Levering van alle soorten DRUK1ERKE Beste Noorsche Schalen H BROS ft. te Onfleschilfl. HOLLAND-AMERIKA. De Gierigaard en zijne dochter. te OudescMld op Texel. Parkstraat. Aanbesteding. Het graven eener Scheidingsloot Vette Varkens. Feuilleton. Ontvang en SPOEDIG. NETJES. GOEDKOOP. LANGEVELD DE ROOIJ. aanbesteden Te koop gevraagd a contant N ederlanclsch Amerikaansche Stoomvaart-Maatschappij LijnNoord-Amerika, LijnZuid-Amerika, BOEKWERKEN. BUïg Op i6XCl. S. DROS Gz., Oosterend. De commissie tot stichting van deze school wenscht in Mei 1891 eene VERLOTING te houden, bestaande uit voorwerpen van smaak en kunst, om niet bijeengebracht. Zij, die geneigd zijn voor dit doel een prijs te geven, worden beleefd verzocht die te zenden aan een der onaergeteekenden. C. M. KOOIJ, Burgemeester, Voorzitter. J. K. G. MULLER, Hoofd eener School, Secretaris. W. METS Tz., Lid van den Raad, Penningmeester. ALS: REKENINGEN. - KWITANTIËN. - PROGRAMMA'S. - CIRCULAIRES, Huwelijks- en Overly dingsbrieven. Ondertrouw- en Verlovingskaarten. Reglementen en Prijscouranten. Memorandums en Diploma's. VERKOOP- en STROOIBILJETTEN. - NOTA'S. MENU'S. - VISITEKAARTJES. kq m i Het Bestuur van den polder Waal en Burg en Regenten van het Algemeen Weeshuis, zullen op MAANDAG 18 AUGUSTUS 1890 's middags 12 ure ten Raadhuize aan DEN BURG, bij enkele inschrijving tussclicn de Westerkolk en de Spijkerbooren in Waal en Burg, waarvan de aanwijzing zal geschieden op Zaterdag 16 Augustus bevorens 's morgens 9 ure. Texel, 5 Augustus 1890. IÊ: Prijsopgaaf en naar gissing gewicht ouder lett. B. Hulpkantoor Oosterend. GOEDKOOPST ADRES. Vraag Prijscourant. 20 cents per stuk. Verkrijgbaar bij een belangrijke partij Baaien, Bevers, witte en gekleurde Flanellen, welke voor zeer lage prijzen worden opgeruimd. Ruim voorzien van Wollen en Gewatteerde Dekens; door vergevorderd saizoen worden een partij «'('kleurde Bouten ver beneden gewonen prijs opgeruimd. Steeds 5°/0 korting a contant. Pb. VLESSING, Waalderstraat. elke week naar NEW-YORK. elke maand naar MONTEVIDEO en BI ENOS-AYRES. Men ver voege zich aan de Kantoren der NA. S. M. te Rotterdam of te Amsterdam en bij de Agenten, of bij Inspecteur J. E. KROES, Groningen. E. BOLSIUS, Oistenoijk.— Roman. Vrij naar 't Fransch door A. B, 3 De zwerm wilde bijen. Wie spreekt tot my, zuchtte Kasper. Ik ben het, uw buurjongen Frits. Gode zy dankBevrijdt mij toch van die dui- velsche insekten, goede Fritsredt mijne arme dochter, uw zoogzuster, Frits, die ik van de kostschool heb gehaald. Och, och, wat ben ik gestoken. Zwijg voor eigen best, maak de byen niet boos. antwoordde de jonge man, rondom wien de bijen zich langzamerhand in dichte drommen verzamelden, en die er letterlijk mee bedekt was. Blijf met uw gelaat tegen den grond aan. Wat Margaretka betreft, deze is in zwijm gevallen of slaapt onder haar sluier, de gekeele zwerm schijnt haar te hebben verlaten. De vrees scheen de oude man eindelijk te doen zwijgen. Cliristiaan hield zich beschroomd op eer biedigen afstand. Frits riep liem zachtjes. Cliristiaan, zei hij, geef het stuk honingkoek. Ik geloof dat de koningin op mijn mouw zit, ik merk het aan de heerlijke odeur, welke mij van haar tegemoet waait. Op 't einde van eenen langen tak, reikte Cliristi aan het gevraagde zijnen ouderen broeder toe. En nu, vervolgde de jonge jager, nadat hy zeer voorzichtig de koningin, die reeds afgemat van ver moeienis was, had opgenomen en op de honing gezet maakt de koperen lantaarn aan de andere zijde van het rijtuig los en rammel er op, zoo hard gij maar kunt, Christiaan nam de lantaarn in de eene, een keisteen in de andere hand en maakte daarmee een vreeselijk geraas. Sla maar, sla, riep Melzer ongeduldig, maar pas op het glas niet te breken, het is reeds gescheurd, Christiaan bleef maar door rammelen- Het aantal bijen rondom Frits groeide zichtbaar aan. Eindelijk hadden alle byen zich rondom het stuk honingbrood verzameld. Nu riep Frits zyn broer weer. Deze moest thans de zak geven en geopend onder de zwerm houden. Frits liet thans de zwerm langzaam in den zak dalen, en sloot die voordat de byen gelegen - heid hadden