BRANDKAST. vet Tarten. NEW-YORK. Soek- en Courantdrukkerij Makelaar J. H. MOOJEN, Voor de aanstaande aanneming Parkstraat, Burg op Texel. Feuilleton. De Gierigaard en zijne dochter. Gevraagd TE HUUR: De hofstede „Dordrecht" Nederlandsch-Amerikaansche Stoomvaart-Maatschappij. Kortste en Goedkoopste OVERTOCHT. Drukkerij, alsmede de uitgave Texelsche Courant (LangeveM d© TE KOOP: zal op DONDERDAG 29 JANUARI 'a avonds 7 ure, in het logement de Zwaan aan den Burg PUBLIEK VERHUREN: Voor den Heer Jelis. HILLENIUS. 1 05 00 land, genaamd „Potteram" in Spang. 1 05 00 „Hofstee" in Waal en Burg. Extra solide, zoo goed als nieuw TE KOOP aangeboden, voor slechts f 55. Hoog 0.80 Meter, breed 0.55 Meter. Te bevragen onder motto Brandkast, Texelsche Courant. voor AMSTERDAM. Te bevragen bij A. TOMPOT, Burg Texel. i met 64.13.70 Hectaren Wei-, Hooi- en Bouwland, alles elkander annex gelegen in den polder EIJERLAND OP TEXEL. Aanvaarding 20 Maart 1891. Te bevragen bij den Administrateur H. FLENS te TEXEL. Adres: L. li. ROEPER, WAAL EN BURO. A f bericht ondergeteekende ruim voorzien te zijn van prachtige zwarte Tibet en gewerkte Fantasie- stoffen een groote collectie Kaïngarens en Buks- kingsbericht tevens aan zijne geachte begun stigers, dat hij even als voorgaande jaren de aannemerspakken gemaakt levert tegen billijken prijs. A contant 5% korting. Aanbevelende UEd. Dw, Dienaar Pb. VLESSING. ROTTERDAM AMSTERDAM Men vervoege zich aan de Kantoren der N. A. S. M. te Rotterdam of te Amsterdam en bij de Agenten, of bij Inspecteur J. E. KROES te Groningen. E. BOLSIUS, te Oisterwijk. Bij den aanvang van het Nieuwe jaar nemen de ondergeteekenden de vrijheid, hunne wederom beleefdelijk bij allen aan te bevelen. 52. VriQ naar 't Fransch door A. B, Da Boot. Nu, kom dan maar in, zei hy en hielp haar zelfs bfj het instijgen. Nauwelijks was zij er in of zij hoorde het luide geblaf van Burckdie, niet tegenstaande zij hem had opgesloten, toch had weten vrij te komen en haar was gevolgd. Let wel, kameraden I Dat is de hond van den gevangeneals men hem tegen ons ophitst, als hij enkel maar zijn tanden laat zien, schiet hem dan maar dood. Ik heb een goeden les gehad de Wendels te wantrouwen. De sergeant nam in der haast eenige steentjes en wierp die naar Burck, welke hierdoor staan bleef. Toen nam hij de roeiriemen op en stiet van wal. Toen Burck de boot van wal zag steken, sprong ook hij in den vloed en zwom steeds blaffend achter de boot aan. Door een versnelling van den stroom geraakte Burck te dicht bij de boot en Mathias maakte van deze gelegenheid gebruik om met de riem naar don hond te slaan. Burck ontweek echter behendig den slag en sloeg zijne scherpe tanden in den riem, welke hij den sergeant uit de hand rukte. Na er eenige oogenbliknen verwoed in ge beten te hebben, wierp hij hem weg. Mathias uitte een[vreeselyken vloek. De gendarme wilde den riem nog grijpen met zijn haak, maar te vergeefs. De boot dreef thans zonder eenige stuur op de schuimende baren. Sergeant Mathias was zoo bleek als sneeuw van angst. Werktuigelijk keek hy naar Frits, die op den bodem der boot zittende, geen enkel bewijs van angst gaf. Mar- garetha was bij hem geknield en zij spraken samen even ernstig, alsof zij in het prieel zaten in den tuin van Kasper Melzer. Arme Grietje, zuchtte de jonge klompenmaker, waarom hebt gij mij bemind? Waarom z\jt gij mij gevolgd? De dood zal ons weldra overvallen. Ik ben uw kwade genius geweest. O, wat leest gij slecht in mijn ziel, goede broeder I Gij begrijpt dan niet dat ik gelukkig ben in dezen rampspoed. Ja, wij zullen sterven, ik weet het, ik zie het, maar gij zult niet voor uwe rechters gebracht worden, gij zult niet veroordeeld worden en een schandelijken dood sterven. God heeitmijn besluit gezegend. Hy heeft veroorloofd, dat wy door den dood vereenigd werden. Wat de soldaten betref^ ik beklaag hen niet, zy zyn slecht voor u geweest Zy hebben liun plicht gedaan, zei Frits zacht. Bid voor hen, Grietje. Voor hen bidden? vroeg Grietje verwonderd. Als ik de handen vry had, zou ik ze kunnen redden, Grietje en ik zou het beproeven, want men moet zyn vijanden vergéven. Ik kan met een riem roeien. Een der gendarmen hoorde dit en vertelde het zachtjes tegen Mathias. Kom laat ons ons daar wel voor wachten, antwoordde deze, (zijn haat en wantrouwen waren sterker dan zyn vrees) het