Een DAGMEID gevraagd.
Pfaff-Naainacliies
De Onderlinge Krijgsdienst-Verzekering-Iaaiscliappij
„Het Landbouw-crediet Texel," gevestigd te Texel.
HOUTWAREN,
TE HUUR de hofsteden:
„LEIDEN" Et 40 Hectaren,
„VLIJT" met 35 Hectaren
ii S. DUOS Gz.
tij
„J UVENTUS"
tot haar agent voor Texel is aangesteld de Heer C. RAB.
De Naamlooze Vennootschap
Kantoor Hoogerstraat ('t Algemeen Belang.) Burg op Texel, B 126.
Feuilleton.
TB KOOP:
2 beste Koekalveren,
TE KOOP
C. RAB.
DE ARMBAND.
koopt tevens STIERKALVEREN tegen den hoog-
sten prijs.
K. PEREBOOM.
Keizerstraat, koek Molenstraat 105,
is ruim voorzien van verschillende soorten
zoomede Iepen Platen tegen de meest concu-
reerende prijzen.
WEI-, HOOI- en BOUWLANDEN.
Alles gelegen in den polder Eierland op Texel,
te aanvaarden met 20 Maart 1891.
Te bevragen en conditiën te vernemen bij den
Administrateur H. FLENS te Texel.
Adres: Postkantoor Texel.
voorzien van de nieuwste verbeteringen voor
familie- en handwerkers gebruik.
Zonder gedruisch werkende.
Groote duurzaamheid. Voor fraaien steek
en solide bewerking wordt gegurandeerd. De
wrijvende deelen zijn uit best staal vervaardigd.
Verkrijgbaar tegen de meest concureerende
prijzen
OOSTEREND.
Te bevragen bij S. B, IAP,
Eierlandsche Huis, Texel.
gevestigd te AMSTERDAM, adverteert, dat door het aanstaand vertrek van den Heer JOH. EELMAN,
Verzekering van kapitaal ter bestrijding van alle kosten en geldelijke nadeelen uit den
Militieplicht voortvloeiende om het even of die persoonlijk of door anderen waargenomen wordt.
Inschrijving van jongens beneden 15 jaar. Zeer nuttige voorzorg tegen geringejaarlijksche,
halfjaarlijksche, driemaandelijksche of maandelijksche bijdrage.
Uitvoerige prospectussen en alle gewenschte inlichtingen, gratis verkrijgbaar bij den Agent
te Texel.
Goedgekeurd bij K. B. 16 Januari 1890 N. 14.
VERSTREKT GELDEN TER LEEN op korten termijn en neemt GELDEN DEPOSITO
overeenkomstig de bepalingen van kaar reglement.
DE DIRECTIE,
JOH, EELMAN,
Dr. J. TIMMER.
7. Vrij naar 't Fransch vertaald.
IH.
Philip achtte het oogenblik gekomen, om zijnen
haat en wraakzucht te voldoen. Met de hooggaandste
geveinsdheid verhaalde hy een fabeltje, waarin
waarheid en leugen op de arglistigste wijze dooreen
gemengd waren. Volgens zijn verhaal, had hij den
graaf bjj mevrouw de Champrod in het paviljoen
gevonden, toen de eerste schoten hem uit het kasteel
gelokt haddenmaar wel verre van Louise recht
streeks te beschuldigen, gaf hij duizend listige
verklaringen aan haar verlangen, om de vlucht van
den Vendeër te begunstigensluwe opmerkingen,
die zijne stellingen schenen te staven, herinnerden
de genegenheid der beide jonge lieden, voordat de
kolonel zich aldaar vestigdehunne wederzijdsche
trouwbeloften; ht) geloofde niet, dat bij een zoo
zuiver karakter als dat van mevrouw de Champrod
deze indrukken geheel zouden uitgewischt zijnzijne
duistere woorden schenen te kennen te geven, dat
de kapitein George reeds meermalen des nachts het
kasteel bezocht had, welks geheime gangen hem
alle bekend waren. Bovendien de belangstelling,
die Louise voor hem aan den dag gelegd had, toen
zi) zich vernederde om te deelen in eene samen
spanning om hem te redden, was licht te verklaren
uit hare denkwijzo, die haar in iederen Vendeër
een broeder deed zien.
Met duivelachtige behendigheid stortte Philip met
zijne woorden achtereenvolgens achterdocht, wan
trouwen en overtuiging in het hart van den kolonel,
alle sch\jn was ook tegen Louise. Een toeval maakte
zijne vooringenomenheid tot zekerheid. George had
in zijne laatste worsteling een miniatuurportret laten
vallen, dat hij op zijne borst droeg. Philip had het
gezien, maar liet het liggenhij wachtte tot het
oog van den kolonel er op zou vallen. Een flauw
schijnsel van het aanbrekende daglicht viel er op;
de kolonel hiel het op en herkende het portret van
zjjne vrouw. Hoezeer hij ook zijne ontroering trachtte
te verbergen, bespeurde Philip die echterzijne lippen
trilden en zijn gelaat werd doodsbleek. Hij greep
Philip onstuimig bij de hand.
Mijn besluit is genomen, zeide hij, ik weet wat
mij te doen staat.
Wat dan?
Wat ieder man van eer in mijne plaats doen
zou. Volg mij.
Beiden verlieten het paviljoen en begaven zich
naar dat gedeelte van het kasteel, waar men George
opgesloten had.
Eenige minuten daarna zag men den kolonel, ge.
volgd door George de Vibray en vier officieren, zich
met driftige schreden naar het park begeven. Phillip
had zijn doel niet bereikt, maar het voorbijgestreefd.
