Eerste leMiiMe ïee-Terzeteting-!aatscbapi
Maatschappelijk Kapitaal 1 50,000, volteekend.
KAAP- LIJNKOEKEN,
gemerkt
tegen vooruit vast te stellen premiën,
Feuilleton.
gevestigd te Gelde
Directeur J. C. YAN DE BLOCQUERY.
Agent te Texel C. KUIJPER Cz.
„EERSTEN PRIJS,"
Verguld Zilveren en Zilveren Medailles
Verkrijgbaar op de „Ruiter splaats"
De Geheimzinnige
KOOG a/do ZAAM. tllflflU HUÜIb LuUIV.
GOEDGEKEURD BIJ KONINKLIJK BESLUIT VAM 14 MEI 1887, Mo. 32.
Commissarissen de lieeren
Mi. W. C. Baron VAN PALLANDT VAN
WAARDENBURG EN NEERIJNEN.
Jhr. G. J. DOMMER VAN POLDERSVELDT.
B. DEN OUDEN.
Mi'. D. J. R. BRANTS.
H. J. E. GERLACH.
Mr. C. Baron DE BIEBERSTEIN.
R. L. TIJDENS.
Rechtskundig' Adviseur
Mr. A. PIJNACKER HORDIJK.
De Maatschappij verzekert tegen vast te
stellen Premiën
PAARDEN en RUNDVEE tegen sterfte
tengevolge van ziekten, ongelukken of hemel
vuur.
PAARDEN tegen sterfte tegenvolge van
het werpen en KOEIEN tegen sterfte tenge
volge van het kalven of de kalverziekte.
Alle schaden worden binnen den kortst
mogelijken tijd vergoed.
Inlichtingen en verzekeringsvoorwaarden
te verkrijgen, ten kantore der Maatschappij
en bij hare Hoofdagenten en Agenten.
werden op de groote Landbouwtentoonstellingen te Haarlem en te Zuidlaren beide
BEKROOND met den
Kosteloos onderzoek aan de Proefstations. pi A AO UflftlIP 9 7fHniI
12.
Vrvj naar 't Fransch door A. B.
Deel I Hoofdstuk III.
Beneden in de mijn.
A, 7,oo, zou men my by geval den mond willen
stoppen? riep Leopold trotsch uit; maar wy zyn
geen slaven meer als in den ouden tyd en vroeg of
laat komt ook onzen tyd Ik ben niet bang, voor
geen spion noch voor anderen Leopold Bucher
zoo is myn naam, heeft nooit iemand gevreesd, om
dat hy een vry man is Dat is myne meening
en die verberg ik niet. Wat dat zottinnetje aangaat,
die de arme mynwerkers wil
Ik heb u verboden, mejuffrouw Van Holst te
beleedigen, viel Leonard hem in de reden. En voor
men zelfs tyd had te begrypen hoe de zaak zich
toedroeg, rolde de boormeester aan zyne voeten.
Niets is in staat de verbazing van alle mynwerkers
uit te drukken. Grand Leopold was voor hen onover-
winbaar en daar werd hy zonder veel moeite op den
grond gesmeten. Hy zelf scheen er niet ver af te
gelooven, dat er toovery in het spel was. Weldra
stond hy echter op en naar Leonard toespringende
schreeuwde hy
Gy hebt my valsch behandeld .Nu is het
myn beurt en nu zal ik je wel dubbel er voor
betalen Toen Emma hem zag aankomen met
gebalde vuisten en schitterende oogen begon zy te
trillen, maar zy had ongeiyk te vreezen voor haar
kampvechter. Deze toch ontging die woedende
aanval door een snelle sprong ter zyde en door een
behendige wending wierp hy den reus opnieuw in
het zwarte stof, dat de grond bedekte.
Het grootste gedeelte der arbeiders juichten het
toe. Het speet hen niet, dat de Goliath van Polignac
ook eens zyn man vond en sommigen waagden het
zelfs Leonard aan te moedigen, door te zeggen
Bravo, bravo, Fransquillon.
Grand Leopold was met bebloed gelaat opge
staan en wilde zich nu van een mynstut meester
maken, om die als knots te gebruiken. Allen ver
zetten zich evenwel daartegen.
Neen, neen, vryspel, riep men, maak de twist
met de handen af.
Door woede byna zinneloos geworden, waagde
Leopold nog een derde aanval, maar met even
ongunstigen uitslag. Zyn tegenparty wierp hem,
blykbaar zonder moeite en glimlachend ter aarde.
De ongelukkige overwonnene wentelde op dengrond
en men hoorde hem tusschen zyne tanden mompelen
O, had ik maar een mes I
Hij wilde een vierde aanval wagen, maar hy
wankelde als een dronken mensch. Woede en be-
leedigde eigenliefde alleen hadden hem kracht gegeven
op te staan.
Genoeg, mynheer Leonard, genoeg bid ik u,
riep Emma, hy is gewond, hy kan niet meer
Leonard moest echter op zyn hoede zyn, want
zyn tegenparty kwam weer met het hoofd omlaag
op hem af; in plaats echter van hem nu weer neer
te werpen zooals te voren, greep hy hem by den
kraag en liet hem knielen voor Emma, zeggende:
Yraag vergiffenis aan mejuffrouw Van Holst,
schelm, of ik breek je de nek.
