Buitenland. Uit Katwijk aan Zee schrijft men: Zater dagmiddag kwam, bij ruw weder en ruwe zee, de KW. 84, schipper W.Ouwehand, van de Naamlooze Yennootschap „Katwijk aan Zee", aan. Toon reeds een touw aan den wal was, kreeg do schuit zooveel water over en zeker ook in, dat zij bij den zwaren last haring, ze had 330 kantjes, begon te zinken. Ofschoon er zoo geen gevaar was, werd de equipage er toch door de klei-haalders afgehaald. Een uur later, toen het water wat govallen was, is men begon nen uit te schepen, en nadat de schuit gelost was, kwam ze met het volgende tij weer vlot. De schade schijnt dan ook niet zoo belangrijk te zijn. Ongeveer tweeduizend inwoners der gemeente Os— zijnde het personeel der firma Simon van den Berg aldaar, zullen zich, tege lijk met de verplaatsing van de boterfabrieken dier firma naar Rotterdam, ook aldaar ves tigen. Beschutting van aardappelloof tegen ziekte. Men heeft beproefd de aardappelplant als vooi - behoedmiddel tegen ziekte met eene oplossing te behandelen, welke bij de wijnranken tegen de Peronospora aangewend wordt, n.l. een mengsel van 2 KG-, kopervitriool en 2Ys KG. soda op 100 liter water. Met dit mengsel werden de planten op het eene gedeelte van een aardappelveld tweemaal besprenkeld. Het gevolg was, dat de niet bespren kelde planten na een maand totaal ziek waren, dat het blad geheel zwart werd en verdween terwijl de besprenkelde planten het nog lang bezaten. Vooral bij den oogst bleek het verschil. De besprenkelde planten gaven veel zwaarder knollen dan de niet besprenkelde en slechts weinige zieken waren er onder, terwijl de zieken bij de laatste betrekkelijk veel meer voorkwamen. Om in cijfers de verschillen te kunnen opgeven, werd de opbrengst van beide gelijke deelen gewogen. De opbreLgst van het besprenkelde deel was: dikke aardappelen 124 KG., kleine 13 KG., zieken f,5 KG. Bij het even groote niet besprenkelde deel was de opbrengstdikke aardappelen 42 KG., kloine 7,5 KG. en zieken 3,5 KG. Deze cijters zijn welsprekender dan eenige redenering. De Staatscourant bevat een verslag omtient de werkzaamheden der commissie van toezicht op het vervoer van landverhuizers over 1889 te Amsterdam, Rotterdam en Vlis- singen. Van Amsterdam vertrokken 7082, van Rotterdam 15252 landverhuizers, totaal 22334, tegen 18137 in 1888. Daaronder waren 9111 Nederlanders, tegen 4628 in 1888. In Vlissingen gingen aan boord van 21 schepen der „Castle- line", met bestemming naar Zuid-Afrika, 254 volwassen personen en 12 kinderen. Over Dordrecht en Harlingen zijn geen landverhuizers vervoerd. Korte wetten maakte j.l. Zaterdag een haastig gebakerd man te Utrecht met den brugwachter aan de Catharijnenbrug aldaar. Na een hevige woordenwisseling over het naar zijn zin te langzaam sluiten van de brug, nam hij de brugwachter doodeenvoudig op en wierp hem over de balustrades in het water. Na deze uitoefening van snel recht koos onze vlugge vriend het pad, berucht door zeker wildbraad. Toch werd hij door de poltie aangehouden en tegen hem proces-verbaal opgemaakt. De doodelijke verschrikte brugwachter werd door eenige toeschouwers spoedig gered. In het hooiland van den boer O. te 's Gravenland werd door de maaiers een dier gevangen, dat in die streken zeer zelden wordt aangetroffen. Een hamster. De hamsters behoo- ren in Duitschland en Polen en meer algemeen in Noord-Azie thuis, zijn iets grooter dan een rat, doch hebben bijna geen staart. Zij voeden zich met graan, waarvan zij in hunne holen wintervoorraad opleggen. Zij hebben zakken in hunnen mond, wangtasschen genaamd; hier mee dragen zij de graankorrels weg, Men zal zich herinneren, dato geveer vier jaar geleden do korenvelden van onze Limburgsche provin. cie zeer veel van deze dieren te lijden hadden_ Dezer dagen werd te Epe een smid bekeurd, die voor een ander eene flaubortbuks ter her stelling medenam naar zijn werkplaats en zich alzoo in het openbaar vertoonde met een verboden wapen, en vóór eenige dagen werd in eene gemeente in Drente een proces-verbaal opgemaakt „wegens het dragen van wapenen in eene voor het publiek toegankelijke plaats", toen op eene publieke verkooping iemand een geweer kocht en dat mee naar huis wou nemen. De nekslag voor de flessclumfdbrieken. Om het springen van kruiken of flesschen bier en Bessennat te voorkomen steekt men naast de kurk 