Ingezonden Stukken.
Marktberichten.
Advertentiën
efli
Het vervoer van 100 W Mest,
C. LIST
PREDIKBEURTEN.
ADVERTENTIËN.
10 beste SCHETTERS.
worden ter hand gesteld, o. a. 1000 frcs. van
baron Adolf v. Rothschild.
De bakker Paulus, te Adorf in Saksen, had
25 jaar geleden zijn trouwring verloren. Dezer
dagen was een zijner dochters bezig op een aard
appelakker en vond den ring nog gaaf terug, han
gende aan een aardappelstruik. De struik had den
ring onder de aarde opgevangen en hem, al hooger
wassende, te voorschijn gebracht,
„Ach, ik heb maar alleen mijn verloofde
gekust," die variant op het bekende lied uit de
Bettelstudent kon een jong Engelschman zingen,
die onlangs te Montreal terecht stond. Hot was
een mooie avond. Hij had met zijn meisje -
een jonge dame van aanzienlijke familie in
het stadspark gewandeld, en terwijl zij even
uitrustten op een bank, drukte hij haar, in den
loop van het gesprek, een kus op het rozenmondje.
Dit nu was kwaad in de oogen der strenge Mon-
trealsche overheid. Zoodra het feit gepleegd was,
verscheen er een politie-agent, die het paar in
hechtenis nam en meevoerde naar het bureau.
Eerst na verloop van eenige uren werden zij door
tusschenkomst van eenige vrienden bevrijd. De
jonge dame was door den doorgestane angst en
schrik ongesteld geworden.
De rechter, voor wien daarna de zaak gebracht
werd, veroordeelde den jonkman tot eene boete
van 15 en de jonge dame tot een van 10 dollars.
Dit is wel erg, maar niet zóo als het geval
van den scheepskapitein, van wien men verhaalt,
die een paar honderd jaar geleden in Massachu
setts werd opgehangen, omdat hij, van een reis
terugkomende, op Zondag zijn vrouw had gekust.
Een Duitsch vakschrift vestigt de aandacht
op het gevaar, dat voedering van paarden met
versch hooi meebrengt. Meestal schreef men de
slechte gevolgen daaraan toe, dat het versche
hooi moeilijk is te kauwen en daardoor zwaar te
verteren.
Een Fransche commissie kwam tot de conclusie,
dat het gevaar niet zoo groot was als men
over 't algemeen wel aannam, doch een geval,
dat in het circus van Lorck te Lucern is waarge -
nomen komt hiermede niet overeen.
Bij de paarden van dat circus deden zich
plotseling zeer eigenaardige ziekteverschijnselen
voor: roode oogen, hevige koorts en zeer onre
gelmatige hartslag. De diagnose van den veearts
luiddevergiftiging.
Kwaadwilligheid was uitgesloten, het onderzoek
van den bodem en het drinkwater toonde niets
buitengewoons, het bloed was bacteriën-vrij, de
haver was zuiver en de sectie gaf geen bewijs
voor de aanwezigheid van vergift. Toen viel
de verdenking op het jonge hooi, waarin door
gisting zich vergiftige amidbasen konden ontwik
keld hebben en er werden daarom proeven genomen
to Zurich met de paarden, die voor de anatomie
bestemd waren.
Deze proeven bevestigden het vermoeden en de
schadelijkheid van de voedering met nog niet
uitgegist hooi is daarmee opnieuw gebleken. Van
30 ziek geworden paarden stierven er 9 en wel
de best gedresseerden van het circus.
Mijnheer de Redacteur!
Niet twijfelende aan uwe welwillendheid totopname,
zendt ondergeteekende het volgende als ingezonden
stuk in de „Tesselaar" ter overdenking voor mede
burgers en belastingschuldigen van Texel.
"Wie in de meening verkeert, dat eene bijhaven,
of vergrooting der haven te Oudeschild een finantieel
voordeel zal opleveren voor Texel boven eene nieuwe
haven te Oosterend, (waarom wellicht door onzen
gemeenteraad en ons Provinciaal bestuur geweigerd
is, den Minister van Waterstaat, Handel en Nijverheid
te steunen ter verkrijging eener haven op laatstge
noemde plaats,) die leze het volgende schrijven van
den WelEdelen Heer J. P. Visser, Water-Bouwkundig
architect te Utrecht.
Het is een antwoord op eene vraag betreffende
die zaak. De ondergeteekende wenscht het in zijn
geheel aan de lezers ten beste te geven, opdat degenen
die kunnen en willen zien, met terzijdestelling van
alle partijschap, mogen oordeelen wat voor Texel
het voordeeligst is.
