N. 250
Zondag 23 Februari.
A°. 1890.
Nieuws- en
Advertentieblad.
Binnenland.
Redding bij Schipbreuk.
Dit blad verschijnt Woensdag- en Zaterdagavond.
Abonnementsprijs per 3 maanden
Voor den Burg 30 Cts. Franco per post door ge
heel Nederland 45 Cts. Naar Amerika en andere
landen met verhooging der porto's.
Advertentiën vóór 10 uur op den dag der uitgave.
Prijs der Advertentiën
Van 1 tot 5 regels 30 Cts. Iedere regel meer 6 Cts.
Groote letters en Vignetten worden naar plaatsruimte
berekend. Bewijsnummers 2 Cts. per nummer.
ABONNEMENTEN en ADVERTENTIËN worden aangenomen bij de Uitgevers LANGEVELD DE ROOU, ParkstraatBurg op Texel.
Wanneer wij nogmaals op dit onderwerp
terug komen, dan doen wij zulks omdat wij
het een zaak vinden van te groot aanbelang,
om maar in het vergeetboek te plaatsen.
Toch gaat 't veelal zoo; wanneer de nood
niet dringt, vergeet men vaak het zoeken naar
middelen, totdat op eens de ondervinding ons
leert dat hulpmiddelen geen overdadige weelde
kunnen heeten.
Wanneer men in een goed verwarmde
kamer zit, aan een goeden disch, is men eerder
geneigd, de koude niet zoo nijpend te vinden,
dan wanneer men zich in het open veld moet
bewegen.
Zoo gaat 't met alles wanneer men gezond
is, heeft men geen behoefte aan den geneesheer
en wordt diens afzijn niet gevoeldwanneer
men in veilige haven is, heeft men ook geen
behoefte aan reddingmiddelenen zoo al meer.
Doch keeren al die zaken, dan ontwaart men,
vaak te laat, dat men hoog spel heeft gespeeld,
door niet in tijds voorzorgen te nemen. Dat
is öt overmoed of belangloosheid.
Gelukkig dat niet allen zoo denken en doen,
doch er ook nog menschen zijn die liever het
gevaar trachten te voorkomendan later als
hetzelve heeft plaats gehad de gevolgen daarvan
zoeken te verzachten.
Met genoegen lazen we daarom het volgende
bericht, dat zeker voor onze schipperij wel
navolging verdient:
„Terwjjl allerlei middelen besproken worden om
een in nood verkeerend schip met den wal in ver
binding te brengen, wordt in een bericht uit Harlingen
aan de „Zw. Ct." er op gewezen, dat verscheidene
schepen, voor Harlinger reederyen varende, vliegers,
voor zulk een doel vervaardigd; aan boord hebben
en dat proeven, met deze vliegers genomen, volkomen
zjjn geslaagd."
Met genoegen lezen we ook een circulaire
van den heer Koning alhier, die daarin de door
hem uitgevonden redding-cylinder nogmaals
onder de aandacht brengt.
Die Redding-cylinder is een bolvormige
drijver, vervaardigd van koper of ander metaal,
waaraan een lijn 1000 Meter.
De uitvinder zegt in zijne circulaire;
Het reddingmiddel draagt alle kenmerken van
eenvoud, bovendien is het niet kostbaar en onder
alle omstandigheden aan te wenden met practische
resultaten.
Het reddingmiddel is toe te passen niet slechts
;ot verkrijging van gemeenschap tusschen een
gestrand schip en den wal, maar ook by stranding
n verre buitengronden wanneer de bemanning der
freddingboot wegens de hevige branding, het niet
iurft wagen het gestrande vaartuig te naderen en
ioor het toetepassen hulpmiddel een lijn van het
ichip weet machtig te worden.
Men maakt aan boord slechts het einde der lijn
rast en werpt het redmiddel overboord waarop de
ijn door zee en wind voortgestuwd zich van zelve
ifrolt.
