MEDE-KIEZERS! deH.H. W.Bakker Ki, en W. Brans HHLAID-MERUA. Feuilleton. OPRUIMING! een iet oierloien KABINET, De gegarandeerd zuivere MUEWE-LIJNKOEKEN li Argentij nsclie Republiek. Zuid-Amerika. TE KOOP voor ongeveer f 30. G. GEUS Hz. blauw briefje.) Een Naaimachine EVA. Lijn: Noord-Amerika, LijnZuid-Amerika, Verkrijgbaar op de Kuitersplaats. De Consul-Generaal voornoemd. In de onderstelling, dat de LAFFE handel wijze van een' mede-kiezer op n geen invloed zal uitoefenen, noodigen wij u uit, bij de aanstaande herstemming voor leden van den Gemeenteraad getrouw met ons ter stembus te gaan en te kiezen: EN Het Bestuur der Liberale Kiezers- vereeniging te Oosterend: P. J. BOUMA, Voorzr. J. A. DIJKSEN. H. J. KEIJSER. J. DAALDER, Secrs. Een niet onbemiddelde Boerendochter of weduwe, met weinig of geen kinderen wordt gewaagd, door iemand, die een kleine, eigen zaak heeft, om (des noods) zoo spoedig moge lijk een HL WE LIJK aan te gaan. Zij die van P.G. zijn en ongeveer 40 jaar oud, zende, onder geheimhouding wederzijds, fr. br. onder No. 39, aan het bureau van het Alkmaarsch Advertentieblad, Ged. N. Sloot, 49, Alkmaar, liefst met portret. geschikt voor trap- en handbeweging. Adres te bevragen Bureau Tex. Courant. 6. elke week naar N E W - Y O R K. elke maand naar MONTEVIDEO en Bt ENOS-AYRES. Men ver voege zich aan de Kantoren der V. A. S. M. te Rotterdam of te Amsterdam, en bij de Agenten, of bij Inspecteur J. E. KROES, Groningen. E. BOLS1US, Oistencijk. Hoofdstuk II. Mijn plan was het volgendeIk wilde mij voor eenen Noord-Amerikaan uitgeven, die een reisje door Europa deed, en die den secretaris S., dien hy in Philadelphia had leeren kennen, beloofd had, aan zijne familie in Denemarken een mondelingen groet van hem te brengen. Ik kon die klucht te gemakke lijker spelen, daar mijne zuster zeer goed Fransch en haar man bovendien Engelsch sprak. Om niet door den koetsier verraden te worden, reed ik te paard derwaarts, door mijnen zwarten knecht gevolgd. Een stalknecht nam onze paarden in ontvangst, en zeide, dat mijnheer en mevrouw niet te huis waren, maar den volgenden dag zouden terugkomen. Ik hield mij alsof ik hem niet verstond, en liet mijn Billy voor tolk spelen hij sprak zeer goed Deensch, was in myn plan ingewijd en een sluwe vent. Ik trad het huis binnen; geen sterveling kwam mij te gemoet; alle kamers schenen onbewoond. Ik begaf mij naar de welbekende zaal, die in den tuin uitzag. Daarin hoorde ik eene forte piano waarbij eene vrouwestern zong. Ik klopte aan geen antwoord de muziek ging voort zacht opende ik de deur- Wat ik zag? Een vrouwehoofdje van achteren met blonde zyden lokken, een hals van Carrarsch marmer, een paar schouders van dezelfde stof, een rug zoo volmaakt, dat ik niet weet waarmede die te vergelijken, een paar armen, die of uit walrus- tanden gedraaid of uit ivoor gegoten waren. Al basten vingers zweefden als vlinders over de toet sen, terwyl de nette voetjes op de pedalen trippelden. Plet wras eene vroolyke Fransche aria. Het spel en het gezang waren even voortreffelijk.— Ik was half oor, half oog, en hield mij doodstil. Maar nu was het stuk uit. Ik vond het onbeta melijk langer te luisteren. Ik deed een paar schreden voorwaarts; de zangeres keerde haar gelaat om en stond op, toen zij mij gewaar werd, met een lichten blos en een lichten groet. Hemel, welkeen gelaatIk wil u alleen maar zeggen, dat ik noch in de oude, noch in de nieuwe wereld ooit iets zoo be koorlijks gezien had. Het verscheelde weinig, of ik was mijne rol te buiten gegaan en had Deensch gesproken. - Ik hoorde u Fransch zingen, mejuffer I begon Yan de nog voorhanden zijnde Karpetten, Loo- pers, Vloerzeil, Bedkleedjes, Cocosmatten, ruim voorzien van Lustre-, Dril- en Buksking Jasjes. TE KOOP AANGEBODEN voor billijken prijs. Pli. VLESSING, Waalder straat. munten uit dooi onovertrefbare kwaliteit, zeer hoog vetgehalte en zwaar gewicht, vandaar hun zeer voordeelige uitwerking op melk en vee. Controle te Wageningen kosteloos. De Consul-Generaal der Argentijnsche Republiek te Botterdamgeeft hierdoor kennis, dot INLICHTINGEN OMTRENT LANDVERHUIZING naar bedoeld Rijk, kosteloos gege ven worden aan het Bureau TULPSTRAAT No. 13 te ROTTERDAM (Noorder-Eiland), dat daartoe geopend zal zijn olken werkdag van 9 tot 5 uur. Op schriftelijke verzoeken om inlichtingen of