[Verpli Zitaen Medaille (Hoopte ontecloiSini) LaÉtawteMoonstellii Haarlui.] Murwe Lijnkoeken, ali ZAAN HET ONOERLIIG VERWAARBORGINGFONDS P. Th. LUIJCKX, Hoofdgracht 80, Nieuwediep. PT" Zwart, Blaauw en Bruin Tricot per El. Soekbinderij De landbouwvereenigmg „Lobith." tegen verliezen van VEE. RUNDEREN en SCHAPEN. de nieuwe Regenmantels tj en Tricot Jaquets. Parkstraat. Den Burg. DRUKWERKEN. Feuilleton. Wij verklaren gaarne, dat de Verkrijgbaar op de „Ruitersplaats." sluit van af heden verzekering tegen verliezen van: J. H. MOOJEN. Zie dus ine boeken na. Ter drukkerij Texelsche Courant De Geheimzinnige. Zilveren Medaille (Hoogste onderscheiding) Landbouwtentoonstelling Zuidlaren.) ons uitstekend voldaan hebben en volgens het proefstation zelfs ruim 27a% vet meer bevatten, dan de garantie luidt. OPGERICHT TE TEXEL, 18 SEPTEMBER 1889, Aanvragen tot verzekering worden aangenomen en inlichtingen verstrekt ten kantore van de Directie. WEVERSTRAAT AAA DEA BURG Ao, 369. van de worden voortdurend vervaardigd alle soorten 6. Vrij naar 't Fransch door A. B. Deel I Hoofdstuk III. De familie robin Het kan niet voor mijnheer Van Holst en bijgevolg ook niet voor ons, zei hij treurigik ben zooeven bij moeder Bichette geweest, waar ik verschillende arbeiders vond. Grand Leopold was er en had hen reeds allerlei vreeselijks ver teld dat de patroon niet eens naar ons had willen luisteren, dat hij ons beleedigd had en vervolgens weggejaagd. Ik heb beproefd de zaak nog te schikken, maar te vergeefs en het scheelde maar heel weinig, of ik had met Grand Leopold moeten vechten, welke my voor leugenaar uit maakte Als ik niet beter slaag bij hen, welke strak3 boven komen, dan moge Gode weten, wat er zal gebeuren. Kom Antoine, geen zorg voor den tijd. Ik heb wel meer van die zaakjes gezien, maar de werklieden bedenken zich eerst nog wel een paar maal voor zij er toe overgaan het werk te staken voor hun broodwinning en die hunner familie in de waagschaal te stellen! Waarlijk naar het geen ik van morgen vernomen heb, kan mijnheer Van Holst onder de tegenwoordige omstandigheden de loonsverhooging niet toestaan. Zonder twijfel zullen de arbeiders zich op het laatste oogenblik nog wel bedenken Kom, wil ik je van avond eens vergezellen naar moeder Bichette? Ik zal dan eens tot hen spreken, misschien Antoine schudde het hoofd. Onmogelijk, hernam hij zij kennen u niet, zij hebben u niet aan het werk gezien en gij zult hen verdacht voorkomen. Dat is waar, zy zullen my wantrouwen Het is beter te wachten tot wij eenige dagen samen gewerkt hebben. Zou men u wel tijd gunnen met ben kennis te maken Enfin, gij hebt gelijk Leonard, laat ons niet klagen voor het ongeluk daar is, misschien komen wij er nog wel vrij van. Daar Antoine weer in zijn vorige droomerijen verviel, stond Leonard op en liep de kamer eens op en neer. Eindelijk bleet hij voor de schoorsteen staan en nam een der bovengenoemde pronkstuk ken in handen, hetgeen hij zeer nanwkeurig scheen te beschouwen. Hebt gij zoo iets nooit gezien in de mijnen, waar gij gewerkt hebt? vroeg Antoine afgetrok ken. Het is de afdruk van een plant, welke niemand kent. Niemand kent KomHet is de schors van een boom van voor den zondvloed, Sigillaria leevigata genaamdverder een Drommelsgy spreekt latyn Och eenige woorden slecnts, hernam Leonard zedig, men moet die planten wel een latijnsche naam geven, omdat er geen andere voor is. Men ontmoet die afdrukken dikwyls in de mynen van St Etiënne of die van Aveyron en zelfs te Arèn, waar ik een korten tijd gewerkt heb en ze zoo heb hooren noemen door een ingenieur. Deze verklaring trof Antoine zeer en hij hernam zeer naïf. Wat weet gij alles goedNiemand wist mij hier de naam op te geven Maar, voegde hij er bij, op zijn beurt opstaande, laat ons nu naar mijne moeder gaan, dan kunt gij met haar en met Gertrude kennis maken, daarna zal ik weer naar moeder Bichette gaan, waar de arbeiders straks samen komen. Ik hoor de mijnklok luiden 6d de arbeiders komen dus dadelijk boven. Ik moet nu zorgen eerst te zijn, anders zou Grand Leopold alles bederven. Na een donker gangetje te zijn doorgegaan, kwamen zy in de kamer van moeder Robin en Gertrude. Twee ledikanten met grof saaien