N323. Donderdag 6 November. A#. 1890. Nieuws- en Advertentieblad. Binnenland. Dit blad verschijnt Woensdag- en Zaterdagavond. Abonnementsprijs per 3 maanden Voor den Burg 30 Cts. Franco per post door ge heel Nederland 45 Cts. Naar Amerika en andere landen met verhooging der porto's. Advertcntiën vóór 10 uur op den dag der uitgave. Prijs der Advertentièn Van 1 tot 5 regels 30 Cts. Iedere regel meer 6 Cts. Groote letters en Vignetten worden naar plaatsruimte berekend. Bewijsnummers 2 Cts. per nummer. ABONNEMENTEN en ADVERTENTIËN worden aangenomen bij de Uitgevers LANGE VELD DE ROOTJ, ParkstraatBurg op Texel In de Enk. Ct. lezen wij als ingezonden de volgende biief uit Amerika, waarvan de kennisno ming ook hier nuttig kan zijn Roseland, October 1890. Waarde Eedacteur Menigmaal heb ik er over gedacht, om eens een stukje te schrijven aan mijne vrienden in Neder land, maar het bleef steeds bij denken. Toch zou ik hun na een 8 jarig verblijf aan deze zijde van den grooten Oceaan wel het een en ander kunnen mededeelen van hetgeen ik hier heb gezien, gehoord of ondervonden, maar om dat ordelijk op papier te zetten eischt meer dan ik kan geven. Toch heb ik nu iets op het papier gebracht en ik zend het u, om er mee naar uw welgevallen te handelen. Veel wordt er in Nederland over Amerika en inzonderheid over the United States of Amerika gesproken en geredeneerd, en vooral in tijdperken, waarin landverhuizers uit de omgeving derwaarts gaan maar ik kan u verzekeren, dat men in Hol land van de j uiste toestanden hier geen honderste portie goed begrijpt. Doch ter zakeHot grootste deel dat hier henen komt, is zeker uit den arbeidersstand. Gewoonlijk wordt hun in hun belang geraden, naar dezen of dien Staat te gaan, want, wordt haar gezegd, daar hooren wij altijd goede geruchten van. Maar van wie hebt gij die? Wel, van boerenfarmers die daar wenen. Juist, maar laat mij nu zeggen, dat zulks het lot geldt van den farmer (boer) en niet van den arbeider. Ik voor mij heb al zooveel gezien en gehoord van de boeren-arbeiders, dat ik het voor niemand hunner raadzaam acht, om naar landbouwstreken te gaan. Menige arbeider doet de ondervinding op, dat hij zich te ver heeft laten sporen. Niet, omdat de Amerikaansche boer zoo slecht of inhalig is, dat heb ik beter ondervonden, maar de veelheid van arbeiders bederft de markt. Wie arbeider is, moet het hoofdzakelijk van fabrieksarbeid hebben. Daar komt het op honderd arbeiders niet aan. In de bouwstreken kan men op zijn best alleen maar tijdelijk werk krijgen. En dan de winters zijn hier te lang, waardoor het farmerswerk maan den stil staat, 't welk niet met fabrieksarbeid het geval is. Nu zal menigeen aanvoerengaat men in een fabriek, dan blijft men misschien zijn heele leven fabrieksarbeider en heeft geen kans om ooit eens boer te worden. Maar meent hij dan, dat zulks in een farmers plaats, waar het volgens de geruchten zoo best is, gemakkelijk zal vallen Gerust, als het land 20. 30 40 dollars de acre kost, dan behoeft een boerenarbeider ook niet om land koopen te denken. Werkeljjk is mijn gedachte, dat vele nieuwelingen te ver naar het westen trekken. Inzonderheid is zulks ook het geval met menig ambachtsman, hetzij timmerman, metselaar, smid of wat ook. Laten ze eerst in of bij steden, vooral in fabrieks plaatsen trachten aan 't werk te komen. Lang zamerhand kunnen ze zich dan met de toestanden hier op de hoogte stellen en vervolgens gaan waar 't ieder het best toelijkt. Uitzonderingen komen hier natuurlijk ook wel eens voor, maar de uitzondering maakt den regel niet. Dan heb ik in Nederland veel hooren zeggen, kijkvoor dat gezin was het zaak om naar Amerika te gaan, het heeft veel verdieners. Nu behoeft men niet lang te hebben school gegaan, om te kunnen uitrekenen, dat drie of vier werklui samen meer verdienen dan een werkman. Nu nog iets over de volgende redeneering. Die, of die zou wijs doen, naar Amerika te gaan. Hij heeft een paar centen, maar daar kan hij hier niet veel mee uitvoeren. In Amerika is er heel wat land voor te koop en dus wel fortuin mee te maken. (Het is een teer punt daar wij nu over handelen, en ik acht mij niet bevoegd, zoo iemand raad te geven. Toch wil ik denzulken wel iets in overweging geven). Er wordt dan, zooals ijc zeide, aangevoerd voor een zuur gezicht heeft men in Amerika een stuk land dat bijna niet is te overzieD. Stel, zulk een persoon komt hier aan. Hij gaat er op uit om land te kiezen. In A. is het hem te slecht, te B. schijnt het iets beter, maar in C., daar schijnt het hem goed toe. Maarwat moet het land hier kosten, vraagt hij. Het ant woord is voor 30, voor 40 dollars de acre kunt gij mijn farm koopen. Op minder dan een 80 acres land van deze waarde kan men hier geen boer zijn. Nu geef ik u uit te rekenen, wat dan zoo iemand zijn bedrijfje kost, er bij in