6en twee vinger lange stroohalm in de flesch of kruik, en kurkt ze vast toe. Door de opening der halm, hoe samengedrukt ook, ontwijkt toch zooveeljlucht dat de kruiken of flesschen niet springen. IJs maken. Men neme een aarden pot en gieten daarin 1 kilo zwavelzuur en Yswater, waarna men er Ys kilo fijngestampte zwavelzure soda aan toevoegt, In dit mengsel plaatse men een kleinen blikken cylinder, waarin men het water heeft gedaan, 't welk men wil laten bevriezen, doe er een deksel op en draaie het voorzichtig om. Binnen weinige minuten zal het water in den cylinder tot ijs gestold zijn. Dezelfde oplossing kan meer malen gebruikt worden. De „Amsterdamsche Courant" van Maandag 21 Juli bevat het volgende artikel, dat wij, zeker ten genoege van velen onzer lezers, ons veroorloven over te nemen. De gezagvoerder van de „Drins-Frederik". Kapitein K. VISMAN. Wat men van de Hollandscke natie beweren moge, hoe zij in vele opzichten haar nationaliteit te grabbelen heeft gegooid en telkens nog bezig is het te doen, er is nog altijd een element in haar, dat de traditie der vaderen hoog houdt. De nakomelingen van de Trompen en de Ruyters leven nog voort in onzen Jan Maat. De kaste, die onze zeelui in onze natie vormt, bewaart de her inneringen aan onze glorie, De roem onzer zee helden leeft by hen voort. Hollander is zeeman. De nadeelige invloeden der beschaving hebben op hem geen vat gehad, dank zy zijn leven voor een groot deel op hot groote element, waar alle kleingeestigheid gebannen, alle zwakheid buiten gesloten is, waar het „goed rond, goed lachs" den boventoon voert. Ronde openhartigheid-, gulle hartelijkheid, oud- Hollandsche kloekheid en onverschrokkenheid zijn de hoofdmerken van zyn karakter. Moge hy niet meer met die onderscheiding op zee behandeld worden, als toen wij de baanvegers van don Oceaan waren, nog altijd geniet onze zee man respect onder de zeevarende natiën. Hy neemt op do wereldzeeën eene plaats van grooter beteekenis in, dan zyn vaderland in de ry der natiën. Zoo wij ergens op mogen bogen, dan is het zeker op onzo kranige zeelui. Wij achten ons daarom gelukkig, dat wy eene passende hulde mogen brengen aan een dier kloeke zeevaarders, waarop in den vreemde, gewezen is, van den gezagvoerder der op 25 Juni jl. gezonken Prins Frederikkapitein K. Visman. Het verhaal van de noodlottige aanvaring door de Marpessazal den lezer nog genoegzaam bekend zijn. Kortelijk willen we het nog even in herinne ring brengen. Zaterdag den 2Ien Juni was men welgemoed van de Handelskade gestoomd- Dinsdagmiddag 4 uur verliet men Southampton. Woensdagavond werd men in de golf van Biscaye door een dikken mist overvallen. Alle maatregelen waren genomen. De stoomfluit liet voortdurend zyn angstig geschrei hooren; de uitkyk was verscherpt, heel langzaam bewoog zich de Prins Frederik in de dikke duisternis voort. Te 10 uur 20 ontving het schip een stoot, en tegeiykertyd ontdekte men een schip, dat by de machinekamer een groot gat maakte, waardoor het water als naar binnen viel. Groote opschudding natuuriyk op de beide bodems Kapitein Visman stelde zich onmiddeiyk op de hoogte van het gebeurde en bespeurde tot zyn leed wezen dat het prachtige vaartuig niet te redden viel. De korte stooten op de stoomfluit en het luiden der klok ten teeken van alarm, klonk de verschrikte passagiers in de ooren- Wat nog niet tor ruste was snelde naar het dek. In de kajuiten en in de logies van de kolonialen werd geroepen. Ieder begaf zich naar de voor hem bestemde sloep, die uit de klampen gelicht werden. De gezagvoerder gaf van de brug kalm zyn bevelen- De eerste officier, W H. J. Zeelt, nam de leiding op dek op zich, geholpen door de beide andere offi cieren H. Potj er en P. J. Bakker. Van de acht sloepen waren -twee door de aan varing onbruikbaar geworden. De bemanning van die twee sloepen werd door den len officier over de overige 6 verdeeld- Het systeem-Duinker bewees uitstekende diensten. In 8 minuten waren de booten in zee en ontweek men zooveel mogeiyk het weg zinkende schip. De kapitein, die ook een sloep commandeerde, was de laatste, die van boord stapte. Door zyn kalme houding en die der officieren, was de ontscheping met de beste orde geschied en had men helaas slechts het leven van zes militairen eni;den detachements commandant, den veelbelovenden luitenant