S'. KELffi fi, iatetot, P P P k O GERT en 6AL. in hst Logement „de Zwaan." Entree voor een HEER iel DAIE 50 Cts„ HKBÏWAS ai KASBAS. verkoopen en verhuren: Ilooigeicas en Nagras van Groote Opruiming' van MANUFACTUREN. O O P3 fi P 4 op Zaterdag 29 dezer, Feuilleton. Uitgevers Texelsche Courant. zal op Dinsdag 2 Juli 1889 SNELPERSDRUKKEltlJ. O. A. Broekkamp. De Verzoening. s avonds 8 ure, in het logement „de Zwaan" aan DEN BURG, ten oversta an van den Deurwaarder KOAIi\G' 7.58.10 HuiskoogHooge Huiskoog en Rapeland. 4.04.50 Vier en achthonderd en Achterstehoekjes. 8.93.80 Hoogehoekjes en de Barbier. Eerst afzonderlijk en daarna gecombineerd. 0.81.90 Bovenste Mietkoog. 1.81.50 Koeijenioeicljesin 2 perceelen. 1.69.90 Benedenste Mietkoog. 1.53.20 Kleine Koevjemoeidje en 't Hok. 1.29.90 Tweemad. 2.56.80 Dirk de Smit. 1.46.90 Voorste en Achterste Hanebakker. 1.92.90 Lage Veldmuis. Alles gelegen in E verstekoog en vanK. Brouwer. MOOIGEWAS van: 2.67.50 gelegen in het Burger Nieuwland, eigendom van Aaltje Kikkert. ii CONTANT Gedurende de Kermisweek geef ik aan mijn begunstigers 5% korting zonder eenige prijsver- hooging der goederen, dus doet uw voordeel. Pil. VLESSING, Waalderstraat. SPOEDIG en NETJES. r voor Gemeenten, Polderbestu- t ren en Vereenigingen. l5V\XVÜ*L|Ll)IlAA<l\3uefï\) 1 OVERLIJDINGSBRIEVEN, Verlovingskaarten, Ondertrouwkaarten. Bericht- en Adreskaarten. met letters naar keuze. REKENINGEN, NOTA'S, WISSELS, Kwitantie n, PRIJSCOURANTEN, Memorandums. Dril": Convocatie n, programma's j ENTRÉEKA AR TEN, MENU 'S. Verkoopbi Ij e t ten, STROOIBILJETTEN enz. enz. enz. BILEIJKEPRIJZEN. Het geachte publiek van TEXEL wordt door deze bekend gemaakt dat 's avonds 9 uur of onmicldelijk na afloop der avond-voorstellingdoor het Strijk-orkest van den Heer Princelli B A L zal gegeven worden tot een beperkt getal. BURG-TEXEL. UEd. Dienaar, Vrij naar 't Fransch door A. B. Novelle. 5. Hoofdstuk V. Nauw'lijks had mijnheer Martin zijn brief geëindigd of hij viel in zwijm, toen hij weer bijkwam, bemerkte hij zijne vrouw, welke naast hem stond en hem verzorgde, haar oogen waren met een uitdrukking van teederheid en medelijden op het gelaat van haren man gericht. Gy wilt sterven? vroeg zij op een toon,welke hem deed sidderen, terwijl zjj hem het üeschje gevuld met laudanum, dat voor hem op de tafel stond met de vinger aanwees. Ik wil dat niet hebben voegde zij er by, terwijl zij de brief welke George juist geschreven had opnam, laat my deze eens lezen, waarschijnlijk vind ik er de verklaring in van 't verledene. Arme vriend, rust een weinig uit, ik kom dadelijk terug. O, mijn God is het waar wat ik hoor, mompelde hy, terwijl hij zyn vrouw met den blik volgde zy heeft mjj haar vriend genoemd 1 Mevrouw Martin kwam na verloop van een uur terug; haar oogen stonden vol tranen. George, zei zy, door uw lang lijden hebt gij boeten gedaan, ja uw misdaad is daardoor uitge- wischt - - - heb moed. Gy moet weer geheel in uw eer hersteld worden door een leven geheel gewijd aan de deugd, door het ve rrichten van edele en edel moedige daden De wereld, uw familie zullen u weer gaan achten, waarom zouden zy het niet doen, daar God u vergiffenis schenkt. Hij die ter rechter tijd tracht het goede te doen, vind er ook gelegenheid voor. Ziehier vooreerst wat ik u voorstel Het geld, dat deze portefeuille bevat komt uit een onzuiveren bron, wy kunnen het niet houden. Geef het aan de hospitalen dezer stad. "Wy zullen dit huis met hetgeen het bevat verkoopen, en de opbrengst er van ook onder de ongelukkigen vor- deelen. Ik zal mijn vader schrijven, ons het noodige geld te zenden om ons met eenige landverhuizers naar een onbebouwde streek te begeven. Wij zullen daar evenals die lieden leven, van de vruchten onzer arbeid. Het ongeluk heeft ons beter gemaakt, wy zullen toegevend zijn, voor hunne gebreken. Als er een geschil tusschen hen ontstaat zullen wij ze kalm maken door woorden van vrede en liefde. Is dat niet beter dan een zelfmoord. Helena - ik aanbid u, riep George, terwijl hij voor haar op de knieën vielik wil alles, wat gij wilt hoe gelukkig gevoel ik mij, dat gi) verlangt, dat ik blijf leven Maar, voegde hy er bij in tranen uitbarstende ik kan niet toestaan, dat gij met my dat bestaan van ontberingen en harde arbeid deelt - - Gy hebt niets te boeten, gy wier leven zeer rein en heilig is 1 Ga naar uwe vader - - Als gij zult oordeelen. dat ik u weer waard ben zult gij mij laten roepen. Ik heb mijn hart veel te lang het stilzwijgen opgelegd zei zy, glimlachende en als ik