Meubelen, Spiegels en Schilderijen. Opiiii Tan Stuiatstoeleii Tan af f 10.00 UIT DE HAND TE HUUR. Es hofstede paaid „LEEffl," UIT EEU FAILLIET MAGAZIJN. O O P5 f=3 P P P P k O P Lï> Lï> Lï> «=a m Keizerstraat Nieuwediep. A. BARNEVELD. Feuilleton. Uitgevers Texelsche Courant. wmm SNELPERSDRUKKERIJ. 0)Èp>l@craa'§» TO M It* Moeder en Zoon. WISSELS, Kwitantie», rillijkTprijzea. GOEDKOOPST ADRES VOOR De ondergeteekende bericht aan het publiek van TEXEL, dat de Heer Jb. KIKKERT ceiiig agent is. "VVaar alle teekcnivgen op aanvrage worden toege zonden. Reparation worden spoedig en net afgeleverd. franco Oudeschild met 40.10.40 Hectaren LAAD, alles annex staande en gelegen in den polder EIJERLAND op Texel, aan den Postweg. AANVAARDING 20 MAART 1S90. Eigendom van den WelEdelGestr. Heer Mr. P. L. F. BLUSSÉ. Te bevragen bij den administrateur II. FLEAS, te Burg op Texel. WIT KATOEN 7 cent. GEEL KATOEN 7 GRIJZE VOERING 6 Tricot BROEKEN, BORSTROKKEN, LIJFJES, zwarte en gekleurde TRICOT-TAILLES, GAREN, BAND, SAJET, KNOOPEN, CREMKANT, BOR DUURSELS, spot spot prijzen a contant. Bij Ph. VLESSIAG, SPOEDIG en KETJES. voor Gemeenten, Polderbestu- ren en Vereenigingen. .u.w O VERLIJDINGSBRIE VEN Verlovingskaarten, Ondertrouwkaarten. Bericht-en Adreskaarten. met letters naar keuze. REKENINGEN, NOTA'S PRIJSCOURANTEN, Memorandums. Convocation, programma's ENTRÉEKAAR TEN, MEAU 'S. Verkoopbiljetten, STROOIBILJETTEN enz. enz. enz. j Ito B 1 1 O ÖHBI 2. (Uit liet dagboek van een geneesheer.) Vrij naar 't Engelsch door A. B. O Mijnheer Beauchamps begon vrijer te ademen, nu Eccles er niet meer was, om hem tot verkeerde handelingen over te halen. Hij besloot voortaan al datgene te zijn, wat Eccles aan zijne moeder verteld had, dat hy was; en te boeten voor zyn verledene door een leven van een voud en deugd. Alles ging nu goed op het kasteel. De nieuwe landheer had het bestuur op zich genomen en was dagelijks bezig met zyn schoone nicht het landgoed te laten bekyken en haar als hun toekomstige mees- teresse aan zijn zetboeren en knechten voor te steilen_ Wat nietig voorval kan echter de grootste verande. ringen in onze levensloop brengen. Na drie maanden op 't land te hebben doorgebracht moest Beauchamps noodzakelijk naar Londen, om eenige zaken omtrent de landeryen te regelen en naar zijn berekening zou hy slechts weinige dagen daar behoeven door te brengen. Dit bezoek bracht hem ten val. Zooals de lezer weet had Eccles be sloten zijn pupil ten onder te brengen. Vernomen hebbende, dat zyn pupil zou vertrekken (Eccles was niet ver van 't kasteel gaan wonen en wist daardoor alles wat op 't kasteel voorviel,) schreef hij de volgende brief aan een baronet te Londen, met wien hy zeer intiem was geweest als „Plucker" te Oxford en die door zyn verslaafdheid aan het spel alles verloren had en zich bezig hield met door middel van het spel anderen af te zetten. Waarde Heer Eduard, De jonge Beauchamps, een onzer argelooze duiven te Oxford, die juist meerderjarig is geworden komt Vrijdag of Zaterdag a. s. te Londen en gaat logeeren in het hotel Hij is goed om geplukt te worden. De vogel is eenigszins schuwmaar gy zyt een goed jager. Maak hem niet ongerust. Hy hoeft opgehouden het leven van vroolyke Fransje te leiden, maar wil nu heilig worden. Hetjonge- mensch heeft my slecht behandeld. Ik wil hem dit doen berouwen Uw meest getrouwe Pieter Eccles. Aan mynheer Eduard Streighton. P. S. als mynheer Beauchamps goed plukt, zult gy my toch zeker wel niet lastig vallen over het geringe bedrag, dat ik u schuldig ben, zult gy wel? Verbrand deze. Deze helsclie brief, welke door eene zonderlinge samenloop van omstandigheden in handen kwam van iemand welke hem my liet zien, was de grond slag van een ry samenspanningen en bedriegeryen, waardoor Beauchamps eindelyk geruineerd werd en Eccles gewroken werd. Toen Beauchamps het kasteel verliet, moest hy zyne moeder en Ellen beloven, dat hy niet langer dan eene week in Londen zou blyven. Alleen dit kon de oude vrouw eenigszins gerust stellen, daar een voorgevoel haar scheen te voor. spellen, dat een of ander ongeluk haar huis zou treffen. Zy had een akelige droom gehad, zei zy, maar toen men haar verzocht te willen vertellen wat zy droomde, gaf zy ten antwoord dit te zullen doen, wanneer Henry behouden weer thuis kwam. In een woord zyn vertrek was de oorzaak van vele tranen en zyn geheele reis naar de stad gevoelde hy er zich treurig door gestemd. By zyn aankomst betrok hy hetzelfde