HEINE HOUTWAREN.
Ilt Notaris MIK WESTENBERG.
Men, AcMertolen, Kanttolen en Schroten
D. C. DROS.
Meubelen, Spiegels en Schilderijen.
Opimim van Stroomatstoelen Tan af f 10.00
Openbare V
900 stuks greenen PLATEN,
BADDINGS en DEELEN,
DE VEILING VAN EIKENHOUT
J. H. SË0JEN, lakeiaar.
Keizerstraat Nieuwediep.
A. BARNEVELD.
Feuilleton.
Donderdag 22 Augustus a. s.
publiek verkoopen:
TJit de hand te koop:
Zaturdag 17 Augustus 1889,
Moeder en Zoon.
van eene aanzienlijke partij
zal op
's morgens half 11 ure, op het MARKTPLEIN
aan DEN BURG
van 3 bij 11, 3 bij 9, 3 bij 7, en 27a bij 67» duim.
De deelen 17» bij 9 en 1 bij 9 duim.
Allen van 25 tot 14 voet lengte.
Het te verkoopene zal daags te voren, be
hoorlijk gekaveld voor ieder ter bezichtiging
liggen.
ZEGT HET VOORT.
Eene groote partij
bij A. C. LAP, den Burg.
op het HAVENTERREIN te OlDESCHILD,
is nu definitief bepaald, op
's morgens 11 ure.
ZELDZAAM AANBOD.
Puik Puike VANILLE.
12 stokjes voor 70 ct., bij mindere hoeveel
heid 6 ct. per stuk.
O Aan 't zelfde adres worden OIJDE
r .0. KIPPEN en JONGE IIANEN opgekocht,
tegen flinke prijzen.
3
<^jekk^Ab.ox>Jvk iyuujiA IfUAA^e.
3
GOEDKOOPST ADRES VOOR
De ondergeteekende bericht aan het publiek van
TEXEL, dat de Heer Jb. KIKKERT ecnt'g agent is.
Waar alle teckeningen op aanvrage worden toege
zonden.
Reparation worden spoedig' en net afgeleverd.
franco Oudeschild.
6.
(Uit het dagboek van een geneesheer.)
Vrij naar 't Engelsch door A. B.
Hoe hy er verder in slaagde, den dag verder door te
brengen, wist bij niet; maar omstreeks 5 uur begaf
hfi zich naar zyn kleedkamer om zich gereed te
maken voor 't diner. Hy was nu zoo beverig ge
worden, dat l.y niet meer in staat was zichzelf te
schoren, maar iemand daarvoor moest laten komen.
Na gekleed te zijn keerde hy naar zyn zitkamer
terug, nam uit zyn schrijfbureau de 5000 pd. st.
aan banknoten, welke hy nog van een medespeler
had weten los te krygen met het oog op zyne
bezittingen en deed ze in zyn zakboekje. Toen nam
hy een spel kaarten en beproefde nog eens en nog
eens weer of zyne berekeningen juist waren Hier
over voldaan, legde hy de kaarten weg, sloot de
deur, opende zyne lessenaar en nam er pen en papier
uit.
Met zyn pennemes prikte hij zich vervolgens in
den top van zyn vinger, doopte zyn pen in het
bloed, dat daaruit kwam en schreef er de plechtige
eed mede, dat hij, wanneer hy dien avond het geluk
mocht hebbon, het verlorene terug te winnen, hy
nimmer weer kaarten of dobbelsteenen zou gebruiken
en nooit weer een speelhuis zou bezoeken. Ik heb
dat zonderlinge en treffend document gezien. De
letters, vooral die van de onderteekening zyn meer
die van een man van 80, dan die van een jongmensch
van slechts 21 jaar. Toen opmerkende dat het reeds
laat begon te worden, verzegelde hy het haastig
met een zwart lak, keek nog eons naar de noodlot
tige 5000 pd. st. en vertrok naar het diner.