u verliet, wie zou u dan moed inspreken? wie begrijpt uwe bedoelingen. Gij zyt mijn man, de vader van myn kind, ik ga met u. Ik ben te hard geweest lieve ik heb u zien lyden, zonder de minste moeite te doen uw kwellingen te verzachten. Uw smart en wanhoop hebben u in mijne oogen veel grooter ge maakt en doen mij groot pleizier Ik zag er de bewijzen in van uw berouw en uwe liefde. Hoofdstuk VI. Tien jaren na bovengeneemd tijdstip traden twee vreemdelingen het dorpje Wilhelm binnen. De Duitsche landverhuizers die het gesticht hadden, hadden het den naam gegeven van den meest geachten onder hen. Het dorpje was lief gelegen op de helling van een heuvel, een riviertje besproeide de vruchtbare velden in 't rond. De uiterlijke teekenen van voorspoed en geluk, welke als het ware over de woningen en de inwoners verspreid lagen, beviel den reizigers zoo goed dat zij er vroolyk door gestemd werden. De oudste der twee vreemdelingen was omstreeks vyftig jaren; een dikke grijsachtige knevel bedekte zyn bovenlip, zyn kleeeing was die van een zeeman en een klein ordelintje versierde zyn borst. Zyn metgezel, naar gissing twintig jaren was nog in de bloei der jaren. Het was zondag; de dorpelingen kwamen allen uit de kerk, orgeltonen weergalmden door de lucht. De menigte verspreidde zich naar alle kanten, allen keeken de vreemdelingen nieuwsgierig aan. Kunt gij ons het huis ook aan wy zen, waar mijnheer Martin woont vroeg de oudste der onbeken den. O, dat is daar. anntwoordde een vrouw, terwyl zij met een gebaar een huisje aanwees, half ver scholen achter struikgewas en hooge bloemendaar woont onze goede heer. De reizigers gingen met langzame schreden de tuin door en traden het huis binnen mijnheer Martin was alleen in de voorkamer. Hy was een weinig verouderd, zjjne haren waren bjjna geheel wit, maar in zyn oogen schitterde nog jeugdig vuur, zyn voor hoofd toekende duidelijk de sporen van gebrek. Het was voorzien van talrjjke rimpels. Om zyne lippen speelde een glimlach welke vol doende bewees, dat zyn hart niet van steen was. Hij keerde zich om naar de nieuw gekomenen en bleef onbewegelijk van verwondering en vreugde staan. Wilt gy mij dan niet omhelzen broeder, zei de onde soldaat, terwijl hy zyn armen uitbreidde. Sedert lang zocht ik er naar u de hand te drukken, voegde Eduard Gannond er by, terwijl hy met de oogen mevrouw Martin zocht. Helena, riep George uit, Helena, myn broeder is hier hy schenkt my vergiffenis Helena verscheen op de drempel; haar schoon heid had een ernstiger, een engelachtiger karakter aangenomen, de reinheid van haar ziel weerkaatste als het ware op haar heerlijke trekken, haar oogen hadden nog steeds dezelfde bekoorlyke glans bewaard. Zy kwam nader en stak de handen aan Jhare gasten toe. George, hernam kapitein Martin, ik geef uniet alleen rnyne achting weder, maar ik ben trotsch op uUwe vrouw heeft ons jaarlyks geschreven en ons verteld van uwe werken, uwe vroome en edele onderwerping. Wy weten dat die eenvoudige lieden welke u omringen u hun geluk en vrede verschul digd zyn, dat gy niet geleefd hebt voor u zeffmaar voor hen, wy hebben vernomen dat gy velen van hen het leven gered hebt, dat gy voor hen een weldoener een vriend geweest zyt. Zy heeft ons gezegd, dat gy niets bewaard hebt van het geld, dat haar vader haar by zyn dood gemaakt heeft. Een kerk, een algemeene bibliotheek ryk aan uitstekende boeken zyn gekocht en opgericht onder uw beheer. Gy hebt uw fout door lange jaren van wysheid, liefdadigheid en deugd uitgewischt; wy zyn gekomen om u dat te zeggen. Zy is het zy die my gered heeft, zei George terwyl hy een teedere blik naar zyn vrouw wierp. En myne moeder? zy heeft u in hare laatste uren gezegend, antwoordde de soldaat en Ik kom myn laatste dagen by u doorbrengen Gy zult my leeren wel te doen, ik zal uw zoon leeren exerceeren. Waar is hy, myn neef? Dat zou een nuttelooze zaak zyn; zei mevrouw glimlachendehier in deze streken kennen wy geene vyanden. Welnu zooveel te beter, hernam de kapitein, ik heb geen rein geweten op dat punt, ik heb myn leven verkeerd gebruikt begin ik te geloovon, God moet aan de zyde van den vrede zyn. Ik hoop dat gy hier eenigen tyd by ons zult blyven mynheer; zei mevrouw Martin tot Eduard, het doet ons groot genoegen u in onze nederige woning te zien. Ik zal u morgen verlaten, mevrouw, antwoordde de jonge man met een onvaste stem. Dat God u in vrede bewake. Snelpersdruk LANGEVELD& DE ROOIJ— Texel. «VY v(tf

Kranten Regionaal Archief Alkmaar

Texelsche Courant | 1889 | | pagina 4