Buitenland. H. M. de Koningin heeft van haren gemaal op haar verjaarfeest een met twee prachtige Hongaarsche goudvossen bespannen rijtuig ten geschenke ontvangen. Zondag-avond ontstond er een hevige brand in de stadsgehoorzaal te Leiden. Om streeks half acht stond het geheele gebouw in lichte laaie. De brand kwam aan in de achter het gebouw gelegen pachterswoning en greep zoo snel om zich heen, dat er aan blussclien niet te denken viel. Het zeven jarig zoontje van den pachter is in de vlammen 'omgekomen, daar men te vergeefs beproefde het kind te redden. Het geheele gebouw is uitgebrand. De belende huizen zijn behouden gebleven. Het gebouw benevens de inboedel der pachter waren tegen brandschade verzekerd. Vermoedelijk zijn te Veendam twee menschenlevens verloren gegaan door het gebruik van vleesch van eene zieke koe. Een landbouwer verkocht nl. voor f4 eene bij hem aan koudvuur gestorven koe. De kooper, zijn gezin, eene bij hem wonende ventster uit Winschoten en eene werkvrouw, niet wetende dat zulk vleesch schadelijk voor de gezondheid wras, aten er van en allen werden kort daarop ongesteldhet jongste kind en de koopvrouw zijn gestorven en de werkvrouw heeft de typhus. (L. D.) In het mail-overzicht van het „Batav. Hbl." leest men „Op Atjeh blijft de toestand onveranderd, dat wil zeggen hoogst bedenkelijk. De laatste twee officiëele verslagen gewagen weder van pogingen om door middel van op de baan ingegraven granaten een of anderen trein in de lucht te doen vliegen. Eene zoodanige granaat van 18 cM. sprong op het traject Landjamoe-Blang juist toen de locomtief' de plaats van ingraving passeerde. Een paar dagen later werd in de spoorbaan tusschen Lampeneroet en Lamara eene granaat inge graven gevonden en voorzichtig verwijderd. In de sloep in het schuitenhuisje te Kotta Pohana sprong eene daarin door vijandig volk geplaatste granaat. „Voeg hierbij dat, volgens particuliere be richten, onze posten bijna zonder uitzondering min of meer hevig beschoten werden en dat van eene toenadering der vijandelijke partij niets hoegenaamd te bespeuren valt, dan mag zeker de toestand hoogst bedenkelijk genoemd worden. Het blijkt thans zonneklaar dat de thans gevolgde politiek ons geen stap nader tot het doel voert. De toestand is sedert het optreden van den tegenwoordigen ministèren den landvoogd veeleer slechter dan beter ge worden, en al de illusies, die de eerste zich gemaakt heeft van eene pracificatie van het land, toen hij den heer Yan Assen bij zich ontbood, zijn in rook vervlogen." Als bijzonderheid verdient zeker vermel ding, dat in de Gemeente Opperdoes met eene bevolking van 800 zielen sedert de maand Maart geen enkel sterfgeval is voorgekomen. Als een bewijs, dat het financieel beheer in sommige gemeenten van ons vaderland nog veel te wenschen overlaat, kan de mede- deeling dienen van een inzender in de Gemeen testemdat nl. een hem bekend onderwijzer in zijn bezit heeft 4 a 5 bevelschriften van betaling ter voldoening zijner jaarwedde, die den gemeente-ontvanger verschillende keeren zijn aangeboden, steeds echter vruchteloos, daar voortdurend beweerd wordt, dat er geen geld in kas is. Er loopt een gerucht, dat de lucifers fabriek te Apeldoorn zou worden opgeheven. Naar men meldt, behoeft dit nog nadere be vestiging. Zooveel is zeker, dat hieromtrent nog niets zekers is bepaald en dat het van zeer verschillende omstandigheden afhankelijk is. Als men in aanmerking neemt, dat jaarlijks circa f 50.000 enkel aan arbeidsloonen wordt betaald, gevoelt men welk belang voor de ge meente er bij betrokken is. Te Stadskanaal ontvingen dezer dagen eenige arbeiders te zamen de som van f 318 aan werkloon. Vóór dit geld aan hen verdeeld kon worden, moest er f 61 aan drankgeld worden betaald, dat zij onder het werken ver teerd hadden. Uit de Groninger veenkoloniën schrijft men aan 't Hbl. o. a De vreemdeling, die in den voorzomer de onafzienbare velden met blauwe bloesems ziet, mag met recht vragen, waartoe