JBoek- en Courantdrukkerij, BRANDKAST. Parkstraat, Burg op Texel. De Notaris CONINCK WESTENBERG Voor de aanstaande aanneming Feuilleton. De Gierigaard en zijne dochter. Drukkerij, alsmede de uitgave Texelsche Courant I. Op WOENSDAG 4 FEBRUARI a. s. Op Donderdag 5 Februari a. s„ II. HERINNERING. TE HUUR: De hofstede „Dordrecht" TE KOOP: BU den aanvang van het Nieuwe jaar nemen de ondergeteekenden de vrijheid, hunne wederom beleefdelijk bij allen aan te bevelen. di© zal PUBLIER VERIIUREV: '3 morgens 11 ure, in het logement de Zwaan aan Den Burg. Voor Heereu Kerkmeesters der R. C. Parochie a/d Burg'. A. 1 21 60 Weiland, Bovenste Kerkegeest. 1 18 35 Benedenste Kerkegeest. -- 08 25 Bouwland, annex. - 74 90 Weiland, het kleine Kerkeland. 1 64 het groote Kerkeland. 1 19 90 de Weezenkoog. 1 10 70 Kaliskoog. 102 20 Turkenland. -- 81 beoosten het Mienteglop. B. Voor Heereu Armiueesters der R. C. Parochie a/d Burg'. 40 Weiland, Bullenweid Maartensland. 70 op Akebuurt. 80 Kruiskoog. 50 Mulderslandje. 20 Hooilandje. Hooiland, Dirk Ooms Koeienweid. 10 Zijnde het erf bij C KUIP. 80 Weiland, het Duizend. 20 b/h Kerkhof Koog. 42 erfje Barend Niele. 60 de Grie. 80 de Zeshonderd b/d Strooppot. 20 Bouwland, Driehuizen. 's avonds 7 ure, in het logement de Oranjeboom aan den Burg. Voor den Heer Ju. DALHEIJER Sr. 50 Weiland, Jan Karsland. 70 Bovenste Jan Karsland. 30 Lage Koeienweid. B. Voor den Notaris C. DONKER. 90 Weiland, Gerritsland. C. Voor den Heer Jb. Cz. KOORN. 50 Bouwland, het Koogje. 142 -- 89 -62 1 21 -- 68 -- 66 -91 - 21 -- 67 111 - 09 164 1 49 -- 97 A. -46 - 63 -97 2 67 - 51 De deelhebbers der Onderlinge Brandw. Maat schappij ,,'t Algemeen Belang," district Texel, worden herinnerd, dat vóór 31 Jauuari 1891 de premiën moeten voldaan worden. Kantoor Hoogerstraat Burg. HET BESTUUR. Extra solide, zoo goed als nieuw TE KOOP aangeboden, voor slechts f 55. Hoog 0.80 Heter, breed 0.55 Meter. Te bevragen onder motto Brandkast, Texelsche Courant. te zien en te bevragen bij JAN WITTE, hofstede Prinsenhage, polder Eierland. bericht ondergeteekende ruim voorzien te zijn van prachtige zwarte Tibet en gewerkte Fantasie stoffeneen groote collectie Kamgarens en Buks- kingsbericht tevens aan zijne geachte begun stigers, dat hij even als voorgaande jaren de aannemerspakkeu gemaakt levert tegen billijken prijs. A contant 5% korting. Aanbevelende UEd. Dw, Dienaar Ph. VLESSING. met 64.19.70 Hectaren Wei-, Hooi- en Bouwland, alles elkander annex gelegen in den polder EIJERLAND OP TEXEL. Aanvaarding 20 Maart 1891. Te bevragen bij den Administrateur H. FLENS te TEXEL. 51. Vrij naar 't Fransch door A. B, De Verlamde. Gü hier, Grietje, zei Frits, die meende te droomen en in dit kleed. Margaretha keek hem met een soort van pijnlijke kalmte aan. Zü had geheel het uiterlijk van eene martelares. Mijn vriend, antwoordde zij ernstig en zacht. Ik wil u tot Stuttgard vergezellen en niet van u scheiden, voor uw laatste uur geslagen is, dat is mijn plicht. Z«ker hebt ge geen vrouwelijken steun noodig om moed te houden, neen, mijn Frits weet de dood in de oogen te zien, maar ik wil niet dat gü u verlaten zult wanen van allen, die u beminnen. Door naar mij te zien, zult gij uw geboortegrond met u mee zien gaan en door naar mjj te luisteren zult gij gelooven de stem van Martha te hooren. Neen, het is niet goed, dat een mensGh die gaat sterven niet dan onverschillige gezichten om zich heen ziet. Zij liep steeds naast hem voort. Ik bid u Grietje, lieve Grietje, zei Frits, geef dat vreemde plan op. Mij te volgen op dezen laatsten tocht zou boven uwe krachten gaan. Weet gij dan niet dat gij aan het einde van dien weg een bloed stroom onder uwe voeten zult hebben. Daar is geen plaats voor vrouwen. De vrouw moet thuis weenen en bidden en haar bleekheid en angst achter een sluier verbergen en zich niet blootstellen aan de spotternijen van het publiek. Op het noodlottige uur zult gi) niet bü mü kunnen zpn, want de nieuws gierigen zullen zeggen, terwül zü u met den vinger aanwpzen „Wie is die vrouw Is het de zuster is het de vrouw van den gevangene? En daar gij hen daarop niet zult kunnen antwoorden, zal men c beleedigen en ik zal u niet kunnen verdedigen, ik zal sterven met de wanhoop in het hart. Margaretha bleef steeds naast hem loopen en antwoordde Ik zal hen niet hooren, Frits, want ik zal u zien, myne gedachte en mpn hart zullen bij u zpn en niemand zal in staat zün mü te beleedigen. Ik kan niet anders, ik moet u volgen. Gü moet u daar echter tegen verzetten, Grietje, hernam de jonge man aangedaan, ik mag u niet veroorloven u zelf zoo in opspraak te