Grand Leopold bleef een oogenlifik in die houding,
want alle weerstand was hem onmogelyk. Hy
uitte eenige onverstaanbare woordenwas dit een
verzoek om vergiffenis Dit scheen voor het minst
twyfelachtigLeonard scheen er zich echter mee
tevreden te stellen en den boormeester loslatende,
zei hy op verachtenden toon:
Ga heen en probeer het nu niet meer 1 Grand
Leopold stond met zeer veel moeite op en wankelde
op zyne voeten als ware hy door duizeling bevangen.
Leonard wantrouwde hem en hield hem daarom
voortdurend in 't oog. Grand Leopold ging door de
menigte, welke meer uit verachting, dan uit mede-
lyden ruim baan voor hem maakten, heen, en verdween
in een gang, zeggende
Ik houd vol dat dit valsch was En ik zal
het u betaald zetten u en de anderen
Het geval, dat op dit oogenblik by de mynwerkers
de boventoon had, was de bewondering voor den
kracht en de vlugheid van den kampvechter van
Emma.
Myn kameraden zyn myn getuigen, hernam Leonard
op zedigen toon; dat ik de boormeester niet met al
myn kracht heb gestraft. Ik heb hem niet geslagen,
want ik zou hem hebben kunnen dooden. Ik heb mij
tevreden gesteld met hem te verplichten, excuse te
vragen aan een goede waardige juffrouw, welke hy
ernstig had beleedigd en die, door hier te komen,
vertrouwen stelde in ons eergevoel.
Ja, ja, dat was een goede daad, riepen velen
der arbeiders, welke, terwyl Grand Leopold er by
was, niet hadden durven spreken.
Laat ons nu maar niet verder over deze twist
spreken, zei Emma; ik vergeef den ongelukkige
gaarne, die zoo zwaar gestraft is voor zyne belee-
diging Wat u betreft myne vrienden, voor u is
het gemakkelyk het onrecht, ten mynen opzichte
begaan, te herstellen laat uw plan tot werk
staking varen.
De arbeiders schenen wel genegen aan dit verzoek
te voldoen, maar de dure eed door hen gezworen,
hield hen er van terug, zoodat geen van hen zyn
geheime wensch durfde te uiten.
Waarom, riep Leonard uit, zouden de kameradon
die dringende bede van mejuffrouw Van Holst niet
toestaan? Waarom stellen zy geen vertrouwen in
hun weldoenster
Ik voor mij, zei de oude Topfer aarzelend, begin
te gelooven, dat het wys zou zyn nog 3 maanden
te wachten. Veel wagen wy daar niet by Wat
denkt gij daarvan? voegde hy er by zich tot de
anderen wendende.
Misschien zouden ook deze wel toegestemd hebben,
hetgeen de oudste van hen zei, maar daar weerklonk
een klok in de gangen; het was het teeken de
arbeid weer te hervatten.
Dadelyk snelden de arbeiders uit de kracht der
gewoonte naar hunne lampen en gereedschappen of
begonnen de karren, hetzy leeg of vol, weer voort
te duwen1 Het uur der rust was verstreken en
ieder ging weer aan het werk. Deze onvoorziene
omstandigheid stelde de arme Emma, die zich reeds
een onmiddelyken goeden uitslag gevleid had, zeer
te leur.
- Vrienden, riep zy uit, nog een oogenblikje
gy hebt my nog geen antwoord gegeven op myne
vraagwat hebt gy besloten Wat moet ik myn
vader zeggen? Laat uw werk nog even rusten, ik
neem alles op my.
Haar zwakke stem kon zich echter niet verheffen
boven het geraas, dat er nu in de gangen was. De
oude Topfer alleen, was by haar, Leonard en
Antoine gebleven: hy zei treurig:
- Er is heden niets meer met hen te beginnen.
Van avond zal de zaak verder wel besproken worden
by moeder Bichette en daar Grand Leopold nu in
de wielen is gereden, zal het zich wel schikken
Ga echter nu maar naar de kerk om te bidden,
misschien was het wel beter geweest, dat eerst te
doen - - -
- Ik ga het dadelyk doen, vader Topfer en dan
gaan wy maar weer naar boven, want nu is er toch
geen middel meer om met de arbeiders te spreken.
- Naar boven gaan, dat is gemakkelyk gezegd,
maar in dit geval zal het werk er minstens een
half uur door vertraagd worden en het werk is
dringend.
- Welnu, hernam Emma vastberaden, dan zullen
wy langs den ouden weg gaan en de ladders ge
bruiken.
O, in dat geval is het niet noodig het werk te
belemmeren.
Denkt u daarover juffrouw, vroeg Leonard er
zyn minstens 30 a 40 ladders te beklimmen Gy
overschat zeker uwe krachten.
- Denkt gy dan, vroeg Emma trots, det het de
eerste maal is, dat ik dien weg gavan tyd tot tyd
zal ik kunnen rusten en ik zal er wel komen
Als de arme Gertrude ten minste
- Wat de juffrouw kan doen kan ik ook, zei de
jonge kantwerkster eenigszins geraakt, ik heb goede
beenen en ik vrees minder de vermoeienis, dan wel
de kolenstof, welke op de ladders alles bevuilt.
Deze schikking seheen aan Leonard noch aan
Antoine erg te bevallenzy zwegen echter en maakten
zich gereed de beide meisjes ter kerke te geleiden.
Toen zy den ouden Topfer verlieten fluisterde deze
Leonard nog in 't oor.
Wantrouw de boormeester, zoolang gy hier
zyt - - - Het is een veinzaard en hy keek erg valsch
toen hy heen ging - - - Pas op, want hy zou ueen
of andere trek kunnen spelen.
Wordt vervolgd.)
S nelpersdruk - LANGEVELD DE ROOIJ - Texel
JSBk