al die aardap pels, als volksvoeding lang veroordeeld, toch moeten dienen. De groote fabrieken met haar slanke schoorsteenen geven daarop antwoord alle aardappelmeelfabrieken, waarin een indus trie wordt uitgeoefend van zeer recente dag- teekening. Toen voor jaren de gevreesde aardappelziekte den oogst herfst op herfst deed mislukken, 't product niet eetbaar en daardoor niet verkoopbaar was, scheen men voorgoed met dat geschenk uit de nieuwe wereld in de oude te moeten afrekenen. Voor veevoeder zelfs waren de zieke vruch ten ongeschikt. Maar wat de dood scheen te zullen worden voor menig landbouwer werd het brood, de welvaart van den fabrikant. De energieke fabrikant Scholten van Groningen wist uit de zieke knollen nog een goede en groote qualiteit zetmeel te halen. En toen die Noorsche Amerikaan 't anderen maar voordeed, waren er spoedig volgers. Koopvaardijkapiteins en stuurlieden op non- activiteit pasten hun bespaarde penningen bij elkander en richtten zoo als vennooten een fabriek op voor gemeenschappelijke rekening. Klein begonnen, kwamen ze spoedig tot groote dingen. De dividenden waren zoo verbazend voordeelig, dat twee, drie eindelijk financieel konden doen, wat bij 't begin van de indus trie voor 15 a 20 nauwelijks mogelijk was. Zoo verrezen die grootsche gebouwen, waarheen honderden scheepsladingen van heinde en ver de grondstof aanbrengen. En daar is watnoodig. Enkele fabrikanten maken per dag 3500 a 4500 mud stuk. Hoofd product is het aardappelmeel, dat in groote hoeveelheid ook naar 't buitenland vervoerd wordt. De herbergierster te Steenwijkerwold, die dezer dagen, schoon zij geene „vergunning" had, aan een paar marechaussees in burger- kleeding, op hun dringend afhouden, sterken drank had geschonken, is om deze wetsover treding veroordeeld tot de minimumstraf van 50 cent boete voor hare poging tot omkooping der marechaussees werd haar ook 50 cents boete opgelegd. Naar wij lezen is door een Nederlandsche inzendster op de tentoonstelling te Parijs, mej. E, Murkens uit Utrecht, een bijzonder soort van corset uitgevonden. Het nieuwe kleeding- stuk is een soort van vest, voorzien van een vijftal lichte baleinen. De uitvindster noemt het kleedingstuk een „Taille de Santé" en onderwierp het aan een onderzoek van onder scheiden geleerden. Dr. Barnouw te Amster dam, prof. v. d. Lith te Utrecht, dr. Manfeldt en de heer v. Oist, officier van gezondheid le klasse te Utrecht, gaven er de gunstigste getuigenissen van. Te Parijs liet zij haar uitvinding aan de doctoren Napias, Thulie en Thijssen zien, en zij nam op aanraden van den Nederlandschen consul onmiddellijk een brevet. H. M. de Koningin heeft aan mej. Murkens de eer aangedaan van haar uitvinding kennis te nemen. De schoenmakers in de Langstraat (N. Br.) hebben het dit jaar zeer druk en vele bazen hebben den winter voorraad opgeruimd niet alleen, maar komen zelfs schoenwerk te kort om hunne clientèle te bedienen. Dientenge volge is de ledervoorraad ook aanmerkelijk verminderd en gaan de looieryen misdien eene betere toekomst te ge moet. {N. v. N.) By een vischhandelaar te Utreoht is tentoon gesteld een aquarium, waarin zich bevinden: een slang, een schildpad, een snoek en een muis. Deze kleine viervoeter had zeker nooit kunnen den ken, dat hy in een hok voor zondervoeters terecht zou komen, maar hier in dit geval moest hy dienen tot voedsel voor de slang. Geen wonder dat hy in den beginne als een razende door het aquarium sprong, waarvan de snoek den terugslag scheen te ondervin den. Zeer vermoeid zet hy zich eindeiyk op het in het midden aangebrachte rotsje neder, om uit te rusten en droog te worden. De slang, ongeveer een el lang, had zeker het srreekwoord wel eens ge hoord: „gemeene nood maakt vyanden tot vrienden"' want zy liet den knabbelaar rustig zitten. Deze herkreeg door die houding weder moed, begon te herleven en zyn knabbelaarszucht te koelen aan de rots. Eindelyk kwam de honger hem kwellen. Wel had men hem een stuk