N#. 322.
Zondag 2 November
A#. 1890.
Nieuws- en
Advertentieblad.
OFFICIEEL GEDEELTE.
Binnenland.
Zondagsdiensten.
ABONNEMENTEN en ADVERTENTIËN worden aangenomen bij de Uitgevers LANGE VELD DE ROOU, ParkstraatBurg op Texel.
Dit blad verschijnt Woensdag- en Zaterdagavond,
Abonnementsprijs per 3 maanden
Voor den Burg 30 Cts. Franco per post door ge
heel Nederland 45 Cts. Naar Amerika en andere
landen met verhooging der porto's.
Advertentiën vóór 10 uur op den dag der uitgave,
Prys der Advertentièn
Van 1 tot 5 regels 30 Cts. Iedere regel meer 6 Cts.
Groote letters en Vignetten worden naar plaatsruimte
berekend. Bewijsnummers 2 Cts. per nummer.
KENNISGEVING.
BURGEMEESTER en WETHOUDERS der ge
meente TEXEL herinneren belanghebbenden aan
art. 22 al: 1 der algemeene Politie-Verordening
dezer gemeente luidende
„Het is verboden honden in de gemeente te
„laten losloopen van 1 November tot 1 Mei.
Overtreding dezer bepaling wordt gestratt met
eene boete tot een maximum van f 10, of
hechtenis van ten hoogsto 3 dagen.
Texel, 28 October 1890.
Burgemeester en Wethouders voornoemd,
C. M. KOOY, Burgemeester.
STIKKEL, Secretaris.
Uit de Prov. Br. A. Ct.
Er is thans voor het gekoele land eene
regeling van den dienst voor post en telegraaf
op Zondag vastgesteld, die zeer zeker in strijd
is met het openbaar belang. In de meeste
plaatsen is des Zondags morgens van 8 9 uur
en 's middags nog een enkel uur het telegraaf
kantoor geopend, eene regeling, geheel in strijd
met het belang van het algemeen. Met de
posterijen is het niet minder ondoelmatig.
Meestal is eene enkele bestelling in den ochtend
al wat men krijgt, en de later komende brieven
blijven maar rustig op het kantoor liggen.
Zulk een toestand druischt tegen het belang
van handel en nijverheid, van openbare veilig
heid en de publieke zaak volkomen in. Men
kan post en telegraaf niet een heelen dag meer
missen, dit is eene waarheid, zoo onaantastbaar,
dat wij geen voorbeelden behoeven te geven,
die anders voor het grijpen zyn. Wij kunnen
ons dan ook best begrijpen, dat eene vereeniging
is opgericht, speciaal om tegen deze inbreuk
op heb maatschappelijk leven maatregelen te
nemen. Wij vertrouwen, dat hare pogingen
niet zonder steun zullen blijven en dat speciaal
in de Tweede Kamer bij de behandeling van
de begrooting van waterstaat eens een hartig
woordje zal worden gesproken over dit misbruik,
dat de Staat maakt van zijn monopolie.
Het behoeft niet gezegd, dat wij gaarne alle
ambtenaren een vrijen Zondag gunnen, maai
er zijn nu eenmaal in de maatschappij een aantal
vakken, waarbij het bedrijt niet een heelen of
hal ven dag kan stilstaan. Wil men toch aan
hen, die bij die vakkon werkzaam zijn, een
vrijen dag in de week verzekeren, dan moet
het op een anderen dag in de week zijn dan
Zondag, of men moet meer personeel aanstellen
dan thans, zoodat men beurtelings een vrijen
Zondag kan bekomen.
Als bij zulke gewichtige takken van dienst
als post en telegrafie zoo weinig wordt gere
kend met allerlei belangen, dan is het niet
te verwonderen, dat men van de doode-Zondag-
zijde reeds lang plannen heeft beraamd tegen
de middelen van vervoer, spoorwegen, tram
wegen, stoombooten enz. Inderdaad heeft men
b. v. te Amsterdam reeds den eisch gesteld
j van anti-revolutionnaire zijde, dat het rijden
j van tramwagens op Zondag zou verboden
worden. Dat de minister Ha velaar eveneens
het oog geslagen heeft op de middelen van ver
voer, wisten wij reeds van vroeger bij geruchte,
en wij hadden reeds gehoord dat er proeven
op dit gebied werden genomen.
Over de jongste proefnemingen op dit terrein
heeft thans de Raad van Toezicht op de spoor
wegen verslag uitgebracht. Maar het blijkt,
dat er heel wat strijdige belangen met zulk
een oplossing gemoeid zijn. Anders zijn b. v,
de eischen voor treinen, die meer speciaal
voor postdienst loopen en anders weer die
voor treinen tot vervoer van reizigers. Een
regeling, die aan deze onderscheidene eischen
tegelijk voldoet, bleek moeielijk te treffen.