hotel als voorheen en teneinde zyne zaken zoo spoedig mogelykaftemaken, bestemde hij den avond van den dag, waarop hij aankwam reeds voor een onderhand met zijn zaakwaarnemer. De morgenbladen maakten het publiek bekend met het belangrijke feit, dat Henry BeauGhamps, groot landeigenaar was gearriveerd en in het hotel was afgestapt en nauwelijks tien minuten na het ontbijt in het hotel, bracht zijne bediende het kaartje binnen van Sir Eduard Streighton. Sir Eduard Streighton, riep Beauchamps ver wonderd uit, terwyl hij het kaartje nederlegde laat mynheer binnenkomen, voegde hij er na eenige oogenblikken aan toe. Binnen weinige oogenblikken werd de deur ge opend en de baronet trad binnen en gaf zijn vreugde te kennen zijn oude vriend weer eens te ontmoeten, zijn bleeke gelaatskleur was de oorzaak, dat Beau champs hem nog vriendelijk ontving, want ofschoon onwetend omtrent het tegenwoordige plan en karakter van zijn bezoeker, had hy vroeger genoeg gemerkt om zyn omgang te vermijden. Beauchamps was getroffen door het lijdende uiterlijk van Sir Eduard en vroeg met veel belangstelling naar diens gezond heid. De baronet hield Beauchamps ongeveer een uur bezig totdat hy meende zyn slachtoffer genoeg belangstelling voor zich te hebben ingeboezemd. Hy vertelde hem, dat hij, zoodra hij de aankomst van Beauchamps in de nieuwsbladen zag, ondanks zyne ongesteldheid naar hem toe was gesneld, om zyn „oude makker" nog eens te bezoeken en nog eens „over den ouden tyd te praten". Door lang praten wist hy het eindelijk zoover te krijgen, dat Beau champs beloofde den volgenden avond bij hem te komen dineeren, omdat Sir Eduard verhinderd was 's avonds uit te gaan. Sir Eduard vertrok, oogen- schijnlyk kalm, maar in werkelykheid opgewonden van vreugde over het succes, dat hy, zooals hij dacht, reeds by het begin zijner onderneming be haalde. Hij snelde naar hot huis van een zyner mede plichtigen, welke hij eveneens uitnoodigde bij hem te komen dineeren. Zijn plan was niet anders dan om langzamerhand by Beauchamps de reeds uitge doofde liefde voor het spel weer op te wekken. Volgens papieren welke later gevonden zyn en nog bestaanhadden Sir Eduard en zyne makkers reeds nauwkeurig uitgerekend hoe groot het vermogen van Beauchamps was en reeds bepaald welk deel elk er van zou ontvangen. De geheele leiding van de zaak werd op zyn eigen voorstel opgedragen aan Sir Eduard, die glimlachend verklaarde, dat hy Beau champs hart tot in de fijnste puntjes kende en dat hy reeds zyn plan gemaakt had. Hy zou zich eerst op den achtergrond houden en in geen geval vooruit treden, voor hy volkomen zeker was van zyn prooi. Op het vastgestelde uur bevond Beauchamps zich by Sir Eduard aan 't diner in gezelschap van Sir Eduard en twee van diens uitgezochte vrienden. Het zou al te veel van het geduld van onze lezers gevergd zyn, indien wy alle gerechten wilden noemen, welke er werden opgedischt, wy zullen dus maar volstaan met te zeggen dat alles Beauchamps zeer goed aanstond. Het gesprek aan tafel was zeer levendig en Beau champs gevoelde zich daardoor ook zeer aangenaam gestemd. Ongeveer 11 uur stelde een van Sir Eduards vrienden voor eens een weinig te gaan whisten, omdat hy meende, dat zij zich nu allen heesch gepraat hadden; maar Sir Eduard ontkende dit ten sterkste. De voorsteller herhaalde zijn voorstel maar Sir Eduard bleef by zyn weigering. Ik ben het gesprek van myne vrienden nog niet moe, zei hy, maar het kan zyn dat zy het wel zyn. En ik vermoed ook Beauchamps, voegde hy er by, beteekenisvol naar deze knikkende, dat wy onze vingers reeds al te dikwyis gebrand hebben om nu nog te verlangen het te hernieuwen. Wel myn hemel, Sir Eduard I hernam de voor steller, wat meent gy Dat ik verzot ben op hoog spel? Ik die reeds zoo dikwyis het hebt moeten verliezen Hoe is het mogelyk, dat zulke schelmery niet doorzien werd door iemand die reeds vry goed met de wereld op de hoogte was? Het antwoord is gemakkelyk genoeg te vinden. Vleiery en wyn waartoe kunnen die iemand al niet voeren In 't kort de zaak werd zoo goed geleid, dat Beauchamps meende de eenige te zyn welke dit avondvermaak tegen hield en daarom zei: dat zy hem maar niet om raad moesten vragen, als zy iemand noodig hadden wilde hy volgaarne mee doen. De voorsteller en diens vriend keken Sir Eduard onderzoekend aan. Wordt vervolgd) Snelpersdruk LANGEVELD DE ROOIJ Texel. X 15 l»Yf V(S

Kranten Regionaal Archief Alkmaar

Texelsche Courant | 1889 | | pagina 4