te spreken.
Volstrekt niet, zeide Lectoure, zich buigende
en met eenigen [spot, gy spreekt als Clarisse Har-
lowe, freule 1 het is zoo klaar als de dag. Geloof
my, ik begryp u volkomen; ik kan wel een half
woord verstaan.
Hoe, mynheer I riep Margrethe uit, gy begrypt
my, en gy laat my voortgaan. Als ik myn hart
ondervroeg, en daarin de onmogelykheid zag om
ooit te beminnen den gene, dien men my
tot echtgeuoot wil geven
Welnu, zeide Lectoure, even luchtig, dan moest
gy hem dit nog niet zeggen.
Waarom niet?
Waarom, omdat wel omdat het zou
al te naif zyn.
En zoo ik dit niet uit naïviteit, maar uit kiesch-
heid deed? Als ik er by voegde dat ik
bemind heb - - - dat ik nog bemin - - -
O, zeker een neefje, nietwaar? zeide Lectoure
onverschillig het eene been over het andere slaande.
Op myn woord van eer die neefjes zyn een vervloekt
slag van volk. Gelukkig weten wy wat zulke ver-
bindtenissen zyn. Ieder schooljuffertje komt
na vacantie .verliefd op de kostschool terug.
Ongelukkig ben ik geen schoolmeisje meer,
mynheer I zeide Margretha, even ernstig als zyn
toon luchtig was, en hoe jong ook, hen ik ver de
kinderjaren te boven. Als ik tot de man, die my
de eer bewijst myne hand te vragen, over myne
liefde jegens een ander spreek, dan moet hy denken
dat ik spreek van eene ernstige, onuitwischbare,
eeuwige liefde.
Duivelsch, zeide Lectoure, als begon hy meer
belang in deze mededeeling te stellen, dat is zeer
romanesk. Laat ons zien. Is het een jong mensch
die zich kan vertoonen?
O, mynheer! riep Margrethe, eenige hoop vat
tende, het is de edelste ziel, het getrouwste hart.
Maar dat vroeg ik niet, het spreekt van zelf
dat hy al die eigenschappen bezit. Ik vraag of hy
van adel is, of eene vrouw in de wereld hem kan
erkennen, zonder haren echtgenoot schade te doen.
Hy was nog jong toen zyn vader, die een vriend
van den mynen, en raadsheer te Rennes was, stierf.
Rechteriyke adel, mompelde Lectoure met een
gebaar van verachting. Ik had liever iets anders
gehad. Is hy ten minste Malthezer ridder?
Hy was tot de krygsdienst bestemd.
Welnu, wy zullen hem door een regiment een
rang bezorgen. De zaak is in orde. Luister. Hy
zal, welvoegelykshalve, zes maanden laten verloop
vervolgens gemakkelyk verlof bekomen, daar wy'
geen oorlog hebbenzich door een vriend des huizes
ten onzent laten voorstellen, en de zaak is afgedaan.
Ik begryp u niet, mynheer, zeide';Margrethe,
ten uiterste verbaasd.
Het is toch duidelyk, dunkt my, antwoordde
deze met eenig ongeduld. Gy hebt verbindtenissen
van uw kant, ik van den mynen. Dat moet een in
alle opzichten gepast huwelyk niet beletten; maar
dit eenmaal gesloten, wel, dan moeten wy het elkander
zoo dragelyk mogelyk maken. Begrypt gy my thans
O, mynheer, mynheer! riep Margrethe, ontzet
terugdeinzende, ik ben onvoorzichtig, misschien
schuldig geweest, maar zulk eene beleediging ver
dien ik niet O, myn gelaat gloeit van schaamte,
nog meer voor u dan voor my. De ondeugd onder
het masker der deugd, en aan my de dochter van
den markies d'Auray, stelt men deze schandelyke,
lage overeenkomst voor O, vervolgde zy, haar
gelaat met de handen bedekende, welk een verach-
telyk, vernederd schepsel moet ik zyn
EmanuelEmanuel I zeide de baron, de zydeur
openende, waarachter hy wel begreep dat de graaf
gebleven was, kom toch hier uwe zuster heeft
kramptrekkingen - - - die kunnen eene gewoonte
worden - - - daar is myn reukfleschje. Ik ga in
het park, Kom er my opzoeken als gy straks niets
beters te doen hebt, en geef my de tyding van uwe
zuster.
By deze woorden vertrok de baron met luchtige
schreden, en liet Margrethe met haren broeder
alleen.
Hoofdstuk XII.
Denzelfden dag, waarop het hiervoor medegedeelde
gesprek tusschen Margrethe en Lectoure plaats had,
riep de kasteelklok ten vier ure iedereen tot het
middagmaal. Emanuel hield de eer des huizes op,
want de markiezin was by haren gemaal gebleven,
en Margrethe had verlof gevraagd, op hare kamer
te mogen blyven. De overige gasten waren de
notaris, eenige bloedverwanten en getuigen. Het
middagmaal was treurig, in weerwil van de onver
stoorbare vroolykheid van Lectoure; maar het was
zichtbaar, dat hy zich door deze gedwongene vroo
lykheid in eene koortsachtige spanning wilde houden
en zichzelven als het ware bedwelmen. Tenjzeven
ure stond men op en begaf zich naar de groote
zaal.
Hoe ryk verlicht ook, leverde deze sombere en
groote zaal, door het klein getal aanwezigen, een
treurig gezicht op. Van tyd tot tyd hoorde men
een schel gelach uit een groep personen; het was
Lectoure, die zich ten koste van een of ander een
voudig landbewoner vermaakte. Somtyds echter
zag de bruidegom bezorgd het vertrek rond, dan
betrok plotseling zyn voorhoofd, want hy zag noch
zyn schoonvader, noch de markiezin, noch Margrethe
verschynen. Gelyk wy zeiden, waren de twee eersten
niet aan tafel verschenen, en zyn gesprek met de
laatste had hem, hoe zorgeloos hy ook poogde te
schynen, vry wat ongerustheid gebaard. Emanuel,
die ook niet geheel gerust was, wilde zich naar
zytie zuster begeven, toen Lectoure hem wenkte
te naderen.
Wordt vervolgd.)
Snelpersdruk - LANGEVELD DE ROOIJ - Texel
ant- eiiMliiito
IYUXOA