Toen hy by Apsley kwam, waren alle andere
gasten reeds vergaderd en zaten reeds recht genoege-
ïyk byeon. Als men ze zoo zag, zou men niet gezegd
hebben, dat ondor dat vroolyke uiteriyk zulke zwarte
zielen schuilden. Geen woord of zinspeling werd
er gedurende het diner gemaakt over datgene wat
in werkelykheid aller geest bezig hield het
spel. Tuen echter het diner en dessert afgeloopen
waren was Beauchamps. welke door champagne
meerdere lust gekregen had, de eerste welke voor
stellen ging aan de speeltafel te gaan. Allen rezen
alsof zij op dat woord gewacht hadden op en binnen
5 minuten zaten allen, met gesloten deuren rondom
de tafels.
Zij begonnen met Hazard. Beauchamps wierp
eerst en verloor; maar daar de inzet betrekkelijk
gering was, was hy of scheen hy ten minste in 't
geheel niet ongerust. Hij bleet wachten op „Rouge
et Noir Het overige deel van het gezelshap ging door
met het spel en maakte de inzetten langzamerhand
hooger, totdat er eindelijk zware slagen vielen.
Beauchamps zag hoe ze den nieuweling aan 't plukken
waren. Het was doodelyk stil. Men hoorde niets
dan het gerammel der dobbelsteenen in de kroes
en op de tafel.
Na eenigen tyd bloot toeschouwer geweest te
zyn, gevoelde hy plotseling een onweerstaanbare
aandrang weer mee te doen. Hy zag, dat Apsley
'eenige banknoten in den zak stak, welke hy pas
van het ongelukkige slachtoffer had gewonnen "en
hy wedde dadelijk om een hoogen som op de vol
gende worp. Apsley welke eenigszins verwonderd
daarover was, maar daarom niet ontsteld, nam het
aanbod aan en tot zyn verwondering en tot die
van allen won Beauchamps 300 pd. st. van Apsley,
welke zeker niet op zyn hoede was. Hij kon slechts
met moeite zijn spyt daarover bedwingen, maar
terwyl Beauchamps de 300 pd. st. in zyn zakboekje
stak had hy enkele banknoten van een hoog bedrag
daarin gezien en zyn speelzucht behield de overhand.
Ten laatste brak zyn tyd aan: „Rouge et Noir"
verving „Hazard", Beauchamps's pols begon sneller te
slaan. Toen het zyn beurt was, deed hy inzetten,
welke gemunt schenen om de bank te doen springen.
Geen woord werd er gesproken maar blikken van
verwondering en twyfel werden over de tafel ge
wisseld. Wat was het doel dat Beauchamps nu
beoogde, ik weet het niet, want gelukkig ben ik
niet thuis in het spel, Apsley, die bankhouder was,
hield voortdurend 't oog op Beauchamps bewegingen.
Deze verloor de helft van zijn inzet. Hij drukte de
hand op zijn voorhoofd, hy gevoelde, dat alles nu
afhing van zyne kalmte. De stem van Apsley
klonk duidelijk in zijn ooren „de volgende"Beau
champs had nog vertrouwen in zijn plan maar
helaas de bom borst weldra en Beauchamps had
3000 pd- st. meer verloren, dan hij bezat. Al zijn
hoop was nu vervlogen. Zijn hoofd zonk hem op
de borst en een doodelijke bleekheid overtoog zijn
gelaat. Apsley gaf hem een bonnetje, waarop hij
zelf het bedrag mocht invullen, maar hy wierp het
van zich en zei half binnensmonds.
Neen alles heeft men mij afgezet.
Wat zegt gij, mijnheer? vroeg Apsley van
zijn stoel opstaande en zyn slachtoffer naderende.
Enkel, dat mijn geheele vermogen mij ontfut
seld is, zei Beauchamps zonder van zijn zetel op te
ryzen,
Eene doodelyke stilte heerschte voor enkele oogen-
blikken in de zaal.
