Het hoofdbestuur der Holl. Maatschappij van landbouw heeft gunstig gepraeadviseerd op het voorstel der afd. Alfen Oudshoorn Aarlanderveen, om bij de regeering aan te drin gen, dat bij het uitbreken der besmettelijke varkensziekte onmiddelijk worde overgegaan tot onteigening en afmaking van alle dieren in denzelfden stal of op hetzelfde erf, met vergoeding van de halve waarde voor zieke en van de geheele waarde voor gezonde dieren. Het hoofdbestuur is van meening dat indien het m ocht gelukken de vlekziekte bij de var kens uit te roeien evenals dit met de long ziekte bij het rundvee door de toepassing van het afmakingssysteem heeft plaats gehad, dan de voordeelen daaruit voortspruitende de kosten zeer zeker vele malen zouden overschrijden, en het zou ook zeker vooral in het belang zijn van den kleinen boer en van den arbeids- stand. In de Haagsche Courant wordt betoogd, dat wij op dit oogenblik niet heel ver zijn van een herhaling der jammerlijke historie van ruim een een eeuw geleden, toen ons volkbestaan verliep voor een zeer groot gedeelte door de verwaarloozing van ons koloniaal bezit, in verband met de partij twisten, waaraan geheel de aandacht werd gewijd. Wie niet willens en wetens doof en blind is, „moet" het zien volgens den schi., dat binnen een niet lang, en wellicht zelfs zeer kort, tijdsverloop de bom zal barsten en de firma Nederland Co. zich, op eigen verzoek, in staat van faillissement zal moeten laten verklaren door den achteruitgang harer Indische zaken. Het wordt dringend tiid, naar het oordeel van de H. Ct. eens ernstige aandacht voor dat groote belang, die levensquaestie voor Nederland, te vragen, te eischen. En voor dit alles, ook voor een goed irrigatie stelsel, geen leeninkje dat tijdelijk helpt, maar een doortastende, van 200 millioen. Doch daarnevens het voornaamste, zonder het welk niets baatabdicatie van het parlementarisme dat in en door zijne onkunde van Indische toestan den Indië te gronde richt. Uitzending van een van den Bosch, van een man die een plan, een stelsel kan ontwerpen. En daarnawerkelijke regeermacht voor den Langvoogd, opdat de kolonie worde bestuurd en geregeerd vrij van de partij politiek in het z. g. moederland. Zelfbestuur onder de Nederlandsche souvereiniteit. Een aandeel (50 pCt.) voor Nederland in de zuivere winst, maar ...bevrijding van de belemmerende, doodende oppermacht der „honderd heeren," die hun „senti- mentaliteits- en vrekkentheorieën" toepassen op een land, waarvan zij nog minder weten, dan een Zeeuw van de landbouwtoestanden te Groningen of een Fries van de arbeidsverhoudingen in Twenthe en Beierland.," Dat het schrikken van een paard niet altijd ongelukkige gevolgen heeft, werd in deze week te Barsingerhorn bewezen. Op de He mme, een zeer smallen rijweg, geraakte een paard voor een disselwagen gespannen aan de loop. Velen zagen dit met angst aan, daar juist op het smalste gedeelte van dien weg twee kinderen waren met een kinderwagen waarin een nog zeer jong kind gezeten was. Het paard schrikte van de kinderwagen en daarvoor op zijde springende, geraakte het met het rijtuig waarvoor het gespannen was in de sloot, waardoor de kinderen zeker voor een groot ongeluk werden bewaard. In „de Langstraat" heerscht tegenwoor dig onder de paarden en runderen een inge wandsziekte, gepaard met diarrhee en hoest. Hoewel men tot heden niet gehoord heeft dat de door die ziekte aangetaste dieren er aan bezweken, gaan ze er niet op vooruiten moeten zij ontzien worden. De oorzaak wordt gezocht in het langdurige natte weder. Uit Hoorn wordt aan de Amst .Cf. geschreven: „Het volgende moge ten bewijze strekken van hoe verbazend groot belang de ansjovisvangst die nu geheel geëindigd is, dit jaar is geweest. Uit een nauwkeurig onderzoek is gebleken, dat alleen hier pl. m. 30,000 ankers zijn ingemaakt. Een anker telt gemiddeld 3150 stuks, zoodat men komt tot het niet onbeduidend getal van 94 milioen en 500,000 vischjes. Alweder gemiddeld kan men aannemen, dat er besomd is f 3Va per 1000 stuks. Men verkrijgt alzoo de belangrijke som van f 330,750. Zooals gezegd, geldt dit alleen voor Hoorn. Neemt men nu in aanmerking, dat te Enkhuizen, Medemblik, Volendam enz. niet minder in eerstgenoemde plaats zelfs nog meer is ingemaakt, dan behoeft het waarlijk niemand te verwonderen, dat