Het redmiddel ligt als een veder op zee, heeft een
iraagvermogen van p. m. 400 kilogram en een water
verplaatsing van slechts 1 decimeter, de minste wind-
nuk doet deze voorstuwen, de branding die gewoon
lijk alles verbrijzelt verbrijzelt bedoelden drijver
liet integendeel bevordert diens spoed naar het
trand, ook wordt deze door den stroom weinigafgeleid,
m reden haar zeer geringe diepgang en snelle
overtocht; de vloedstroom bij storm stuwt tevens
de reddingcylinder met meerdere snelheid naar diens
bestemming.
Het redmiddel is beproefd met uitstekend resultaat
en wel ten eerste by storm boven de Haaks aan
boord van de sleepboot „Hercules" en ten andere
aan boord van Z. M. oorlogschip „Alkmaar", terwijl
onder meerdere, zooals de reddingsmaatschappijen
te Bremen en Émden bedoeld redmiddel als hoogst
nuttig voor de scheepvaart hebben genoemd en aanbe
volen.
Door den kapt. ter zee J. A. van Muiken,
wordt omtrent de genomen proef aan boord
der sleepboot Herculeshet volgende gerap
porteerd:
Het is my aangenaam U te kunnen mededeel en,
dat die uitstekend heeft voldaan. Door de „Hercules"
werd geankerd tusschen de 3e en 4e witte ton, van
binnen af gerekend, in het Schulpen gat op ongeveer
700 Meter afstand van het strand.
Aangezien het op dat oogenblik stil water was
lag de „Hercules" met den kop op de zee en de wind
in noord westelijke richting; alstoen werd de bus
over boord geworpen en werd van boord gezien,
dat de lyn geregeld afliep en de bus rondwentelde
zoodat die in een kwartier tyds door de branding
op strand werd geworpen.
Ik kan dus niet anders zeggen, dan dat het ver
kregen resultaat zeer mooi is en de door u gedachte
reddingsbus, ingeval van stranding, uitstékende diensten
kan verleenen tot het verkrijgen van verbinding met
den wal.
Door den commandant van Z. M. oorlogschip
„Alkmaar" werd aan ZEx. den Min. van Marine,
omtrent de beproeving het volgende mede
gedeeld
De gelegenheid was Z. O. wind marszeils, koelte,
stroom in kentering, van vloed naar de plaats van
proefneming ten anker by de 3e witte ton van het
Schulpengat op de wind gezwaaid.
Het doel der proefneming was, om na te gaan of
de metalen bal door den invloed van den wind gere
geld naar achteruit wegdreef zonder daarin door de
lyn verhinderd te worden.
Met p. m. 1000 M. lyn omwonden, werd de bal
van éên M. diameter, over boord gezet, terwyl één
eind der lyn aan boord werd vastgehouden.
Zoodra het toestel uit de luwte van het schip
was gekomen, dreef het al wentelende en draaiende
recht achteruit weg, en alhoewel op het allerlaatst
door den mist de bal uit het oog werd verloren,
kan worden aangenomen, dat in een twintigtal minu
ten, zij aan het einde der lyn was en dus de afstand
van 1000 M. had afgelegd.
De slotsom dezer proef is myns inziens, dat by
een eenigszins goed doorstaanden wind en en geene
of geringe stroom het toestel gemakkelijk door den
invloed van den windnaar een onder de Hj liggend
strand zal gevoerd worden, en dus voor een, onder
zulke omstandigheden gestrand schip, communicatie
met den wal kan daarstellen.
Het officieel orgaan van de Yereeniging tot
behartiging der Stoomvaartbelangen in Neder
land, schrijft omtrent deze uitvinding
Zonder overdrijving kan men deze uitvinding be
schouwen als van hoog gewicht voor de scheepvaart.
Indien men toch by strandingen in de gelegenheid
is op snelle en zekere wyze eene verbinding tusschen
schip en strand tot stand te brengen, zal dit de
redding ongetwijfeld op niet hoog genoeg te schatten
wijze in de hand werken en bespoedigen.