Maar, waarde heer, weet gij dan niet, dat ik zulke
taal niet kan nitstaan? vroeg Apsley koel.
Half waanzinnig door zijn verlies en wanhopig en
boos, sprong Beauchamps op van zijne stoel naar
Apsley toe, welke hij een paar ferme stompen in 't
gelaat gaf. Algemeene ontsteltenis. Tafel, kaarten,
banknoten, alles werd opgeruimd en sommigen
schaarden zich rondom Apsley, anderen om Beau
champs.
Ha, ha, riep Apsley uit, bemerkende dat Beau
champs werd vastgebonden, de jongen is dronken.
Dief, zwendelaar, leugenaar schreeuwde Beau
champs. Apsley lachte luidkeels.
Wat, durf je niet terugslaan, lafaard?
A, ha, beste jongen, hernam Apsley kalm,
maar zoudt gij mij durven slaan, wanneer gij kalm
waart en ik op mijne hoede?
Jou slaan, gij ellendige vervloekte
Laat ons dan eens zien wat wy morgen kunnen
als wy eerst eens geslapen hebben, hernam Apsley
terwyl hij de kaarten weer opnam. Wy zullen dus
getuigen zoeken en tijd en plaats bepalen. Beau
champs scheen vry wat kalmer geworden. Hy liet
aan Apsley de regeling er van over.
Nu, zei deze, dat is nog eens zooals het een
man betaamd. Laat ons dan zeggen van morgen
ochtend, vindt gy dat goed?
Welnu, myne heeren, niets houd mij nu meer
hier, zei Beauchamps kalm de kalmte der wan
hoop behalve de bepaling wanneer wy elkaar
zullen ontmoeten, morgen-ochtend, noem dus uwe
getuigen.
O ja, hernam Apsley, onverschillig van de
kaarten opziende, welke hy bezig was te schudden,
laat eens zien. Hiller, wilt gfi u daarmee belasten
Ik laat alles aan u over. Na vergeefs beproefd te
hebben eene verzoening tot stand te brengen, want
spelers haten zulke zaken, uit vrees voor publiciteit,
meer dan uit vrees voor hun leven werd alles
vastgesteld. Sir Eduard Streighton was getuige
voor Beauchamps. 's Morgens half zeven zouden
zij samenkomen by de Knights bridge. Na Sir
Eduard, welke hem den anderen morgen om 4 uur
zou wekken, de hand gegeven te hebben, vertrok
hy naar zyn eigen kamers.
Hy slingerde op zyne voeten als een dronken
mensch. Of hy het goed hoorde wist hy niet, maar
toen hij onder de ramen langs ging, waar de
anderen achterbleven, meende hy luid gelach te
hooren. Het was ongeveer 2 uur in den winternacht.
De sneeuw viel in groote vlokken en de wind woei
ijzig koud, Niemand buiten hem scheen zich op
straat te bevinden. Een nachtwacht, welke zyn
onvaste gang opmerkte, stak de straat over, groette
en vroeg hem of hij een rijtuig wilde bestellen, maar
hy kreeg zulk een barsch antwoord dat hy stil
afdroop. Het is niet te vertellen wat er in Beau
champs's hart omging. Zooals hy mij later vertelde
gevoelde hy groote neiging voor zelfmoord en zou
hy, indien hy zyn mes had kunnen vinden, zeker
een einde aan zyn leven hebben gemaakt. Nadat
hy geruimen tijd op een stoep blootshoofds had ge
zeten, om zijn gloeiend heet voorhoofd wat af te
koelen, vervolgde hij zynen weg en bereikte weldra
zijne woning, waar hy met veel geraas aanklopte.
Zijn half slapende bediende welke zyne meester
inliet, schrikte van het akelige uiteriyk zyns meesters.
Wordt vervolgd)
Snelpersdruk - LANGEVELD DE ROOIJ Texel.
O
&q
w
w
H
uq
W
N
p-i
W
W
r®
►—I
PQ