aanvragen tot passage op crediet, in verband met de voorschriften dienaangaande bestaande, wordt alleen dan acht geslagen indien zij franco zijn gericht aan bovengenoemd Bureau. ik in deze taal, en vlei my derhalve met de hoop, van u verstaan te worden. Ik ben een reiziger, en heb beloofd, by myne reis door Denemarken, mynheer en mevrouw A. eenen brief en eenen mondelingen groet van eenen lang afwezigen vriend te brengen. En deze vriend is als ik u vragen mag? zeide zij snel in het Fransch. Ik noemde myn eigen naam, en voegde er by, dat deze vriend, toen ik hem verlaten had, zich frisch en gezond in New-York had bevonden. Deze tyding zal mynheer A, en zjjne vrouw bijzonder verheugen, zeide zij. Het spijt my zeer, dat zij heden uit zijn. My niet, viel ik haar in de rede, want aan dit toeval heb ik een zeker geluk te danken. Ik kon mijne gelante plichtpleging niet voleindigen, want de dame viel mij in de rede. Ik zal hun een bode zenden, zeide zij, en schelde. Zij zijn niet ver af en kunnen biunen een uur hier zyn. Ik wilde haar dit uit het hoofd praten, maar zy verklaarde dat het onverantwoordelijk zou zijn, met het bericht van zulk een aangenaam bezoek te dralen. Een meisje kwam binnen en ontving den last, terstond een knecht te paard naar den heer en vrouw des huizes te zenden, om hun te ver zoeken dadelijk thuis te komen, daar een mijnheer zoo en zoo was aangekomen; vervolgens de thee tafel gereed te maken en den rentmeester te ver zoeken boven te komen. Dit alles geschiedde. Ik had een goed uur voor my, gedurende het welk ik zoowel hare fijne en bevallige manieren kon bewonderen, als haar beschaafd en toch natuur lijk verstand, haar levendig en niet gemaakt gevoel, hare betooverende zedigheid, die niet den minsten zweem van landelijke schuwheid ot laffe gemaakt heid bezat. Ik werd zeer nieuwsgierig te weten wie zij was. Ik heb zeker de eer met de dochter des huizes te spreken? vroeg ik eindelijk. Maar juist toen zy my antwoord wilde geven, werd de deur geopend en myn broeder en zuster traden binnen. Ik herhaalde mijne fabel, en werd door beiden met een ongeveinsde hartelijkheid ont vangen. Het kwam mij somwijlen voor, alsof myne zuster snelle en uitvorschende blikken op mij wierp. Ik begon te gelooven, dat ik ontdekt was, maar van lieverlede overtuigde ik mij van het tegendeel. Ik verheugde my in stilte by de vreugde, die alle drie aan den dag legden by mijn verhaal van hun goeden Willem, en de vriendschap, die er altijd tusschen mij en hem had bestaan. Gij zyjt een Noord-Amerikaan, zeide mijne zuster tot my, en gij spreekt Fransch. Maar mijn man spreekt ook Engelsch, als u dit aangenamer is. Het is waarschynlyk uwe moedertaal. Dat is het, mevrouwzeide ik, maar het Fransch is de taal myns vaders, gelijk gij wel uit mijnen naam hoort. Ik had mij la Fleur genoemd. En daar ik met genoegen ondervind, dat de geheele familie met deze taal vertrouwd is Wy verstaan alle drie ook een weinigje En gelsch, zeide zij. Mijn man heeft ons, twee vrouwen, daarin les gegeven. Ik nam deze gelegenheid te baat, om beide met hunne dochter geluk te wenschen. Ik dacht thans te hooren, wie zy was, maar ik werd niet wyzer, want zij bevestigde noch ontkende het. Eerst den volgenden dag hoorde ik, dat zi) mejuffer Visser heette. Den volgenden dag moest ik natuurlijk de houding aannemen, alsof ik wilde vertrekken, en my ver volgens behoorlijk laten noodigen, eer ik er in toe stemde myn verblijf nog een paar dagen te verlengen. De eerste van het gezin, die ik aan de ontbijttafel aantrof, was mejuffer Visser. By mijn binnenkomst kleurde een hooge blos hare bekoorlijke wangen. Myn hart fluisterde my in, dat dit het eerste gloren van het morgenrood der liefde was. Qy zult hooren, dat dit maar half de waarheid was. Myne rol begon my overigens wat moeieiyk te worden. Ik verlangde myne zuster aan myn hart te drukken, en ware het niet om het lieve meisje geweest, dan zou ik dien morgen dadeiyk myn incognito hebben afgelegd. Ik wachtte ook nog af, of ik eenig oordeel over my zou hooren, dat licht gebeuren kon, daar zy moesten gelooven dat ik geen woord Deensch verstond. Nu, ik kwam dan ook iets te hooren, dat myne ydelheid juist niet byzonder streelde. (Wordt vervolgd). Snelpersdruk LANGEVELD &DE ROOIJ Texel

Kranten Regionaal Archief Alkmaar

Texelsche Courant | 1889 | | pagina 4