Bedoelde brief luidt als volgt
Utrecht, 26 Juli 1890.
WelEdele heer.
In antwoord op een brief van 23 dezer, waarin U
mij verzocht mijne meening kenbaar te willen maken,
of de ontworpen haven te Oosterend ook in de
toekomst grootere kosten na zich zou sleepen,
dan eene vergrooting c. a. der haven te Oudeschild,
heb ik de eer U bij dezen mede te deelen, dat
deze vragen hoogst waarschijnlijk by de betrokken
autoriteiten, in de eerste plaats by Zyne Excellentie
den Minister van Waterstaat, Handel en Ny verheid,
en by den HoogEdel Gestrengen heer Inspecteur
▼an 's Ryks Waterstaat, den algemeen om zyne
Waterbouwkundige kennis beroemden heer Oonrad,
en andere bekwame Waterstaatsmannen, een punt
van ernstige overweging zulbn uitgemaakt hebben,
by de beoordeeling van het door my opgemaakte
haven-ontwerp bij Oosterend, en hoewel ik indezen
liever mijne meening omtrent bovenaangehaalde vraag
had achterwege gehouden tot tyd en wyle deze
misschien meer en beter te pas zou kunnen komen
n. 1. wanneer men eerst recht weet, welke plannen
voor de haven van Oudeschild in uitvoering zullen
komen, wil ik Uwe Commissie mijne voorloopige
beschouwingen niet onthouden.
lo. Is de haven van Oudeschild om zyne ongelukkige,
natuuriyke ligging ten opzichte van de kust, en dien
tengevolge van den loop des strooms, niet afdoende
te verbeteren my zyn daartoe althans geen afdoende
middelen bekend.
2o. Met het verlengen der havendammen elk met
25 M. zooals naar ik meen het voornemen is,
bereikt men op verre na niet het punt, waar de
stroom, die zonder door de kust beheerscht te
worden ongehinderd voorby da haven trekt, en
daarom zou het te doen moeten zyn, wil men althans
de aanslibbing en verzanding zoowel in- als buiten
de haven zooveel mogelijk tegen gaan
3o. Gesteld de havendammen werden tot het door
my in sub. 2 aangegeven punt verlengd, waarmede
globaal geraamd ruim f50000 zouden gemoeid zyn,
dan nog zou er een hoogst gebrekkige toestand in
het leven worden geroepen, n. 1. eene zeer lange,
veel te smalle en bijgevolg gevaarlyke voorhaven,
waarin vele schade varingen onver my delyk te duchten
zouden zijn.
4o. De vergrooting der haven zal tengevolge hebben
dat de stroom, die nu nog betrekkelyk langzaam
naar binnen trekt om de haven te vullen, zich dan
met byna dubbele snelheid naar binnen zal begeven
en by gevolg in evenredigheid van thans ook
grootere hoeveelheden vaste stoffen mede zal voeren,
om in de haven te worden gedeponeerd.
5o. Tengevolge van het in sub. 4 aangevoerde,
zullen de onderhoudskosten der haven ten opzichte
van meerder baggerwerk, waarby de meerdere te
onderhouden kunstwerken nog zyn te voegen, welke
by den tegenwoordigen toestand een uitgaaf van
ruim f7000 per jaar vorderen met niet de minste
overdryving f 13000 zyn te rekenen.
6o. Alleen het verschil der som aan jaarlyksche
onderhoudslast der haven te Oudeschild, ongerekend
de kosten van vergrooting met daarmede in verband
staande onteigening van gebouwen, het verlengen
der havendammen enz. gezwegen nog van het
cardinale punt n, 1. de groote afstand van Oosterend
en Oost naar Oudeschild en omgekeerd wettigen
den aanleg eener aan beide zyden open haven by de
Oostkaap, welke jaarlyks hoogstens f1000 a f1500
aan onderhoud zal kosten.
Hiermede meen ik op technische en finantieële
gronden aangetoond te hebben hoewel ik dit liever,
zooals hiervoren gezegd, tot later had bewaard,
dat de aanleg eener haven te Oosterend, voor de
byna 100 daarop wachtende visschers van welke
zyde ook bekeken alleszins gewettigd is.
Met de meeste achting
UEd. dw. dnr.
J. P. VISSER,
W aterbouwkundig-architect.
U, M. de R. by voorbaat dank zeggende voorde
plaatsing van het bovenstaande, heb ik de eer te zyn
UEd' dw. dnr.
P. C. BAKKER,
lid der permanente havencomm. te Oosterend.
Oosterend 31 Juli 1890.
In het oog houdende de wensch en de mogelijkheid
tot aanleg van eene haven te Oost, hebben wy aan
bovenstaand stuk geene plaats willen weigeren.