onze visschers voor dit jaar zonder éénige zorg den winter tegemoetgaan. En zoovele anderen varen er wel bij. De koppers dat zijn de menschen, die de vischjes één voor één den kop aftrekken hebben ook een aardig sommetje kunnen overleggen, als men nagaat, dat voor 1000 stuks 20 centen werd betaald. Men krijgt dan voor de bovengenoemde 94,500,000 stuks f 18,900. Uit Haarlemmerliede schrijft men Als een bewijs van de onder deze weers gesteldheid groote vatbaarheid van het hooi voor broeien, diene, dat alhier reeds een vijf- en-twintig tal veehouders wegens brandgevaar genoodzaakt waren hunne hooibergen om te werken. Datzelfde gebeurt ook in de Haarlem mermeer en Sloten. Onder al het vele wat op de thans gehouden wordende tentoonstelling te Amsterdam is ge- exposeerd, vindt men ook een middel tot weg neming van de reuk der meststoffen, met name stalmest. Wij lezen daaromtrent Het is bekend, hoe kwalijk vele meststoffen, met name stalmest, riekt. Dat zit voornamelijk in de aanwezigheid van ammoniak. Toch is juist die kwalijkriekende ammoniak 't voornaamste bestanddeel. Hoe meer nu de mest blijft rieken, hoe meer er dus van dat kostelijke ammoniak verloren gaaf. Dat moet dus voorkomen worden. Maar hoe Want versche mest is van niet veel waarde, eerst moet hij half en half verrot zijn, en dus veel ammoniak verloren hebben. Welnu, men gebruike Dougall's mestpoeder, om 't zoo maar eens te noemen. Hiermee bestrooie men de mest der dieren en de ammoniak blijft gebonden. Daarenboven heeft mensch noch dier dan last van stank. Mensch noch dier, want het laatste vindt den stank evenmin pleizierig als wij. En niet alleen dat, maar het wordt ook vaak ziek door de uitwasemingen van den mest. Nu is 't poeder van Dougall tevens ontsmettend en bewaart dus 't vee voor allerlei ziekten en richt een ware slachting aan onder het ongedierte. Zoo snijdt het mes van twee kanten. Wjj Lezen in de Enkh. Ct: De Tiendheffing op Wieringen. De laatste Donderdag van Juli is voor het eiland Wieringen, als vanouds, een merkwaardige dag. Wanneer ge dan per eerste trein van denHelder naar Anna Paulowna zfjt gestoomd, vandaar naar Ewfjk- sluis zfjt gewandeld of gereden om verder per schuit van schipper J. Bais naar Wieringen te zeilen, dan vraagt u een ieder die u op die schuit ziet: „Ook naar de tulenmarkt?" Zooals op nog vele plaatsen van ons land, bestaat ook op Wieringen nog het gehate tiendrecht hier toe- behoorende aan Bn. van Brienen, een der aangewezen regenten voor ons Princesje. Dat tiendrecht wordt de laatste Donderdag van Juli geïnd en wel door den Heer S. Keijser Pz. van Texel, den zoogenaamden tiendenheer. Tegen 91/, uur komt de tiendenheer, gaat naar een der koffiehuizen en vindt daar reeds alles gereed voor de plechtigheid. Natuurlijk bestaat de zaal uit 2 deelen, een tooneel en een parterre (loges of stalles heb ik er niet gezien.) De tiendenheer, bijgestaan door den notaris en den secretaris en soms door den burgemeester en de leden van den Raad neemt plaats op het tooneel, om de tienden te innen. Wieringen is verdeeld in 18 blokken die jaarlijks worden verpacht. De 18 pachters van de tienden komen voor, betalen en maken gebruik van de kom met boerenjongens die vóór hen staat, zooveel als ze maar lusten. Langzamerhand wordt het tooneel door de betalers ontruimd en de notaris gaat over tot het voorlezen van de voorwaarden van verpachting voor het nu be gonnen jaar. Dit afgeloopen zijnde begint de secretaris met het bij opbod verpachten van de nieuwe tienden (die on- dertusschen misschien door het samenspannen der boeren bedroefd weinig opbrengen pl. m. f 160.—) En nu het groote uur nadert. De tiendenheer laat de kerkklok luiden, een ieder gaat naar de kerk en verlaat die weer, na door den veldwachter bij de uitgang voorzien te zijn van een „tule" zijnde een klein vierkant wittebroodje. De notabelen hebben recht op meerdere tulen, o. a. de tiendenheer op 48 tulen de burgemeester op 24 de predikanten en geestelijken op 12 de ontvanger en de secretaris op 6 enz. Wie liever krententulen heeft, kan die krijgen, maar ontvangt dan maar de helft. De oude Wieringers bewaren hun tule soms oen jaar, tot dat ze weer een nieuwe krijgen, ja men ver telde mij dat er vroeger enkelen waren, die ze ver nisten en ze zelfs tot 10 jaar toe bewaarden. Is ieder kerkganger voorzien van een tule, dan begint de „fiedel" en de kermis neemt een aanvang. 