N°. 187 Donderdag 18 Juli. A0. 1889. Nieuws- en Advertentieblad. Binnenland. Dit blad verschijnt Woensdag- en Zaterdagavond. Abonnementsprijs per 3 maanden Voor den Burg 30 Cts. Franco per post door ge heel Nederland 45 Cts. Naar Amerika en andere landen met verhooging der porto's. Advertentiën vóór 10 uur op den dag der uitgave. Prijs der Advertentiën Van 1 tot 5 regels 30 Cts. Iedere regel meer 6 Cts. Groote letters en Vignetten worden naar plaatsruimte berekend. Bewijsnummers 2 Cts. per nummer. ABONNEMENTEN en ADVERTENTIËN worden aangenomen bij de Uitgevers LANGEVELD DE ROOU, ParkstraatBurg op Texel. NED. HEIDEMAATSCHAPPIJ. Overgenomen uit het Leidsch Dagbl. 't Is nu ongeveer twee jaar geleden, dat de Geld.-Overijselsche Maatschappij van Land bouw besloot een poging aan te wenden, om de ontginning van woeste gronden te bevor deren. Ze benoemde toen eene commissie, bestaande uit de heeren A. J. Blijdenstein, F. B. Löhnis en G. E. H. Tutein Nolthenius, om over die zaak verslag uit te brengen. Genoemde commissie kwam met haar arbeid gereed en beval ten zeerste aan de oprichting eener Heidemaatschappij. Ze wees o. a. op zulk eene Maatschappij in Denemarken, waar zij bijna een kwarteeuw bestaat en reeds veel heeft bijgedragen tot de ontginning der woeste gronden. Over 't geheel schijnt men in het buiten land ons daarin voor te zijn; we noemen bijv. Duitschland en België. Geen wonder dat deze naburen vooral, zich zeer verwonderen, dat in ons land nog zooveel wopste gronden gevonden worden: ongeveer 700,000 HA. En dat in een land, zoo dicht bevolkt en zoo rijk Er zijn echter twee oorzaken, die als een vergoelijking dier nalatigheid zijn aan te mer ken. Vooreerst de omstandigheid, dat de heidegronden over 't algemeen 't eigendom zijn van gemeenten of marken, die ze in gemeenschappelijk bezit hebben. Als tweede oorzaak geldt deze, dat het den eigenaars aan de noodige kennis ontbreekt om een ontginning aan te vangen met hoop op goede uitkomsten. Aan de eerste oorzaak nu is onze regeering te gemoet gekomen, door de invoering eener wet op de verdeeling der markegronden; de tweede hoopt de opgerichte Ned. Heidemaat schappij op te heffen. Zij stelt zich nl. ten doel raad te geven, zoo mogelijk kosteloos, aan hen die ontginnen willen en ook om ontginningen uit te voeren voor rekening van anderen; derhalve om kapi talisten in staat te stellen eenig geld in ontginningen te steken en wel op zoodanige wijze, dat deze hun geld daarin niet verliezen. Dat Z. M. onze Koning het hoog belang van eene vereeniging als de Nederlandsche Heidemaatschappij aanstonds inzag en waar deerde, bleek genoegzaam uit de moreelen en flnanciëelen steun, welken Hij aan de jeugdige Maatschappij verleende. Z. M. aanvaardde met de meeste bereidwilligheid het bescherm heerschap, maar schonk haar ook, onder zekere voorwaarden, de belangrijke som van f25,000. Het spreekt vanzelf, dat daarvan met hooge ingenomenheid werd melding gemaakt op de dezer dagen te Arnhem gehouden eerste alge- meene vergadering der Ned. Heidemaatschappij. Indien deze dan ook hare werkzaamheden heeft kunnen aanvangen, en als gevestigd kan beschouwd worden, dan is dat voor een groot deel te danken aan den steun, welke Z. M. haar schonk. Reeds nu telt de Maatschappij bij de 2000 leden, vereenigd in een 25-tal afdeelingen en een aantal correspondentschappen. De groote moeilijkheid zit echter in de aanstelling van een bekwaam directeur, wat toch hoog noodig is, zal de Maatschappij krach tig werkzaam zijn om aan de wenschen van het publiek en de grondeigenaars te voldoen. Zoo'n directeur moet natuurlijk in de eerste plaats goed op de hoogte zijn van den bosch- bouw, zoowel practisch als theoretisch: in de tweede plaats zal men van hem kunnen ver langen dat hij een goed administrateur en organisateur zij. Voorloopig heeft de heer G. E. H. Tutein Nolthenius die moeilijke taak op zich genomen. Hem werd als deskundige toegevoegd de heer W. Bley, een Oost-Friesch, wijl men hier te lande geen geschikt persoon kon vinden. Deze heeft reeds verschillende reizen gedaan ten behoeve van uit te brengen adviezen; ook heeft hij reeds eene dennenbeplanting in Zuid-Holland uitgevoerd; verschillende bestuur ders hebben hem in onderscheidene streken van ons land rondgeleid, terwijl hem bovendien is opgedragen het in kaart brengen eener groote ontginning door 't aanleggen van vloei- weiden, waartoe zeer zeker besloten zal worden. Veel gronden hier te lande