Ten opzichte het genomen besluit tot verbetering
der haven te Oudeschild, verwachten wy niet, dat
dit schryven van invloed zal zyn.
De Red.
Scliagen, 31 Juli. Aangevoerd: 8 paarden
f 70 a 300; 3 Stieren f 72-, a f180; 24 Gelde
koeien f 120 a f 29010 Kalf koeien 1180 a
280; 4 Vaarzen f 80 a f 180- Hokkelingen
af 11 Nuchtere Kalveren f 10 a f 21.—
150 Schapen f 16 a f 80 -• Bokk. en Geit
--at 19 mag. Varkens f 15 a f 20
23 Biggen f 6 a f 9; 40 Kippen 20 a 70 c
Eenden a ct.Boter per kop 75 a 90 c.
Kaas per kilogram 20 a 35 ct.Kipeieren per
100 275 a 300 ct.Eend-eieren per 100
ct. 40 Lammeren f 10 a 17.
Leiden, 1 Aug. Ter markt werden heden
aangevoerdOssen stuks f at
62 Stieren f 63 af 195 Veulens stuks
a ,f 16 kaltkoeien f 140 a f 272 64
Melkkoeien f 104 a f 250; 51 Varekoeien 97
a 237 160 Vette koeien f 135 a f 292 56
Vette kalveren f 36 a f 68, 24 Magere kal
veren f 9,50 af 25, -- Graskalveren f a f
816 Vette Schapen f23 a f 32, 676 Magere
Schapen f 15 a f 27 Paarden f af
224 Magere Lammeren f 14 a f24,00 Vette
jarige 120 Magere Varkens f 17 a 41
Vette Varkens a. 262 Biggen f 9,25 a f 16,—
f Alkmaar, 1 Aug. Graanmarkt.
Aangegeven, totaal 673 Hectoliters, als
10 Tarwe f 6,50 h f
Rogge
35 Gerst 4,375
id. chev.
3 Haver 3,75
3 Bruine boonen 8,25 10,—
Citroen id.
Witte id. „11,
Duivenboonen 7,
Kanariezaad
88 Koolzaad 9,00 9,25
523 Karweizaad f 8,25 a 9,25 nieuw 9,75 oud
2 Erwten groene „12,
grauwe
vale
Londen, 31 Juli. Ter veemarkt zyn aangevoerd
300 Runderen, 6000 Schapen en Lammeren
180 kalveren, 10 Varkens Men noteert: Runderen
f 0,35 f0,711/, Schapen en Lammeren 0,65 a
f 0,90kalveren 0,50 f 0,90 Varkens f 0,375 a
f 0.60
RIJKSPOSTSPAARBANK.
Aan het postkantoor TEXEL en de, daar
onder ressorteerende, hulpkantoren werd ge
durende de maand Juli
Ingelegd f 6601
Terugbetaald f 139.34.
Het laatste, door dat kantoor uitgegeven,
boekje draagt het nummer 867.
Zondag 3 Augustus 1890.
HERVORMDE GEMEENTE.
Burg. Voorm. half tien Ds. Gemser.
van Broek op Langedijk.
(Avondmaal).
Oudeschild. Nam. half twee Ds. Gemser
van Broek op Langedijk.
DOOPSGEZINDE GEMEENTE.
Waal. Voorm. 10 uur Ds. Kuperus.
Ben Hoorn, 's Nam. IV» uur Ds. Kuperus.
jgppaiffigwfc voor VIER achtereenvolgende
HP®!!» plaatsingen in de Texelsclie Courant
in eens opgegeven, worden slechts D RIE-
maal in rekening gebracht.
Getrouwd:
W. J. LAN GE VELD Pz.
en
L. KIKKERT.
Den Burg op Texel, 31 Juli 1890.
Heden overleed mijn zeer beminde broeder
JOCHE1I BOETJE,
Predikant, laatstelijk bij de Vereenigde
Doopsgezinde Gemeente te Amsterdam.
Mej. S. BOETJE,
Amsterdam,
29 Juli 1890. P. C. Hooftstraat 98.
Regeyiten van het Alg. Weeshuis van Texel
zijn voornemens bij enkele inschrijving aan te
besteden
vanaf de haven naar het land afkomstig van
Mej. de Wed. D. EELMAN.
'Inschrijvingen worden ingewacht vóór Donder
dag 7 Augustus aan het Alg. Weeshuis voornoemd.
Inlichtingen verstrekt de President.
bericht aan gegadigden, dat hij MAANDAG a. s.
alhier ter markt zal komen -met
n n
tt tt t
n t
tt tt t
tt it
tt