brengen. Ik heb daarenboven al mün moed noodig en uw aanblik zal mü zeker doen verzwakken. Gü zult toch zeker niet willen dat uw zoogbroeder voor een lafaard uitgekreten wordt. Margaretha bleef niet staan maar keek Frits ver wonderd aan. Gü bemint mü niet, Frits, indien mü'n blik uw verstand en hart niet versterkt. Gü spreekt mü van bespotting, wat hindert mü die I Gü vreest voor mü voor de vermoeienis en voor de afschuw bü het zien van onschuldig vergoten bloed; maar ik ben geen stadsjuffertje, maar eene boerin. De oogen van het jonge meisje begonnen te schitteren, Frits moest toegeven. Doe dan zooals gü wilt, zei hü diep aangedaan. De sergeant wilde haar terug zenden, maar door haar smeeken wist zü deze over te halen, haar mee te laten gaan. Ja, deze beloofde haar zelfs nog eenige bescherming. Langzamerhand werd de weg slechter en moeie- lüker te begaan, zoodat men verplicht was zoo nu en dan te rusten. Het jonge meisje bleef echter steeds naast Frits. De lucht werd hoe langer zoo meer bedekt met dikke wolken en in de verte deed zich de donder hooren. Daar een der gendarmen er den sergant opmerkzaam op had gemaakt dat de rivier de Necker, welke men over moest trekken, aan het stügen was, zoodat het misschien weldra onmogelük zou zün gebruik te maken van de brug, gaf de sergeant bevel dwars door de velden heen te steken, ten einde zoo spoedig mogelük bü de brug te zün. Toen zü eindelek na een zeer vermoeiends tocht de rivier in 't gezicht kregen, leverde deze een zeer ontmoedigenden aanblik voor hen op. De Necker was ver buiten hAre oevers getreden. De Boot. De ruimte voor hen was slechts een onmetelük meer, maar een woest meer. Boven de oppervlakte staken hier en daar de toppen van boomen uit, bedekt met gras, stukken hout en allerlei voorwerpen, welke er door den stroom tegen waren gedreven en er in blijven waren zitten. Tafels, stoelen en andere meubelen, dreven in den vloed rond, terwül paarden en ezels zich te vergeefs tegen den stroom zochten in te werken. Hier en daar had de vloed de inwo ners van de dorpen langs de rivier verrast gedurende den nacht Wp kunnen de Neeker onmogelük oversteken, zei een der gendarmen, de brug zal weggeslagen zpn. Het zou dwaas zün niet terug te keeren, zei een andere. Mathias Werner echter was van eene andere meening. Wat zegt gp, jonge juffertjes, dat gü bangzRt uw rug en voeten nat te maken, zei hü wild lachende. Kom kp'k eens gauw of de brug er nog is. of tracht een boot voor ons te vinden. Na een half uur kwam de gendarme terug en zei De brug is nog niet weggeslagen maar verkeert in zoo'n slechten staat, dat men er onmogelük ge bruik van kan maken. Maar hebt gü den veerman Kunz niet gezien vroeg Mathias. Kunz is met zün boot omgeslagen en de arme duivel is verdronken. En wat is van zjjn boot geworden Die zit niet ver van hier in de struiken, zei de gendarme aarzelend, maar wat zou dat? Dat is van veel beteekenis, zei de sergeant, nu zpn wü uit den brand; wü gaan de Necker oversteken Over dien woedenden stroom, maar dat zou roekeloos zRn leven wagen zpn, sergeant 1 Hoe zal men de boot kunnen sturen, die door den stroom heen en weer geworpen zal worden als een notedop, voegde er een ander aan toe. Laat ons liever wachten tot den storm een weinig bedaard is. O, wat zpt gij dappere lieden! riep Melzer uit gp wilt zeker wachten, tot er een tweeden Mozes komt, die de Necker droog zal maken om u er droog voets door te doen gaan. Ik ben echter uw chef en ge hebt mü te gehoorzamen en ik beveel, dat gü u gaat inschepen. De gendarmen keken hem half verwonderd, half eerbiedig aan, maar begaven zich toch naar de boot van Kunz. Deze was voldoende groot en sterk. Kom, stap in, kameraden, zei de sergeant lachende en laat den gevangene maar op den bodem der boot zitten en pas in de eerste plaats op hem. Laat een van u de haak nemen, ik zal mü dan met de riemen belasten. Toen Frits en de gendarmen ingestapt waren, maakte ook Margaretha zich gereed hen te volgen. De sergeant hield haar echter terug, zeggende: Wat gaat gij nu beginnen Wel, hebt gü mp niet beloofd, dat ik u mocht vergezellen tot Stuttgard en dat gü mü zoudt be schermen Zonder twpfel, maar nu is het voor u raadzaam weer naar Nordstetten terug te keeren, de rivier is te ontstuimig, Wat mp'nheer, mp hier alleen achterlaten, zoo ver van alle hulp te midden van den storm en gü hebt mü beloofd mp te beschermen, maar dan breekt gÜ uw woord. Dit verwüt trof de eigenliefde van den sergeant. Wordt vervolgd. Snelpersdruk - LANGE VELD DE ROOU - Texel. H. A. C.

Kranten Regionaal Archief Alkmaar

Texelsche Courant | 1891 | | pagina 4