gordijnen stonden naast elkaar. In een daarvan bevond zich moeder Robin. Sedert verscheidene jaren was zij reeds aan het bed gekluisterd, daar eene verlamming in de beenen haar verhinderde op te staan. Zij werd al dien tijd teer verzorgd door haar nicht en haar zoon. Gertrude was bezig met het maken van kanten. Zonder groot te zijn zag zij er toch sterk uit. Toen de beide mijnwerkers binnen kwamen, bomerkte moeder Robin blijkbaar niet, dat haar zoon niet alleen was, zij sprak hem verwijtend toe Wat Antoine, heb je nu nog je Zondagsche kleeren niet uit Waar denk je toch aan Moeder, antwoordde Antoine verward, dat is wel waar, maar mejuffrouw Emma zal van avond komen en O, zal de juffrouw van avond komen, her nam de oude meteen vroolijker gestemd wordende, en zonder twijfel brengt zij Goede, beste juffrouwMaar luiaard, gij zijt van daag niet in de mijn afgedaald, en hebt dus uw daggeld verspeeld. Dat scheelt te veel aan 't einde der 14 dagen, wanneer gij uw loon ontvangt. Maar moeder, ik was verkozen door de kamera den om met Grand Leopold den patroon te spreken over het loon. Ja, ja, dat zijn mooie zaakjes, waar zij je mee opschepen. En zullen de kameraden de bakker betalen, welke ons dreigt crediet te zullen weigeren Om eenige afleiding te verschaffen haastte Antoine zich Leonard voor te stellen als een nieuweling welke hem door mijnheer Van Holst zelf was aanbevolen, die bekend was met velerlei dingen en zelfs latijn kende. Latijn herhaalde de zieke op haar gemelijke toon, zal hij daardoor meei verdienen. De nieuwaangekomene mishaagde moeder Robin echter niet, want zij richtte nog een paar vrien delijke woorden tot hem, Leonard informeerde naar de ziekte der goede vrouw, luisterde geduldig naar het langdradige verhaal hoe het gekomen was en binnen weinige minuten was bij de allerbeste vriend der moedei van zijn kameraad. Gedurende dezen tijd fluisterden Antoine en Gertrude met elkaar. Zonder een oogenblik haar werk te staken, lachtte en praatte het jonge meisje met Antoine. Eindelijk geleidde Antoine Leonard naar de jonge kantwerkster. Geef' hem de hand, nicht Gertrude, zei hij, Leonard is een goede jongen en hij heeft mij beloofd Maar dat doet niets ter zake, hij is mijn vriend, geef hem de hand. Dat wil ik wel, hernam Gertrude zonder blikken of blozen en legde haar hand in die van Leonardmaar als uw vriend uit de mijn komt, hoop ik maar niet, dat hij het zal probeeren, zoo iets van mij te vragen. En waarom niet, mejuffrouw? O, omdat gij altijd zwart zult zijn en ik steeds blank Antoine zou u wel kunnen zeggen, hoe ik hem steeds op een afstand houd, als hij uit de mijn komt! Voor een werkje, zooals ik onder handen heb, moet men zich wel wachten voor steenkoolstof. Nadat het gesprek nog eenigen tyd geloopen had over het vervaardigen van kanten en de betrekkelijk geringe verdienstenhoorde Antoine in de straat eensklaps luid gepraat. Haastig stond hij van zijn plaats op en zei Daar komen de arbeiders uit de mijn, zonder twijfel komen zij nu samen bij moeder Bichette. Ik moet mij nu zoo spoedig mogelijk naar hen toe begeven. Als gij dat wilt Leonard, blyfdan mijne moeder en Gertrude nog eenigen tijd ge zelschap houden. Die uitnoodiging scheen geheel overeen te stem men met een geheime wensch van Leonard, die haar dan ook volgaarne aannam. Toen Antoine zich naar de deur begaf riep zijne moeder hem nog na Antoine, denk er aan, niets by moeder Bichette te verteeren aan drank, hoor! Vrees maar niets ik heb geede reden om niets te verteeren antwoordde Antoine glim lachende en hy vertrok met verhaaste tred. Zyn afwezigheid duurde vry lang, maar moeder Robin en Gertrude hadden geen tyd het op te merken. Leonard had een byzondere tact hen bezig te houden, met datgene wat hen het meest aangenaam was. Terwijl hij Gertrude deed lachen over zijne aardigheden, maakte hij zich aangenaam voor de oude vrouw door zijne ordelievendheid en spaarzaamheid, zoowel als door de achting, welke hij haar toedroeg. Tegen het vallen van den avond werd er zachtjes op de deur geklopt. Leonard trilde en zweeg. Wordt vervolgd.) Snelpersdruk - LANGEVELD DE ROOIJ - Texel Ontvangen

Kranten Regionaal Archief Alkmaar

Texelsche Courant | 1889 | | pagina 4