brood gegeven, doch dit dreef tegen het glas, en te water durfde hy niet. Toen beging hy een waagstuk, dat zeker nooit by zijn voorzaten is opgekomen en dat zeker als het grootste heldenfeit in de muizengeschiedenis zal worden ge boekstaafd. Hy wacht totdat de slang aan de opper vlakte komt, loopt over diens gladde huid, bemach tigd het brood en loopt gezwind terug. Sinds is de vrede volmaakt. Wanneer de slang zich op de rots ter ruste begeeft, dan zit langstaart op haar gekronkeld lichaam en slaapt dan zoo gerust als in het heerlykste keldergat. (Centrum.) Naar men uit Curaqao aan „De Tijd" meldt, is de nood aldaar geweken. Met Pink steren is het er gaan regenen. „Sedert vermindert zoo schrijft men de ziekte overalmen heeft wederom goed drinkwater, het vee heeft reeds iets te eten, en ook de menschen beginnen weder eenig voedsel te winnen. Zoo halen wij denplant- tijd, die omstreeks October (den aanvang van den gewonen regentijd) begint en waarop de gewone jaarlijksche oogst, met Gods zegen, moet volgen. U kunt nu gerust de kolommen van „De Tijd" voor de bijdragen wegens den hongersnood op Curaqao sluitenmet Gods hulp hopen wij met het restant der door uwe lezers gezonden bijdragen de verdere armoede voldoende te kunnen bestrijden Aan het feestmaal, dat de gemeenteraad van Parijs den 18den Augustus de maires zal aanbieden zullen volgens de tot nu toe ingekomen antwoorden op de uitnoodigingsbrieven, omstreeks 60 pet. deelnemen, zijnde iets meer of minder dan 22000 maires. N. B. Ct. In de Argentijnsche Republiek wordt thans de langste en grootste paardentrambaan der wereld gebouwd. Zij zal een aantal steden met de hoofdstad Buenos-Ayres verbinden en eene lengte uitmaken van 200 Engelsche mijlen. De reden, waarom men paarden er geen stoom als beweegkracht aanwendt, is daarin gelegen, dat de prijs van kolen en hout in deze streken buitengewoon hoog is, terwyl paarden billijk in prijs zijn. Voor het comfort is ook zorg gedragen. Vijf slaapwagens van 18 voet lang en ieder met 6 bedden, welke oveidag in elkaar gerold kunnen worden, dienen voor rustplaats. Het overige rollend materieel bestaat uit 4 wagens, met 2 verdiepingen, 20 platvormwagens 6 ijswagens, 4 wagens voor gevogelte en slachtvee benevens twee vervoerbare kranen om zware lasten op te lichten en eindelijk 200 gewone goederenwagens. De Nederlanders te Brussel zijn voornemens aldaar een toevluchtsoord op te richten voor Nederlandsche werklieden, die geen arbeid hebben Tot dit doel heeft zich een commissie gevormd onder voorzitterschap van onzen gezant, baron Gericke van Herwijnen, welke bezig is geld bijeen te brengen. Nu reeds hebben zich 80 werklieden aangemeld. Men verwacht, dat het kapitaal spoedig ter beschikking zal zijn, zoodat de inrichting nog vóór den winter gereed kan komen. De Fransche regeering blijft streng optreden tegen de Boulangistische ambtenaren. Volgens de „XIXme Siècle', is nu ook een aantal ambtenaren bij do posteryen ontslagen en ook wordt gezegd, dat spoedig de op pensioen-stelling van drie generaals wegens Boulangisme zal volgen. De Royal Agricultural Society" te Londen heeft weer een vergadering gehouden, waar een voorstel werd behandeld om der regeering te verzoeken het verbod van invoer van levend vee uit Nederland te handhaven, totdat er geen mond- en klauwzeer meer in Duitschland zou voorkomen. Men besloot echter dit voorstel niet te steunen, daar het niet noodig werd geacht verder bij de regeering op handhaving van dit verbod aan te dringen. Uit Nederland zijn sedert het vorigen besluit dor maatschappij geene nieuwe gevallen van de ziekte gemeld en daarom meende de vergadering deze zaak gerust aan de regeering te kunnen overlaten. Een amendement om bij dit antwoord te voegen dat de invoer van levend vee uit Nederland werd afgekeurd, zoolang het klauw- en mondzeer in Duitschland heerschte, werd met 12 tegen 7 stemmen verworpen.

Kranten Regionaal Archief Alkmaar

Texelsche Courant | 1889 | | pagina 2