N. 233.
Woensdag 25 December.
A0. 1889.
Nieuws- en
Advertentieblad.
OFFICIEEL GEDEELTE.
7de VOLKSTELLING.
De opleiding onzer zeelieden.
BERICHT.
Dit blad verschijnt Woensdag- en Zaterdagavond.
Abonnementsprijs per 3 maanden
Voor den Burg 30 Cts. Franco per post door ge
heel Nederland 45 Cts. Naar Amerika en andere
landen met verhooging der porto's.
Advertentiën vóór 10 uur op den dag der uitgave.
Prijs der Advertentiën
Van 1 tot 5 regels 30 Cts. Iedere regel meer 6 Cts.
G-roote letters en Vignetten worden naar plaatsruimte
berekend. Bewijsnummers 2 Cts. per nummer.
ABONNEMENTEN en ADVERTENTIËN worden aangenomen bij de Uitgevers LANGEVELD DE ROOIJ, ParkstraatBurg op Texel.
In het Nieuwjaarsnummer zal wecler
gelegenheid worden gegeven tot opname van
Kieuwjaarsgroeten d 20 cts. van 1-5 regels,
elke regel meer 6 cent a contant.
Eene tijdige inzending daarvan wordt beleef
delijk verzocht.
De Uitgevers.
BURGEMEESTER eD WETHOUDERS der
gemeente TEXEL) brengen ingevolge art. 264
der gemeentewet ter algemeene kennis, dat het
suppletoir kohier van den Hoofdelijken Omslag
dienst 1889, van heden af gedurende vijfmaan
den op de secretarie dezer gemeente voor een
ieder ter lezing is nedergelegd.
Texel, den 23 December 1889.
Burgemeester en Wethouders voornoemd,
De Burgemeester,
C. M. KOOIJ.
De Secretaris,
STIKKEL.
(Wet van 22 April 1879, Staatsblad no. 63)
(Kon. besluit van 21 Augustus 1889, Staatsbl. no. 108.)
Burgemeester en Wethouders van TEXEL
brengen ter algemeene kennis, dat dit jaar
zal gehouden worden de 7de algemeene tien-
jaarlijksche volkstelling.
Deze heeft ten doel de aanwijzing van allen
die te middernacht tusschen 31 December 1889
en 1 Januari 1890 hunne werkelijke woonplaats
binnen Nederland hebben.
Deze allen worden aangewezen, onverschillig
of zij op genoemd tijdstip in hunne woning al dan
niet aanwezig zijn.
Ook worden aangewezen zij die, zonder werke
lijke woonplaats binnen Nederland te hebben, op
genoemd tijdstip aldaar aanwezig zijn.
Omtrent deze allen moeten de opgaven ver
strekt worden, die gevraagd worden op kaarten,
die tusschen 26 December 1889 en 1 Januari
1890 zullen worden rondbezorgd, en dadelijk na
Nieuwjaar zullen worden teruggehaald.
Door of voor ieder moet aan zyne woning
worden ingevuld.
eene witte kaart (voor een man of jongen)
of eene bruine kaart (voor eene vrouw of meisje).
Bovendien moet door of voor ieder aan de
woning waar hij tijdelijk aanwezig is, ingevuld
worden.
eene groene kaart (voor een tijdelijk aanwezigen
man of jongen) of eene roode kaart (voor eene
tijdelijk aanwezige vrouw of meisje).
Het hoofd van ieder gezin of de bestuurder
van iedere instelling, gebouw, gesticht of schip,
waar de kaarten worden bezorgd, is verplicht
voor de behoorlijke invulling zorg te dragen.
Deze zorge er dus voor, dot aan den teller,
wanneer hij de kaarten bezorgt, worde opgegeven
hoeveel witte, bruine, groene of roode kaarten
er in de woning noodig zijn.
Overtredingen van de voorschriften betreffende
de volkstelling wordt krachtens artikel 20 der
wet van 15 April 1886 Staatsblad no. 64), ge
straft met hechtenis van ten hoogste veertien dagen
of geldboete van ten hoogste honderd gulden.
De nauwkeurige, door de volkstelling te ver
krijgen kennis der bevolking is eene zaak van
algemeen belang. Tot het verkrijgen dier kennis
is noodig, dat alle vragen op elke kaart met de
meest mogelijke nauwkeurigheid en volledigheid
worden beantwoord.
Op verzoek der Regeering noodigen Burgemees
ter en Wethouders allen met aandrang uit, door
nauwkeurige en volledige invulling der kaarten
tot het welslagen der volkstelling mede te
werken.
Texel, 20 December 1889.
Burgemeester en Wethouders voornoemd,
C. M. KOOIJ.
De Secretaris,
STIKKEL.
BEKENDMAKING.
De BURGEMEESTER der gemeente TEXEL)
gelet op art. 41 der Gemeentewet, brengt, naar
aanleiding daarvan, ter kennisse van de ingeze
tenen, dat de vergadering van den Raad door
hem is belegd tegen Zaterdag: den 28 Decem
ber 1889, des voormiddags te IOV2 ure, in de
daarvoor bestemde zaal ten Raadhuize dezer
gemeente.
