Siii
Te Huur:
Een Woon- en Winkelhuis
Naai-machines,
L. J. VAN DEN BERGE,
BERICHT
voor de verzekerden bij de Maatschappij ,,'t Algemeen Belang"
1 Januari 1890 niet meer ten laste der deelnemers of toetredenden.
JOH. Ilium
Feuilleton.
en Woonhuis
U i e n-B o n b o n s.
DISTRICT TEXEL.
De Geheimzinnige
in de Weverstraat aan DEN BURG.
Thans bewoond door de Wed. A. Langeveld
en de Wed. Huisman.
Te bevragen bij ARIE DE WAARD te
Oudeschild.
Door een inkoop van een groote partij
BEDVEEREN, ben ik in staat gesteld te leveren
een groot zwaar gevuld bed, peluw en twee
kussens, puike linnen tijken, voor de onge
loofelijken prijs van f 35.00.
Niettegenstaande de stijging der WOLLEN
ARTIKELEN verkoop ik alle artikelen nog
zonder prijsverhooging en geef a contant boven
dien 5% korting, profiteer dus van de gelegen
beid, ieder kan hiermede zijn voordeel doen
Bij Pli. VLESSING, Waalderstraat.
Aan te bevelen zijn de zeer
.deugdelijke
tot in de prachtigste sooiten tegen lage prijzen.
Betaling gemakkelijk, per week, maand of
3 maanden naar verkiezing.
Steeds voorhanden. Gratis onderricht.
Uitsluitend voor TEXEL verkrijgbaar bij
te WAAL.
Die eene Naaimachine wil aanschaffen, wordt
uitgenoodigd deze te komen bezichtigen.
Oscar Tietze's
Beste huismiddel tegen hoest en verslij ming.
Geen Hoest meer!
Zakjes a 20 en 30 cents verkrijgbaar
te Texel bij W. C. REIJ.
Waar nog geen dépots bestaan, worden
deze op alle plaatsen onder zeer gunstige
Condities opgericht.
F. PELZER, Coblenz (Duitsclilaud).
Tengevolge der in 1889 bij de maatschappij voor het district Texel verzekerde GEBOU
WEN en ROERENDE GOEDEREN tot een bedrag van f 559000.— vijf honderd negen
en vijftig duizend gulden, waardoor het totaal cijfer der verzekeringen is geklommen tot
ruim f 2200000.— zegge Twee millioen tweemaal honderdduizend gulden komt de reassurantie
premie van af
De deelnemers en toetredenden betalen dus in het vervolg
voor WOONHUIZEN en INBOEDEL-.50 cent
WINKELHUIZEN en WINKELGOEDEREN-.75 cent
n
n
n
n
BOERENGEBOUWEN en INBOEDEL
VEE
HOOI
WOL
GRANEN
met inbegrip der administratiekosten.
TEXEL 1 Januari 1890.
Kantoor: HOOGERSTRAAT, BURG-TEXEL.
f 1.65
.80 cent
f 1.125
.15 cent
.80 cent
per f 1000.—
per jaar.
Be Directeur
35.
Vrij naar 't Fransch door A. B
Deel II Hoofdstuk V.
De boringen.
Het goborrel werd sterker, naarmate men de boor
meer uit het gat haalde, het water stroomde reeds
uit het gat. Toen het laatste deel der boor er uit
gehaald zou worden, riep Leonard;
Geef acht, Antoine, pas op mynheer.
Mot een ruk haalde hij dat deel er toen uit. En
met een vreeselyken kracht kwam er een dikke
waterstraal uit het gat. Eenige oogenblikken zouden
voldoende zijn, om de geheele gang te doen over-
stroomen. Maar de voorzorgen waren genomen-
Antoine duwde met kracht er dadelijk een houten
stop in, welke hij gereed had gehouden en Leonard
duwde die stop stevig met het eind der boor in het
gat. De overstrooming hield dus dadelijk op.