't Is werkelijk de moeite waard een dergelijke oude gewoonte eens persoonlijk by te wonen. Laat my u nog even mededeelen, dat het tiendrecht in 1721 aan de familie van Brienen is verkocht en dat uit naam van de Staten van Holland de koopacte geteekend is door den Castelein van Holland. Een ooggetuige. Te Maastricht werd een schutter, die nog geen uniform had ontvangen en zich naar het exercitieplein begaf, door een agent van politie gesommeerd, zijn geweer naar huis te brengen, als zijnde het dragen daarvan in strijd met de wet. De schutter, tusschen wet en plicht moetende kiezen, voldeed aan de wet en kwam zonder geweer bij de oefeningen. Te Hees, bij Nijmegen, heeft Elisabeth G-eurts, weduwe van Johannes Otten, haren lOOsten verjaardag gevierd. De honderdjarige is nog kras en gezond. Eene commissie had gezorgd dat zij den dag feestelijk kon vieren en dat haar gedurende haar verder leven geldelijke steun gewaarborgd is. Door twee treinen van de Nederlandsche Rijnspoorweg-Maatschappij, welke elkaar Dins dagavond ongeveer te halftien bij het station Abcoude passeerden, werden 6 paarden over reden. Vijf er van waren letterlijk vermor zeld. Een jongen die Dinsdagavond in den tuin van de melkerij in 't Vondelpark te Amsterdam op den schommel wilde, maar daar niet spoedig genoeg naar zijn zin op kon, wierp een bran denden lucifer naar het zomerkleedje van een 12 jarig meisje dat hem voor was, waardoor haar kleedje plotseling in vollen vlam stond. Het arme kind vloog brandende het gebouw binnen gelukkig voor haar was daar juist een politieagent aanwezig, die met vrouw en kin deren zijn vrijen dag genoot. Hij doofde de vlammen dadelijk met zijn jas. Twee juffrou wen verwijderden de nog smeulende kleertjes en behandelden de brandwonden zeer doelmatig. De arme kleine werd vervolgens naar 't gasthuis gebracht. Uit Angerloo schrijft men; De tiendheffing vindt in deze gemeente nogal tegenstand. Vóór de verpachting ervan heb ben de landbouwers eene bijeenkomst gehou den, waarin afgesproken werd, dat niemand eenig bod op de tienden zou doen. Toen zijn zij door vreemdelingen gekocht. Nu ligt in Angerloo een veld, het „Kruisveld" genaamd, waarin al de wegen particulier eigendom zijn. De eigenaars dier wegen hebben die afgesloten, zoodat het voor de tiendpachters onmogelijk is, om er met den gehaten tiendwagen op het land te komen. Op elke aanvrage volgt een weigerend antwoord. Het volgende curieus aures in zakehoofde- lijken omslag werd den raad der gemeente Onst- wodde aangeboden: Meinheer beurgemeesterGy heeft mij een papier gesturt, zoo een aanslag biljet. Moet ik dat betaalen? Wij zijn nog heel niet getrouwt en zoo veel verdien ik ook niet, want ik moet 'sjaars 50 gulden uur betalen, waar komt dat heerGij moogt blij zyn dat gij van ons vreê hebben en laat ons dan ook met vreê, en stuurt ons dan niet zoo een papier om te betalen, want als ik dat betalen moet, dan verlang ik ook om te trouwen heeron Dus zoolang ik niet trouwt ben moet gij mij met vreê laten, ik laat u ook met vreê. En als ik dat betalen moet dan kunt gij haar ook met de kleine op bergen. (get.) A. Mulder en Diena Beerthuis. (Ter toelichting deelt men mede, dat, naar men verneemt, genoemde Muller aanvrage heeft gedaan om een huwelijk aan te gaan, welk verzoek evenwel tot heden niet kon ingewilligd worden, omdat de noodige papieren, wegens afwezigheid van den vader der bruid, nog niet konden verkregen worden.) Vrijdag kocht zekere J. G. Wolf te Wezep een koe van een veekoopman op de Zwolsche markt. Onderweg ging het dier gedurig liggen en met moeite werd de woning van W. bereikt. Den daarop volgenden Zondag werd de koe meer dood dan levend geslacht. Door het gezin van W. en een paar anderen werd van het vleesch genuttigd en het overige werd verkocht aan den koopman H. te Heerde. Zij die er van gebruikt hadden werden ongesteld, doch men trachtte de zaak geheim te houden. Nadat echter een paai- katten, die er mede van gesmuld hadden, gestorven waren en de onge- stelheid toenam, werd de dokter ontboden. Door dezen werd vergiftiging geconstateerd. De zaak wordt door den burgemeester onder zocht. (4, c

Kranten Regionaal Archief Alkmaar

Texelsche Courant | 1890 | | pagina 2