Texel, den 23 December 1889.
De Burgemeester voorn.
C. M. KOOIJ.
Uit het Leidsch Dagblad.
Wat kunnen de tijden toch veranderen
Vroeger (een halve eeuw geleden) geen dorp
van eenige beteekenis, of er werd onderwijs
in de zeevaartkunde gegevenstuurmanskunst,
zei men in die dagen.
Men versta dit wel.
Als we hier van dorp spreken, dan bedoelen
we daarmee niet de eerste de beste gemeente.
Neen, zij moet op de eene of andere wijze
met de zeevaart in betrekking staan, bijv.
door hare ligging aan zee of in de nabijheid
eener havenplaatsdoor den scheepsbouw, die
er uitgeoefend werd; of door de vestiging
(woonplaats) van zeelieden.
Voor een halve eeuw bloeide de zeilvaart nog.
Wie toen met de trekschuit van Groningen
naar Winschoten voer, stond verbaasd over
't groot getal scheepstim mor werven, die men
passeerde. Welk eene drukte te Martenshoek,
Hoogezand en Sappemeer! Een gehamer en
een geklop om er doof van te worden. Te
Oude-Pekela (een dorpje, dat in 1841 ongeveer
4000 inwoners telde) waren toen 13 scheeps
timmerwerven.
't Is dan ook algemeen bekend, dat de pro
vincie Groningen een groot contingent leverde
voor ons corps zeelieden.
Hoeveel lust bestond er toen onder de
jongelui om vooruit te komen Hadden allen
niet het ideaal om kapitein te worden, stuur
man voorzeker wel. Met „Meezenbroek" (hun
leerboek over de zeevaartkunde) onder den
arm en gouden ringetjes in de ooren stapten
ze in 't winterseizoen 's morgens naar de
lagere school.
Naar de lagere school?
Zeker, eene gelegenheid om zeevaartkundig
onderwijs te genieten, bestond op het platteland
alleen te Veendam. Liefhebbers uit het
Oldambt, Fivelingoo of Hunsingoo konden
daarvan niet profiteeren. Daarom bezochten
ze de lagere school.
Vooreerst was voor velen het daar gegeven
onderwijs lang niet te versmaden, maar ten
tweede waren sommige hoofden van scholen
vrij wel bedreven in de „Stuurmanskunst"
om de jongelui voort te helpen. Op enkele
plaatsen gebeurde het zelfs dat bij eene oproeping
van sollicitanten naar de -betrekking van
hoofdonderwijzer vermeld stond: „kennisvan
de zeevaartkunde strekt tot aanbeveling."
Dat het den autoriteiten daarmee ernst was,
bewijzen de rekenkundige opgaven voor het
vergelijkend examen uit dien tijd. De heer
H. Bouman, directeur der Kweekschool voor
onderwijzers en onderwijzeressen te Amster
dam, vroeger hoofd eener school te Beerta
(Oldambt) zou het kunnen getuigen, hoe hij
mede verscheidene jongelui bij hunne theore
tische opleiding behulpzaam is geweest.
Het moet echter gezegd worden, dat velen,
na eenige jaren „gevaren" te hebben, op een
turfschip belandden, of op eene barge, trekschuit
of tjalk.
Was dit misschien reeds een gevolg van de
klad, welke er toen al langzamerhand in de
zeilvaart kwam?
Hoe het ook zij, de stoomvaart heeft haar
verdrongen en daarmee ook geheel andere
eischen gesteld aan de opleiding onzer jeugdige
zeelui.
't Is er echter verre van, dat in den tegen-
woordigen tijd aan die hoogere eischen voldaan
wordt.
In het zeevaartkundig onderwijs toch wordt
tot heden voorzien door de kweekschool te
Amsterdam, de zeevaartkundige school te
Rotterdam, Veendam, Harlingen en op Ter
schelling.
Eerstgenoemde is voorzeker wel de beste,
maar ook de andere gelegenheden gaan zich
beter inrichten.
Vooreerst Groningen.
Gesteund door een aanzienlijk rijkssubsidie,
geheel gereorganiseerd en belangrijk uitgebreid,
voorzien van een voldoend onderwijzend per
soneel, heeft ze met September jl. reeds hare
lokalen geopend voor hen, die zich wenschen
voor te bereiden voor de verschillende rangen
van stuurlieden bij de groote en kleine zeil
en stoomvaart.
Ten tweede Rotterdam.
De gemeenteraad dier stad heeft onlangs
tot eene geheele reorganisatie der zeevaart
kundige school besloten.
Eene jaarlijksche uitgave van f 14,000 zal
daarvoor vereischt worden, waarvan f 8000
ten laste der gemeente en f 6000 voor het
Rijk komt. Aan het veranderen van het
schoollokaal zal de gemeente bovendien eene
som van ruim f 1500 ten koste leggen.
In een 2-jarigen cursus zal onderwijs gegeven
worden in wiskunde, beginselen van natuur-
en werktuigkunde, aardrijkskunde, Nederland-
sche, Fransche, Engelsche en Hoogduitsche
TEXELSCHE COURANT.