Wy achten het dan ook aan geen redelijke twijfel
onderhevig of successievelijk zullen aile schepen,
te begiunen met die der Koninklijke Nederlandsche
Zeemacht, van zulk een toestel voorzien worden,
iets waartegen, (de prijs mag hier natuurlijk nooit
eene verhindering zy'n) wel geen steekhoudend
bezwaar is in te brengen.
Wat zullen wij hieraan nog meer toevoegen.
Een middel tot verbinding van het schip met
den wal is voorhanden. De niet aanwending
daarvan door hen, op wiens weg dit in de eerste
plaats ligt, is roekeloosheid en zeer te wraken.
TEXEL, 22 Februari 1890.
Z. D. H. de Bisschop van Haarlem heeft
tot deken en pastoor te Zoeterwoude benoemd
den Zeer Eerw. Heer F. C. X. Mosmans,
pastoor te den Burg.
Tot pastoor te den Burg de Eerw. Heer
Cf Maat, kapelaan te Amsterdam.
Te Zoeterwoude overleed d.d. de ZEw. Heer
P. van der Werf, vroeger pastoor bij de R. K.
gemeente alhier.
In een der bladen worden aan zijne nage
dachtenis de volgende regelen gewijd
„Na lang lijdend te zijn geweest, is te Zoeter
woude overleden de zeereerw. heer P. van
der Werf, deken en pastoor aldaar. De over
ledene, die nog jl. Zondag het H. Misoffer
voor de leden zijner gemeente opdroeg, was
bij zijn parochianen zeer bemind, en werd in
1838 te Overschie geboren. Hij werd in 1862
tot priester gewijd en oefende achtereenvolgens
het herders ambt uit te Westwoud, als kapelaan,
en te Den Burg, op Texel, als pastoor. Sedert
1883 was hij priester in de plaats, waar hij
thans is overleden. Hij kenmerkte zich door
eenvoud en nederigheid van karakter. Voor
rijken en armen, voor gelukkigen en ongeluk-
kigen, voor een ieder in het bijzonder was hij
steeds een belangstellend vriend, een minzaam
vader."
De veefokker Koorn aan de Mientwerd
dezer dagen lastig gevallen door valken van
het grootste soort, deze verscheurden zijn te
veld loopende kippen en liefst jonge kippen.
Donderdagmorgen had die roofvogel weder zijn
prooi gedood, doch in het diner werd hij
gestoord en hij redde zich in haastige vlucht.
Men peinsde op een middel om die schadelijke
gast machtig te worden, hetgeen gelukte; de
gedoode kip liet men op dezelfde plaats liggen
daarop een gewone rottespreng, die bestrooid
met fijne vederen, en juist boven het lipje
der spreng een stukje vleesch der kip. De
valk verscheen weder spoedig hoog in de lucht
en zag de prooi, schoot als een pijl uit de
lucht en viel op dezelve aan, welke hij vast
greep met diens groote scherpe klauwen, maar
o jé de spreng sloeg toe en de valk geraakte
in den klem, het zal nu zijn beste beurt niet
worden. (Ingez.)
den Hoorn, 21 Febr. Voor een paar dagen
werd hier gehouden het zoogenaamde Schutte-
besteden of ook wel bureton genoemd, waarin
tot buurtheer werd gekozen, in plaats van
den aftredenden P. Witte, de Heer C. Bakker,
en waarin tevens bleek, dat de kas met een
voordeelig saldo sloot. Tot genoemde verga-
deiing werden uitgenoodigd allen die 1 HA.
land in gebruik hebben. De vergadering wordt
door den oudste buurtheer geopend; pijpen en
tabak staan elk ten dienste en nadat men
heeft opgestoken worden de werkzaamheden
afgemaakt, bestaande in het kiezen van een
nieuwe buurtheer, het nazien der rekening
en het verhuren der wegen tot de burnt
behoorende. Wanneer nu uit de rekening
TEXELSCHE COURANT,