is enkel een list van hem. Is hy eenmaal vry, dan zal hy zien in de rivier werpen en geen van ons zal hem daar achter- volgen. Op dat oogenblik verlichtte een bliksemstraal den geheelen omtrek. Duideiyk zag men nu opeenigen afstand de pyiers van de brug in een wolk van schuim. Het scheen wel ot zy als reusachtige vis- schen steeds nader by de boot kwamen. Aan het roer sergeant, riep Frits op gebiedenden toon uit, aan het roer als gij ten minste niet wilt, dat wy binnen 5 minuten tegen de pyIers verbryzeld worden. Mathias en zyne gezellen hadden zich krampachtig aan de banken der boot vastgeklemd. De sergeant gehoorzaamde Frits en wilde met den eene hem overgebleven riem de boot besturen, maar zyn handen beefden als had hy een zware koorts. De boot dreef met buitengewonen vaart naar de brug. Mathias liet ontmoedigd den riem vailen. Die man gaat stervende vrees maakt hem gek I zei Frits tot Margaretha. Hy weet niets van het sturen. Ik heb dikwijls vlotten bestuurd en ik wil niet, dat gy sterft, Grietje. Maak mjjn touwen los. Grietje beproefde het, maar haar handen waren daartoe niet in staat. Ik kan niet, Frits, ik kan niet, zei zy. Mathias Werner had echter haar bewegingen gade geslagen en bygeloovig van aard, beschuldigde hy Grietje als de oorzaak van hun ongeluk. Werp haar buiten boord, riep hy uit en ik ver zeker u, dat de storm bedaard zal zyn. Hoewel aarzelend wilden de gendarmen dat bevel volvoeren, maar Frits wist op te staan en riep uit Lafaards en gekken die gy zjjt, raak dit jonge meisje niet aan, of ik laat de boot kantelen. De gendarmen bleven staan. Gehoorzaam, riep Mathias verwoed uit, luister niet naar dien ellendeling. Dat meisje heeft den dood verdiend. Waarom wilde zy de touwen van den gevangene los maken? Omdat hy de handen vry moet hebben om u te redden, hernam Margaretha. Frits Wendol heeft my verzekerd, dat hy de boot kan sturen met één riem. Een straal van hoop kwam op het gelaat van den sergeant. Is dat waar? vroeg hy aan Frits. Maak de touwen los, waarmee myne handen gebonden zyn en ik zal u er het bewys van leveren. De boot was ondertusschen vry dicht by de brug gekomen. Maak de touwen los, beval Mathias. De gendarmen haastten zich dit bevel te volvoeren. Nu zyt gy vry, zei de een. Red ons nu als gy kunt, zei de ander. Frits greep den riem, maar ternauwernood had hy eon blik rondom zich geslagen, of hy riep bitter uit Het is te laat i Gy hebt den tyd verbeuzeld met ydele woorden. De sergeant uitte een vreeselykon vloek. De gendarmen ontdeden zich van hun wapenen, klemden zich vast aan de boot en wachtten zwygend den dood af. Frits Wendel was Margaretha genaderd en fluis terde haar toe: Gryp u vast aan myn gordel, opdat ik u, als de boot verbryzeld wordt, zal kunnen redden. Grietje weigerde zulks, zy wilde liever met hem sterven, dan hem te zien vallen onder de kogels der soldaten. Frits zweeg, maar besloot by zich zelf haar, ondanks haar zelf, te zullen redden. Eenige oogenblikken later werd de boot stuk ge slagen legen een der pyiers van de brug. Het Ooedeel. Frits alleen bleef met het hoofd en de schouders boven water en keek scherp rondom zich. Hy zocht Margaretha van wien hy gescheiden was en toen hy haar niet zag, ging hy naar haar duiken. Burck, die de boot gevolgd was, was hem echter voor geweest. Deze had het jonge meisje by de rok weten te grypen en had haar, het hoofd boven water houdende, naar een dryvend eiland gevoerd. Toen Frits dit merkte uitte hy een vreugdekreet en besloet thans te trachten den sergeant en de beide gendarmen te redden. Hy dook daartoe en kwam weldra met een gendarme boven, terwyl de andere hem aan het eene been hield. Gelukkig was hy dicht by het dryvende eiland. Zonder tyd te verliezen liet hy daar de twee geredden achter en dook opnieuw naar den sergeant. Na een minuut, die voor Mar garetha een eeuwigheid scheen, verscheen hy met het lichaam van den sergeant boven water. Weldra was ook deze by de anderen op het eiland. Dit dreef maar op goed geluk den stroom af. Na eenigen tyd werd het gestuit door een soort van dyk, waarop reeds meerdere bewoners een toevlucht hadden gezocht en hier ging men er toe over te beproeven den sergeant weer in het leven terug te roepen. Wordt vervolgd. Snelpersdruk LANGEVELD DE ROOIJ Texel.

Kranten Regionaal Archief Alkmaar

Texelsche Courant | 1891 | | pagina 4