zijn daarvoor geschikt, maar de noodige ervaring tot toe passing er van, ontbreekt. De heer J. Van Hoek, fabrikant te Enschedee, heeft vloeiweiden te Boekeloo (Twente), enkele bevinden zich in Noord-Braband, maar over 't geheel ontbreekt bij ons de practische zoowel als theoretische kennis om in dezen op goede uitkomsten te durven hopen. Men heeft echter 't oog gevestigd op de Boschbouwschool te Frederiksoord. Zoodra er leerlingen van die school geschikt zijn om als boschbazen geplaatst te worden, denkt men daarvan gebruik te maken. Niet alleen om naar het buitenland gezonden te worden om aldaar te worden opgeleid voor den aanleg van vloeiweiden, maar tevens om in verschil lende deelen des lands proef- of model-ontgin ningen aan te leggen, en als wandelleeraars juiste voorstellingen omtrent de ontginning ingang te doen vinden. Reeds is er door 't bestuur der Heidemaat schappij gevolg gegeven aan de bevelen des Konings omtrent de besteding der door Z. M. beschikbaar gestelde som. In de eerste plaats verlangde Z. M., dat zij besteed zou worden tot ondersteuning van onbemiddelde bezitters van heidegronden, die tot ontginning wilden overgaan, mits zij zich daarbij naar de te geven voorschriften wilden gedragen. Op die wijze zijn al 26 H. A. woeste grond tot bosch aangelegd. Er is echter in het korte tijdsverloop der Maatschappij meer gebeurd. Een veertigtal adviezen zijn door het bestuur op aanvrage verstrekt, terwijl voor andere nog onderzoekingen plaats hebben. Verscheidene grondeigenaars hebben denne- zaad aangevraagd, met het gevolg dat aan hen ongeveer 600 kg. is geleverd. Zoo hoopt de Maatschappij, naarmate er meer geldmiddelen en werkkrachten beschik baar komen, haar werkkring geleidelijk uit te breiden. TEXEL, 17 Juli 1880. Beroepen bij de Doopsgezinde gemeente te Koog a/d Zaan, Ds. P. S. Bakels te den Burg op Texel. Door de verschillende doopsgezinde Gem. is tot bestuurder der Algemoene doopgezinde Sociëteit benoemd Ds. P. S. Bakels, leeraar bij de doopsgezinde gem. van Burg, Waal en Oosterend op Texel. De verpachting der Tienden van de graan gewassen en veldvruchten, welke dit jaar op Texel worden ingeoogst, Maandag j. 1. gehouden, bereikte aan pachtsom een cijfer van f 246.30; voegt men daarbij dat voor ieder blok boven dien nog 60 cts. boven de pachtsom wordt bijbetaald, plus 5% voor onkosten, dan komt men tot een cijfer van (er zijn 26 blokken) f 274.25 dat in het geheel door de diverse pachters moet worden opgebracht. Dat deze echter voor de moeite der inning zich ook gaarne beloond zien, ligt voor de hand; als slotsom komt dus de tiendheffing over de verschillende tiendplichtigen, zeker wel op een cijfer van ruim f 300. Na afloop der Tiendverpachting werd nog verkocht het Havergewas van 1 Heet., hetwelk f 42 opbracht; het grasgewas van 2.89.30 H., bracht f 19 op. Hiermede zijn zeker de veilingen van hooi- gewas wel ten einde. Levert de voordeelige zomer veel stof tot vermelding van voorspoedige groei van gewassen, ook in de dierenwereld doen zich niet minder zeldzame gevallen voor. Zoo werd ons als een vermeldingswaard feit mede gedeeld dat bij een onzer eilandbewoners, eene hen, welke in Augustus van het vorig jaar ter wereld kwam, thans reeds voor de tweede maal een broed van 12 kuikens onder hare vleugelen koestert. Zeker geen onvoordeelig zaakje, wanneer zoo'n dier binnen een jaar tijds, een getal van 24 afstammelingen heeft Een tweede geval van besmettelijke varkensziekte, (thans in den polder Eierland) deed zich op ons eiland voor. Het kadaver werd volgens wettelijke voorschriften vernietigd. Wij herinneren er nogmaals aan om bij voorkomende verschijnselen van ziekte, daar van terstond kennis te geven of de dieren te slachten, opdat het vleesch alsnog voor de consumtie kon woiden gebruikt. In het bovengenoemde geval zou bij dadelijke slachting, toen een minder gunstig verschijnsel werd waargenomen, het geldelijk nadeel wel licht niet zoo groot zijn geweest. Wij herinneren hierbij echter dat bij slach ting van van ziekte verdacht vee, het vleesch niet voor consumtie mag worden gebruikt, voor en aleer het door een daartoe aangestelde deskundige als zoodanig is goedgekeurd; zie ons nummer van Zondag j. 1. Door eenige jagers, die met eene boot naar een zandplaat in Eierland waren uitgegaan op de robbenjacht, zijn, naar men meldt, drie zulke dieren geschoten. TEXELSCHE COURANT

Kranten Regionaal Archief Alkmaar

Texelsche Courant | 1889 | | pagina 1