aanmerking genomen, dat hij nog tusschen de 500 en 1000 dollars noodig heeft voor onmisbaar vee en ma terieel. Gij stemt mij toe, dat het menigen rijksdaalder, tegen dollars ingewisseld, neemt' 't Is waar, niet alles behoeft contant betaald te worden, men kan hier ook op schuld beginnen. Ook is het waar, dat hier nog veel land is te bekomen voor minder geld, zooals in Nebraska, Minnesota, Dakota en andere plaatsen, maar om naar zulke wilde streken, zooals men ze hier noemt, te gaan, daar heeft iemand met zooveel Hollandsche rijksdaalders in zijn zak en nog heel wat verbeelding in het hoofd niet veel trek in. Nu, hieromtrent wil ik liefst niets zeggen. Alle begin brengt zijn moeielijkheden mee. Toch krijgen op die zoogenaamde wilde plaatsen de oude paarden nog een eerlijke begrafenis, 't welk, helaasniet overal gebeurt. Dit laatste heb ik geschreven met het oog op den toestand der landbouwers in Holland, die bij velen, b\j sommigen althans de gedachte wekt: zou ik maar naar Amerika gaan Daar doet men met duizend gulden al heel veel. Maar m'n vrind, gij weet toch zeker ook wel, dat elke rijksdaalder die gij meebrengt, hier maar 100 centen waard is. Daar hebt gij terdege mee te rekenen waarlijk, met een weinigje Hollandsch geld kan men hier ook al geen wonderen verrichten en tot zfln teleurstelling zal menigeen ondervinden, dat hij met zyn beetje centen een welgesteld fabrieks arbeider of op zijn best genomen, een huurfar- mertje zijn kan. Mocht iemand uit mijn schrijven opmaken dat ik zuinig over Amerika denk, dan vergist hij zich zeer. Ik zou van Amerika op grond van eigen ondervinding veel goeds kunnen vertellen, maar dat is niet zoo noodig. Amerika zegt veel door zijn daden. Mijn eenig doel was, om diegenen, die met een weinig geld en verhevene gedachten hier heen willen komen, kan het z(jn voor groote teleurstelling te bewaren. Daarom heb ik, juist tegen mijn zin, de kwade zijde bloot gelegd. Liever zou ik het vele goede noemen, om degenen die er slecht over denken, gunstiger te stemmen. Maar hiermede eindig ik voor ditmaal en blijf voor mijn oude landgenooten het beste wenschen. J. JONGEJEUGD Sz. ~TEXEL, 5 November 1890. Onze plaatsgenoot, de heer C. S. Ponger, is benoemd tot onderwijzer te Helder. ,,Op het eiland Texel is iemand in de weer, om de erfenis van Neeltje Pater los te maken. Deze vrouw moet in 1789 te Broek in Water land gestorven zijn, en wel zes millioen hebben nagelaten. De Heldersche Courant brengt in herinnering dat een practizijn en zaakwaarnemer te Haar lem, reeds lang overleden, wel 25 jaren heeft geteerd van de lichtgeloovigheid van personen die vermeenden te behooren tot de familie van bovengenoemde erflaatster." Bovenstaand bericht doet in verschillende bladen de rondte. Ter aanvulling hierop zouden wij kunnen mededeelen wat in deze zaak reeds werd ge daan. Eene bijeenkomst van vermoedelijke erfgenamen leidde er toe dat eene commissie van drie personen werd benoemd om bij ver schillende personen elders, inlichtingen in te winnen. Uit het rapport door die commissie uitge bracht, in eene vergadering Zaterdagavond gehouden, welke vergadering wij het voorrecht hadden bij te wonen, bleek, dat door de ver meende erfgenamen hier woonachtig, alsnog niet genoegzaam bewijs kon worden geleverd, dat zij van bedoelde erflaatster afstamden, weshalve voorhands naar meerdere aansluiting moest worden gezocht. De namen Hoogheid en Kok, welke de af komst moesten bewijzen, schijnen in de opge maakte stamboom van de erflaatster niet be kend te zijn. Tijdens de vergadering werd door een der aanwezigen echter gewezen op de waarschijn lijkheid dat de aansluiting moest worden ge zocht door de familie Leen, welk vermoeden bij later ingesteld onderzoek blijkt juist te zijn. Is het de vermeende erfgenamen mogelijk hunne afkomst van de erflaatster te bewijzen, niet minder wenschelijk is het, dat zij alsdan hunne aanspraken kunnen doen gelden, 't zou voor velen een aardig buitenkansje zijn. Tot zoover de bewuste zaak. De heer Koning die als leider dezer zaak optrad, eischte daarvoor geen loondeze om standigheid is zeker voor de vermeende erf genamen een duidelijk bewijs dat de heer Koning hen niet om den tuin zal leiden om daardoor zich zelve te bevoordeelen. Is het den heer Koning mogelijk in deze duistere zaak het gewenschte licht te ontste ken, dan zal zijn loon, wie zou er aan twijfelen zeker groot zijn. De Cocksdorp, 4 Nov. Eenige landbouwers in Eierland hebben dit jaar de proef genomen met het verbouwen van suikerbieten. De uitkomsten zijn evenwel niet zeer bevredigend te noemen de wortels zijn over 't geheel klein van stuk, en verliezen nog zeer in gewicht door het afsnijden van het bovenste gedeelte, waardoor het uitspruiten moet voor* COURANT.

Kranten Regionaal Archief Alkmaar

Texelsche Courant | 1890 | | pagina 1