Mijnheer Van Holst moest thans Leonard gelijk
geven en zei:
Kom, ik heb het verloren, doe voortaan maar
zooals gij wilt; ik meng mij er niet meer in
Dus mijnheer, gij veroorlooft my eenige planken
weg te doen nemen,
Zal het geen stoornis geven?
Ik zal trachten, zoo weinig mogelijk hinder te
veroorzaken Voor 't overige moet ik er u aan
herinneren dat wjj weinig tijd te verliezen hebben,
als wij de Royale willen terugvinden voor de aan
komst van uw compagnon
Deze opmerking verbrak alle tegenstand bij den
directeur.
Ja, dat is zoo. Nu doe uw best maar. Ik ga
drooge kleeren aan doen, zei hy heengaande.
Terwyi de werklieden onder de directie van Antoine
bezig waren het gat zoo stevig dicht te maken, dat
er geene nieuwe overstrooming meer te vreezen was^
nam Leonard Grand Leopold ter zyde.
Zeg my nu eens, zei hy gestreng, waarom gy
dat stukje steenkool in de boor hebt gedaan. Wie
wildet gy bedriegen en waarvoor
Grand Leopold wilde het eerst ontkennen, maar
inziende, dat dit hem niets zou baten, antwoordde
hy lachende
Welnu, wat zou het hinderen, als men de patroon
eens beet neemt? Het is om te lachen De
patronen bemoeien zich ook met alles. Omdat hy
geld heeft meent hy ook alles maar te kunnen.
Laat hy op zyn kantoor biyven zyn geld te tellen^
Kyk Leonard, je behoort by ons en ga je nu ons
verlaten om „de hond" van die ryken te worden
Ofschoon gy gestudeerd hebt, zooals men zegt
moest gy toch niet de party kiezen van die trotschem
welke ons uitzuigen.
Ik zal de party kiezen, welke ik wil, zei Leonard
kortaf en ik vraag uw raad niet Maar was het
wel alleen om de patroon een trek te spelen, of
meendet gy misschien daar ook mee, my in een
minder goed daglicht by den patroon te doen komen
Waarlyk zonder een gunstig toeval zou uw
berekening geslaagd zyn.
Grand Leopold lachte nog, maar zwoer, dat het
alleen maar een scherts was.
Nu, goed dan, hernam Leonard, maar ik raad
je voortaan die grappen te laten, anders Ik
zeg je vooruit, dat ik je goed in 't oog houden zal
Wat scheelt dat my I ik vrees niets, hernam
de boormeester trots, och wat kletst men lang over
dezelfde dwaasheid? Als ik schuldig ben, laat men
my dan aanklagen en ik zal my verdedigen.
Gy gelooft u wel zeer sterk, maar pas maar
op, op een of anderen tyd, het meest onverwacht»
zal de waarheid misschien voor den dag komen.
Eensklaps hoorden zy een geraas van stemmen et
voetstappen die snel naderden van de zyde der kerk
Meenende dat er iets gebeurd was, liep Leonard di
komenden tegemoet, terwyl Grand Leopold d
nieuwsgierigheid hem volgde. Weldra ontmoett®
zy een zestal werklieden, welke luid met elkatt
spraken. Een van hen de timmerman Pascal, hielt
een byl in de hand, waarvan de steel gebroken was
Toen zy de boormeester zagen, zwegen zy en wierpet
sombere blikken naar hem, Geen van hen durfdt
echter een woord tot hem te zeggen.
Wel mynheer, zei Pascal, tot Leonard, ik hei
eindelyk myn byl, welke Grand Leopold van mi
genomen had, teruggevonden.
Zoo, waar was zy
Te midden van de instorting- Wy hebben hen
gevonden zooals zy nu is.
Maar is het wel de uwe
Wat, ik heb haar zoo lang gebruikt, dat il
haar wel ken, al is de steel ook gebroken.