Hij had berekend, ingevolge de woeste eigen
schappen eener waakgierige ziel, maar hij had te
doen met een karakter, dat ook in zijne woede edelaar
dig bleef. De kolonel had de staatkunde ter zijde
gesteld en zag in den gevangene slechts den man,
die hem in zijne eer gekrenkt had. Hó wilde niet
aan de rechtbanken zijne wraak op zijnen persoon
lijken vijand overlaten.
Met het eenigszins ridderlijke denkbeeld, dat men
altijd bij militairen aantreft, hadden de officieren
waarnaar de kolonel Champrod zich gewend had,
de krijgswetten uit het oog verloren, en ziah aan
het verlangen van hunnen bevelhebber onderworpen.
De woorden beleediging en herstel van eer hadden
aan alle aarzeling een einde gemaakt, en allen hadden
den kolonel hunne diensten aangeboden, die de twee
oudste en de twee jongste hunner verzocht hem te
vergezellen.
Dit was niet wat Philip verlangdehij had een
krijgsraad, en een doodvonnis gewenscht. Daar
echter zijn hoop verijdeld was, trachtte hij van den
loop der gebeurtenissen op eene andere wijze party
te trekken en begaf zich naar het vertrek, waar
mevrouw Champrod zich bevond.
Het nachtelijk rumoer had al de bewoners van
het kasteel naar het voorplein gelokt, de dienstboden
omringden de soldaten, die de dooden en de gekwet
sten vervoerden. Eenige Chouans waren gedood en
anderen gevangen genomen, terwijl een klein getal
zich door de vlucht had weten te redden. Bjj Louise
was slechts een klein meisje gebleven; Philip zond
haar onder eenig voorwendsel weg, het meisje, door
nieuwsgierigheid geprikkeld, spoedde zich ijlings
van daar.
Nauwelijks was Louise uit hare bezwijming be
komen en trachtte zjj hare verwarde denkbeelden
te verzamelen, toen hare blikken op Philip Cazal
vielen. Zy huiverde als iemand, die plotseling op
eene slang trapt; en eensklaps haar bewustzijn
herkrijgende, stond zjj op.
Gó hier I zeide zij. Zoo vermetel na zooveel
laagheid 1 Tegelók trok zó hevig aan de schelkoord.
Philip nam een armstoel en ging zitten. Bjj deze
koelbloedige verrichting, gevoelde Louise eene rilling
van vrees.
Gó kunt schellen, zooveel gó wilt, zeide hjj.
Er zal niemand komen.
Hemel wat is er gebeurd? riep Louise op de
sofa terug zinkende:
Niets, dan dat op dit oogenblik de kolonel Cham
prod met den graaf de Vibray vecht.
Een tweegevecht?
Anders nieteen tweegevecht, dat slechts met
den dood van een van beiden zal eindigen. Zó zijn
beiden zoo bedreven in de behandeling van den degen,
dat het niet te gissen is, wie vallen zal,
Bó deze verschrikkelóke woorden verborg Louisa
het hoofd in hare handen. Philip vervolgde op een
onverschilligen toon
Wat er ook gebeure, gó zót verloren. Als de
Vibray sneeft, zal de kolonel, die u voor schuldig houdt,
u verstooten; gó weet dat hy, hoe goedhartig ook,
onwrikbaar is, waar het zóne eer geldt.
Ik ben onschuldig 1 riep Louise. Ik zal hem
de geheele waarheid zeggen, hy zal my gelooven.
Hó zal u niet gelooven. Denkt gy dat da
hartstocht zoo moeieiyk te verblindenis? De tegen,
woordigheid van George dezen - nacht by u, uwe
vroegere liefde, een miniatuurportret, dat gy hem
zelf gegeven hebt en dat de kolonel gevonden heeft
in het paviljoen, waar gó zoo te onpas in zwym
gevallen zyt, al deze bewózen door my toegelicht
en verklaard gó ziet wel, mevrouw, dat is meer
dan genoeg, om een vooringenomen geest te over
tuigen.
Het klamme zweet stond Louise op het voorhoofd,
Onderstel nu, vervolgde Philip, dat de kolonel
sterft, dan biyf ik alleen hier, gelooft, gó dat de
overwinning van de Vibray hem redt, en dat ik de
gevolgen der krógswet van zón hoofd zou afwenden
Ik had het u beloofd, mevrouw 1 gó hebt niet naar my
willen luisterenik heb my gewroken. Zult gó
thans evenmin my verhooren
Afschuwelyk, afschuweiykriep mevrouw de
Champrod uit.
Het is toch het eenige wat ge doen kunt, Gy
weet, hoe ik gebeden en gesmeekt heb; gy weet,
dat deze liefde, die tot in myne ziel ingeweven ist
alles gebraveerd heeft, om u te kunnen naderen,
alles, tot zelfs uwen haatl Alle hinderpalen die
zich voor mó opdeden, heb ik verbryzeld. Gelooft
gó, dat ik nu zou willen terugtreden, nu ik by u
en hier meester ben Spreek een woord, Louise
en myn geheele leven is u gewód, myn hart, welks
onbedwingbare geestkracht gó kent, myn lortuin,
alles leg ik aan uwe voeten; spreek een woord en
ik voer u van hier. Wat is tot geluk noodig? On-
afhankeiykheid, goud, liefde. Volg my en gy hebt
dit alles.
Wordt vervolgd.
Snelpersdruk LANGEVELD DE ROOLT Texel.