weg te vliegen. Het is gelukt, vader Kasper, riep Christiaan verheugd uit. Sta op, hernam Fritsuw vyanden zijn in de kooi. De grysaard stond op, zijn gelaat was minstens op tien plaatsen door de byen gestoken en daardoor misvormd. Hy had veel pyn. Nu begaf Frits zich naar Margaretha, die nog steeds bezwijmd in het rijtuig lag, Hij trilde van vreugde by de gedachte, haar na eene afwezigheid van 3 jaren weer te zien. Hy naderde dus en ten einde de oude man gerust te stellen, die vreesde, dat zyne dochter ook door de bijen was aangevallen, zeide hij Neen, Margaretha is met den schrik vrygekomen en dat is al meer dan genoeg, maar als zy geleden had, als de angel der bijen haar had aangeraakt, zou haar stem het my gezegd hebben en zeker ware ik dan zoo kalm niet gebleven. Kyk voegde de jonge man er aan toe, den sluier opheffende, zy is hierdoor en door hare bewegeloosheid wonderbaar lijk beschermd, haar gelaat draagt geen enkel spoor van een bijensteek. Nog eenigen tijd bleef Margaretha in zwym, terwijl Frits haar voortdurend bleet aanstaren. Eindelijk sloeg zij de oogen op en de kleur kwam weer in hare wangen, Het gerommel van den donder hoorde men in de vertede wind was wel eenigszins bedaard, maar huilde toch nog door de takken der boomen, enkele sterren drongen door de verscheurde wolken heen. Margaretha keek Frits met verwondering aan en vertrouwelijk tegen hom glimlachende, mompelde zij O, nu vrees ik niet meer, nu ben ik niet meer in gevaar, nu gy er zyt, myn vriend. Geef my de hand, Frits, hoe vaart uwe moeder, myn goede min Och, wat ben ik toch bly, die groote kostschool te hebben verlaten. Ik stikte er byna Frits, het scheen my toe, dat myn bloed er in myne aderen stolde, dat myn gedachten er verstompten, dat myn lichaam er versteende. Ik, die gewoon was uren lang in de bergen te dwalen, liep nu byna niet meer, maar zat veel op een bank in den tuin, daar sloot ik dan de oogen en zag ons land weer. O, Margaretha, riep de jonge man in vervoering uit, ook ik heb evenveel geleden als gyik die de vryheid had alle plekjes te bezoeken, waar wy vroeger hand in hand waren geweest. Ik verstikte byna in het vrye veld, evenals gij in de kostschool Ik vreesde te zullen moeten sterven voor u te hebben weergezien, want het geheele bosch was voor my als 't ware eene gevangenis, omdat ik er u niet meer ontmoette. Melzer viel hen in de redenhy was wanhopig zyn paard had bloedende ooren en hyzelf leed ver schrikkelijk, Stel u gerust buurman, zei Frits, ik zal u van die angels bevryden en morgen zal er niets meer van te zien zyn. Christiaan, licht eens by. Vervolgens haalde hy uit zyn zak een mes, waarin een klein en puntig mesje, waarmee hy behendig alle angels er uit haalde, er voorzorg dragende,het daarin zich bevindende gif, niet er uit te drukken. Dank, Frits, gy hebt my behandeld, beter dan de knapste heelmeester, heb nu ook medelyden met myn arm paard, zei de grysaard. Bly van dienst te kunnen zyn aan Margaretha's vader, hield Frits zich thans bezig met het paard dat zich deze bewerking niet zoo gewillig liet wel gevallen. Vervolgens hielp hy het opstaan en maakte het tuig weer heel met eenige stukken touw. Toen Melzer zich weer in staat gevoelde zyn weg te vervolgen, zei hy Goede vrienden, ik zal u loonen voor de hulp my heden avond verleend. Vervolgens klom hy met moeite in het rytuig en nam de teugels weer op. Wat, zei Margaretha, die hare oogen niet van haar vroegere metgezel had kunnen afhouden, laat u onze beschermers zoo maar op den weg staan, vader Och, zy zyn sterk en hebben goede voeten en een goed gezicht, zy vreezen voor niets, meisje. Margaretha gaf door haar geheele houding duidelyk te kennen, dat zy het daarmee in geene deeleeens was, vervolgens hernam zy met die vrouwelijke behendig heid, welke nimmer hare uitwerking wist, op kalme onderworpen toon Gy hebt gelyk, vader, zij hebben niets te vreezen zy niet terwyl wy De grysaard keek haar verwonderd aan. Wordt vervolgd. Snelpersdruk - LANGEVELD DE ROOIJ- Texel. Prinses ¥ilbelini&a-Bevaarsc]iaol De# Naaimachines,

Kranten Regionaal Archief Alkmaar

Texelsche Courant | 1890 | | pagina 4