Er heerschte een doodelyke stilte. Grand Leopold
beefde, ondanks zyne gewone stoutmoedigheid, ovei
al zyne leden.
Wy rekenden er op, hier mynheer Van Hols
te ontmoeten, hernam Nicolaas, om hem te ver
zoeken ons dadelyk te ontlasten van zekere slecht
aards, zooals er zyn Wy willen geen moordenaar
in de myn van Polignac.
Mynheer Van Holst is reeds naar boven ant
woordde Leonard; maar wat praat je toch vai
moordenaars, Nicolaas? Er is geen moordenaai
onder ons
Gy gelooft dat? Welnu, zie dan eens ach te;
u en gy ziet er een.
Hy wees op den boormeester, wiens houding verre
van een gerust geweten aanduidde,
Men moet hem wegjagen, hernam Pascal, o:
wy allen willen hier niet meer wei ken.
Wy zullen hem wegjagen, wy danken er voo:
met een schelm samen te werken, zei een ander.
Grand Leopold scheen geheel versteld door dezi
uitdrukkingen van haat en woedehy stotterde
O, zoo, waar wordt nu over gesproken? Ik
begryp er niets van Ik heb myn kameradei
altyd goed behandeld
Houdt je nu maar zoo dom niet, viel Nicolaas
hem in de reden, eerst meenden wy dat gy valsch
beschuldigd werd en wy hebben u verdedigd, maai
nu is er geen twyfel meer aan je schuld. De das
van het ongeluk heeft Pascal gezien, dat gy zyn
byl naamt; eenige oogenblikken daarna hebben
Leonard, Antoine en juffrouw Van Holst met
Gertrude duidelyk bylslagen gehoord en nu vindt
men de byl onder de instorting Is dat nu niet
duidelyk genoeg Gy wildet u zonder twyfel wreken
op Leonard, die u zoo.knapjes in de tegenwoordig.
heid van ons allen had afgerost. Zou het uwe schuld
niet geweest zyn, als die eerlyke lieden hier een
vreeseiyken dood hadden ondergaan Gy verdiende!
dat men u met dezelfde byl het leven benam.
Langzamerhand waren er meerdere werklieden
by gekomen en allen gaven op even ondubbelzinnigs
wyze hunne verontwaardiging te kennen, Grand
Leopold die niet in staat was zich anders te verde
dedigen zei op brutalen toon
Niemand heeft my gezien Het is eer
samenzwering der ryken tegen my.
Leonard hernam echter kalm-
Haast u niet al te zeer in 't uitspreken var
een oordeel in deze zaak, vrienden. De ontdekking
van de byl op die plaats is inderdaad een zeei
ernstig bewys tegea den boormeester, maar laat ons
nu de zaak eens van eene andere kant beschouwer
Ik geef toe, dat Leopold in een oogenblik van blinds
haat zich op my heeft willen wreken, maar zou hj
dan zoo dwaas zyn, iets te doen, waarvan hy zet
het eerste slachtoffer zou kunnen worden.
De boormeester keek Leonard met groote verwon
dering aan, niet begrypende, dat van die zyde hul;,
voor hem kon opdagen; hy maakte echter gaarns
er gebruik van en riep daarom uit:
Ik heb dat wel gezegd, waarlyk het zou al ts
zot zyn.
Nicolaas verklaarde thans, hoe het den bedryvei
van het ongeval mogelyk was geweest, zich eerst
te beschutten onder een steenen pilaar, waarby d6
byl gevonden was en hoe hy, toen een tweede
instorting dreigde, die plaats zoo spoedig mogeiyt
had verlaten en buiten gevaar was gekomen.
Er moesten 2 instortingen hebben plaats gegrepen
Als de schelm wilde bekennen zei hy verder
zou het blyken, dat het zoo gebeurd is.
Wordt vervolgd.)
Snelpersdruk LANGEVELD DE ROOIJ Texti