v. Wijk te betreuren, die door een noodlottigen samenloop van omstandigheden het dek niet hadden kunnen bereiken. Gedurende vyf kwartier dreef men in de sloepen rond, elkander voortdurend toeschreeuwende, van tijd tot tijd elkaar praaiende, totdat men de ge lukkige ontdekking deed, dat het schip, waardoor de Prins Frederik in den grond geboord werd, niet gezonken was. Toen men zich daarvan overtuigd had, liet men zich aan boord van de Marpessa, een stalen Engel- sche vrachtboot, beladen met graan, die haar eerste reis deed naar Duinkerken, opnemen. De gezagvoerder bleek kapitein Geary te zijn. Met deze schuit waaraan men het verlies van het fraaie schip, geladen met eenen kostbaren last waar onder 1 millioen aan geld van de Ned. Handelmaat schappij te danken had, kwam men te Falmouth aan, v oor een waarde van vier millioen had men naar den bodem der zee zien gaan. Behalve dat echter, verloren de passagiers en de bemannin g a.1 wat zy bezaten en wat hun dierbaar was. De kapitein zag zyn souvenirs van vroegere passa giers, zyn kleinodiën, zijn portretten, waaronder dat van zyn vader, die evenals hy gezagvoerder op Indië was, in de diepte verdwynen. Maar wat men ook verloren mocht hebben, de eer en 't leven waren gered. Er was maar één roep over het kloeke en kalme optreden van den gezag voerder en zijn officieren- Dankbaarheid vervulde de harten van de geredden, die voor een groot deel het behoud van hun leven aan den gezagvoerder Visman dankten. Die dankbaarheid zij hem een troost voor het groote verlies. Bij die dankbaarheid sluit zich zeker ieder gaarne aan, die weet hoevele menschenlevens reeds in handen van dien gezagvoerder berustten. Kapitein Visman, die vroeger de Prinses Wilhel- mina commandeerde, is van een zeevarende familie en op Texel geboren, daardoor als 't ware op zee opgegroeid. Reeds als knaap ploegde hy de baren en is dus met het element ten volle vertrouwd. Zoowel bij de directie van de Stoomvaartmaat schappij Nederland, die hem als een harer kranigste gezagvoerders eert, als bij zyn matrozen, uit wier mond wy zyn lof hoorden verkondigen, staat kapitein Visman hoog in eere. In de kracht van zyn leven zal hy weldra weder zee kiezen. Wy zouden zijn bescheidenheid kwetsen, indien wy hem meerderen lof toezwaaiden. Met de kleine hulde, die wy door de opname van zyn beeltenis brachten, zyn we echter zeker de bewondering uit te drukken, die onze lezers met ons voor zyn kloek en kranig gedrag by de noodlottige aanvaring ge voelden. Bij een onderzoek in Duitschland van meer dan 100 monsters turf uit Nederland, Frankrijk, Zwitserland, Oldenburg, Hannover, Mecklenburg, en Oost-Pruisen, is gebleken dat zekere soort turf een lichtend vermogen bezit, zijnde dit een gevolg van het zeer groot gehalte aan stuifmeel- korrels in die turf voorkomende. Deze „lichtturf" werd o. a. bevonden in Oldenburg en I-Iannover voor te komen, en liet wordt waarschijnlijk geacht dat zij ook in de Drentsche en Overijselsche hooge venen voorkomt schoon er tot heden geen mededeeling van gedaan is - misschien wel omdat onze verveners er niet zoo nauwkeurig onderzoek naar doen. Ook in het buitenland is het Donderdag avond boos weer geweest. In het Zuiden en Westen van Engeland woedden hevige donderstormen, de regen viel bij stroomen en overstroomingen richtten groote schade aan. Te Brixton moesten de trams ophouden met rijden en kreeg een winkel zooveel water binnen, dat 100 man 3 uren lang bezig waren om het te verwijderen. Te Parys woedde Donderdag-middag een hevig on weder, dat de zware temperatuur der laatste dagen iets minder drukkend maakte. Op verscheidene plaatsen sloeg de bliksem in en veroorzaakte vooral in Champagne schade. Een persoon werd gedood en verscheidene werden gewond. Te Rijsel werd de telegraphische en telephonische gemeenschap verbroken, Hevig trad de bui ook op te Brussel en om streken. Het regende bij stroomen en lichtte van alle kanten. Ook daar leden telegraaf en telephoon schade. Te Gent, waar juist wedrennen gehouden werden, veroorzaakte de donderbui eene paniek, waarbij paarden schichtig raakten en eenige personen gekwetst werden. De zware sneeuwbuien, die in de laatste dagen de midden-Alpen overvielen van hetZwit- sersche kanton Graunbunderland tot Beneden-

Kranten Regionaal Archief Alkmaar

Texelsche Courant | 1890 | | pagina 2