Zoo moesten volgens aanwijzing der postad
ministratie bijna alle modeltreinen voor den
postdienst blijven rijden, terwijl deavondtrei-
nen weer niet konden worden gemist voor
het reizigersverkeer. Waar dan nog bijkomt
dat men een trein alleen voor de heen- en
terugreis beide kan uitlichten, anders zou
beperking van hot getal treinen zelfs op uit
breiding van den dienst voor het personeel
uitloopen. Wordt bovendien zoo oordeelt
de Raad van Toezicht in het buitenland
het verkeer niet beperkt, dan zullen op den
duur zeer moeielijk al die strijdige belangen
te bevredigen zijn.
In Zwitserland heeft men inmiddels ingezien,
dat uitbreiding van het personeel het eenige
middel is, om in dezen tot verbetering te
komen. Dien weg moet het, volgens den Raad,
ook ten onzent op.
De bezwaren echter, die o. a. de Holl. IJ.
Spoorweg-Maatsch. en de Rijn-spoorweg-Maat-
schappij hebben ingebracht, tegen de beperking
van goederenvervoer op Zondagen, oordeelt de
Raad niet afdoende, waarom hij dan ook aan
den minister voorstelt, om zoowel in het
nieuwe algemeene reglement voor de locaal-
spoorwegen, als in het bestaande Algemeene
Reglement voor het vervoer op de hoofd
spoorwegen, eenige bepalingen op te nemen,
waardoor in het vervolg aanneming ten vervoer,
verzending en bestelling van ijl- en stukgoederen
op Zon- en algemeen erkende christelijke
feestdagen niet meer zal geschieden.
Maar ook uitbreiding van personeel, zegt het
verslag, zal nog niet een volkomen bevredigende
oplossing geven. Deze is eerst te verwachten,
wanneer de exploitatie zoowel van de groote
als van de kieinere spoorwegen zal zijn over
gegaan in handen van den Staat, of de
spoorwegwet wordt aangevuld met een voor
schrift, waarin deze verplichting aan de
exploiteerende maatschappijen wordt opgelegd.
Hieruit blijkt, dat men voortdurend bedacht
is op plannen, om het verkeer op den Zondag
te beperken. Dat van reizigers durft men
blijkbaar niet aan, omdat juist op den Zondag,
die voor de groote meerderheid de eenige vrije
dag is, waarop men uitstapjes kan maken,
het verkeer veel grooter is dan op andere
dagen. Het Zondagsverkeer is een van de
voornaamste bronnen van inkomst.
Thans begint men alvast aan het goederen
verkeer, en zouden n.b. ijlgoederen, goederen
dus waarbij, omdat zij aan bederf bloot staan
of om andere redenen van koopmansaard, de
grootste haast is, niet meer op Zondag mogen
worden vervoerd. Wat zou dat voor een
toestand worden als bij besloten water de
spoorwegen geen raad weten met den aanvoer
van goederen?
Men ziet hoe gevaarlijk het is in handen
van den Staat, spoorweg- of andere monopolies
te geven.
TEXEL, 1 November 1890.
Nabij den vuurtoren van Eierland is
een scheepsboot aangedreven. Op den spiegel
stond aan den buitenkant „Thomas Grampreli"
aan den binnenkant „Qoestorgy 565". Voorts
zijn eenige mijnstutten aangedreven.
Betreffende het aandrijven van vaten
te Texel, gemerkt RCIK Why dan Grand Papo en
Wydah, wordt vermeld, dat deze vaten af
komstig zijn van het stoomschip „Carl Wóer-
man", 24 dezer van Plymouth naar de West
kust van Afrika vertrokken en dat zij van
het dek van dat schip zijn overboord geslagen.
De Staats-Courant behelst het volgende
bulletin
Sedert de laatste dagen, is er in den toestand
van Zijne Majesteit den Koning weinig of geen
verandering waar te nemen. Ofschoon de
lichamelijke toestand van den Hoogon Lijder
bevredigend is, blijft de afwijking in de
kersenfunctiën bestaan.
De Cocksdorp, 81 Oct. Jl. Woensdag hield
het Gezelschap „Met zijn allen zijn wij een"
eene volkslezing in het logement „de Hoop"
alhier. Als lezing werd door den heer J. de
Jongh met zeer veel tact voorgedragen het
welbekende „Blinkende Haenje" van Cremer
hierna volgden voordrachten.
De opkomst van het pubiek was, jam mei-
genoeg, slecht te noemen, waarvan waarschijn
lijk het slechte weder de oorzaak was.
Helder, 31 Oct. Heden brachten binnen
komende visschers hier het bericht, dat
's morgens in den mist een Noord-Duitsche
bark, beladen met petroleum, in het Westgat
aan den grond was geloopen. Schuiten lagen
langs zijde om van de lading over te nemen,
ten einde zoo te trachten het schip vlot te
maken
Vereenigde zitting der Staten-Generaal.
In de vergadering van Woensdagmiddag
werd met 109 tegen 5stemmen de verklaringafge-
legd, dat de Koning buiten staat is geraakt de
regeering waarten emen.
Van dat besluit zal mededeeling worden
gedaan aan den Raad van State en den Raad
van Ministers.
In de Staats Courant is opgenomen een
besluit van den Raad van State, ter algemeene
kennis brengende, dat hij de waarneming, in
naam des Konings, van het Koninklijk gezag
heeft aanvaard.
COURAUT.